Regeling van de minister van Financiën tot Wijziging van de Regeling aanwijzing bevoegde autoriteiten toezicht effectenverkeer

1 juni 2010

Nr. FM/2010/4592

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 40, vierde lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 en gelet op artikel 22, eerste lid, van verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake ratingbureaus (PbEU L 302);

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling aanwijzing bevoegde autoriteiten toezicht effectenverkeer wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel e, komt te luiden:

e. verordening ratingbureaus:

verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake ratingbureaus (PbEU L 302);.

B

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7

De Autoriteit Financiële Markten wordt aangewezen als de bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de verordening ratingbureaus.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 7 juni 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën,

J.C. de Jager.

TOELICHTING

Artikel I

Onderdeel A

Met de verordening ratingbureaus1 is een registratie- en toezichtregeling ingevoerd voor ratingbureaus die ratings afgeven die voornamelijk met het oog op de naleving van Gemeenschapsrecht worden gebruikt door financiële ondernemingen. Het hoofddoel van de verordening ratingbureaus is het handhaven van de stabiliteit van de financiële markten en het beschermen van investeerders.

Een ratingbureau is een rechtspersoon tot wiens activiteit de afgifte van ratings op professionele basis behoort (artikel 3 van de verordening ratingbureaus). Deze ratings bevatten een oordeel over de kredietwaardigheid van bijvoorbeeld een financieel instrument waarbij gebruik wordt gemaakt van een vast en welomschreven rangordesysteem van ratingcategorieën (zie artikel 3 van de verordening ratingbureaus).

Ratingbureaus spelen een belangrijke rol op de mondiale financiële markten omdat hun ratings door beleggers, uitgevende instellingen en overheden worden gebruikt als een van de middelen om met kennis van zaken beleggings- en financieringsbeslissingen te kunnen nemen.2 Ratings hebben aanmerkelijke gevolgen voor de goede werking van de markten in financiële instrumenten en het vertrouwen van beleggers en consumenten daarin.

In de wijzigingswet financiële markten 20103 is een wijziging van de Wet op het financieel toezicht4 voorgesteld die een grondslag creëert voor het toezicht op de verordening. Aan deze wijzigingswet zullen door middel van een nota van wijziging nog een aantal bepalingen worden toegevoegd zodat volledig uitvoering wordt gegeven aan de verordening ratingbureaus. Aangezien de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel meer tijd vergt dan voorzien is ervoor gekozen door middel van een (voorgenomen tijdelijke) wijziging van de Regeling aanwijzing bevoegde autoriteiten toezicht effectenverkeer de termijnen uit de verordening tijdig na te komen (zie de toelichting bij artikel II).

Onderdeel B

Dit artikel geeft uitvoering aan artikel 22 van de verordening ratingbureaus. De Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM) wordt belast met het toezicht op de ratingbureaus zelf.

In artikel 4, eerste lid, eerste volzin, van de verordening ratingbureaus is opgenomen dat beleggingsondernemingen, instellingen voor collectieve belegging in effecten, kredietinstellingen, pensioenfondsen, verzekeraars en herverzekeraars bij het gebruik van ratings voor regelgevingsdoeleinden alleen gebruik mogen maken van ratingbureaus die overeenkomstig de verordening ratingbureaus zijn geregistreerd.

Geen verandering wordt beoogd van de vastgestelde procedure voor de erkenning van externe kredietbeoordelingsinstellingen (EKBI's) overeenkomstig de bepalingen uit de herziene richtlijn banken5 die is geïmplementeerd in paragraaf 10.5 van het Besluit prudentiële regels Wft6.

Voor zover er geen overlap is tussen de registratieprocedure van de verordening ratingbureaus en de reeds bestaande procedure voor de erkenning van externe kredietbeoordelingsinstellingen (EKBI's) overeenkomstig de bepalingen uit paragraaf 10.5 van het Besluit prudentiële regels Wft, blijft De Nederlandsche Bank verantwoordelijk voor de erkenningsprocedure. De Nederlandsche Bank zal derhalve toezicht op dit gebruik van ratings voor (prudentiële) regelgevingsdoeleinden blijven houden.

Artikel II

Aangezien op 7 juni 2010 de bevoegde toezichthouder dient te worden aangewezen op grond van artikel 22 van de verordening ratingbureaus en op 7 september 2010 de voorschriften van de verordening ratingbureaus dienen te worden nageleefd, is de inwerkingtredingdatum van dit besluit vastgesteld op 7 juni 2010.

De Minister van Financiën,

J.C. de Jager.


XNoot
1

Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake ratingbureaus (PbEU L 302).

XNoot
2

Zie de eerste overweging van de verordening ratingbureaus.

XNoot
3

Kamerstukken II 2009/10 32036, nr. 5 en 6.

XNoot
5

Richtlijn (EG) nr. 48/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (herschikking) (PbEU L 177).

Naar boven