Besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 11 juni 2010, nr. CEND/HDJZ-2010/922 sector S&W houdende vaststelling Subsidieprogramma mobiliteitsvouchers (Subsidieprogramma mobiliteitsvouchers)

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 2, eerste lid, onderdeel a, 25 en 29 van de Kaderregeling subsidies duurzaamheid Verkeer en Waterstaat;

Besluit:

Artikel 1

Als subsidieprogramma als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van de Kaderregeling subsidies duurzaamheid verkeer en waterstaat, wordt vastgesteld het Subsidieprogramma mobiliteitsvouchers, dat is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Op een subsidie die is aangevraagd voor 1 januari 2012 blijft dit besluit en het daarbij vastgestelde subsidieprogramma van toepassing zoals dat gold voor 1 januari 2012.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2010 en vervalt met ingang van 1 januari 2012.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Subsidieprogramma mobiliteitsvouchers.

Dit besluit zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.

BIJLAGE ALS BEDOELD IN ARTIKEL 1 VAN HET BESLUIT TOT VASTSTELLING VAN HET SUBSIDIEPROGRAMMA MOBILITEITSVOUCHERS

Subsidieprogramma mobiliteitsvouchers 1

§ 1. Begripsomschrijvingen

In dit subsidieprogramma wordt verstaan onder:

  • a. kaderregeling: Kaderregeling subsidies duurzaamheid verkeer en waterstaat;

  • b. aanvrager: MKB-onderneming, met minimaal 25 en maximaal 250 werknemers in loondienst, die een mobiliteitsvoucher op grond van dit subsidieprogramma aanvraagt of heeft aangevraagd;

  • c. mobiliteitsonderneming: onderneming als bedoeld in paragraaf 6;

  • d. mobiliteitsscan: samenhangend geheel van diensten of werkzaamheden dat door een aanvrager wordt ingekocht, gericht op het inzichtelijk maken van de mogelijkheden van mobiliteitsmanagement binnen de onderneming van de aanvrager;

  • e. implementatieproject: samenhangend geheel van diensten of werkzaamheden dat door een aanvrager wordt ingekocht, gericht op de uitvoering van het resultaat van een mobiliteitsscan;

  • f. kleine mobiliteitsvoucher: document op grond van paragraaf 2, eerste lid, door de minister aan een aanvrager afgegeven, dat deze aanvrager kan inleveren bij een mobiliteitsonderneming ten behoeve van de uitvoering van een mobiliteitsscan binnen de onderneming van de aanvrager;

  • g. grote mobiliteitsvoucher: document op grond van paragraaf 2, tweede lid, door de minister aan een aanvrager afgegeven, dat deze aanvrager kan inleveren bij een mobiliteitsonderneming ten behoeve van de uitvoering van een implementatieproject binnen de onderneming van de aanvrager;

  • h. mobiliteitsmanagement: het stimuleren van het bewust omgaan met mobiliteit en van alternatieven voor het gebruik van de auto in de spits;

  • i. verordening: verordening (EG) Nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L 379/5);

  • j. de-minimissteun: steun als bedoeld in artikel 2 van de verordening.

Toelichting

In deze paragraaf zijn de begrippen omschreven die in het subsidieprogramma voorkomen. Zo nodig wordt in het navolgende per begrip een toelichting gegeven.

Onderdeel b houdt in dat aanvragers zijn beperkt tot MKB-ondernemingen. Het begrip MKB-onderneming is in artikel 1 van de kaderregeling omschreven en omvat een kleine of middelgrote onderneming. Voor dit subsidieprogramma is de categorie MKB-ondernemingen beperkt tot ondernemingen met minimaal 25 en maximaal 250 werknemers. Van een onderneming is sprake als een eenheid een economische activiteit uitoefent, ongeacht de rechtsvorm of de wijze waarop zij advies- of ander dienstenproject als bedoeld in artikel 5, onderdeel i, van de kaderregeling, gericht op de uitvoering van het resultaat van een mobiliteitsscan; wordt gefinancierd.

Artikel 2, derde lid, onderdeel b, van de kaderregeling maakt het mogelijk om in een subsidieprogramma bepaalde onderdelen van projecten op te nemen die voor subsidie in aanmerking kunnen komen. Wat betreft de definities van mobiliteitsscan en implementatieproject is derhalve aansluiting gezocht bij het advies- of andere dienstenproject als bedoeld in artikel 5, onderdeel i, van de kaderregeling, maar ook is de omschrijving nader bepaald. Omdat gebruik wordt gemaakt van de de-minimissteun is het niet nodig dat de diensten door een MKB-onderneming worden ingekocht overeenkomstig hoofdstuk I en hoofdstuk II, deel 5, van Verordening (EG) 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard ((Pb EU 2008, L214). Een mobiliteitsscan houdt in dat er volgens een vast stramien een analyse wordt gemaakt van de mobiliteitsbehoefte van de aanvrager. Aan de hand van deze analyse wordt bekeken of het toepassen van bepaalde maatregelen op het gebied van mobiliteitsmanagement voor de aanvrager voordeel kan opleveren en wat de uitvoering van deze maatregelen zal gaan kosten.

Een implementatieproject is het vervolg op een mobiliteitsscan en houdt in dat de mobiliteitsonderneming de onderneming begeleidt bij de uitvoering van de in de mobiliteitsscan voorgestelde maatregelen, of een deel daarvan.

De mobiliteitsvouchers die worden afgegeven zullen op naam van de aanvrager worden uitgeschreven. De mobiliteitsvouchers zijn niet verhandelbaar.

Voor de begripsomschrijving van mobiliteitsmanagement is aansluiting gezocht bij de definitie die het Taksforce Mobiliteitsmanagement hanteert (Voorstel Taksforce Mobiliteitsmanagement van 8 september 2008). Wat betreft de spits zij opgemerkt dat het dan gaat om de tijdsperiode op een dag waarop de vervoersvraag het hoogste is, oftewel de drukte in het verkeer op bepaalde tijdstippen.

§ 2. Verstrekking mobiliteitsvouchers

  • 1. De minister verstrekt op aanvraag een kleine mobiliteitsvoucher aan een aanvrager die een mobiliteitsscan wil laten uitvoeren.

  • 2. De minister verstrekt op aanvraag een grote mobiliteitsvoucher aan een aanvrager die een implementatieproject wil laten uitvoeren.

  • 3. Per aanvrager wordt slechts één kleine en één grote mobiliteitsvoucher verstrekt.

Toelichting

Een aanvrager kan een aanvraag voor een kleine mobiliteitsvoucher voor een mobiliteitsscan indienen. In paragraaf 1, onderdeel b is aangegeven wie onder het begrip aanvrager valt en wie dus een aanvraag kan indienen. Indien de aanvrager niet onder de begripsomschrijving valt wordt de aanvraag afgewezen. De opzet van het subsidieprogramma is dat alleen nadat een mobiliteitsscan is uitgevoerd voor het vervolg een grote mobiliteitsvoucher zal worden afgegeven. Dit is opgenomen in de weigeringsgronden als opgenomen in paragraaf 4.

Na verstrekking van de voucher heeft de aanvrager de keuze naar welke mobiliteitsonderneming hij stapt om de mobiliteitsscan te laten uitvoeren. Nadat de mobiliteitsscan is uitgevoerd kan de aanvrager een grote mobiliteitsvoucher aanvragen. Het is niet noodzakelijk met deze voucher naar dezelfde mobiliteitsonderneming te gaan.

§ 3. Plafond, maximale bedragen en subsidiabele kosten

  • 1. Het plafond voor de afgifte van mobiliteitsvouchers bedraagt € 3.000.000,–.

  • 2. Een kleine mobiliteitsvoucher kent een waarde van maximaal € 1.500,–.

  • 3. Een grote mobiliteitsvoucher kent een waarde van maximaal twee derde van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 4.500,–.

  • 4. Onder subsidiabele kosten als bedoeld in het derde lid vallen uitsluitend de kosten van de uren van de deskundige van de mobiliteitsonderneming die de uitvoering van het implementatieproject begeleidt.

  • 5. Indien de aanvrager al de-minimissteun heeft ontvangen gedurende een periode van drie belastingjaren voorafgaand aan het moment dat een voucher op basis van dit subsidieprogramma kan worden afgegeven bedraagt het maximale bedrag dat op basis van dit subsidieprogramma kan worden verstrekt het de-minimisplafond als bedoeld in artikel 2 van de verordening minus de reeds ontvangen de-minimissteun.

Toelichting

Het plafond geldt voor de afgifte van de vouchers. Indien het plafond is bereikt zullen geen vouchers meer worden verstrekt. Het plafond is derhalve bereikt zodra het aantal aangevraagde vouchers vermenigvuldigd met het maximumbedrag per aangevraagde voucher gelijk is aan het bedrag genoemd in het eerste lid.

De waarde van een kleine mobiliteitsvoucher bedraagt maximaal € 1500,– . De hoogte van dit bedrag voor de uitvoering van een mobiliteitsscan is afgeleid uit de ervaringen opgedaan tijdens de pilot. Het blijkt dat de gemiddelde kosten van een mobiliteitsscan neer komt op ongeveer € 1500,–. De hoogte van het bedrag is derhalve conform de marktprijs.

De waarde van de grote mobiliteitsvoucher is afhankelijk van de kosten die de deskundige van de mobiliteitsonderneming die de uitvoering van het implementatieproject begeleidt in rekening brengt. Het resultaat van een mobiliteitsscan is een kostenoverzicht om de voorgestelde mobiliteitsmaatregelen uit te laten voeren. Op het moment dat de aanvrager een implementatieproject wenst te laten uitvoeren is voor hem duidelijk wat de kosten zijn van de uitvoering van de maatregelen en van de begeleiding door de deskundige en welk bedrag de aanvrager zelf zal moeten betalen. Uiteindelijk is de hoogte van het bedrag dat op de voucher komt afhankelijk van de kosten die de deskundige nodig denkt te hebben voor de begeleiding van de uitvoering van het implementatieproject doch zal maximaal twee derde van de subsidiabele kosten zijn en tot een bedrag van maximaal € 4500,–.

Onder subsidiabele kosten wordt in dit geval alleen verstaan de kosten van de uren van de deskundige die de uitvoering van het implementatieproject begeleidt. Andere kosten komen niet voor een vergoeding in aanmerking.

Het kan gebeuren dat een aanvrager al meerdere bijdragen heeft ontvangen waar gebruik gemaakt is van de de-minimis-verordening. Indien dat zo is zal dat uit het aanvraagformulier moeten blijken. De aanvrager zal een de-minimis-verklaring moeten tekenen. Als duidelijk is hoeveel speelruimte er nog is voor de betreffende aanvrager dan zal het bedrag lager kunnen zijn dan het maximale bedrag dat is opgenomen in het tweede of derde lid.

Uitgangspunt is dat het totale bedrag van de-minimissteun die is verleend aan één onderneming niet hoger mag zijn dan € 200.000,– (€ 100.000,– voor ondernemingen in de sector wegvervoer).Deze drempel geldt over een periode van drie belastingjaren. De-minimissteun mag echter niet worden verleend indien de steun in één van de volgende sectoren valt: steun aan ondernemingen die in moeilijkheden verkeren, aan ondernemingen die actief zijn in de visserijsector,aan ondernemingen die landbouwproducten produceren, exportsteun of steun waarbij binnenlandse producten worden bevoordeeld ten opzichte van ingevoerde producten, steun aan ondernemingen die actief zijn in de kolenindustrie, aan ondernemingen voor de aanschaf van vrachtwagens.

§ 4. Weigeringsgronden mobiliteitsvouchers

  • 1. De minister verstrekt geen mobiliteitsvoucher aan een aanvrager:

    • a. die in de drie belastingjaren voorafgaand aan het moment dat op basis van dit subsidieprogramma een voucher kan worden afgegeven, reeds de maximale steun als bedoeld in artikel 2 van de verordening heeft ontvangen;

    • b. indien het een aanvraag betreft van een aantal aanvragers gezamenlijk;

    • c. indien al eerder een kleine of grote voucher aan de aanvrager is verstrekt.

  • 2. De minister verstrekt geen grote mobiliteitsvoucher aan een aanvrager:

    • a. aan wie nog geen kleine mobiliteitsvoucher is verstrekt,

    • b. die nog geen mobiliteitsscan ter uitvoering van een kleine mobiliteitsvoucher, zoals opgenomen in dit subsidieprogramma heeft laten uitvoeren, of,

    • c. indien de aanvrager per 1 januari van het jaar van indiening minder dan 25 of meer dan 250 medewerkers in loondienst had.

  • 3. Indien honorering van alle aanvragen die op één dag zijn ontvangen ertoe zou leiden dat het beschikbare budget voor mobiliteitsvouchers zou worden overschreden, stelt de minister de onderlinge rangschikking van deze aanvragen vast door middel van loting.

Toelichting

Omdat gebruik wordt gemaakt van Verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van Europese Gemeenschappen van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun (Pb EG 2006, L379), zal geen mobiliteitsvoucher (grote of kleine) worden verstrekt als het de-minimis plafond bereikt is. Omdat een mobiliteitsscan wordt ingezet per MKB-onderneming is het niet mogelijk om gezamenlijk een aanvraag in te dienen. Het is de bedoeling dat een implementatieproject alleen kan worden uitgevoerd als een mobiliteitsscan, zoals opgenomen in dit subsidieprogramma is uitgevoerd, zodat een grote mobiliteitsvoucher wordt geweigerd als er nog geen mobiliteitsscan is uitgevoerd. Wat betreft de eis van het aantal medewerkers is voor de peildatum van 1 januari van het jaar van het indienen van de aanvraag gekozen.

In artikel 27 van de kaderregeling is opgenomen dat de vouchers worden verstrekt in volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat, wanneer de aanvrager voor vouchers krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag volledig is aangevuld, als datum van ontvangst van de aanvraag tot verstrekking van een voucher geldt. Omdat het mogelijk is dat het subsidieplafond op een dag meerdere aanvragers kan treffen is een bepaling opgenomen om door middel van een loting de rangorde te regelen.

§ 5. Indiening aanvragen mobiliteitsvoucher

  • 1. Een aanvraag voor een mobiliteitsvoucher wordt gericht aan de minister met gebruikmaking van het formulier, dat is opgenomen in de bij dit subsidieprogramma behorende bijlage en wordt uiterlijk 30 juni 2011 om uiterlijk 17.00 uur ontvangen door de aangewezen uitvoeringsinstantie als bedoeld in paragraaf 8.

  • 2. Een aanvraag als bedoeld in het eerste lid kan ook elektronisch worden ingediend, uitsluitend door middel van de bij dit subsidieprogramma behorende bijlage, zoals is opgenomen op www.agentschapnl.nl/mobiliteitsvouchers.

Toelichting

Het aanvraagformulier kan ook worden opgevraagd bij Agentschap NL.

Het postadres van Agentschap NL is:

Agentschap NL

NL Milieu en leefomgeving

t.a.v. Programma Mobiliteitsvouchers

Postbus 10073

8000 GB Zwolle

tel (088) 602 34 00

De mobiliteitsvouchers kunnen ook elektronisch worden aangevraagd. Hierdoor gaat het proces van invullen van het formulier en ontvangst van de voucher makkelijker en sneller. De aanvrager wordt daarbij digitaal ondersteund bij het invullen van het formulier. Hierdoor nemen de administratieve lasten voor de aanvrager ten opzichte van het per post indienen af. Het aanvragen van vouchers via deze weg is vertrouwd bij MKB-ondernemingen. Het formulier als bedoeld in het eerste en het tweede lid zijn dezelfde. Door opname op de website van het Agentschap NL is het echter mogelijk de aanvraag elektronisch in te dienen.

§ 6. Mobiliteitsonderneming

  • 1. Een onderneming kan op aanvraag door de minister als mobiliteitsonderneming worden aangewezen voor de duur van dit subsidieprogramma indien de onderneming:

    • a. is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel dan wel het nationale beroepenhandelsregister, of een daarmee vergelijkbaar buitenlands register;

    • b. heeft aangegeven dat een mobiliteitsscan of een implementatieproject zal worden uitgevoerd door een onafhankelijke deskundige, werkzaam bij deze onderneming, die in het bezit is van minimaal een geldig HBO-diploma en die drie aaneengesloten jaren relevante ervaring heeft op het gebied van adviseren inzake mobiliteitsmanagement;

    • c. de aanvraag, gericht aan de minister, voor 1 juli 2011 heeft ingediend bij de aangewezen uitvoeringsinstantie als bedoeld in paragraaf 8.

  • 2. Een deskundige als bedoeld in het eerste lid mag geen mobiliteitsscan of implementatieproject uitvoeren voor de onderneming waar hij in dienst is.

Toelichting

Op dit moment moet de branche van mobiliteitsondernemingen nog verder tot ontwikkeling komen zodat gekozen is voor een systeem dat alleen aangewezen mobiliteitsondernemingen die aan bepaalde kwalitatieve, niet discriminerende criteria voldoen hiervoor in aanmerking komen. Hiermee wordt zo goed mogelijk de kwaliteit van de uitvoering van de mobiliteitsscan en het implementatieproject gewaarborgd. Tevens kan de MKB-onderneming ervan uitgaan dat hij een zo goed mogelijk advies ontvangt. Bij het aanwijzen van mobiliteitsondernemingen die een mobiliteitsscan en implementatieproject als bedoeld in dit subsidieprogramma kunnen uitvoeren en daarna een vouchers kunnen inleveren wordt gekeken naar de desbetreffende onderneming en het personeel (deskundige) dat deze onderneming gaat inzetten voor de uitvoering van de desbetreffende projecten. De deskundige die de mobiliteitsonderneming inzet moet minimaal in het bezit zijn van een geldig HBO-diploma en drie aangesloten jaren relevante ervaring hebben. Bij onafhankelijke deskundige zij gedacht aan dat de deskundige geen belang heeft bij de diensten die geadviseerd of geïmplementeerd worden. Tevens is opgenomen dat een deskundige de desbetreffende projecten niet mag uitvoeren voor zijn werkgever. Het kan voorkomen dat er sprake is van een onderneming met maar een persoon, een zelfstandige zonder personeel (Zzp-er). In dat geval zullen de eisen die aan de onderneming en die aan de deskundige worden gesteld samenvallen. Op www.agentschapnl.nl/mobiliteitsvouchers zal een lijst komen van mobiliteitsondernemingen die zijn aangewezen.

§ 7. Subsidieverstrekking

  • 1. De minister verstrekt op aanvraag subsidie aan een door hem aangewezen mobiliteitsonderneming, indien die mobiliteitsonderneming een mobiliteitsscan of implementatieproject heeft uitgevoerd en de volgende bescheiden overlegt:

    • a. een geldige kleine of grote mobiliteitsvoucher op naam van de aanvrager;

    • b. een door de aanvrager, die opdracht heeft gegeven voor de mobiliteitsscan of implementatieproject, getekende verklaring dat de mobiliteitsscan of het implementatieproject is uitgevoerd;

    • c. een kopie van de factuur op de naam van de aanvrager ten behoeve van wie de mobiliteitsscan of het implementatieproject is uitgevoerd.

  • 2. De aanvraag wordt gericht aan de minister en ingediend met gebruikmaking van een vaststellingsformulier dat verkrijgbaar is bij de aangewezen uitvoeringsinstantie als bedoeld in paragraaf 8.

Toelichting

Op de voucher zal worden aangegeven voor welke datum de mobiliteitsonderneming de voucher bij de aangewezen uitvoeringsinstantie moet inleveren en een subsidie moet aanvragen. Dit is de geldigheidsduur van de voucher. Als de voucher na die datum wordt ingediend is er geen sprake van een geldige voucher. De verwachting is dat de desbetreffende projecten binnen een periode van drie tot zes maanden gerealiseerd kunnen worden. Met het opnemen van de datum op de voucher zal daar rekening mee worden gehouden.

In artikel 28, vijfde lid, van de kaderregeling is opgenomen dat de minister geen subsidie verstrekt indien met de uitvoering van het project al is begonnen voordat de voucher is verstrekt. Dit betekent dat de aanvrager en de mobiliteitsonderneming voor de afgiftedatum van de voucher geen verplichtingen jegens elkaar moeten zijn aangegaan in het kader van een mobiliteitsscan of implementatieproject.

§ 8. Aanwijzing uitvoeringsinstantie

Als uitvoeringsinstantie wordt aangewezen Agentschap NL, onderdeel van het ministerie van Economische Zaken.

§ 9. Aanvullende verplichting

De aanvrager, de mobiliteitsonderneming en de deskundige als bedoeld in paragraaf 6, eerste lid, onderdeel b, verlenen medewerking aan een evaluatie van de toepassing van dit subsidieprogramma, voor zover deze medewerking redelijkerwijs van hen verlangd kan worden.

BIJLAGE

TOELICHTING

Inleiding

Met dit besluit wordt het Subsidieprogramma mobiliteitsvouchers dat is gericht op het creëren van bewustzijn bij ondernemingen over de mogelijkheden van mobiliteitsmanagement vastgesteld. Het is een subsidieprogramma als bedoeld in de artikelen 2, onderdeel a, en 25 van de Kaderregeling subsidies duurzaamheid verkeer en waterstaat (hierna: kaderregeling). De kaderregeling is op 20 mei 2009 goedgekeurd door de Europese Commissie1 en gepubliceerd in de Staatscourant van 13 juli 2009. De goedkeuring van de kaderregeling betekent dat voor een op grond daarvan vastgesteld subsidieprogramma geen separate goedkeuring gevraagd hoeft te worden. Uiteraard blijft het subsidieprogramma binnen de grenzen van de kaderregeling. Voor het geldend recht ten aanzien van een subsidie op grond van het subsidieprogramma dient niet alleen naar de daarin opgenomen bepalingen gekeken worden, maar ook naar die van de bovenliggende kaderregeling. Daarnaast is de subsidietitel van de Algemene wet bestuursrecht (verder: Awb) van toepassing op de op grond van het subsidieprogramma te verlenen subsidies. Op grond van artikel 4:23 Awb wordt subsidie slechts op grond van een wettelijk voorschrift verstrekt dat regelt voor welke activiteiten subsidie wordt verstrekt. Aan dit vereiste wordt voldaan doordat in de kaderregeling de vereisten voor de inhoud en totstandkoming alsmede de rechtsgevolgen van een subsidieprogramma geregeld zijn.

De kaderregeling maakt het mogelijk subsidie te geven in de vorm van subsidie (een geldbedrag), een kredietsubsidie of garantiesubsidie. Daarnaast kan op grond van de kaderregeling gekozen worden voor het uitgeven van vouchers die een tegenwaarde in subsidie vertegenwoordigen. In het onderhavige subsidieprogramma is gekozen voor het uitgeven van vouchers omdat dit instrument voor de doelgroep te weten kleine en middelgrote ondernemingen (hierna te noemen MKB-ondernemingen) weinig administratieve lasten met zich meebrengt en het een instrument is waarmee de MKB-ondernemingen bekend zijn. Hierdoor is de drempel om met mobiliteitsmanagement aan de slag te gaan, zo laag mogelijk gehouden.

In het subsidieprogramma wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de Verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van Europese Gemeenschappen van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun (Pb EG 2006, L379), biedt. Zoals artikel 26 van de kaderregeling bepaalt dient in dat geval het subsidieprogramma tevens de voorschriften te bevatten die de genoemde verordening daaraan stelt. Dat betekent onder meer dat een onderneming over een periode van drie jaar maximaal een bepaald bedrag aan de-minimissteun mag ontvangen. Ook wordt gebruik gemaakt van artikel 29, tweede lid van de kaderregeling. Er zijn andere maximale subsidiepercentages, maximale subsidiebedragen en subsidiabele kosten opgenomen.

Achtergrond

Een deel van de bereikbaarheidsproblemen in Nederland ontstaat door piekbelasting in de vraag naar mobiliteit tijdens de spitsuren op specifieke plaatsen. Op deze momenten kan de beschikbare capaciteit de hoge vraag niet aan. Files op de weg, vertragingen en een tekort aan zitplaatsen in de trein zijn hiervan het gevolg.

Veel werkgevers maken impliciete keuzes ten aanzien van het mobiliteitsbeleid voor hun organisatie. Bijvoorbeeld in de keuze voor een vestigingsplaats, aanleg en aanwending van parkeerterreinen rond het gebouw en reiskostenvergoeding voor de medewerkers. Werkgevers blijken vaak weinig zicht op hun eigen mobiliteitsbeleid te hebben (welke werknemer gebruikt welk vervoersmiddel, wat is de woon-werkafstand en hoe verhouden die twee zich tot elkaar?), of hebben nog geen mobiliteitsbeleid ontwikkeld. Hierdoor worden werknemers onvoldoende geprikkeld om een afgewogen mobiliteitskeuze te maken. Als de werkgever bijvoorbeeld een mobiliteitskaart, fietsenplan, dienstauto of shuttleservices van en naar het station biedt, kunnen werknemers geprikkeld worden om andere keuzes te maken.

Het kabinet heeft de ambitie gedurende de periode 2008–2012 per jaar 5% groei van het aantal treinreizigers te realiseren, gemeten in reizigerskilometers. In het Actieplan ‘Groei op het spoor’ (hierna: Actieplan) (Kamerstukken II 29644 nr. 85 d.d. 19 november 2007) en het Nieuwe Actieplan (hierna: Nieuwe Actieplan) (Kamerstukken II 29984 nr. 216 d.d. 18 februari 2010) zijn een aantal maatregelen opgenomen die tot deze groei moeten leiden. Het doorlichten en stimuleren van mobiliteitsbeleid bij ondernemingen is een van die maatregelen.

Binnen de Taskforce Mobiliteitsmanagement (hierna: TFMM) bestaat eveneens aandacht voor mobiliteitsmanagement. Het Actieplan en de TFMM hebben in dit geval een gemeenschappelijk doel, te weten om samen met werkgevers en werknemers actief op zoek te gaan naar mogelijkheden om mobiliteit beter te spreiden, zowel over beschikbare vervoerwijzen als over de tijd. Hierdoor kan groei gerealiseerd worden op een moment dat er voldoende aanbod is, namelijk buiten de spits. De TFMM is derhalve bij het opstellen van dit subsidieprogramma betrokken geweest. Dit subsidieprogramma richt zich op het doorlichten van mobiliteitsbeleid bij MKB-ondernemingen die minimaal 25 en maximaal 250 medewerkers in loondienst hebben per 1 januari van het jaar van het indienen van de aanvraag.

Pilotfase

In de periode maart tot september 2009 is een pilot georganiseerd om te bezien of er binnen MKB-ondernemingen inderdaad behoefte is aan een mobiliteitsscan en of de gehanteerde methode (gratis scan en hulp bij implementatie) de juiste is. Uit de pilot is gebleken dat met name MKB-ondernemingen met 25 tot maximaal 250 medewerkers in dienst de kansen die mobiliteitsmanagement voor ze kan bieden, onvoldoende benutten. Dit komt met name doordat de MKB-onderneming onvoldoende zicht heeft op de kansen die mobiliteitsmanagement voor hem kan bieden.

In de in de pilot opgenomen mobiliteitsscan is door een deskundige op het gebied van mobiliteitsmanagement volgens een vast stramien inzichtelijk gemaakt wat de mogelijkheden van mobiliteit zijn binnen een onderneming. Uit deze mobiliteitsscan blijkt wat de mogelijkheden zijn voor de MKB-onderneming om personenvervoer op een andere wijze in te vullen. De hulp bij implementatie bestaat uit de ondersteuning bij het daadwerkelijk invoeren van de gekozen maatregelen. Deze pilot is succesvol geweest. De ervaringen opgedaan in deze pilot zijn meegenomen bij het opstellen van dit subsidieprogramma.

Doel

Het doel van het onderhavige subsidieprogramma is het creëren van bewustzijn bij ondernemingen over de mogelijkheden van mobiliteitsmanagement voor hun onderneming om vervolgens mobiliteitsmaatregelen in te voeren in de onderneming. De nadruk ligt daarbij op het inzichtelijk maken van de mogelijkheden en het toepassen van mobiliteitsmanagement bij ondernemingen. Dit zal een mobiliteitsbewustzijn en gedragsverandering bij de onderneming teweeg kunnen brengen. Onderzocht zal worden of het vervoer van de werknemers beter en effectiever geregeld kan worden.

Vouchers

Voor de uitvoering van dit subsidieprogramma is gekozen voor het systeem van vouchers. Vouchers zijn als het ware tegoedbonnen met een nader te bepalen waarde die bij vooraf bepaalde organisaties kunnen worden ingediend. Het is een document dat verbonden is aan een van tevoren bepaalde activiteit.

Met een dergelijk systeem worden twee doelgroepen bereikt. In de eerste plaats de aanvrager en vervolgens de ontvanger van de voucher, in dit geval de MKB-onderneming. In de tweede plaats de organisatie die de activiteiten uitvoert en daarvoor een deel van de te maken kosten vergoed krijgt. De subsidierelatie ontstaat tussen de minister en de organisatie die de activiteiten uitvoert. De minister kan een subsidie verstrekken als een voucher wordt ingeleverd. Op basis van de voucher zal een bedrag worden uitbetaald. Deze vouchers kunnen tot 1 januari 2012 worden ingediend. In het subsidieprogramma is opgenomen dat MKB-onderneming vouchers kunnen inleveren voor de uitvoering van een mobiliteitsscan (kleine mobiliteitsvoucher) of een implementatieproject (grote mobiliteitsvoucher) bij ondernemingen die adviseren op het gebied van mobiliteitsmanagement. Dit is een branche die nog verder tot ontwikkeling moet komen. Daarom is gekozen voor een systeem dat alleen aangewezen ondernemingen die aan bepaalde criteria voldoen in aanmerking komen. Hiermee wordt zo goed mogelijk de kwaliteit van de uitvoering van de mobiliteitsscan en het implementatieproject gewaarborgd.

Relatie met andere subsidie instrumenten

Een andere maatregel die in het Actieplan is aangekondigd is een maatregel betreffende is het stimuleren van vernieuwingen en verbeteringen in het huidige aanbod van het voor- en natransport, aansluitend op het reizen per trein, die het comfort en gemak en de beschikbaarheid en betrouwbaarheid voor reizigers vergroten. Dit is het Subsidieprogramma Innovatief reizen voor en naar het station. Op het gebied van mobiliteitsmanagement is overigens nog een stimuleringsmaatregel vastgesteld. Dit is het Subsidieprogramma innovatief mobiliteitsmanagement, dat zich richt op innovatieve toepassingen en diensten. Het gaat dan over het brede begrip mobiliteitsmanagement, het vergroten van de keuzes die een reiziger heeft, waaronder ook vervoer per trein. Ook bij deze maatregel is de Taskforce Mobiliteitsmangement betrokken en ligt de nadruk op voorzieningen voor werkgevers en werknemers om hun mobiliteit anders te organiseren.

Administratieve lasten

Met betrekking tot de administratieve lasten die voor de aanvrager met het aanvragen van vouchers tot en met afronding van de verstrekking van subsidie aan mobiliteitsondernemingen gepaard gaan, geldt het volgende.

In de fase voorafgaand aan de indiening van een aanvraag heeft de aanvrager te maken met het bekend raken met het onderhavige subsidieprogramma en het aanvraagformulier. Hij kan hierbij geholpen worden door de aangewezen uitvoeringsinstantie. Voor het doen van een aanvraag behoeft de aanvrager slechts het aanvraagformulier volledig in te vullen. Het aanvraagformulier is eenvoudig toe te passen en zowel digitaal als per post in te dienen.

Het programma kent geen voorschotmogelijkheid. De vaststelling gebeurt door een aanvraag van een mobiliteitsonderneming met behulp van een eenvoudig formulier. De eindrapportage is gelijk aan het rapport dat de mobiliteitsonderneming aanlevert bij de MKB-onderneming. Hierdoor hoeft de mobiliteitsonderneming niet veel werk opnieuw te doen.

De totale lasten voor alle aanvragers worden geschat op € 63.388,–. Dat is 2,1% van het totaal beschikbaar subsidieplafond. Van dit bedrag is € 36.703 als lasten voor de MKB-onderneming aan te merken en € 26.683 voor de mobiliteitsondernemingen. Voor de MKB-onderneming is dit gebaseerd op het invullen van het aanvraagformulier digitaal of per post, het beantwoorden van eventuele vragen en het eventueel in bezwaar gaan tegen een beslissing (€ 21.094). Daarnaast is rekening gehouden met administratieve lasten voor het overdragen van de voucher aan de mobiliteitsonderneming (€ 15.609). Voor de mobiliteitsondernemingen zijn de administratieve lasten gebaseerd op het indienen van een aanvraag om aangewezen te worden (€ 9.000), het inleveren van de voucher (€ 15.609). Het meewerken aan de evaluatie van het programma is geraamd op € 2.075.

Dit besluit is ter toetsing aan het adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) voorgelegd. Het College heeft besloten het dossier niet te selecteren voor een toets op de gevolgen voor administratieve lasten.

Inwerkingtreding

Wat betreft de toepassing van het systeem van vaste verandermomenten zij opgemerkt dat de pilot waarmee ervaring is opgedaan in 2009 heeft plaatsgevonden. Naar aanleiding van deze pilot is in de TFMM nieuwsbrief van 9 september 2009 aangegeven dat gestreefd wordt naar een landelijk vouchersysteem met ingang van 1 januari 2010. Het is wenselijk het subsidieprogramma op korte termijn in werking te laten treden. Daarom is er voor gekozen om af te wijken van de termijn van twee maanden voorpublicatie en het subsidieprogramma met ingang van 1 juli in werking te laten treden.

Aanvraagformulieren

Het aanvraagformulier (bijlage bij het subsidieprogramma) is tevens te downloaden op www.agentschapnl.nl/mobiliteitsvouchers.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.


XNoot
1

Voor thema en doel van dit subsidieprogramma en voor de gekozen vorm van subsidie wordt verwezen naar de toelichting op het Besluit houdende vaststelling Subsidieprogramma mobiliteitsvouchers.

XNoot
1

Steunmaatregel nr. N 456/08-Nederland.

Naar boven