Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 27 februari 2010, nr. PO/OO 184944, houdende vaststelling van de compensatieregeling bij de gewichtenregeling voor het schooljaar 2010–2011 (Regeling vaststelling van de compensatieregeling bij de gewichtenregeling voor het schooljaar 2010–2011)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 123, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs;

Besluit:

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

wet:

Wet op het primair onderwijs;

besluit:

Besluit bekostiging WPO;

gewichtenregeling:

regeling neergelegd in artikel 27 van het besluit;

schoolgewicht:

schoolgewicht als bedoeld in artikel 27 van besluit.

Artikel 2. Compensatie gewichtenregeling

  • 1. Een school ontvangt per vestiging compensatiebekostiging indien op vestigingsniveau C kleiner is dan A en C/D kleiner is dan A/B waarbij:

    • A = het schoolgewicht van de vestiging van de school op 1 oktober 2005 en voor scholen die per 1 augustus 2006, dan wel 1 augustus 2007 dan wel 1 augustus 2008 voor bekostiging in aanmerking zijn gebracht het schoolgewicht op respectievelijk 1 oktober 2006, 1 oktober 2007, 1 oktober 2008;

    • B = het leerlingenaantal van de vestiging op 1 oktober 2005 en voor scholen die per 1 augustus 2006, 1 augustus 2007 dan wel 1 augustus 2008 voor bekostiging in aanmerking zijn gebracht het leerlingenaantal op respectievelijk 1 oktober 2006, 1 oktober 2007, 1 oktober 2008;

    • C = het schoolgewicht van de vestiging op 1 oktober 2009 vermeerderd met de tot schoolgewicht omgerekende middelen die zullen worden toegekend op grond van artikel 28a van het besluit. De omrekening geschiedt door deze middelen te delen door een bedrag dat wordt bekend gemaakt bij de ministeriële regeling op grond van artikel 120 van de wet waarbij de personele bekostiging voor het schooljaar 2010–2011 wordt vastgesteld en wordt rekenkundig afgerond op een geheel getal;

    • D = het leerlingenaantal van de vestiging op 1 oktober 2009.

  • 2. Compensatiebekostiging is een compensatiehoeveelheid vermenigvuldigd met een bedrag.

    De compensatiehoeveelheid wordt vastgesteld op 25% van de laagste waarde van A–C en (A/B – C/D) × D en wordt vervolgens rekenkundig afgerond op een geheel getal. Het bedrag waarmee wordt vermenigvuldigd wordt bij de ministeriële regeling op grond van artikel 120 van de wet waarbij de personele bekostiging voor het schooljaar 2010–2011 wordt vastgesteld, bekendgemaakt. Hierin worden ook het moment van betaling en het betaalritme bekendgemaakt.

  • 3. Voor de vaststelling van het leerlingenaantal en schoolgewicht, bedoeld in het eerste lid, voor het bepalen van A en B, geldt ingeval van samenvoeging van scholen per 1 augustus 2006, per 1 augustus 2007, per 1 augustus 2008, per 1 augustus 2009 of per 1 augustus 2010, het aantal leerlingen van alle bij de samenvoeging betrokken scholen.

Artikel 3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na plaatsing in de Staatscourant en vervalt met ingang van 1 augustus 2011.

Artikel 4. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling van de compensatieregeling bij de gewichtenregeling voor het schooljaar 2010–2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

A. Rouvoet.

TOELICHTING

In de nota van toelichting bij het Besluit van 19 mei 2006, houdende wijziging van het Besluit bekostiging WPO in verband met een wijziging van de gewichtenregeling en wijziging van het Besluit bekostiging WEC in verband met een wijziging in de groepsgrootte (Stb. 283) is opgenomen dat een compensatiebekostigingsregeling tot stand kan worden gebracht om negatieve herverdelingseffecten te beperken. Deze regeling is neergelegd in artikel 2. De compensatiebekostiging wordt vastgesteld per vestiging van een school; de omvang ervan wordt vastgesteld door een compensatiehoeveelheid te vermenigvuldigen met een bedrag.

Een school heeft recht op compensatie bij de gewichtenregeling onder twee voorwaarden.

  • 1. Het schoolgewicht op telmoment 1 oktober 2009 moet zijn afgenomen ten opzichte van het schoolgewicht op telmoment 1 oktober 2005, en;

  • 2. Het relatieve schoolgewicht van telmoment 1 oktober 2009 (het schoolgewicht van 1 oktober 2009 gedeeld door het leerlingaantal van 1 oktober 2009 ) moet zijn afgenomen ten opzichte van het relatieve schoolgewicht van telmoment 1 oktober 2005 (het schoolgewicht van 1 oktober 2005 gedeeld door het leerlingaantal van 1 oktober 2005).

De compensatiehoeveelheid bedraagt 25% van het verschil tussen:

  • het schoolgewicht van telmoment 1 oktober 2005, waarbij deze wordt vermenigvuldigd met de relatieve ontwikkeling van het totale leerlingaantal aan de school tussen telmoment 1 oktober 2005 en telmoment 1 oktober 2009, en;

  • het schoolgewicht van telmoment 1 oktober 2009.

De resulterende compensatiehoeveelheid kan daarbij nooit groter zijn dan 25% van de afname van het schoolgewicht van telmoment 1 oktober 2009 ten opzichte van het schoolgewicht van telmoment 1 oktober 2005.

Voor de berekening van de compensatiebekostiging wordt de aldus berekende compensatiehoeveelheid vermenigvuldigd met een bij ministeriële regeling vast te stellen bedrag.

De factor 25% binnen de berekening van de compensatiehoeveelheid hangt samen met de gefaseerde afbouw van de compensatieregeling.

Voor nieuwe scholen die nog niet op 1 oktober 2005 een leerlingtelling hebben gehad, wordt gekeken naar hun eerste telling. Het schoolgewicht op basis van 1 oktober 2009 wordt bepaald inclusief de impulsgelden die op grond van artikel 28a van het besluit zullen worden ontvangen.

Voor wat betreft de prijs van de compensatie: in de prijs worden de personele effecten van het schoolgewicht, de doorwerking in de materiële kosten en de effecten op het budget personeel- en arbeidsmarktbeleid meegenomen en de prijscompensatie wordt toegepast. De prijs wordt in een separate regeling, de regeling waarbij de personele bekostiging voor het schooljaar 2010–2011 wordt vastgesteld, bekend gemaakt. Hierin worden ook het moment van betaling en het betaalritme bekend gemaakt.

Administratieve lasten

De regeling brengt geen administratieve lasten met zich mee.

Vaste verandermomenten

De regeling treedt niet in werking op een van de vaste inwerkingtredingdata. Omdat voor de vaststelling van de criteria van de regeling de leerlingtelling van 1 oktober 2009 beschikbaar moest zijn, is eerdere publicatie niet mogelijk. Een latere inwerkingtreding is ook niet mogelijk, aangezien de regeling van invloed is op de formatievaststelling voor het schooljaar 2010–2011. De berekening daarvan door DUO en informatieverschaffing daarover aan de scholen vindt plaats in het voorjaar. Aangezien deze regeling slechts handelingen vereist van DUO en niet van de scholen, zijn er geen nadelige gevolgen van het niet in werking treden op een van de vaste inwerkingtredingdata. Bovendien is de regeling begunstigend voor de scholen aangezien hiermee een compensatieregeling wordt aangeboden voor de negatieve herverdelingseffecten van de gewichtenregeling, zoals die met ingang van 1 augustus 2006 in werking is getreden.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

A. Rouvoet.

Naar boven