Opsporingsvergunning aardwarmte Westland

25 mei 2010

Nr. ETM/EM/10040467

Procesverloop:

  • De gemeente Westland (hierna genoemd aanvrager) heeft, per brief van 17 december 2008, ontvangen op dezelfde datum, een aanvraag ingediend om een opsporingsvergunning voor aardwarmte ingevolge artikel 6 van de Mijnbouwwet, in het gebied, genaamd Westland. Dit gebied is gelegen in de gemeenten Westland, Rotterdam, Rozenburg, Maassluis, Den Haag en Midden-Delfland. Het aangevraagde gebied heeft een oppervlakte van 103,18 km2. De aangevraagde geldigheidsduur van de vergunning is 5 jaar;

  • De aanvraag is aangevuld per brief op 28 januari 2009 en 15 april 2009;

  • In de Staatscourant van 23 februari 2009 (Stcrt. 23 februari 2009, nr. 36) is een uitnodiging voor het indienen van concurrerende aanvragen voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte voor het gebied genaamd Westland geplaatst;

  • Bovengenoemde aanvraag van de gemeente Westland is gedeeltelijk aangevraagd in concurrentie met de volgende aanvragen voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte:

    • 1. J.W.M. Scheffers en G. Verkade B.V. (hierna genoemd Scheffers c.s.) hebben per schrijven, ontvangen op 12 augustus 2008, een aanvraag om een opsporingsvergunning voor aardwarmte voor de duur van 4 jaar ingediend, voor een gebied gelegen in de gemeenten Westland en Den Haag, genaamd Honselersdijk, ingevolge artikel 6 van de Mijnbouwwet. Door gemeente Westland is de concurrerende aanvraag ingetrokken op 28 januari 2009.

    • 2. D.T.M. Grootscholten, handelend onder Fa. J. & D. Grootscholten, (hierna genoemd Grootscholten) heeft per schrijven van 28 augustus 2008, ontvangen op 2 september 2008, een aanvraag om een opsporingsvergunning voor aardwarmte voor de duur van 4 jaar ingediend, voor een gebied gelegen in de gemeente Westland, genaamd Naaldwijk, ingevolge artikel 6 van de Mijnbouwwet. Bij mijn beschikking van 25 juni 2009, kenmerk ET/EM/9110710, gerectificeerd bij mijn beschikking van 14 augustus 2009, kenmerk ET/9139362 is aan Grootscholten een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied Honselersdijk, met een oppervlakte van 4,43 km2;

    • 3. R.H.M. Scheffers, handelend onder Kwekerij Atlantis, (hierna genoemd Scheffers) heeft per schrijven van 19 september 2008, ontvangen op 23 september 2008, een aanvraag om een opsporingsvergunning voor aardwarmte voor de duur van 4 jaar ingediend, gelegen in de gemeente Westland, genaamd Monster, ingevolge artikel 6 van de MijnbouwwetMonster, ingediend door R.H.M. Scheffers. Bij mijn beschikking van 23 juni 2009, kenmerk ET/EM/9110704, is aan Scheffers een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied Monster, met een oppervlakte van 4,19 km2;

    • 4. Harting Vollebregt Beheer B.V. (hierna genoemd Harting Vollebregt) heeft per schrijven van 28 oktober 2008, een aanvraag ingediend om een opsporingsvergunning voor aardwarmte, ingevolge artikel 6, van de Mijnbouwwet, voor een gebied gelegen in de gemeenten Westland en Midden-Delfland, genaamd De Lier, met een oppervlakte van 22,77 km2. De vergunning is aangevraagd voor een duur van 4 jaar. Bij mijn beschikking van 8 december 2009, kenmerk ET/EM/9189510, is aan Harting Vollebregt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied De Lier, met een oppervlakte van 22,77 km2;

  • Westland Energie Services B.V. (WES) heeft op 31 december 2008 een deels concurrerende aanvraag ingediend voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte voor de duur van vier jaar. Het aangevraagde gebied, ‘De Lier 2’, ligt in de gemeente Westland. De oppervlakte van het aangevraagde gebied bedraagt 0,17 km2. Bij mijn beschikking van 16 maart 2010, kenmerk ET/EM/10042920, is de aanvraag van WES afgewezen. Het door WES aangevraagde opsporingsgebied is opgegaan in het vergunninggebied Naaldwijk 2;

  • Binnen de periode van 91 dagen na plaatsing van de hierboven genoemde uitnodiging in de Staatscourant zijn ook de volgende concurrerende aanvragen op de aanvraag van Westland ingediend:

    • 1. Kwekerij de Westhoek B.V. en Van Geest Groep B.V. (KDW) hebben op 10 maart 2009 een aanvraag ingediend voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte voor de duur van 4 jaar. Het aangevraagde gebied, genaamd ‘Maasland’, ligt in de gemeenten Westland en Rotterdam. De oppervlakte van het aangevraagde gebied bedraagt 6,1 km2. Bij mijn beschikking van 17 december 2009, kenmerk: ET/EM/9187099, is aan KDW een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied Maasland met een oppervlakte van 8,87 km2 voor de duur van 4 jaar;

    • 2. A.P.M. Zuidgeest, M.T.M. Zuidgeest, W.M.J. Zuidgeest, P.E.M. Zuidgeest-van den Berg, Y.C.M. Zuidgeest-van Kester en L.M.M. Zuidgeest-Vijverberg (Zuidgeest 2) hebben op 21 april 2009 een aanvraag ingediend voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte voor de duur van 4 jaar. Het aangevraagde gebied, genaamd ‘Maasdijk’, ligt in de gemeenten Westland en Rotterdam. De oppervlakte van het aangevraagde gebied bedraagt 6,1 km2. Bij mijn beschikking van 29 oktober 2009, kenmerk: ET/9144949, is aan Zuidgeest 2 een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied Maasdijk met een oppervlakte van 6,1 km2 voor de duur van 4 jaar;

    • 3. A.P.M. Zuidgeest, M.T.M. Zuidgeest, W.M.J. Zuidgeest, P.E.M. Zuidgeest-van den Berg, Y.C.M. Zuidgeest-van Kester en L.M.M. Zuidgeest-Vijverberg (Zuidgeest 1) hebben, op 21 april 2009 een aanvraag ingediend voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte voor de duur van 4 jaar. Het aangevraagde gebied, genaamd ‘Honselersdijk 2’, ligt in de gemeenten Westland en Den Haag. De oppervlakte van het aangevraagde gebied bedraagt 4,04 km2. Bij mijn beschikking van 13 oktober 2009, kenmerk: ET/EM/9145102, gerectificeerd bij mijn beschikking van 19 november 2009, kenmerk: ET/EM/9205905, is aan Zuidgeest 1 een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied Honselersdijk 2 met een oppervlakte van 4,03 km2 voor de duur van 4 jaar;

    • 4. N.W. Duijvestijn en mw. B.A.A. Duijvestijn-van der Hoeven (Duijvestijn) hebben op 21 april 2009 een aanvraag ingediend voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte voor de duur van vier jaar. Het aangevraagde gebied, genaamd ‘Honselersdijk 3’, ligt in de gemeente Westland. De oppervlakte van het aangevraagde gebied bedraagt 6,84 km2. Bij mijn beschikking van 13 oktober 2009, kenmerk: ET/EM/9145117, gerectificeerd bij mijn beschikking van 19 november 2009, kenmerk: ET/EM/9206416, is aan Duijvestijn een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied Honselersdijk 3 met een oppervlakte van 6,84 km2 voor de duur van 4 jaar;

    • 5. Coöperatieve Bloemenveiling FloraHolland U.A. (FloraHolland) heeft op 20 mei 2009 een aanvraag ingediend voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte voor de duur van 4 jaar. Het aangevraagde gebied, genaamd ‘Naaldwijk 2’, ligt in de gemeente Westland. De oppervlakte van het aangevraagde gebied bedraagt 5,59 km2. Bij mijn beschikking van 13 oktober 2009, kenmerk: ET/9172607, is aan FloraHolland een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied Naaldwijk 2 met een oppervlakte van 4,36 km2 voor de duur van 4 jaar;

    • 6. Van Geest Groep B.V. (Van Geest) heeft op 20 mei 2009 een aanvraag ingediend voor aardwarmte voor de duur van 4 jaar. Het aangevraagde gebied, genaamd ‘Naaldwijk 3’, ligt in de gemeente Westland. De oppervlakte van het aangevraagde gebied bedraagt 5,59 km2. Bij mijn beschikking van 13 oktober 2009, kenmerk ET/9175416, is de aanvraag van Van Geest afgewezen. Het door Van Geest aangevraagde opsporingsgebied is deels opgegaan in het vergunninggebied Honselersdijk 3;

  • TNO Bouw en Ondergrond, adviesgroep EZ (TNO), heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken op 22 januari 2009, 24 maart 2009 en 17 juni 2009 advies uitgebracht;

  • Staatstoezicht op de mijnen (Sodm) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken op 19 januari en op 6 oktober 2009 advies uitgebracht;

  • Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland (GS) is op grond van artikel 16 van de Mijnbouwwet om advies gevraagd. GS heeft advies uitgebracht (kenmerk: PZH-2009-358823 en PZH-2009-133681279);

  • De Mijnraad heeft op 19 maart 2009 (kenmerk: MIJR/9031620), 31 augustus 2009 (kenmerk: MIJR / 9118286) en op 16 november 2009 (kenmerk: MIJR/9189339 en MIJR/9185460) advies uitgebracht op grond van artikel 105, derde lid, van de Mijnbouwwet.

Gelet op:

De artikelen 2, derde lid, 6, 7, 9, 11, eerste tot en met derde lid, alsmede eerste volzin vierde lid, 12, 15, 16, 17, en 105, derde lid, van de Mijnbouwwet, alsmede artikel 1.3.1. van de Mijnbouwregeling.

Besluit:

Artikel 1

Aan de gemeente Westland (hierna te noemen de vergunninghouder), wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied Westland.

Artikel 2

De vergunning geldt voor een gebied in de gemeenten Westland, Rotterdam, Rozenburg en Maassluis en wordt begrensd door de volgende punten en de rechte lijnen daartussen. De coördinaten van deze punten zijn:

Punt

X

Y

1

69368,000

449556,000

2

71927,000

447279,000

3

71154,000

446403,000

4

74020,000

443864,000

5

72790,000

443090,000

6

71440,000

441570,000

7

73740,000

439570,000

8

74337,926

440279,168

9

75134,681

438928,149

10

73700,000

437350,000

11

65400,000

444700,000

Bovenstaande coördinaten zijn weergegeven volgens het coördinatenstelsel van de Rijksdriehoekmeting zoals vermeld in Artikel 1.2.2, onder a, van de Mijnbouwregeling (Stcrt. 19-12-2002, nr. 245).

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte 46,94 km2.

Artikel 3

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 17 december 2008 ontvangen en op 28 januari 2009 en 15 april 2009 aangevulde aanvraag.

Artikel 4

De vergunninghouder wijst tijdig voor de aanvang van de opsporingsactiviteiten een persoon aan met boortechnische en operationele ervaring, die leiding geeft aan boor- en aanverwante activiteiten en doet hiervan schriftelijk mededeling aan Staatstoezicht op de mijnen. Bovendien moet die persoon de bevoegdheid hebben om uitvoering te geven aan instructies van inspecteurs van Staatstoezicht op de mijnen. De vergunninghouder houdt Staatstoezicht op de mijnen van eventuele wijzigingen schriftelijk vooraf tijdig op de hoogte.

Artikel 5

De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het werkprogramma de volgende voorwaarden in acht:

  • binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning deelt de vergunninghouder schriftelijk mee aan de Minister van Economische Zaken, onder vermelding van tijdstip, geologische structuur en diepte, de plaats waar de boringen zullen worden verricht;

  • Uiterlijk in het derde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning worden twee boringen (1 doublet) geplaatst.

Artikel 6

De vergunning geldt, vanaf het tijdstip van inwerkingtreding nadat zij onherroepelijk is geworden, gedurende een tijdvak van 4 jaar.

Artikel 7

De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken,

namens deze:

P. Jongerius,

themacoördinator mijnbouw en mijnbouwklimaat directie Energiemarkt.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (ALP: L/L204), Postbus 20101, 2500 EC ’s-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven