In de nota van toelichting bij het Besluit van 19 mei 2006, houdende wijziging van het Besluit bekostiging WPO in verband
met een wijziging van de gewichtenregeling en wijziging van het Besluit bekostiging WEC in verband met een wijziging in de
groepsgrootte (Stb. 283) is opgenomen dat een compensatiebekostigingsregeling tot stand kan worden gebracht om negatieve herverdelingseffecten te
beperken. Deze regeling is neergelegd in artikel 2. De compensatiebekostiging wordt vastgesteld per vestiging van een school;
de omvang ervan wordt vastgesteld door een compensatiehoeveelheid te vermenigvuldigen met een bedrag.
Een school heeft recht op compensatie bij de gewichtenregeling onder twee voorwaarden.
1. Het schoolgewicht op telmoment 1 oktober 2009 moet zijn afgenomen ten opzichte van het schoolgewicht op telmoment 1 oktober
2005, en;
2. Het relatieve schoolgewicht van telmoment 1 oktober 2009 (het schoolgewicht van 1 oktober 2009 gedeeld door het leerlingaantal
van 1 oktober 2009 ) moet zijn afgenomen ten opzichte van het relatieve schoolgewicht van telmoment 1 oktober 2005 (het schoolgewicht
van 1 oktober 2005 gedeeld door het leerlingaantal van 1 oktober 2005).
De compensatiehoeveelheid bedraagt 25% van het verschil tussen:
– het schoolgewicht van telmoment 1 oktober 2005, waarbij deze wordt vermenigvuldigd met de relatieve ontwikkeling van het totale
leerlingaantal aan de school tussen telmoment 1 oktober 2005 en telmoment 1 oktober 2009, en;
– het schoolgewicht van telmoment 1 oktober 2009.
De resulterende compensatiehoeveelheid kan daarbij nooit groter zijn dan 25% van de afname van het schoolgewicht van telmoment
1 oktober 2009 ten opzichte van het schoolgewicht van telmoment 1 oktober 2005.
Voor de berekening van de compensatiebekostiging wordt de aldus berekende compensatiehoeveelheid vermenigvuldigd met een
bij ministeriële regeling vast te stellen bedrag.
De factor 25% binnen de berekening van de compensatiehoeveelheid hangt samen met de gefaseerde afbouw van de compensatieregeling.
Voor nieuwe scholen die nog niet op 1 oktober 2005 een leerlingtelling hebben gehad, wordt gekeken naar hun eerste telling.
Het schoolgewicht op basis van 1 oktober 2009 wordt bepaald inclusief de impulsgelden die op grond van artikel 28a van het
besluit zullen worden ontvangen.
Voor wat betreft de prijs van de compensatie: in de prijs worden de personele effecten van het schoolgewicht, de doorwerking
in de materiële kosten en de effecten op het budget personeel- en arbeidsmarktbeleid meegenomen en de prijscompensatie wordt
toegepast. De prijs wordt in een separate regeling, de regeling waarbij de personele bekostiging voor het schooljaar 2010–2011
wordt vastgesteld, bekend gemaakt. Hierin worden ook het moment van betaling en het betaalritme bekend gemaakt.
De regeling brengt geen administratieve lasten met zich mee.
De regeling treedt niet in werking op een van de vaste inwerkingtredingdata. Omdat voor de vaststelling van de criteria van
de regeling de leerlingtelling van 1 oktober 2009 beschikbaar moest zijn, is eerdere publicatie niet mogelijk. Een latere
inwerkingtreding is ook niet mogelijk, aangezien de regeling van invloed is op de formatievaststelling voor het schooljaar
2010–2011. De berekening daarvan door DUO en informatieverschaffing daarover aan de scholen vindt plaats in het voorjaar.
Aangezien deze regeling slechts handelingen vereist van DUO en niet van de scholen, zijn er geen nadelige gevolgen van het
niet in werking treden op een van de vaste inwerkingtredingdata. Bovendien is de regeling begunstigend voor de scholen aangezien
hiermee een compensatieregeling wordt aangeboden voor de negatieve herverdelingseffecten van de gewichtenregeling, zoals die
met ingang van 1 augustus 2006 in werking is getreden.