Besluit van de Minister van Economische Zaken van 7 juni 2010, nr. WJZ/10084819, houdende regels inzake mandaat en machtiging inzake in- en uitvoer 2010

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien de schriftelijke instemming van de Minister van Financiën en van de Algemeen directeur Douane;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de minister:

de Minister van Economische Zaken;

b. de inspecteur:

de Algemeen directeur Douane als bedoeld in artikel 4, derde lid, van de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003.

Artikel 2

  • 1. Aan de inspecteur wordt mandaat en machtiging verleend voor het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen die verband houden met het verlenen van vergunningen op grond van de Sanctiewet 1977, het Besluit strategische goederen, het Algemeen douanebesluit en de Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 7 december 2006 houdende strafbaarstelling van ongeoorloofde overdracht van programmatuur en technologie van strategische goederen door middel van elektronische media, faxapparaten of telefoon (Stcrt. 245) en met het verlenen van ontheffingen op grond van de Uitvoeringswet verdrag chemische wapens.

  • 2. De minister en de Minister van Financiën maken omtrent de uitoefening door de inspecteur van de in het eerste lid bedoelde bevoegdheden nadere afspraken. De inspecteur neemt bij de uitoefening van de in het eerste lid bedoelde bevoegdheden deze afspraken in acht.

  • 3. In het geval de minister een mededeling aan de inspecteur doet dat een aangelegenheid als bedoeld in het eerste lid niet door hem zal worden behandeld, wordt ten aanzien van die aangelegenheid mandaat en machtiging verleend aan de directeur-generaal van de Buitenlandse Economische Betrekkingen van het Ministerie van Economische Zaken.

  • 4. De inspecteur kan van het aan hem verleende mandaat ondermandaat verlenen aan de door hem aangewezen aan hem ondergeschikte ambtenaren. Het verlenen van ondermandaat alsmede wijziging daarvan, geschiedt schriftelijk en wat de formulering betreft in overeenstemming met de directeur Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Economische Zaken.

  • 5. Een afschrift van besluiten inzake ondermandaat als bedoeld in het vorige lid wordt gezonden aan de secretaris-generaal en aan de directeur Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Economische Zaken en aan degenen aan wie krachtens het besluit ondermandaat is verleend.

Artikel 3

Het krachtens mandaat of machtiging ondertekenen van stukken geschiedt als volgt:

De Minister van Economische Zaken,

namens deze:

(handtekening)

(naam functionaris)

(functie)

Artikel 4

Het Besluit mandaat en machtiging inzake in- en uitvoer aan de Belastingdienst/Douane Noord 2008 wordt ingetrokken.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2010.

Artikel 6

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat en machtiging inzake in- en uitvoer 2010.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 7 juni 2010

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20101, ALP L/204, 2500 EC ’s-Gravenhage.

Naar boven