Splitsing en toestemming overdracht opsporingsvergunning aardwarmte Delft

24 december 2009

Nr. ET/EM / 9229140

Procesverloop:

  • De heer G. Kahlman, directeur Facilitair Management en Vastgoed van de TU Delft is houder van de bij beschikking van de Minister van Economische Zaken van 27 augustus 2009, met kenmerk ET/9142928, verleende opsporingsvergunning voor aardwarmte Delft;

  • Bovengenoemde vergunninghouder heeft bij brief van 27 november 2009 2007, ontvangen op 2 december 2009, gevraagd om toestemming op grond van artikel 20, tweede lid, in samenhang met artikel 19, onder a, van de Mijnbouwwet om splitsing van de vergunning en aansluitend om toestemming, op grond van artikel 20 eerste lid, van de Mijnbouwwet (Stb. 2002, 542), tot overdracht van één van de twee na splitsing ontstane opsporingsvergunningen aan Ammerlaan Real Estate B.V. (hierna Ammerlaan).

Gelet op de artikelen 19, onder a, 20, eerste en tweede lid van de Mijnbouwwet, en de artikelen 135, 136, 141 en 142 van het Mijnbouwbesluit;

Besluit:

Artikel 1: Splitsing opsporingsvergunning aardwarmte Delft

  • 1. De opsporingsvergunning aardwarmte Delft wordt gesplitst in twee opsporingsvergunningen, elk voor een apart gebied.

  • 2. Het ene deel van het gebied Delft, dat door de in artikel 1 bedoelde splitsing ontstaat, zal worden aangeduid als gebied Delft II.

    Het gebied ligt in de gemeenten Delft, Pijnacker-Nootdorp, Midden-Delfland,

    Rijswijk, Lansingerland, Rotterdam en Den Haag en wordt begrensd door de rechte lijnen tussen de puntenparen A-B, B-C, C-D en D-A.

    Van het omschreven gebied maakt het gebied dat is begrensd door de rechte lijnen tussen de puntenparen 1-2, 2-3, 3-4, 4-5, 5-6 en 6-1 (‘Pijnacker–Nootdorp 4’) geen deel uit.

    De punten zijn als volgt gedefinieerd:

    Punt

    X

    Y

    A

    81745,000

    449326,000

    B

    90487,000

    449326,000

    C

    90487,000

    442326,000

    D

    81745,000

    442326,000

    Punt

    X

    Y

    1

    87391,500

    449278,500

    2

    89451,500

    447200,500

    3

    88947,000

    446698,000

    4

    88491,000

    446387,000

    5

    87631,000

    446959,000

    6

    86352,500

    448248,500

    Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte 57,06 km2.

    De coördinaten zijn vermeld volgens het stelsel van de Rijksdriehoeksmeting (RD).

  • 3. Het andere deel van het gebied Delft, dat door de in artikel 1 bedoelde splitsing ontstaat, zal worden aangeduid als het gebied Pijnacker-Nootdorp 4.

    Het gebied ligt in de gemeenten Pijnacker-Nootdorp en Delft en wordt begrensd door de rechte lijnen tussen de puntenparen 1-2, 2-3, 3-4, 4-5, 5-6 en 6-1.

    De punten zijn als volgt gedefinieerd:

    Punt

    X

    Y

    1

    87391,500

    449278,500

    2

    89451,500

    447200,500

    3

    88947,000

    446698,000

    4

    88491,000

    446387,000

    5

    87631,000

    446959,000

    6

    86352,500

    448248,500

    Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte 4,13 km2.

    De coördinaten zijn vermeld volgens het stelsel van de Rijksdriehoeksmeting (RD).

Artikel 2: Opsporingsvergunning aardwarmte Delft II

  • 1. Aan de heer G. Kahlman, directeur Facilitair Management en Vastgoed van de TU Delft wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied Delft II.

  • 2. De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 25 augustus 2008 ontvangen aanvraag en zoals nader gepreciseerd op 6 april 2009.

  • 3. De vergunninghouder draagt zorg voor zodanige putafwerking dat in elk geval sprake is van een goede bescherming van de bodem tot en met het derde watervoerend pakket.

  • 4. De vergunninghouder wijst tijdig voor de aanvang van de opsporingsactiviteiten een persoon aan met boortechnische en operationele ervaring, die leiding geeft aan boor- en aanverwante activiteiten en doet hiervan schriftelijk mededeling aan Staatstoezicht op de mijnen. Bovendien moet die persoon de bevoegdheid hebben om uitvoering te geven aan instructies van inspecteurs van Staatstoezicht op de mijnen. De vergunninghouder houdt Staatstoezicht op de mijnen van eventuele wijzigingen schriftelijk vooraf tijdig op de hoogte.

  • 5. De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het werkprogramma de volgende voorwaarden in acht:

    • binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning deelt de vergunninghouder schriftelijk mee aan de Minister van Economische Zaken, onder vermelding van tijdstip, geologische structuur en diepte, de plaats waar de boringen zullen worden verricht;

    • Uiterlijk in het derde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning worden 4 boringen (2 doubletten) geplaatst.

  • 6. De vergunning geldt tot 9 oktober 2013.

Artikel 3: Opsporingsvergunning aardwarmte Pijnacker-Nootdorp 4

  • 1. Aan de heer G. Kahlman, directeur Facilitair Management en Vastgoed van de TU Delft wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied Pijnacker-Nootdorp 4.

Artikel 4: Overdracht opsporingsvergunning aardwarmte Pijnacker-Nootdorp 4

  • 1. Aan de heer G. Kahlman, directeur Facilitair Management en Vastgoed van de TU Delft wordt toestemming verleend tot het doen overgaan van de opsporingsvergunning Pijnacker-Nootdorp 4, zodat Ammerlaan Real Estate B.V. houder wordt van de opsporingsvergunning voor het gebied Pijnacker–Nootdorp 4.

  • 2. De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 25 augustus 2008 ontvangen aanvraag en zoals nader gepreciseerd op 6 april 2009.

  • 3. De vergunninghouder draagt zorg voor zodanige putafwerking dat in elk geval sprake is van een goede bescherming van de bodem tot en met het derde watervoerend pakket.

  • 4. De vergunninghouder wijst tijdig voor de aanvang van de opsporingsactiviteiten een persoon aan met boortechnische en operationele ervaring, die leiding geeft aan boor- en aanverwante activiteiten en doet hiervan schriftelijk mededeling aan Staatstoezicht op de mijnen. Bovendien moet die persoon de bevoegdheid hebben om uitvoering te geven aan instructies van inspecteurs van Staatstoezicht op de mijnen. De vergunninghouder houdt Staatstoezicht op de mijnen van eventuele wijzigingen schriftelijk vooraf tijdig op de hoogte.

  • 5. De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het werkprogramma de volgende voorwaarden in acht:

    • binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning deelt de vergunninghouder schriftelijk mee aan de Minister van Economische Zaken, onder vermelding van tijdstip, geologische structuur en diepte, de plaats waar de boringen zullen worden verricht;

    • Uiterlijk in het derde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning worden 2 boringen (1 doublet) geplaatst.

  • 6. De vergunning geldt tot 9 oktober 2013.

  • 7. De vergunning dient binnen één jaar na bekendmaking van deze beschikking daadwerkelijk te zijn overgedragen.

  • 8. De vergunninghouder doet van de overdracht onverwijld schriftelijk mededeling aan de Minister van Economische Zaken.

Artikel 5

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken,

namens deze:

MT-lid directie Energiemarkt,

Y. Peters.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (ALP: L/204), Postbus 20101, 2500 EC ’s-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven