Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, van 23 december 2010, nr. 174069, tot wijziging van diverse regelingen over visserij

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op de verordening van 14 december 2010 van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling, voor 2011, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, op de Verordening van 14 december 2010 van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling, voor 2011, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn en op Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van de Europese Unie van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PbEU L 343);

Gelet op de artikelen 3, 4 en 6d van het Reglement zee- en kustvisserij 1977;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel b komt te luiden:

  • b. beheersperiode: periode genoemd in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de verordening inzake vangstmogelijkheden;

2. Onderdeel d komt te luiden:

  • d. deelgebied, sector of deelsector: zeegebied als omschreven in artikel 4 van de verordening inzake vangstmogelijkheden;

3. In onderdeel k wordt ‘de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit’ vervangen door: de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

4. In onderdeel n wordt ‘bijlage 5’ vervangen door: bijlage 4.

5. Onderdeel o komt te luiden:

  • o. verordening inzake vangstmogelijkheden: Verordening van 14 december 2010 van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling, voor 2011, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn;

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘de bijlagen 2, 3 en 4’ vervangen door: de bijlagen 1, 2 en 3.

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

  • a. In onderdeel a wordt ‘bijlage 3’ vervangen door: bijlage 2.

  • b. In onderdeel b wordt ‘bijlage 4’ vervangen door: bijlage 3.

  • c. In onderdeel c, wordt ‘bijlage 2, 3 en 4’ vervangen door ‘bijlage 1, 2 en 3’ en wordt ‘artikel 26 van de verordening inzake vangstmogelijkheden’ vervangen door ‘artikel 35 van de verordening inzake vangstmogelijkheden’.

3. In het derde lid wordt ‘bijlage 3 en 4’ vervangen door: bijlage 2 en 3.

4. Het zesde en het zevende lid vervallen.

C

In artikel 3, eerste lid, wordt ‘bedoeld in bijlage 3 en 4, met uitzondering van de vangsten, bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de verordening inzake vangstmogelijkheden’ vervangen door: bedoeld in bijlage 3 en 4, met uitzondering van:

  • a. de vangsten, waarvoor ontheffing is verleend van het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, in verband met het uitoefenen van de visserij ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek, voor zover deze het in artikel 33, zesde lid, van verordening nr. 1224/2009 genoemde percentage van de hoeveelheid, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, niet te boven gaan, of

  • b. dat deel van de vangsten, waarvoor ontheffing is verleend van het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, in verband met het uitoefenen van de visserij ten behoeve van een pilot in het kader van volledig gedocumenteerde visserij als bedoeld in artikel 7 van de verordening inzake vangstmogelijkheden, voor zover wordt voldaan aan het tweede lid van dat artikel.

D

In artikel 4, eerste lid, wordt ‘bijlage 5’ vervangen door: bijlage 4.

E

In artikel 5, eerste lid, wordt ‘bijlage 2 tot en met 4’ vervangen door: bijlage 1 tot en met 3.

F

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Het is uitsluitend toegestaan haring die is gevangen in de ICES-deelgebieden III, IV en VIId, aan boord te houden of aan te voeren, indien de vangsten voldoen aan artikel 2, van verordening (EG) nr. 1434/98 van de Raad van de Europese Unie van 29 juni 1998 tot vaststelling van de voorwaarden waarop haring mag worden aangevoerd voor andere industriële doeleinden dan rechtstreekse menselijke consumptie (Pb EG L 191), en zijn gevangen overeenkomstig de artikelen 5 en 6 van de Regeling technische maatregelen 2000.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Het is verboden met een vissersvaartuig ongesorteerde vangsten van vis aan te landen.

G

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt ‘bijlage 5’ vervangen door: bijlage 4.

2. Aan het slot van onderdeel a wordt het woord ‘of’ vervangen door: en.

H

Artikel 10a komt te luiden:

Indien ontheffing wordt verleend van artikel 10, in verband met het uitoefenen van de visserij ten behoeve van een pilot in het kader van volledig gedocumenteerde visserij, geschiedt dit in overeenstemming met artikel 7 van de verordening inzake vangstmogelijkheden.

I

In artikel 11, eerste lid wordt ‘bijlage 5’ vervangen door: bijlage 4.

J

In artikel 12, eerste lid, wordt ‘de ondernemer, bedoeld in artikel 10a, tweede lid, of artikel 11, eerste lid’ vervangen door: de ondernemer, bedoeld in artikel 11, eerste lid.

K

In artikel 14, onderdeel h, artikel 17, artikel 36, eerste en zesde lid, artikel 37a, vijfde lid, en artikel 38, vierde lid, onderdeel a, wordt ‘het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit’ telkens vervangen door: het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

L

In artikel 26, eerste lid, onderdelen a en b, en vijfde lid, artikel 27, eerste lid, onderdelen a en b, en artikel 28 wordt ‘bijlage 6’ telkens vervangen door: bijlage 5.

M

Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘de sector IIa en deelgebied IV, bedoeld in bijlage 1,’ vervangen door: sector IIa en deelgebied IV.

2. In het derde lid wordt ‘sector IIa en deelgebied IV als bedoeld in bijlage 1’ vervangen door: sector IIa en deelgebied IV.

N

In artikel 33, tweede lid, onderdeel b, artikel 34, eerste lid, en artikel 37, vierde lid, wordt ‘bijlage 7’ telkens vervangen door: bijlage 6.

O

Artikel 34, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De door de gezamenlijke Nederlandse vissers gebruikte hoeveelheden visserij-inspanning worden in mindering gebracht op de hoeveelheden visserij-inspanning, vermeld in bijlage 6, waarbij de hoeveelheid per vaartuig wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 26, tweede tot en met vierde lid, artikel 27, tweede en derde lid, en artikel 29, tweede en derde lid, van verordening nr. 1224/2009, met uitzondering van de visserij-inspanning, waarvoor ontheffing is verleend van het verbod, bedoeld in artikel 33, eerste lid, in verband met het uitoefenen van de visserij ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek, voor zover deze het in artikel 33, negende lid, van verordening nr. 1224/2009 genoemde percentage van de in het tweede lid, onderdeel b, bedoelde hoeveelheden visserij-inspanning voor de beheersperiode of, indien het de vistuigcategorieën TR1 en TR2 betreft, het desbetreffende gedeelte van de beheersperiode niet te boven gaan.

P

In artikel 40, tweede lid, onderdeel a, wordt ‘ICES-deelgebieden V en VI als bedoeld in bijlage 1’ vervangen door: ICES-deelgebieden V en VI.

Q

1. De bijlagen 2 tot en met 6 worden vervangen door de bij deze regeling gevoegde bijlagen, onder vervanging van het opschrift van bijlage A door bijlage 1, het opschrift van bijlage B door bijlage 2, het opschrift van bijlage C door bijlage 3, het opschrift van bijlage D door bijlage 4 en het opschrift van bijlage E door bijlage 5.

2. Bijlage 7 wordt vervangen door de bij deze regeling gevoegde bijlage F, onder vervanging van het opschrift van bijlage F door bijlage 6.

ARTIKEL II

De Regeling technische maatregelen 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit’ vervangen door: de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

2. Onderdeel l komt te luiden:

  • l. verordening inzake vangstmogelijkheden: Verordening van 14 december 2010 van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling, voor 2011, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn;

B

Artikel 7c wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘de artikelen 10a, 14a en 14c, 15, 16 en 17a, tweede tot en met vierde lid, 20, eerste en derde lid, 21, 23, 25, 27, tweede lid, en 28 van de verordening inzake vangstmogelijkheden’ vervangen door: de artikelen 8, tweede lid, 13, 17 en 19, 20, 21, 24, 28, eerste en derde lid, 29, 31, 32, 34, 36, tweede lid, en 37 van de verordening inzake vangstmogelijkheden.

2. In het tweede lid wordt ‘de artikelen 18, eerste en tweede lid, 22 en 24 van de verordening inzake vangstmogelijkheden’ vervangen door: Het is verboden visserijactiviteiten uit te oefenen in strijd met de artikelen 16, 23, eerste en tweede lid, 30 en 33 van de verordening inzake vangstmogelijkheden.

C

Artikel 7d, vierde lid, vervalt.

D

Aan artikel 8 wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. De minister kan aan de toestemming voorschriften verbinden of de daaraan verbonden voorschriften wijzigen.

E

Artikel 12g wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, wordt ‘de soorten, genoemd in bijlage I van verordening (EG) nr. 2347/2002 van de Raad van 16 december 2002 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de toegang tot diepzeebestanden en bij de visserij daarop in acht te nemen voorschriften (PbEG L 351)’ vervangen door: de soorten, genoemd in bijlage I van verordening (EG) nr. 2347/2002 van de Raad van 16 december 2002 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de toegang tot diepzeebestanden en bij de visserij daarop in acht te nemen voorschriften (PbEG L 351) en in artikel 11 van de verordening inzake vangstmogelijkheden.

2. In het vijfde lid wordt ‘2010’ vervangen door: 2011.

3. Het zesde en het zevende lid vervallen.

F

Artikel 14, tweede lid, alsmede de aanduiding ’1.’ voor het eerste lid vervallen.

ARTIKEL III

De Regeling eisen, administratie en registratie inzake uitoefening visserij wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel d, wordt ‘het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit’ vervangen door: het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

2. Onderdeel i komt te luiden:

  • i. deelgebied, sector of deelsector: zeegebied als omschreven in artikel 4 van de verordening inzake vangstmogelijkheden;.

3. Onderdeel j vervalt.

4. Onderdeel m komt te luiden:

  • m. verordening inzake vangstmogelijkheden: Verordening van 14 december 2010 van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling, voor 2011, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn;.

5. In het eerste lid, onderdeel o, wordt ‘de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit’ vervangen door: de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

B

In artikel 33, tweede lid, en in artikel 33b, tweede lid, wordt ‘de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit’ telkens vervangen door: de Minister.

C

Artikel 37 komt te luiden:

Degene die ingevolge deze regeling gegevens moet vermelden of anderszins moet bijhouden of die gegevens moet verstrekken, doet dit volledig en naar waarheid.

ARTIKEL IV

Artikel 1 van de Regeling stelselmatige controle bij aanlanding 1988 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt ‘de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit’ vervangen door: de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

2. In onderdeel c wordt ‘het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit’ vervangen door: het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

3. In onderdeel d wordt ‘de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit’ vervangen door: de Minister.

3. Onderdeel e komt te luiden:

  • e. verordening ie.nzake vangstmogelijkheden: Verordening van 14 december 2010 van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling, voor 2011, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn;

ARTIKEL V

De Uitvoeringsregeling visserij wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel a, wordt ‘de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit’ vervangen door: de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

B

In artikel 42, vierde lid, wordt ‘het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit’ vervangen door: het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

ARTIKEL VI

De Regeling visvergunning wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt ‘de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit’ vervangen door: de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

2. In het eerste lid, onderdeel c, en in het derde lid wordt ‘het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit’ telkens vervangen door: het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

B

In artikel 4, tweede lid, wordt ‘het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit’ vervangen door: het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

ARTIKEL VII

In artikel 1.1.2, onderdeel a, van de Regeling aquacultuur wordt ‘de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit’ vervangen door: de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

ARTIKEL VIII

In artikel 1 van het Besluit aanwijzing toezichthouders Visserijwet 1963 wordt ‘het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit’ vervangen door: het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

ARTIKEL IX

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2011, met uitzondering van artikel I, onderdeel Q, onderdeel 2, dat in werking treedt met ingang van 1 februari 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

overeenkomstig het door de staatssecretaris genomen besluit:

de directeur-generaal,

J.P. Hoogeveen.

BIJLAGE A Vangstverboden voor de Nederlandse vissers voor het kalenderjaar 2011 op de vissoorten, bedoeld in artikel 2, eerste lid

Vissoort

Gebied

  

Alaska pollak

De Beringzee

Theragra chalcogramma

  

Amerikaanse/Lange schol

NAFO gebieden 3LMNO

Hippoglossoides platessoides

  

Ansjovis

ICES gebieden IX en X en de EU wateren van het

CECAF gebied 34.1.1

Engraulis encrasicolus

  

Atlantische Heilbot

Groenlandse wateren van de ICES gebieden V en XIV en de Groenlandse wateren van de NAFO gebieden 0 en 1

Hippoglossus hippoglossus

  

Atlantische Slijmkop

EU wateren en internationale wateren van de ICES gebieden I, II, III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X, XII, XIV en het SEAFO gebied

Hoplostethus atlanticus

  

Beryciden

EU wateren en internationale wateren van de ICES gebieden III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X, XII, XIV en het SEAFO gebied

Beryx spp.

  

Blauwe Marlijn

Makaira nigricans

Atlantische Oceaan

  

Blauwe Leng

ICES gebied III en de Noorse wateren van de ICES gebieden IIa en IV

Molva dypterygia

  

Blauwe Wijting

Wateren van de Faerøer en de ICES gebieden VIIIc, IX, X en de EU wateren van het CECAF gebied 34.1.1

Micromesistius poutassou

  

Blauwvintonijn

Atlantische Oceaan, ten oosten van 45º WL en de Middellandse Zee

Thunnus thynnus

  

Chileense horsmakreel

SPFO gebied

Tracherus murphyi

  

Diepzeehaaien

EU wateren en internationale wateren van de ICES gebieden V, VI, VII, VIII, IX en X

Portugese hondshaai

Centroscymnus coelolepis

Donkere doornhaai

Centrophorus squamosus

Spitssnuitsnavelhaai

Deania calceus

Zwarte haai

Dalatias licha

Grote lantaarnhaai

Etmopterus princeps

Zwarte doornhaai

Etmopterus spinax

Doornhaai

Centroscyllium fabricii

Ruwe doornhaai

Centrophorus granulosos

Spaanse hondshaai

Galeus melastomus

Muiskathaai

Galeus murinus

IJslandse hondshaai

Apristuris spp.

Langsnuitdoornhaai

Centrocymmus crepidater

Groenlands haai

Sonmousus microcephalus

Franjehaai

Chlamydoselachus anguineus

  

Zeskieuwige koehaai

 

Hexanchus griseus

Grootvindoornhaai

Oxynotus paradoxus

Mestandijshaai

Scymnodon ringens

  

Diepzeehaaien

SEAFO gebied

Rajida

Etmopterus bigelowi

Etmopterus brachyurus

Etmopterus princeps

Etmopterus pusillus Apristurus manis Scymnodon squamulosus Selachimorpha

  

Diepzeehaaien en

EU wateren en internationale wateren van het ICES gebied XII

Deania histricosa en Deania profondorum

  

Doornhaai

ICES gebieden I, II, III, IV, V, VI, VII, VIII, XII, XIV en SEAFO gebied

Squalus accanthias

  

Gaffelkabeljauwen

EU wateren en internationale wateren van de ICES gebieden I, II, III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X en XII

Phycis blennoides

  

Geelstaartschar

Limanda ferruginea

NAFO gebieden 3LNO

  

Gitaarrog

EU wateren I, II, III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X en XII

Rhinobatidae

  

Golfrog

EU wateren van de ICES gebieden VI, VII, VIII, IX en X

Raja undulata

  

Grenadiers

Antarctische wateren van het FAO gebied 58.5.2

Macrourus spp.

  

Grenadiers vis

EU wateren en internationale wateren van de ICES gebieden I, II, III, IV, VIII, IX, X, XIIa, XIIc , XIV

Coryphaenoides rupestris

  

Grijze Zuidpoolkabeljauw

Antarctische wateren van het FAO gebied 58.5.2

Lepidonotothen squamifrons

  

Groenlandse Heilbot/Zwarte Heilbot

Reinhardtius hippoglossoides

Noorse wateren en internationale wateren van de ICES gebieden

I en II, de EU wateren van de ICES gebieden IIa en IV, de EU wateren en internationale wateren van de ICES gebieden Vb en VI, de Groenlandse wateren van de ICES gebieden V en XIV, de Groenlandse wateren van de NAFO gebieden 0 en 1 en de NAFO gebieden 3LMNO

  

Grootoogtonijn

Atlantische Oceaan

Thunnus obesus

  

Haring

ICES gebieden IIIa, VI Clyde en VIIa, VIIe en VIIf

Clupea harengus

  

Haringhaai

Internationale wateren en de EU wateren van III, IV, V, VI, VII, VIII, IX en X, XII

Langna nasus

  

Heek

ICES gebieden III, VIIIc, IX, X en de EU wateren van het CECAF gebied 34.1.1

Merluccius merluccius

  

Horsmakreel

ICES gebieden VIIIc, IX, X en de EU wateren van CECAF

Trachurus spp.

  

IJsvis

Antarctische wateren van de FAO gebieden 48.3 en 58.5.2

Champsocephalus gunnari

  

Kabeljauw

Gadus morhua

Noorse wateren van de ICES gebieden I en II, het Kattegat, de ICES gebieden IIIb, IIIc, IIId, V, VI

en VIIa, de EU wateren en internationale wateren van de ICES gebieden XII en XIV, de Groen-

landse wateren van het ICES gebied, V en XIV, de Groenlandse wateren van de NAFO gebieden

0 en 1 en de NAFO gebieden 2J en 3KLMNO

 
 

Kabeljauw en schelvis

Faeröer-wateren van het ICES gebied Vb

Gadus morhua en Melanogrammus aeglefinus

  

Kever

Noorse wateren van het ICES gebied IV, ICES gebied IIIa en de EU wateren van IIa en IV

Trisopterus esmarki

 
  

Koolvis

Pollachius virens

ICES gebieden VI, VII, VIII, IX, X, de Noorse wateren en de internationale wateren van de ICES gebieden I en II, de EU wateren en internationale wateren van de ICES gebieden Vb, XII en XIV en de EU wateren van het CECAF gebied 34.1.1 en de Faeröer-wateren van ICES gebied Vb

  

Kortvinnige Pijlinktvis

NAFO gebieden 3 en 4

Illex illecebrosus

  

Krab

Antarctische wateren van het FAO gebied 48.3

Paralomis spp.

  

Krielgarnaal

FAO gebied 48 en de Antarctische wateren van de FAO gebieden 58.4.1 en 58.4.2

Euphausia superba

  

Langoestine

Noorse wateren van ICES gebied IV, de EU wateren en internationale wateren van ICES gebied Vb, de ICES gebieden III, VI, VII, VIII, IX, X en de EU wateren van het CECAF gebied 34.1.1

Nephrops norvegicus

  

Langsnuit ijsvis

FAO gebied 58.5.2

Channichthys rhinoceratus

  

Leng

EU wateren en internationale wateren van de ICES gebieden III, V, VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV

Molva molva

  

Leng en Blauwe leng

Faeröer-wateren van het ICES gebied Vb

Molva molva en Molva dypterygia

  

Lodde

ICES gebied IIb, de Groenlandse wateren van de ICES gebieden V en XIV en de wateren van de NAFO gebieden 3NO

Mallotus villosus

  

Makreel

De wateren van de Faeröer van het ICES gebied Vb,de ICES gebieden VIIIc, IX, X en de EU wateren van het CECAF gebied 34.1.1

Scomber scombrus

  

Noordse Garnaal

Noorse wateren van de ICES gebieden IV, en ICES gebied III, de Groenlandse wateren van de ICES gebieden V en XIV en de Groenlandse wateren van de NAFO gebieden 0, 1 en 3LM

Pandalus borealis

  

Peneide garnalen

De wateren van Frans Guyana

Penaeus spp.

  

Platvis

Faeröer-wateren van het ICES gebied Vb

Pleuronectiformes

  

Pollak

Pollachius pollachius

EU wateren en internationale wateren van het ICES gebied Vb, de ICES gebieden VI, VII, VIII, IX, X, de internationale wateren van de ICES gebieden XII en XIV en de EU wateren van het CECAF gebied 34.1.1

  

Reuzenhaai

Alle EU wateren en niet EU wateren

Cetorinhus maximus

  

Roggen

EU wateren van de ICES gebieden III, VIII en IX en de Antarctische wateren van het FAO gebied 58.5.2 en de NAFO gebieden 3LNO

Rajidae

 

Rode diepzeekrab

SEAFO gebied

Chaceon maritae

  

Roodbaars

EU wateren en internationale wateren van het ICES gebied V en de internationale wateren

Sebastes spp.

van deICES gebieden XII en XIV, de IJslandse wateren van het ICES gebied Va, de ICES

gebieden I en II, de Groenlandse wateren van de ICES gebieden V en XIV en de NAFO

gebieden 2 (sectoren 1F en 3K) en 3LMNO en de wateren van de Faeröer

  

Lepidorhombus spp.

Schartong

EU wateren en internationale wateren van het ICES gebied Vb, de ICES gebieden VI, VII,

VIII, IX, X, de internationale wateren van de ICES gebieden XII en XIV en de EU wateren

van het CECAF gebied 34.1.1

  

Schelvis

Noorse wateren van de ICES gebieden I en II, de EU wateren en internationale wateren

Melanogrammus aeglefinus

van de ICES gebieden Vb, VI, VII, VIII, IX, X, XII, XIV, de Faeröer-wateren en de EU wateren

van het CECAFgebied 34.1.1

  

Schol

Kattegat, de EU wateren en internationale wateren van het ICES gebied Vb, de ICES

Pleuronectes platessa

gebieden I, IIIb, IIIc, IIId, VI, VII, VIII, IX, X, de internationale wateren van de ICES gebieden

XII en XIV en de EU wateren van het CECAF gebied 34.1.1

  

Sneeuwkrab

Groenlandse wateren van de NAFO gebieden 0 en 1

Chionoecetes spp.

  

Sprot

ICES gebied IIIa

Sprattus sprattus

  

Tong

Solea solea

ICES gebieden IIIa, IIIb,IIIc, Noorse wateren van het ICES gebied IV, de EU wateren en internationale wateren van het ICES gebied Vb, de ICES gebieden VI, VII, VIII, IX, X en de internationale wateren van de ICES gebieden XII en XIV en de EU wateren van het CECAF gebied 34.1.1

  

Tongen

ICES gebieden VIIIc, VIIId, VIIIe, IX, X en de EU wateren van het CECAF gebied 34.1.1

Solea Idae

  

Torsk

EU-wateren van het ICES gebied III en de Noorse wateren van de ICES gebieden IIa en IV

Brosme brosme

  

Vleet

EU wateren van de ICES gebieden IIa, III, IV, VI, VII, VIII, IX en X

Raja Batis

  

Voshaaien

IOTC gebied

Alopiidae

  

Wijting

Merlangius merlangus

Kattegat en de EU wateren en internationale wateren van het ICES gebied Vb, de ICES gebieden VI, VIIa, VIII, IX en X, de internationale wateren van de ICES gebieden XII en XIV en de EU wateren van het CECAF gebied 34.1.1

  

Witje

NAFO gebieden 2J en 3KLNO

Glyptocephalus cynoglossus

  

Witte Haai

In alle EU wateren en niet EU wateren

Carcharodon carcharias

  

Witte Rog

EU wateren van de ICES gebieden VI, VII, VIII, IX en X

Rostroraja alba, Raja alba

  

Witte Tonijn

Atlantische Oceaan

Thunnus alalunga

  

Witte Heek

NAFO gebieden 3NO

Urophysic tenuis

  

Witte Marlijn

Atlantische Oceaan

Tetrapturus alba

  

Zandspiering en geassocieerde bijvangst

Noorse wateren en EU wateren van het ICES gebied IV en de EU wateren van de ICES gebieden IIa en IIIa

Ammodytidae

  

Zeebrasem

EU wateren en internationale wateren van de ICES gebieden IX en X

Pallelus bogaraveo

  

Zeeduivel

ICES gebieden VIII, IX en X en de EU wateren van het CECAF gebied 34.1.1

  

Zee Engel

Alle EU wateren

Squatina squtina

  

Zwaardvis

Atlantische Oceaan en de Stille Oceaan

Xiphias gladius

  

Zwarte Haarstaartvis

EU wateren en internationale wateren van de ICES gebieden I, II, III, IV, VIII, IX, X en het CECAF gebied 34.1.2

Aphanopus carbo

  

Zwarte Patagonische IJsvis

Antarctische wateren van de FAO gebieden 48.3, 48.4 en 58.5.2 en de SEAFO

Dissostichus eleginoides

 

Alle gebieden

Zuidelijke Blauwvintonijn

Thunnus Maccoyii

BIJLAGE B Totaal voor de Nederlandse vissers in het kalenderjaar 2011 te vangen hoeveelheden (x 1.000 kg in levend gewicht) als bedoeld in artikel2, tweede lid, onderdeel a

Vissoort

Gebied

Hoeveelheid

 
    

Blauwe Wijting

EU wateren en internationale wateren van de ICES gebieden I, II, III, IV, V, VI, VII, VIIIa, VIIIb, VIIId, VIIIe, XII en XIV

1.869

1)

Micromesistius poutassou

  
    

Grote Zilversmelt

EU wateren en internationale wateren van de ICES gebieden I

22

 

Argentina silus

en II EU wateren van de ICES gebieden III en IV

49

 

EU wateren en internationale wateren van de ICES gebieden V, VI en VII

3.733

 
    

Haring

Clupea harengus

ICES gebieden I en II EU wateren en Noorse wateren van

EU wateren, Noorse wateren en internationale wateren van de

7.886

 
  

het ICES gebied IV ten noorden van 53º30'NB

26.579

 
 

ICES gebieden IVc en VIId

10.092

 
 

EU wateren en internationale wateren van de ICES gebieden Vb, VIb en VIa-Noord

2.432

 
 

ICES gebieden VIa-Zuid, VIIb en VIIc

406

 
 

ICES gebieden VIIg, VIIh, VIIj en VIIk

815

 
    

Heek

EU wateren van de ICES gebieden IIa en IV

64

 

Merluccius merluccius

ICES gebieden VI en VII, de EU wateren en internationale wateren van het ICES gebied Vb en de internationale wateren van de ICES gebieden XII en XIV

183

 

ICES gebieden VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe

18

 
   

Horsmakreel

EU wateren van de ICES gebieden IVb, IVc en VIId

12.310

 

Trachurus spp.

EU wateren van de ICES gebieden IIa, IVa, VI, VIIa, VIIb, VIIc, VIIe, VIIf, VIIg VIIh, VIIj, VIIk, VIIIa, VIIIb, VIIId, VIIIe en de EU wateren en internationale wateren van het ICES gebied Vb en de internationale wateren van de ICES gebieden XII en XIV

48.719

 
    

Kabeljauw

ICES gebied IV, de EU wateren van het ICES gebied IIa en het

2.575

 

Gadus morhua

ICES gebied IIIa tot aan het Skagerrak

  

ICES gebieden VIIb, VIIc, VIIe, VIIf, VIIg VIIh, VIIj, VIIk, VIII, IX, X en de EU wateren van het CECAF gebied 34.1.1

1

 

ICES gebied VIId

39

 

Skagerrak

19

 

ICES gebied VIIa

2

 
    

Koolvis

ICES gebied IIIa en IV en de EU wateren van de ICES gebieden IIa, IIIb, IIIc en subdivisies 22-32

96

 

Pollachius virens

    

Langoestine

EU wateren van de ICES gebieden IIa en IV

631

 

Nephrops norvegicus

  
    

Leng

EU wateren van het ICES gebied IV

5

 

Molva molva

Noorse wateren van het ICES gebied IV

1

 
    

Makreel

Scomber scombrus

ICES gebieden IIIa en IV en de EU wateren van de ICES gebieden IIa, IIIb, IIIc en subdivisies 22-32

ICES gebieden VI, VII en VIIIa, VIIIb, VIIId, VIIIe, de EU wateren

en internationale wateren van het ICES gebied Vb en de

internationale wateren van de ICES gebieden IIa, XII en XIV

1.348

24.002

2)3)

4)5)

    

Noordse Garnaal

EU wateren van de ICES gebieden IIa en IV

25

 

Pandalus borealis

  
    

Roggen

EU wateren van de ICES gebieden IIa en IV

201

6)7)8)

Rajidae

EU wateren van de ICES gebieden VIa, VIb, VIIa, VIIb, VIIc, VIIe, VIIf, VIIg, VIIh, VIIj en VIIk

4

9)10)11)

EU wateren van het ICES gebied VIId

4

12)13)14)

    

Schar en Bot

EU wateren van de ICES gebieden IIa en IV

11.421

 

Limanda limandaenPlatichthys flesus

  
  
    

Schartong

EU wateren van de ICES gebieden IIa en IV

24

 

Lepidorhombus spp.

  
    

Schelvis

ICES gebied IV en de EU wateren van het ICES gebied IIa

147

 

Melanogrammus aeglefinus

ICES gebied IIIa en de EU-wateren van de ICES gebieden IIIb, IIIc en subdivisies 22-32

2

 
   
    

Pleuronectes platessa

Schol

ICES gebied IV, de EU wateren van het ICES gebied IIa en het

26.485

 

ICES gebied IIIa tot aan het Skagerrak

  
 

Skagerrak

1.190

 

ICES gebied VIIh,VIIj en VIIk

46

 
 

ICES gebied VIIa

13

 
    

Sprot

EU wateren van de ICES gebieden IIa en IV

1.719

 

Sprattus sprattus

ICES gebieden VIId en VIIe

379

 
   
    

Tarbot en Griet

EU wateren van de ICES gebieden IIa en IV

2.579

 

Psetta maxima en Scopthalmus rhombus

  
    

Tong

EU wateren van de ICES gebieden II en IV

10.571

 

Solea solea

Skagerrak en de subdivisies 22-32

68

 

ICES gebied VIIh, VIIj en VIIk

56

 

ICES gebied VIIIa en VIIIb

292

 

ICES gebied VIIa

56

 
    

Tongschar en Witje

EU wateren van de ICES gebieden IIa en IV

793

 

Microstomus kitten Glyptocephalus cynoglossus

  
    

Wijting

ICES gebied IV en de EU wateren van het ICES gebied IIa

714

 

Merlangius merlangus

ICES gebieden VIIb, VIIc, VIId, VIIe, VIIf, VIIg, VIIh, VIIj en VIIk

79

 

Skagerrak

3

 
    

Zeeduivel

EU wateren van de ICES gebieden IIa en IV

258

15)

Lophiidae

Noorse wateren van het ICES gebied IV

16

 

ICES gebied VI, de EU wateren van het ICES gebied Vb en de internationale wateren van de ICES gebieden XII en XIV

189

 
 

ICES gebied VII

386

16)

    

Andere soorten

Noorse wateren van het ICES gebied IV

200

17)

Voetnoten:

1) Waarvan tot 68% mag worden gevangen in de Noorse Economische Zone of in de visserijzone van Jan Mayen.

2) Waarvan niet meer dan 490 ton mag worden gevangen in de ICES gebieden IIIa, IVb en IVc.

3) Mag ook worden gevangen in de Noorse wateren van ICES gebied IVa.

4) Van deze hoeveelheid mag niet meer dan 9.657 ton worden gevangen in de periode van 1 januari tot en met 15 februari en van 1 september tot en met 31 december in de EU wateren van het ICES gebied IVa.

5) Van deze hoeveelheid mag niet meer dan 882ton worden gevangen in de Noorse wateren van het ICES gebied IVa.

6) Vangsten van de Koekoeksrog (Leucoraja naevus) (RJN/2C4-C), Stekelrog (Raja Clavata) (RJC/2AC4-C), Blonde rog (Raja brachyuran)(RJH/2AC4-C), Gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/2AC4-C) en de Sterrog (Amblyraja radiata) RJR/2AC4-C) moeten afzonderlijk worden gerapporteerd.

7) Voor vissersvaartuigen met een lengte over alles van meer dan 15 meter geldt dat deze soort per visreis niet meer dan 25% levend gewicht mag bedragen van het totaal van de vangsten aan boord.

8) Geldt niet voor de vleet (Dipturus batis). Vangsten van deze soort mogen niet aan boord worden gehouden en moeten snel en ongedeerd over boord worden gezet.

9) Vangsten van de Koekoeksrog (Leucoraja naevus) (RJN/67AKXD), Stekelrog (Raja Clavata) (RJC/67AKXD), Blonde rog (Raja brachyuran)(RJH/67AKXD), Gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/67AKXD), de Kleinoogrog (Raja micoocellata)(RJE/67AKXD), de Zandrog (Leucoraja circularis)(RJI/67AKXD) en de Shagreenrog (Leucoraja fullonica) RJF/67AKXD) moeten afzonderlijk worden gerapporteerd.

10) Waarvan maximaal 5% mag worden gevangen in het ICES gebied VIId.

11) Geldt niet voor de golfrog (Raja undulata), de gewone vleet (Dipturus batis), de Noorse vleet (Raja Dipturus) nidarosiensis) en de spitsneusrog (Rostroraja alba). Vangsten van deze soort mogen niet aan boord worden gehouden en moeten snel en ongedeerd over boord worden gezet.

12) Vangsten van de Koekoeksrog (Leucoraja naevus) (RJN/07D), Stekelrog (Raja Clavata) (RJC/07D), Blonde rog (Raja brachyuran)(RJH/07D), Gevlekte rog (Raja montagui) (RJM//07D) en de sterrog (Amblyraja radiata) RJR/07D) moeten afzonderlijk worden gerapporteerd.

13) Waarvan maximaal 5% mag worden gevangen in de EU wateren van de ICES gebieden VIa, VIb, VIIa-c en VIIe-k.

14) Geldt niet voor de gewone vleet (Dipturus batis) en de golfrog (Raja undulata). Vangsten van deze soort mogen niet aan boord worden gehouden en moeten snel en ongedeerd over boord worden gezet.

15) Waarvan maximaal 5% mag worden gevangen in de EU-wateren van het ICES gebied VI, EU wateren en internationale wateren van het ICES gebied Vb en internationale wateren van de ICES gebieden XII en XIV.

16) Waarvan maximaal 5% mag worden gevangen in de EU wateren van de ICES gebieden VIIIa, VIIIb, VIIId, VIIIe.

17) Andere soorten dan: haring, kabeljauw, koolvis, makreel, schelvis, schol en wijting.

BIJLAGE C Totaal voor de gezamenlijke vissers van de lidstaten van de EU in het kalenderjaar 2011 te vangen hoeveelheden (x 1.000 kg in levend gewicht) als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel b

Vissoort

Gebied

Hoeveelheid

 
    

Blauwe leng

EU wateren en internationale wateren van de ICES gebieden II, IV

4

1)

Molva dypterygia

EU wateren en internationale wateren van de ICES gebieden Vb, VI en VII

5

1)

Internationale wateren van het ICES gebied XII

2

1)

    

Evervissen

EU wateren en internationale wateren van de ICES gebieden VI, VII en VIII

1.650

 

Caproidae

  
  
    

Grenadiervis

EU wateren en internationale wateren van de ICES gebieden Vb, VI, VII en XIIb

5

1)

Coryphaenoides rupestris

  
   

Kabeljauw

ICES gebieden I en IIb

250

 

Gadus morhua

  
    

Leng

EU wateren en internationale wateren van de ICES gebieden I en II

4

1)

Molva molva

  
    

Torsk

EU wateren en internationale wateren van de ICES gebieden I, II en XIV

3

1)

Brosme brosme

EU wateren van het ICES gebied IV

5

1)

EU wateren en internationale wateren van de ICES gebieden V, VI en VII

4

1)

  
  
    

Zwarte haarstaartvis

EU wateren en internationale wateren van de ICES gebieden V, VI, VII en XII

6

1)

Aphanopus carbo

  
  
    

Zeebrasem

EU-wateren en internationale wateren van de ICES gebieden VI, VII en VIII

6

1)2)

Pagellus bogaraveo

  

Voetnoten:

1) Uitsluitend voor bijvangsten, gerichte visserij niet toegestaan.

2) Van de aangelande hoeveelheden mag niet meer dan 15% een minimummaat van 30 cm hebben. Daarboven geldt een minimummaat van 35 cm.

BIJLAGE D De vissoorten, bedoeld in artikel 11, eerste lid, de vangstgebieden, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel n, en de percentages, bedoeld in artikel 11, eerste lid

Vissoort

Gebied

Percentage

Blauwe wijting

EU wateren en internationale wateren van de ICES gebieden I, II, III, IV, V, VI, VII, VIIIa, VIIIb, VIIId, VIIIe, XII en XIV

15,0303

Grote Zilversmelt

EU wateren en internationale wateren van de ICES gebieden V, VI en VII

91,9841

Haring

EU wateren, Noorse wateren en internationale wateren van de ICES gebieden I en II

66,5736

EU wateren en Noorse wateren van het ICES gebied IV ten noorden van 53°30'NB

123,1754

ICES gebieden IVc en VIId

123,2210

EU wateren en internationale wateren van de ICES gebieden Vb, VIb en VIa-Noord

91,5186

ICES gebieden VIa-Zuid, VIIb en VIIc

59,0627

ICES gebieden VIIg, VIIh, VIIj en VIIk

130,7200

Horsmakreel

EU wateren van de ICES gebieden IIa, IVa, VI, VIIa, VIIb, VIIc, VIIe, VIIf, VIIg, VIIh, VIIj, VIIk, VIIIa, VIIIb, VIIId, VIIIe en de EU wateren en internationale wateren van het ICES gebied Vb en de internationale wateren van de ICES gebieden XII en XIV

99,1773

EU wateren van de ICES gebieden IVb, IVc en VIId

97,9438

Kabeljauw

ICES gebied IV, de EU wateren van het ICES gebied IIa en het ICES gebied IIIa tot aan het Skagerrak

79,8436

Makreel

ICES gebieden VI, VII, VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe, de EU wateren en internationale wateren van het ICES gebied Vb en de internationale wateren van de ICES gebieden IIa, XII en XIV

87,5758

Schol

ICES gebied IV, de EU wateren van het ICES gebied IIa en het ICES gebied IIIa tot aan het Skagerrak

115,6252

Tong

EU wateren van de ICES gebieden II en IV

 99,9139

Wijting

ICES gebied IV en de EU wateren van het ICES gebied IIa

121,7630

BIJLAGE E De hoeveelheden, bedoeld in de artikelen 26, 27 en 28

Artikel

Vissoort

Hoeveelheid

Artikel 26, eerste lid, onderdeel a

Kabeljauw:

130 kilogram

Wijting:

48 kilogram

Artikel 26, eerste lid, onderdeel b

Kabeljauw:

40.114 kilogram

Wijting:

8.050 kilogram

Artikel 27, eerste lid, onderdeel a

Makreel:

147 kilogram

Artikel 27, eerste lid, onderdeel b

Makreel:

4.266 kilogram

Artikel 28

Horsmakreel:

490.611 kilogram

BIJLAGE F Totale toegestane visserij-inspanning, uitgedrukt in kW dagen per categorie vistuig en per (gedeelte van de) beheersperiode als bedoeld in artikel 33, tweede lid, onderdeel b

Vistuigcategorieën

Vistuig-categorie code

Visserij-inspanning in de maanden februari tot en met mei 2011

Visserij-inspanning in de maanden juni tot en met september 2011*

Visserij-inspanning in de maanden oktober 2011 tot en met januari 2012*

Bodemtrawls en zegens (vistuigtypen OTB, OTT, PTB, SDN, SSC, SPR) met een maaswijdte:

    

gelijk aan of groter dan 100 mm

TR1

78.627

188.703

47.176

gelijk aan of groter dan 70 mm en kleiner dan 100 mm

TR2

228.615

457.228

228.615

Vistuigcategorieën

Vistuig-categorie code

Visserij-inspanning in de maanden februari 2011 tot en met januari 2012

Bodemtrawls en zegens (vistuigtypen OTB, OTT, PTB, SDN, SSC, SPR) met een maaswijdte:

  

gelijk aan of groter dan 16 mm en kleiner dan 32 mm;

TR3

36.617

   

Boomkorren (vistuigtype TBB) met een maaswijdte:

  

gelijk aan of groter dan 120 mm;

BT1

999.808

gelijk aan of groter dan 80 mm en kleiner dan 120 mm;

BT2

25.000.000

   

Kieuwnetten en warrelnetten (vistuigtype GN)

GN

438.664

Voetnoot

* De bij dit gedeelte van de beheersperiode vermelde visserij-inspanning wordt vermeerderd of in voorkomend geval verminderd met de visserij-inspanning die in het voorgaande deel van de beheersperiode in 2011 niet respectievelijk te veel, is benut.

TOELICHTING

Algemeen

In de Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij en de Regeling technische maatregelen 2000 zijn onder meer de maximaal toegestane vangstmogelijkheden voor 2010 en een aantal daaraan gerelateerde aanvullende voorschriften opgenomen. Deze vangstmogelijkheden zijn gebaseerd op Verordening (EU) nr. 53/2010 van de Raad van de Europese Unie van 14 januari 2010 tot vaststelling, voor 2010, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de EU en, voor vaartuigen van de EU, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1359/2008, Verordening (EG) nr. 754/2009, Verordening (EG) nr. 1226/2009 en Verordening (EG) nr. 1287/2009 (PbEU L 21). De vangstmogelijkheden en de daaraan gerelateerde aanvullende voorschriften worden jaarlijks door de Raad van de Europese Unie aangepast. Op 14 december 2010 heeft de Raad van de Europese Unie de verordening met de vangstmogelijkheden voor het jaar 2011 vastgesteld (Verordening van 14 december 2010 van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling, voor 2011, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn).

Voorts zijn in voornoemde regelingen opgenomen de vangstmogelijkheden gebaseerd op Verordening (EG) nr. 1359/2008 van de Raad van de Europese Unie van 28 november 2008 tot vaststelling, voor 2009 en 2010, van de vangstmogelijkheden voor vaartuigen van de Gemeenschap voor bepaalde bestanden van diepzeevissen (PbEU L 352). Dit is de tweejaarlijkse verordening inzake vangstmogelijkheden voor bepaalde diepzeesoorten. Deze vangstmogelijkheden zijn eveneens op 14 december door de Raad van de Europese Unie aangepast (Verordening van 14 december 2010 tot vaststelling, voor 2011 en 2012, van de vangstmogelijkheden voor EU-vaartuigen voor bepaalde bestanden van diepzeevissen).

Door middel van deze wijzigingsregeling wordt aan de hiervoor genoemde verordeningen uitvoering gegeven.

De aan Nederland toegewezen vangstmogelijkheden zijn opgenomen in de gewijzigde bijlagen 2 en 3 van de Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij. In bijlage 1 zijn de soorten opgenomen waarvoor in de, eveneens in bijlage 1, genoemde gebieden een totaal vangstverbod geldt (Artikel I, onderdeel Q).

Door het vervangen van bijlage 4 en 5 wordt nationaal uitvoering gegeven aan laatstgenoemde verordening. De aan Nederland toegekende vangstmogelijkheden worden verdeeld in individuele contingenten.

Tevens zijn de gewijzigde aanvullende voorschriften in de Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij en in de Regeling technische maatregelen 2000 doorgevoerd en zijn de verwijzingen naar de verordening geactualiseerd (Artikel I, onderdelen A, C, F, H en O en Artikel II, onderdelen A, B, C, E en F). Ook zijn de verwijzingen naar de nieuwe zogenoemde verordening inzake vangstmogelijkheden in de Regeling eisen, administratie en registratie inzake uitoefening visserij en in de Regeling stelselmatige controle bij aanlanding 1988 aangepast (Artikel III, onderdeel A en Artikel IV).

Voordat de Europese lidstaten onderling onderhandelen over het vaststellen van de vangstmogelijkheden, is het gebruikelijk dat de Europese Commissie eerst met de Faeröer Eilanden onderhandelt over de visbestanden waarop zowel de Faeröer Eilanden als de Europese lidstaten aanspraak maken. Omdat dit jaar de onderhandelingen met de Faeröer Eilanden niet voor de Landbouw- en Visserijraad van december 2010 waren afgerond, is door de visserijministers overeengekomen om voor 2011 voorlopige vangsthoeveelheden vast te stellen voor een aantal bestanden waarop Nederlandse en vissers uit de Faeröer Eilanden gezamenlijk vissen. Zodra deze onderhandelingen in 2011 zijn afgerond, zullen de definitieve vangstmogelijkheden in de relevante visserijregelingen worden gewijzigd.

Met de wijziging van de Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij wordt tevens uitvoering gegeven aan bijlage IIa van de verordening inzake vangstmogelijkheden. In deze bijlage wordt vastgesteld hoeveel visserij-inspanning aan elke lidstaat wordt toegekend in het kader van verordening nr. 1342/2008 tot vaststelling van een langetermijnplan voor kabeljauwbestanden. Hieraan is uitvoering gegeven in bijlage 6 (Artikel I, onderdeel Q, onderdeel 2). Deze wijziging zal met ingang van 1 februari 2010 in werking treden.

Voorts is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de omschrijving van de begrippen ‘Minister’ en ‘Ministerie’ in een aantal visserijregelingen in overeenstemming te brengen met de nieuwe departementsindeling (Artikel I, onderdelen A en K, Artikel II, onderdeel A, Artikel III, onderdelen A en B, en de Artikelen IV tot en met VIII).

Tot slot zijn een aantal wijzigingen doorgevoerd die worden toegelicht in de artikelsgewijze toelichting.

Administratieve lasten

Deze wijzigingsregeling bevat geen nieuwe informatieverplichtingen.

Afwijking Vaste Verandermomenten

Deze regeling treedt op 1 januari 2011 in werking, met uitzondering van de gewijzigde visserij-inspanning die op 1 februari 2011 in werking treedt. De vaststelling van de hieraan ten grondslag liggende EU-regelgeving in de Europese Raad van 14 december 2010 brengt met zich dat niet voldaan kan worden aan een van de uitgangspunten van het systeem van Vaste Verandermomenten dat regelgeving minimaal drie maanden voorafgaande aan de inwerkingtreding wordt gepubliceerd, zoals neergelegd in de brief van de voormalige Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 28 april 2008 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2007/08, 29 515 en 31 201, nr. 243).

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A en onderdeel Q

Door middel van de in het tweede lid opgenomen wijziging wordt in de omschrijving van het begrip ‘deelgebied, sector of deelsector’ niet langer verwezen naar de in de voormalige bijlage 1 opgenomen gebieden, maar naar de gebieden zoals deze zijn omschreven in artikel 4 van de verordening inzake vangstmogelijkheden. Dit zijn onder meer de zogenoemde ICES-deelgebieden en -sectoren en de gebieden die zijn afgebakend op basis van een aantal internationale visserij-verdragen.

Door het vervallen van de voormalige bijlage 1, worden de overige bijlagen (voorheen bijlage 2 tot en met 7) thans vastgesteld als bijlage 1 tot en met 6.

Onderdelen C, H en O

Op grond van artikel 6d van het Reglement zee- en kustvisserij 1977 kan ontheffing worden verleend van onder meer de Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij. Een dergelijke ontheffing kan uiteraard alleen worden verleend indien dit in overeenstemming is met de Europese regelgeving terzake. Dit is onder meer het geval indien het wetenschappelijk onderzoek betreft waarbij netaanpassingen worden beproefd of waarbij wordt geëxperimenteerd naar het gescheiden vangen van bepaalde vissoorten. Op grond van artikel 33, zesde lid, van de zogenoemde Controleverordening (Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van de Europese Unie van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 ;PbEU L 343) geldt dat vangsten voor wetenschappelijk onderzoek die op de markt worden gebracht en verkocht, in mindering op het betrokken quotum van de vlaggenlidstaat worden gebracht voor zover zij 2 % van de betrokken quota te boven gaan. In het negende lid van artikel 33 van voornoemde verordening is een soortgelijke bepaling voor visserij-inspanning opgenomen. Aan deze EU-bepalingen wordt uitvoering gegeven door middel van de in de onderdelen C en O opgenomen wijzigingen van artikel 3, eerste lid, onderdeel a, onderscheidenlijk artikel 34, eerste lid, van de Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij.

Voorts voorziet artikel 7 van de verordening inzake vangstmogelijkheden in de mogelijkheid om een aanvullende ontheffing te verlenen van de vangstbeperkingen voor pilots naar volledig gedocumenteerde visserij, indien wordt voldaan aan de in het tweede lid van dat artikel vermelde voorwaarden. Vissers die aan een dergelijke pilot deelnemen kunnen ontheffing krijgen van de verboden, genoemd in artikel 2, eerste lid, en van artikel 10, voor een in die ontheffing vast te stellen hoeveelheid. Deze hoeveelheid bedraagt een percentage van het contingent waarover de desbetreffende visser beschikt. Anders dan het contingent zelf is de ontheffing persoonsgebonden en kan de daarin opgenomen hoeveelheid niet worden overgedragen of worden ingebracht ten behoeve van een groepscontingent.

Artikel II, onderdeel D

Ingevolge artikel 8, tweede lid, onderdeel b, van de Regeling technische maatregelen 2000 is het toegestaan om te vissen met een pulskor in een deel van de Noordzee mits men daartoe toestemming van de minister heeft. Het vistuig moet aan een aantal voorwaarden voldoen, onder meer ten aanzien van het maximale vermogen en voltage. Deze voorziening betreft een pilot waarmee onder meer de effecten van de pulskorvisserij in beeld gebracht worden. Om deze effecten te kunnen evalueren, kan het noodzakelijk zijn nadere voorschriften aan de toestemming te verbinden. De mogelijkheid daartoe is thans in het vierde lid van artikel 8 opgenomen.

Artikel III, onderdeel C

Op grond van de Regeling eisen, administratie en registratie inzake uitoefening visserij gelden verplichtingen om gegevens te administreren en te verstrekken. Deze gegevens strekken er onder meer toe om de vangsten en aanlandingen van de diverse vissoorten vast te stellen. Deze aangevoerde hoeveelheden vis worden op grond van artikel 3, eerste lid, van de Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij in mindering gebracht op de hoeveelheden, bedoeld in bijlage 2 en 3 van die regeling. Uiteraard moeten de te administreren gegevens een juiste weergave van de werkelijkheid zijn. Dit geldt niet alleen voor de gegevens waarnaar voorheen expliciet in artikel 37 werd verwezen, maar voor alle gegevens die op grond van die regeling moeten worden bijgehouden en moeten worden verstrekt. Met het oog daarop is in artikel 37 thans ten algemene voorgeschreven dat het bijhouden en verstrekken van gegevens volledig en naar waarheid moet plaatsvinden.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

overeenkomstig het door de staatssecretaris genomen besluit:

de directeur-generaal,

J.P. Hoogeveen.

Naar boven