Regeling van de Minister voor Immigratie en Asiel van 22 december 2010, nummer 5678736/10, houdende wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (honderdeneerste wijziging)

De Minister voor Immigratie en Asiel,

Gelet op artikel 24, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000 en artikel 2.11, derde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Voorschrift Vreemdelingen 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Bijlage 6c, behorend bij artikel 2.9, komt te luiden als aangegeven in de bijlage.

B

In de artikelen 3.34, derde tot en met vijfde lid, 3.34a, eerste lid, 3.34c, derde en vierde lid, 3.34d, tweede en derde lid, 3.34g, tweede tot en met vijfde lid, 3.34h, eerste en tweede lid, 3.34j, tweede en derde lid en 3.34k, tweede en derde lid, wordt ‘€ 41’ vervangen door: € 43.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 22 december 2010

De Minister voor Immigratie en Asiel a.i.,

J.P.H. Donner.

BIJLAGE 6C, BEHOREND BIJ ARTIKEL 2.9 VAN HET VOORSCHRIFT VREEMDELINGEN 2000

TOELICHTING

Algemeen

Met deze wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 is een nieuw formulier voor het bewijs van garantstelling en/of particuliere logiesverstrekking ten behoeve van een aanvraag om een visum kort verblijf opgenomen in bijlage 6c en is het legestarief voor onder andere EU-documenten wegens de jaarljkse indexatie aangepast.

Artikelsgewijs

A

Artikel 14, vierde lid, van de Verordening (EG) nr. 810/2009 tot een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode) bepaalt dat de lidstaten kunnen verlangen dat een aanvrager van een Schengenvisum een bewijs van garantstelling en/of particuliere logiesverstrekking overlegt dat is opgesteld door de lidstaat. Ingevolge voornoemd artikel dient het formulier met name de in dat artikel neergelegde gegevens te bevatten en dient het formulier in ten minste één andere officiële taal van de instellingen van de EU te zijn opgesteld. Verder dient het formulier informatie te behelsen over invoering en opslaan van vermelde gegevens in het Visum Informatie Systeem (VIS). Het nieuwe formulier voldoet aan de eisen die de Visumcode daaraan stelt.

Voorts beoogt het nieuwe formulier het voorkomen van malafide garantstelling en andere garantstelling die onvoldoende zekerheid biedt voor kostenverhaal. De formulering van datgene waar de garantsteller zich aan commiteert is verduidelijkt ten opzichte van het oude garantstellingsformulier. Het bedrag voor de betaling van de kosten van het verblijf, de medische verzorging en de repatriëring, die worden veroorzaakt door de aanvrager, is verhoogd van maximaal € 5.000,– naar maximaal € 10.000 per jaar, zodat dit beter aansluit bij de werkelijke kosten en er meer afschrikwekkende werking vanuit gaat voor de malafide garantsteller.

Het formulier maakt een onderscheid tussen logiesverstrekking en garantstelling. Door middel van dit gestandaardiseerd formulier is het mogelijk om voor een vreemdeling die over voldoende middelen beschikt, enkel een logiesverklaring af te geven.

Eerder werd veelal verlangd dat de uitnodigingsbrief waaruit bleek dat de visumplichtige vreemdeling bij betreffende logiesverstrekker zou kunnen verblijven door de gemeente was gelegaliseerd. Met het oog op duidelijkheid naar de burger en het voorkomen van misbruik is de eis van legalisatie door de gemeente van de handtekening tot uitdrukking gebracht in het formulier. De eis geldt zowel voor garantstelling als voor logiesverstrekking. Indien geen legalisatie heeft plaatsgevonden kan in beginsel geen waarde worden gehecht aan de overgelegde verklaring.

B

Het legestarief voor aanvragen van een EU-document, een verblijfsvergunning voor personen die in aanmerking komen voor de terugkeeroptie op grond van artikel 8 van de Remigratiewet, een verblijfsvergunning voor jongeren die in het kader van Working Holiday Scheme, Working Holiday Programme en Young workers exchange programme, een verblijfsvergunning van een vreemdeling die valt onder artikel 41, eerste lid, van het op 23 november 1970 te Brussel tot stand gekomen Aanvullend Protocol bij de op 12 september 1963 te Ankara gesloten Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije (Trb. 1971,70) of artikel 6, 7 of 13 van het Besluit 1/80 van de Associatieraad EEG-Turkije betreffende de ontwikkeling van de Associatie en de vijfjaarlijkse vervanging van het document voor houders van een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd en houders van een document duurzaam verblijf voor EU-burgers, wordt verhoogd van € 41 naar € 43. De hoogte van dit legestarief is gerelateerd aan het bedrag dat wordt vastgesteld voor de identiteitskaart conform het Besluit Paspoortgelden. Het bedrag voor een identiteitsdocument wordt jaarlijks geïndexeerd. Per 1 januari 2011 bedraagt het legesbedrag dat gemeenten conform het Besluit paspoortgelden (Stb. 2010, 798) maximaal mogen heffen voor een Nederlandse identiteitskaart € 43,89. Bij dit maximale bedrag is aangesloten.

De Minister voor Immigratie en Asiel a.i.,

J.P.H. Donner.

Naar boven