Tijdelijke regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister van Economische Zaken van 15 juni 2010, nr. G&VW/GW/2010/5202, houdende de uitbreiding van de aanwijzing van ambtenaren van het Staatstoezicht op de Mijnen tot toezichthouder terzake van de naleving arbeidsomstandighedenwetgeving voor zover het gaat om arbeid verricht in de territoriale zee en de Exclusieve Economische Zone

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 24, tweede lid, van de Arbeidsomstandighedenwet;

Besluiten:

Artikel 1 Aanwijzing toezichthouders

De ambtenaren van het Staatstoezicht op de Mijnen belast met toezicht, zijn mede belast met het toezicht op de naleving van artikel 11 van de Arbeidsomstandighedenwet en het bepaalde bij of krachtens hoofdstuk 3, afdeling 1, hoofdstuk 4, afdeling 1, hoofdstuk 5, afdeling 1, hoofdstuk 6, afdelingen 3, 3A en 5, hoofdstuk 7, afdelingen 1, 2, 3 en 4, en hoofdstuk 8, afdelingen 1 en 2, van het Arbeidsomstandighedenbesluit, voor zover het gaat om arbeid verricht in de territoriale zee en de Exclusieve Economische Zone.

Artikel 2 Aanwijzing ambtenaren belast met specifieke uitvoeringstaken

De ambtenaren, bedoeld in artikel 1, worden voor de in dat artikel genoemde bepalingen aangewezen als ambtenaar, bedoeld in de artikelen 9, 27, eerste lid, 28, eerste lid, 28a en 29, vierde lid, van de Arbeidsomstandighedenwet.

Artikel 3 Reikwijdte regeling

Deze regeling is niet van toepassing op de arbeid, bedoeld in artikel 7.1, derde lid, van de Aanwijzingsregeling toezichthoudende ambtenaren en ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken op grond van SZW wetgeving.

Artikel 4 Inwerkingtredings- en vervaldatum regeling

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en vervalt met ingang van 1 januari 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 15 juni 2010

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

TOELICHTING

Met deze tijdelijke regeling worden de bestaande taken en bevoegdheden van de inspecteurs van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) op het arbeidsomstandighedenterrein uitgebreid. Het gaat om een tijdelijke uitbreiding van debevoegdheden van hetSodM met het oog op het uitvoeren van met name bergingswerkzaamheden in de Noordzee (artikel 1). Voor werkzaamheden op of aan mijnbouwinstallaties en windsmolenparken in de territoriale zee en de Exclusieve Economische Zone blijft artikel 7.1 van de Aanwijzingsregeling toezichthoudende ambtenaren en ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken op grond van SZW- wetgeving van kracht (artikel 3).

Alle in de arbowetgeving aan een arbeidsinspecteur toegekende bestuurlijke bevoegdheden zijn bij deze aanwijzing betrokken (artikel 2). In dit verband zij ook gewezen op artikel 9.5b, eerste lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit (vervoerplicht werkgever die arbeid doet verrichten in de territoriale zee of de Exclusieve Economische Zone).

Hierbij hoort ook het in voorkomend geval opmaken van een boeterapport (artikel 5:48 Algemene wet bestuursrecht). Het opleggen van een bestuurlijke boete blijft voorbehouden aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, dat wil zeggen het Hoofd van de Afdeling bestuurlijke boete van de Arbeidsinspectie (Aanwijzingsregeling boeteoplegger SZW-wetgeving 2004, Stcrt. 2004, 246).

Daarnaast beschikken de SodM inspecteurs uiteraard over de algemene toezichthoudende bevoegdheden van de Algemene wet bestuursrecht (hoofdstuk 5).

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

Naar boven