Regeling tot intrekking diverse regelingen aangaande de Havenmeester van Rotterdam

26 april 2010

Nr. CEND/HDJZ-2010/427 sector SCH

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 5, tweede lid, van de Scheepvaartverkeerswet, artikel 1 van het Loodsplichtbesluit 1995 in samenhang met artikel 1, onderdeel a, onder 2, van de Regeling bevoegde en regionale autoriteiten Loodsplichtbesluit 1995;

Besluit:

Artikel 1

De volgende regelingen worden ingetrokken:

a. De regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 13 december 1993, nr. DGSM/J-31751/93, houdende verlening van mandaat aan de Havenmeester van Rotterdam voor de afgifte van verklaringen van vrijstelling (Stcrt. 242), laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 19 december 2003 (Stcrt. 250),

b. De regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 25 februari 1994, nr. DGSM/J-30751/94, houdende delegatie van bevoegdheden met betrekking tot verkeerstekens (Stcrt. 55), laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 19 december 2003 (Stcrt. 250).

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.

TOELICHTING

Deze regeling strekt tot intrekking van enkele regelingen met betrekking tot bevoegdheden van de havenmeester van Rotterdam die de havenmeester namens of in plaats van de Minister van Verkeer en Waterstaat uitoefende.

Intrekking van de regeling genoemd in artikel 1, aanhef, onderdeel a, is mogelijk omdat de inhoud van deze regeling inmiddels is opgenomen in de Regeling bevoegde en regionale autoriteiten Loodsplichtbesluit 1995 (Stcrt. 188).

De intrekking van de regeling genoemd in artikel 1, aanhef, onderdeel b, is opportuun omdat met een mandaatbesluit meer recht wordt gedaan aan de grondslag in artikel 5 van de Scheepvaartverkeerswet bij de overdracht van bevoegdheden van de Minister van Verkeer en Waterstaat aan de havenmeester van Rotterdam. Omdat is voorzien in een dergelijk mandaatbesluit kan met onderhavige regeling de delegatieregeling worden ingetrokken.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.

Naar boven