Beschikking van de Minister van Verkeer en Waterstaat, houdende ontheffing van het verbod VFR-vluchten uit te voeren buiten de daglichtperiode, alsmede tot het uitvoeren van VFR-vluchten in luchtverkeersdienstverleningsgebieden met klasse A

24 februari 2010

Nr. IVW art. 44.1.a. + b. – 2010 – 008 – Eurosense

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Defensie;

Gezien het verzoek om ontheffing d.d. 22 januari 2010, ontvangen op 28 januari 2010 van Eurosense, adres: Nerviërslaan 54, 1780 Wemmel, België. Contactpersoon: de heer P. Morissens, e-mail: navigation@eurosense.com, telefoonnummer(s): 0032 2 460 70 00 & 0032 476 20 50 35;

Overwegende dat de vereiste maatschappelijke relevantie onder andere blijkt uit de opdrachten van verscheidene overheidsinstanties, waaronder waterschappen, provincies en ministeries (V&W, VROM, LNV), voor het uitvoeren van:

  • 1. digitale en analoge fotovluchten,

    • a. landelijk: voor het maken van een digitale luchtfotokaart van heel Nederland voor gewasregistratie voor controles op subsidies en voor geografische planning;

    • b. gemeentelijk: voor het opnemen van onderleggerbeelden van gemeenten voor de waardebepaling OZB en voor geografische planning (aanleg van wijken en wegen);

  • 2. laseraltimetrie, voor het opnemen van hoogtedata van locaties waar er (kust)erosie plaatsvindt; de data wordt gebruikt om te onderzoeken waar de kust moet worden versterkt;

  • 3. thermografie, voor het opnemen van temperatuursverschillen van gebouwen van verschillende locaties in Nederland; het in kaart brengen van gebouwen die relatief veel warmte verliezen door slechte isolatie;

Gelet op artikel 44, vijfde lid, van het Luchtverkeersreglement;

Besluit:

Artikel 1

Deze beschikking is van toepassing op de vliegtuigen van het type Cessna 404 Titan met als registratie OO-GPS en Piper PA31-350 Navajo Chieftain met als registratie SP-ITC, in gebruik bij EUROSENSE, waarmee de VFR-vluchten worden uitgevoerd.

Artikel 2

VFR-VLUCHTEN BUITEN DE DAGLICHTPERIODE

Aan de gezagvoerders van de in artikel 1 genoemde vliegtuigen wordt vanaf heden tot en met 31 december 2010 ontheffing verleend van het verbod tot het uitvoeren van VFR-vluchten buiten de daglichtperiode, zoals gepubliceerd in de in artikel 60, onder a, bedoelde luchtvaartgids, met inachtneming van de volgende voorschriften en beperkingen:

  • a. voor het uitvoeren van de vlucht is het luchtvaartuig uitgerust met de instrumenten die zijn vermeld in artikel 19 van de Regeling ten aanzien van de uitrusting bij vluchten, niet zijnde verkeersvluchten;

  • b. de gezagvoerders beschikken over een geldige CPL met bevoegdverklaring IR;

  • c. de gezagvoerders zijn te allen tijde in staat de vlucht onder instrumentvliegvoorschriften voort te zetten;

  • d. voor de vlucht wordt tijdig een vliegplan ingediend; indien de vlucht plaatsvindt in de CTR’s en/of TMA’s van Schiphol, Rotterdam, Eelde en Maastricht dient men tijdig te coördineren met de Operationele Helpdesk LVNL tel.: 020-406 22 01 (0700–1700 LT); fax: 020-406 36 72; e-mail: ops_helpdesk@lvnl.nl;

  • e. tijdens het uitvoeren van de vlucht is een tweezijdige radioverbinding tot stand gebracht met de betrokken luchtverkeersleidingsdienst en wordt voortdurend op de aangewezen radiofrequentie geluisterd;

  • f. het vliegzicht bedraagt ten minste 5 km en de afstand van het luchtvaartuig tot de wolken is groter dan 1500 meter horizontaal en 450 meter verticaal;

  • g. tijdens het vliegen wordt het programma dat vooraf aan LVNL wordt doorgegeven, nageleefd.

Artikel 3

VFR-VLUCHTEN IN LUCHTVERKEERSDIENSTVERLENINGSGEBIEDEN MET KLASSE A

Aan de gezagvoerders van de in artikel 1 genoemde vliegtuigen wordt vanaf heden tot en met 31 december 2010 ontheffing verleend van het verbod tot het uitvoeren van VFR-vluchten in luchtverkeersdienstverleningsgebieden met klasse A, genoemd in artikel 44, eerste lid, onder b, van het Luchtverkeersreglement, met inachtneming van de volgende voorschriften en beperkingen:

  • a. de vluchten worden uitgevoerd als een gecontroleerde VFR-vlucht;

  • b. de vluchten worden slechts uitgevoerd indien het vliegzicht minimaal 8 km bedraagt en de afstand tot de wolken horizontaal 1500 meter en verticaal 300 meter bedraagt;

  • c. ten minste 5 werkdagen van tevoren worden de vluchtgegevens, de te vliegen route en andere relevante informatie aangeleverd bij de Operationele Helpdesk; tel.: 020-406 22 01 (0700–1700 LT); fax: 020-406 36 72; e-mail: ops_helpdesk@lvnl.nl.

Artikel 4

Aan de gezagvoerders van de vliegtuigen die de in artikel 1 genoemde vluchten uitvoeren wordt door de betrokken luchtverkeersleidingsdienst een afwijkende klaring als bedoeld in artikel 35, tweede lid, van het Luchtverkeersreglement verstrekt. Deze klaring wordt verstrekt voor het afwijken van luchtverkeersroutes als bedoeld in artikel 3 van de Regeling luchtverkeersdienstverlening (Stcrt. 195 van 15 september 1998), indien de luchtverkeerssituatie dit toelaat, mits de volgende voorschriften in acht worden genomen:

  • a. gegevens worden minimaal 5 werkdagen van tevoren elektronisch aangeleverd bij de Operationele Helpdesk LVNL; tevens wordt een tekening van de te vliegen tracks of het gebied in de vorm van een DXF- of DWG-bestand, opgemaakt in het RD-stelsel (rijksdriehoekstelsel), bijgevoegd; als minder gewenst alternatief kan ook worden volstaan met de coördinaten volgens het WGS-84 stelsel;

    de volgende gegevens worden verstrekt:

    • naam en telefoonnummer operator

    • registratie/callsign aircraft

    • begincoördinaten en eindcoördinaten van iedere individuele track

    • magnetic track van iedere individuele track

    • benodigde tijdsduur per track

    • maximum turnradius

    • benodigde tijdsduur voor totale project

    • gewenste altitude of gewenst flight level (N.B. 10000 ft is niet FL 100 !)

    • aanvullende informatie die de vluchtuitvoering kan beïnvloeden;

  • b. voor het invullen van deze gegevens wordt gebruikgemaakt van een speciaal sjabloon; het sjabloon Fotoprojecten is opvraagbaar bij de Operationele Helpdesk LVNL;

  • c. na toezending van bovenstaande gegevens ontvangt men van de Operationele Helpdesk LVNL een projectformulier met een projectnummer; dit projectnummer dient bij verdere coördinatie te worden gebruikt; tijdens de vlucht dient de vlieger dit projectformulier bij zich te hebben zodat de luchtverkeersleider en de vlieger over exact dezelfde informatie beschikken;

  • d. op het projectformulier zal door de OPS Helpdesk onder de kop ‘Additional Information’ de instantie worden vermeld met wie het desbetreffende project dient te worden gecoördineerd; dit zijn de Operationele Helpdesk LVNL of het Militaire Luchtverkeersleidingscentrum Nieuw Milligen (MilATCC);

    indien in één vlucht een aantal verschillende fotoprojecten wordt uitgevoerd en niet duidelijk is met wie moet worden gecoördineerd, kunt u hierover overleggen met de OPS-Helpdesk of dit ook aangeven in het project zelf;

  • e. ten minste één uur voor aanvang van een vlucht, maar altijd vóór het indienen van het vliegplan, is door de gezagvoerder telefonisch toestemming verkregen voor het uitvoeren van de vlucht; daartoe neemt hij contact op met de onder ‘Additional Information’ op het projectformulier genoemde instantie; de variabele gegevens zullen worden uitgewisseld evenals eventuele operationele instructies of bijzonderheden; aanwijzingen van de desbetreffende medewerker Operationele Helpdesk LVNL of supervisor worden nauwlettend opgevolgd;

  • f. voor het maken van de opnamen dient de cameraman in het bezit te zijn van een op zijn/haar naam gestelde luchtopnamevergunning, verkregen bij het Ministerie van Defensie, MIVD/ACIV/BIV, Sectie Luchtfotografie, Postbus 20701, 2500 ES Den Haag, e-mailadres: indussec@mindef.nl; faxnr.: 070-441 92 04;

  • g. ten minste één uur voor aanvang van het binnenvliegen van een militaire CTR is door de gezagvoeder contact opgenomen met de plaatselijke militaire luchtverkeersleiding; bij geen gehoor wordt contact opgenomen met de Supervisor van het MilATCC Nieuw Milligen (tel. 0577-45 87 00); aan de voorwaarden door hen gesteld wordt strikt de hand gehouden;

  • h. na verkregen toestemming zal door de gezagvoerder een vliegplan worden verstuurd via de daarvoor gebruikelijke kanalen; dit gebeurt 1 uur (of 2 uur in geval van een (gedeeltelijke) IFR-vlucht) vóór de EOBT; het vliegplan zal mede worden geadresseerd aan EHMCZQZX, EHAAZFZX en EHAMZXHD; dit zijn dus extra adressen en zij dienen te worden gebruikt naast de normale adressering zoals toepasselijk voor uw vliegplan;

  • i. item 18 van het vliegplan moet de volgende gegevens bevatten:

    • ‘ATTN Supervisor photoproject xxxx’, waarbij xxxx het toegekende projectnummer voorstelt;

    • mobiele telefoonnummer van de gezagvoerder;

    • de vermelding ‘coordinated with’ gevolgd door ofwel ‘Operationele Helpdesk’ ofwel ‘supervisor MilATCC’;

  • j. de betrokken coördinatiepartner (Operationele Helpdesk LVNL of MilATCC) wordt telefonisch op de hoogte gehouden van vertraging, annulering of wijziging van de desbetreffende vlucht; de vluchtuitvoerder blijft zelf verantwoordelijk voor het up-to-date houden van het vliegplan in verband met vertraging, annulering of wijziging;

     

    Gegevens van de Operationele Helpdesk LVNL:

     

    Luchtverkeersleiding Nederland

    t.a.v. Operationele Helpdesk

    Postbus 75200

    1117 ZT Luchthaven Schiphol

    telefoon:

    020-406 22 01 (0700–1700 LT)

    fax:

    020-406 36 72

    e-mail:

    ops_helpdesk@lvnl.nl

      

    Gegevens van MilATCC

      

    AOCS Nieuw Milligen

     

    t.a.v. Supervisor MilATCC

    Postbus 52

     

    3886 ZH Garderen

     

    telefoon:

    057-745 87 00 (24 uur)

    fax:

    057-745 83 23 (24 uur)

    e-mail:

    AOCS_Mil_Sup@mindef.nl

      
    • a. indien een project in de toekomst niet meer zal worden gevlogen, dient dit per e-mail te worden gemeld aan de Operationele Helpdesk LVNL;

    • b. indien luchtverkeerstechnische redenen daartoe noodzaken, kan de betrokken luchtverkeersleidingsdienst de vlucht doen uitstellen, dan wel annuleren;

    • c. de vluchtuitvoerder is, indien een vlucht tevens plaatsvindt in een andere FIR dan de Amsterdam FIR of in een deel van de Amsterdam FIR waar door een niet-Nederlandse ATC-unit luchtverkeersdienstverlening wordt geleverd, te allen tijde zelf verantwoordelijk voor het vooraf coördineren van deze vlucht met een vertegenwoordiger van deze niet-Nederlandse ATC-unit.

Artikel 5

De aanvrager draagt er zorg voor dat de gezagvoerder en de cameraman bekend zijn met de inhoud van deze beschikking.

Artikel 6

Voorafgaand aan de vlucht is er op initiatief van de aanvrager/opdrachtgever in de plaatselijke media aandacht besteed aan de uit te voeren vlucht.

Artikel 7

Vluchten worden uitgevoerd in overeenstemming met de verleende opdrachten van de desbetreffende gemeenten of organisaties en op eerste aanvraag wordt de opdracht aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat bekendgemaakt.

Artikel 8

Het niet of niet volledig nakomen van de bovenstaande voorschriften kan aanleiding zijn deze ontheffing in te trekken.

Artikel 9

Deze beschikking treedt in werking met ingang van heden en vervalt met ingang van 1 januari 2011.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

namens deze:

lid van het Managementteam Ivw/Luchtvaart,

M. Steenhuisen-Kuipers.

Bezwaarmogelijkheid

Indien u het niet eens bent met deze beslissing kunt u hiertegen, op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de datum waarop deze beslissing is verzonden schriftelijk bezwaar aantekenen.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

  • de gronden van het bezwaar.

Het bezwaarschrift kunt u richten aan:

Inspectie Verkeer en Waterstaat

Team Juridische Zaken

Postbus 90653

2509 LR DEN HAAG

Naar boven