Regeling van de Staatsecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 26 april 2010, nr. DL/A/206529, houdende wijziging van de Regeling versterking van salarismix leraren middelbaar beroepsonderwijs in de Randstadregio’s in verband met de bekendmaking van het beschikbaar bedrag aanvullende bekostiging 2010

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel 2.2.3, eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling versterking van salarismix leraren middelbaar beroepsonderwijs in de Randstadregio’s wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel d, komt als volgt te luiden:

d. beroepsonderwijs:

het middelbaar beroepsonderwijs en educatie, bedoeld in artikel 1.2.1 van de WEB;

B

In artikel 2, eerste lid wordt ‘2009’ vervangen door: 2009, 2010 en 2011.

C

Artikel 3, onderdeel a komt als volgt te luiden:

  • a. op 1/10/2007 minimaal 20% van het ongewogen totaal aantal deelnemers of 20% van het ongewogen totaal aantal leerlingen van de instelling volgens het GBA woonachtig in de Randstadregio’s is; en

D

Artikel 4 komt als volgt te luiden:

Artikel 4. Bedragen

  • 1. Voor de instellingen die voldoen aan het vereiste in artikel 3 is in 2010 een totaalbedrag van € 36,6 miljoen voor aanvullende bekostiging beschikbaar.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, is voor de vbo-groen afdelingen in AOC’s een bedrag van € 1,7 miljoen voor aanvullende bekostiging beschikbaar.

  • 3. De verstrekking van de aanvullende bekostiging, als bedoeld in het eerste en tweede lid van dit artikel vindt plaats per kalenderjaar.

E

In artikel 5, vijfde lid, komt de zinsnede ‘voor het jaar 2009’ te vervallen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

TOELICHTING

Algemeen

Met deze wijzigingsregeling wordt de Regeling versterking van salarismix leraren middelbaar beroepsonderwijs in de Randstadregio’s, welke op 30 oktober 2009 in de Staatscourant 2009, nr. 16391 is gepubliceerd, gewijzigd. Doel van deze wijziging is het voor 2010 beschikbare bedrag aan aanvullende bekostiging kenbaar te maken. Tevens wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om een aantal onvolkomenheden in de toelichting te repareren.

De afspraken in het convenant over de versterking van de salarismix vormen de basis van deze regeling. Deze afspraken gaan uit van vertrouwen en de filosofie van de lumpsum. De Regeling versterking van salarismix leraren middelbaar beroepsonderwijs in de Randstadregio’s is daarom zo ontworpen dat instellingen geen aanvraag hoeven in te dienen en geen aparte verantwoording hoeven op te stellen over de besteding van de aanvullende middelen. Zowel die regeling als deze wijzigingsregeling betekenen daarom geen toename in administratieve lasten voor instellingen.

In de oorspronkelijke toelichting van de regeling zijn drie onvolkomenheden ontdekt. Ten eerste wordt in de toelichting op artikel 1 in de eerste paragraaf verwezen naar de website www.leerkrachtvannederland.nl . Deze website bestaat inmiddels niet meer; het convenant is van de website http://www.functiemix.nl via de link ‘uitleg functiemix’ te downloaden.

De tweede onvolkomenheid heeft betrekking op de toelichting van artikel 2. In de vijfde paragraaf is per abuis aangegeven dat de afgesproken ontwikkeling van de salarismix in de Randstadregio’s wordt vertaald naar een groeipercentage op instellingsniveau ten opzichte van de situatie in 2006. Echter, in het Convenant Leerkracht van Nederland voor de sector Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie is vastgelegd dat 2008 het jaar van de startmeting is. Het groeipercentage op instellingsniveau is dus ten opzichte van de situatie in 2008 en niet 2006, waarbij 1 oktober de peildatum is (in de oorspronkelijke toelichting stond geen peildatum vermeld).

Ten derde bevatte de vierde paragraaf van de oorspronkelijke toelichting op artikel 2 ten onrechte de passage ‘de in het convenant toegezegde middelen voor de salarismix zijn toereikend om al vanaf 2009 (het jaar van de invoering van de salarismix) alle bestaande LB-functies van docenten in de Randstadregio’s om te zetten in LC en alle nieuwe instroom van docenten in de Randstadregio’s ten minste op schaal LC te bezoldigen.’ Deze passage geldt immers niet voor alle instellingen, omdat de salarismix van individuele instellingen in de Randstadregio’s naar boven en beneden afwijkt van het gemiddelde.

Artikelsgewijs

A

Het Convenant Leerkracht van Nederland als bedoeld in artikel 1 onder r van de Regeling versterking van salarismix leraren middelbaar beroepsonderwijs in de Randstadregio’s is afgesloten voor de gehele BVE-sector, te weten beroepsonderwijs en volwasseneducatie. Per abuis is in de oorspronkelijke regeling bij de definitie van beroepsonderwijs uitsluitend verwezen naar het tweede lid van artikel 1.2.1 van de WEB. Echter, de definitie van beroepsonderwijs dient te verwijzen naar zowel het eerste als tweede lid van artikel 1.2.1. van de WEB. Met onderhavige aanpassing van artikel 1 onder d, omvat de definitie van beroepsonderwijs ook het onderdeel educatie conform de reikwijdte van het convenant.

B

De middelen gemoeid met deze regeling worden verstrekt op grond van een tijdelijke regeling die loopt tot en met 2011, omdat volgens de huidige lumpsumbekostiging differentiatie op basis van regio niet mogelijk is. Op den duur zal de regeling plaats maken voor een structurele voorziening.

C

Eerste voorwaarde om aanspraak te kunnen maken op aanvullende bekostiging op grond van deze regeling is dat ten minste 20% van de deelnemers dan wel leerlingen van een instelling volgens de Gemeentelijke Basisadministratie in de Randstadregio’s woonachtig is. Vanwege de continuïteit worden hier de ongewogen deelnemers- en leerlingaantallen op teldatum 1 oktober 2007 als basis genomen.

D

In de regeling zijn twee subsidieplafonds. Voor de in aanmerking komende instellingen voor middelbaar beroepsonderwijs is er in het kalenderjaar 2010 een totaalbedrag van € 36,6 miljoen aan aanvullende bekostiging beschikbaar. Daarnaast is er in het kader van deze regeling voor de vbo-groen afdelingen die onderdeel uitmaken van een in aanmerking komend bevoegd gezag van een AOC in 2010 in totaal een bedrag van € 1,7 miljoen beschikbaar. In de oorspronkelijke regeling is in het derde lid van artikel 4 per abuis verwezen naar het tweede en derde lid, waar verwezen had moeten worden naar het eerste en tweede lid. Met de in deze wijzigingsregeling doorgevoerde aanpassing van het derde lid is dit gecorrigeerd. Uiterlijk in juni 2010 zal de eerste betaling over het kalenderjaar 2010 plaatsvinden. Daarna zal de betaling van de aanvullende bekostiging plaatsvinden volgens het gebruikelijke betalingsritme van de reguliere bekostiging.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

Naar boven