Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 20 maart 2010, nr. 113498, houdende de instelling van een criminele inlichtingen eenheid AID-DO

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Justitie;

Gelet op artikel 12, tweede lid, van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

    a. CIE-regeling:

    Regeling criminele inlichtingen eenheden;

    b. nationale criminele inlichtingen eenheid:

    eenheid, genoemd in artikel 1, onderdeel b, van de CIE-regeling;

    c. informantgegevens:

    gegevens omtrent een persoon als bedoeld in artikel 12, zevende lid, van de Wet politiegegevens;

    d. criminele inlichtingen:

    gegevens, die in aanmerking komen voor verwerking op grond van artikel 10, eerste lid, onderdeel a, van de Wet politiegegevens;

    e. CIE-officier van justitie:

    de als zodanig aangewezen officier van justitie, verantwoordelijk voor de taakuitoefening van de criminele inlichtingen eenheid AID-DO;

    f. AID-DO:

    Dienstonderdeel Opsporing van de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

    g. verantwoordelijke:

    minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

  • 2. Namens de verantwoordelijke kunnen de in deze regeling voorgeschreven handelingen worden verricht door het hoofd van AID-DO, in het bijzonder die genoemd in de artikelen 5, tweede en derde lid, 7, eerste en tweede lid, 8, tweede lid, en 9.

Artikel 2

  • 1. Bij AID-DO is een criminele inlichtingen eenheid AID-DO.

  • 2. De criminele inlichtingen eenheid AID-DO is belast met de informatievoorziening in het kader van de opsporing van misdrijven, voor zover het betreft misdrijven als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel a, van de Wet politiegegevens.

  • 3. Met het oog op de uitvoering van de taak, bedoeld in het tweede lid, worden criminele inlichtingen verwerkt overeenkomstig het bij of krachtens de Wet politiegegevens bepaalde.

Artikel 3

  • 1. De criminele inlichtingen eenheid AID-DO verricht in ieder geval de volgende werkzaamheden:

    • a. het verzamelen en verifiëren van criminele inlichtingen;

    • b. het verwerken van criminele inlichtingen in een bestand, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet politiegegevens;

    • c. het bevorderen van het gericht inwinnen en aanvullen van criminele inlichtingen en andere gegevens die in het kader van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde in aanmerking komen voor verwerking op grond van de Wet politiegegevens;

    • d. het analyseren van criminele inlichtingen en het aan de hand daarvan:

      • 1°. signaleren van criminaliteitsontwikkelingen, voor zover het betreft misdrijven als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel a, van de Wet politiegegevens;

      • 2°. periodiek verslag doen ten behoeve van criminaliteitsbeelden;

    • e. het ter beschikking stellen van criminele inlichtingen overeenkomstig artikel 10, vijfde lid, van de Wet politiegegevens;

    • f. het verwerken van gegevens over informanten, overeenkomstig het bepaalde in artikel 12 van de Wet politiegegevens, onder gelijktijdige codetoekenning.

  • 2. Ten behoeve van de werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, maakt de criminele inlichtingen eenheid AID-DO gebruik van de door de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aangewezen geautomatiseerde verwijsindex.

  • 3. De uitvoering van de werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, met medewerking van personen als omschreven in artikel 1, onderdeel c, wordt binnen AID-DO uitsluitend verricht door de criminele inlichtingen eenheid AID-DO.

Artikel 4

De criminele inlichtingen eenheid AID-DO streeft naar een zo doelmatig mogelijke samenwerking met de overige criminele inlichtingen eenheden.

Artikel 5

  • 1. De criminele inlichtingen eenheid AID-DO verstrekt criminele inlichtingen indien dit van belang kan zijn voor de opsporing van misdrijven, voor zover het betreft misdrijven als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel a, van de Wet politiegegevens. Daartoe wordt gebruik gemaakt van het modelformulier dat is opgenomen in bijlage I bij dit besluit.

  • 2. Van de overeenkomstig artikel 46, tweede lid, van de Wet politiegegevens aangewezen ambtenaren van de criminele inlichtingen eenheid AID-DO worden door de verantwoordelijke twee ambtenaren voorgedragen met het oog op de autorisatie, bedoeld in artikel 2:5, eerste lid, van het Besluit politiegegevens, ten aanzien van het bestand met criminele inlichtingen bij de overige criminele inlichtingeneenheden.

  • 3. De verantwoordelijke draagt ervoor zorg dat aan de op grond van artikel 6, tweede lid, van de CIE-regeling bekend gemaakte ambtenaren van elke criminele inlichtingen eenheid alsmede de twee geautoriseerde ambtenaren van de criminele inlichtingen eenheden bij de bijzondere opsporingsdiensten overeenkomstig het bij of krachtens de Wet politiegegevens bepaalde autorisatie wordt verleend.

Artikel 6

  • 1. De criminele inlichtingen eenheid AID-DO stelt de nationale criminele inlichtingen eenheid in kennis van:

    • a. criminele inlichtingen die van nationale of internationale betekenis zijn;

    • b. personalia of bedrijfsgegevens van overeenkomstig artikel 10, tweede lid, onderdelen a en b, van de Wet politiegegevens geregistreerde personen;

    • c. de informantgegevens door middel van het Informanten Codering Systeem;

    • d. overige informatie die van belang kan zijn voor de landelijke en internationale coördinatie en ondersteuning door de nationale criminele inlichtingen eenheid.

  • 2. Ter uitvoering van het eerste lid, onderdeel b, en met het oog op de verstrekking van de gegevens als opgenomen in bijlage II van dit besluit maakt de criminele inlichtingen eenheid AID-DO gebruik van de door de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aangewezen geautomatiseerde verwijsindex.

Artikel 7

  • 1. De verantwoordelijke draagt ervoor zorg dat de kennis en vaardigheden van de ambtenaren, die deel uitmaken van de criminele inlichtingen eenheid AID-DO, worden onderhouden op ten minste het niveau van de eisen, bedoeld in artikel 2:9 van het Besluit politiegegevens.

  • 2. De verantwoordelijke bepaalt de termijn gedurende welke de ambtenaar die belast is met de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel c, ononderbroken deel uitmaakt van de criminele inlichtingen eenheid AID-DO.

  • 3. De termijn, bedoeld in het tweede lid, is ten hoogste vier jaar en kan tweemaal met ten hoogste twee jaar worden verlengd.

Artikel 8

  • 1. De bij de criminele inlichtingen eenheid AID-DO in gebruik zijnde vertrekken zijn afsluitbaar en beveiligd. Tot deze vertrekken hebben slechts toegang ambtenaren die deel uitmaken van de criminele inlichtingen eenheid AID-DO, personen die door deze ambtenaren worden begeleid en de CIE-officier van justitie.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, tweede volzin, kan de verantwoordelijke aan anderen toegang zonder begeleiding toestaan, indien het betreden van de vertrekken alleen kan plaatsvinden nadat identiteitsgegevens elektronisch zijn vastgelegd en de toegang noodzakelijk is vanuit zijn verantwoordelijkheid voor de ambtenaren en vertrekken van de criminele inlichtingen eenheid AID-DO.

  • 3. Bij afwezigheid van ambtenaren van de criminele inlichtingen eenheid AID-DO zijn de vertrekken deugdelijk afgesloten.

Artikel 9

De verantwoordelijke draagt ervoor zorg dat de nodige voorzieningen van technische en organisatorische aard ter beveiliging van de bij de criminele inlichtingen eenheid AID-DO gehouden criminele inlichtingen tegen verlies of aantasting van persoonsgegevens en tegen onbevoegde kennisneming, wijziging of verstrekking daarvan kunnen worden getroffen opdat het bij of krachtens de Wet politiegegevens bepaalde kan worden nageleefd.

Artikel 10

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin deze wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2008.

Artikel 11

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling instelling criminele inlichtingen eenheid AID-DO.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 20 maart 2010

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

BIJLAGE I

Het Criminele inlichtingenrapport dient de volgende verplichte rubrieken te bevatten:

Algemeen

Uniek registratienummer

Datum van registratie

Naam/nummer rapporteur

   

Naam van de CIE

Regionummer (PL-code)

Telefoonnummer CIE

Herleidbaarheidsinformatie

Herkomstbron

Tekstveld

Openbron

Welke bron + datum

Verkennend onderzoek

Korps + Landelijk parketnummer en/of naam onderzoek

Opsporingsonderzoek

Korps + PV-nummer en/of naam onderzoek onderzoe

Buitenlands opsporingsonderzoek

Land + uniek nummer en/of naam onderzoek + ontvangstregio

Informant

Geen veld, niet relevant

Anonieme bron

Naam opsporingsambtenaar die bericht ontvangt en PV-nummer

Getuige

Naam + geb.datum + bedrijf/ instelling, tenzij de identiteit van de getuige afgeschermd wordt; in dat geval worden geen gegevens vermeld

Waarneming opsporingsambtenaar buiten opsporingsonderzoek

Naam verbalisant en PV-nummer

Afhandelingscodes

11

Operationeel te gebruiken

  

01

Alleen te gebruiken na overleg met de afzender

  

00

Informatie met zware beperkingen voor gebruik

  

200

Kan niet operationeel gebruikt worden, maar kan onder bepaalde voorwaarden wel voor coördinatie- en analysedoeleinden worden gebruikt.

+ Informatie met verhoogd afbreukrisico

  

300

Kan niet operationeel gebruikt worden, maar kan onder bepaalde voorwaarden wel voor coördinatie- en analysedoeleinden worden gebruikt.

+ Informatie met bronbeschermingsbelangen

Inhoud van de CIE-informatie

In CIE-informatie genoemde herleidbare persoon:

In CIE-informatie genoemde herleidbare rechtspersoon:

– Achternaam

– Bedrijfs/handelsnaam

– Voornaam

– KvK-code/inschrijvingsnummer

– Geboortedatum

– Adres

– Adres

– Vestigingsplaats

– Status (verdachte, CIE-subject, relatie,)

 

De volgende twee rubrieken (evaluatiecode informant en evaluatiecode informatie afkomstig van informanten) zijn voor de eigen administratie van de CIE. Deze gegevens worden niet verstrekt buiten de CIE-structuur.

Evaluatiecode informant

A

Betrouwbaar

B

Meestal betrouwbaar

    

C

Minder betrouwbaar/tot niet betrouwbaar

X

Niet te beoordelen

    

Evaluatiecode informatie afkomstig van informant

1

Waargenomen (door bron zelf)

  

2

Gehoord (van iemand die erbij geweest is)

  

3

Indirect gehoord (via via)

BIJLAGE II

Verwijsindex-gegevens

Overzicht van de digitaal aan te leveren gegevens aan de NCIE t.b.v. de verwijsindexen

CIE-Subjecten Index Natuurlijke personen

CIE-Subjecten Index Rechtspersonen

Achternaam

Bedrijfsnaam

Voorvoegsel

Handelsnaam

Voornaam

Belastingnummer

Roepnaam

KvK-code

Bijnaam

KvK-dossiernummer

Alias

KvK-inschrijvingsnummer

Status

Status

(verdachte, CIE-subject, relatie)

 

Geboorteplaats

Straatnaam

Geboorteland

Huisnummer

Geboortedatum

Toevoeging

Geslacht

Postcode

Nationaliteit

Vestigingsplaats

Hoofdgroepcode

Land

 

Rechtsvorm

 

Hoofdgroepcode

MRO Algemeen

MRO Locaties

MRO Organisaties

Naam onderzoeksteam

Straatnaam

Bedrijfsnaam

Startdatum onderzoek

Huisnummer

Naam organisatie

Sluitingsdatum onderzoek

Toevoeging huisnummer

Belastingnummer

Afhandelingscode

Postcode

KvK-code

Hoofdgroepcode

Plaats

KvK-dossiernummer

Contact

Land

KvK-inschrijvingsnummer

Telefoonnr. contact

  

Fax-nr. contact

  

Doelstelling onderzoek

  

Status

  

(lopend/afgesloten)

  

MRO Personen

MRO Telecom

MRO Vervoer

Achternaam

Telecommunicatienummer

Land

Voorvoegsel

 

Soort vervoer

Voornaam

 

Registratienummer

Geboortedatum

 

Merk

Geboorteplaats

 

Voertuigtype

Geslacht

 

Vaartuignaam

Radio call sign

Identificatiegegevens

Korpscode

Mutatiedatum

Registratie/Projectnummer

Opmerkingen:

  • 1. Soms kan er sprake zijn van een keuze. Van de objecten dienen in ieder geval de uniek identificerende gegevens aangeleverd te worden.

  • 2. De NCIE kan in afstemming met de gebruikersgroep de objectgegevens aanvullen.

TOELICHTING

1. Algemeen

Met ingang van 1 januari 2008 is de Wet politiegegevens in werking getreden en is de Wet politieregisters ingetrokken (artikel 49 van de Wet politiegegevens). Dientengevolge is het Besluit instelling criminele inlichtingen eenheid AID vervallen. Met deze regeling wordt voorzien in de vervanging van het Besluit instelling criminele inlichtingen eenheid AID. In de regeling wordt verwezen naar de Wet politiegegevens. Daarmee zijn de verwijzingen geactualiseerd ten opzichte van de voorheen geldende regeling. In die tekst werd namelijk verwezen naar de toen relevante artikelen van de Wet politieregisters. Verder zijn in de regeling de gebruikte definities en begrippen in overeenstemming gebracht met de Wet politiegegevens. De regeling werkt terug tot en met 1 januari 2008, zijnde de datum van inwerkingtreding van de Wet politiegegevens. In verband daarmee is spoedige inwerkingtreding noodzakelijk en wordt niet aangesloten bij de zogenoemde vaste verandermomenten voor regelgeving (Kamerstukken II 2007/08, 29 515 en 31 201, nr. 243).

2. Actualisering artikelen

De verwerking van politiegegevens door de criminele inlichtingen eenheden van de bijzondere opsporingsdiensten valt onder het regime van de Wet politiegegevens. Op grond van die wet is de betrokken vakminister de verantwoordelijke voor de verwerking van politiegegevens door de criminele inlichtingen eenheden (Kamerstukken II 2005/06, 30 327, nr. 3). Dit heeft aanleiding gegeven tot opneming van een ten opzichte van de vervallen regeling nieuw onderdeel g in artikel 1. Namens de minister zal het hoofd van AID-DO worden belast met de leiding over de criminele inlichtingen eenheid. Het begrip informant zoals dat eerder in het Besluit instelling criminele inlichtingen eenheid was gedefinieerd is gewijzigd. Aangesloten is bij de definitie van informant zoals die is neergelegd in artikel 12, zevende lid, van de Wet politiegegevens. Aan het oorspronkelijke artikel 3, eerste lid, is toegevoegd het verwerken van gegevens over informanten. De criminele inlichtingen eenheid AID-DO is ook belast met het verrichten van deze werkzaamheden. Met de Wet politiegegevens zijn de begrippen ‘registerbeheerder’ en ‘beheerder’ vervangen door het begrip ‘verantwoordelijke’. Dit heeft aanleiding gegeven tot aanpassingen ten opzichte van de tekst van verschillende bepalingen van het oorspronkelijke besluit. Verder is de tekst aangepast ten opzichte van de tekst van de artikelen 3, eerste lid, onderderdeel b, 6, eerste lid, onderdeel a, en 9, eerste lid, onderdeel a, van het oorspronkelijke besluit, nu het begrip ‘voorlopig register’ met de Wet politiegegevens is vervallen. Tenslotte zijn ten opzichte van de tekst van de onderdelen b en e van artikel 3, eerste lid, van het oorspronkelijke besluit de verwijzingen naar een reglement geschrapt. Met de Wet politiegevens is namelijk de reglementsverplichting komen te vervallen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

Naar boven