De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op artikel 17a, derde lid, Financiële-verhoudingswet;
Besluit:
TOELICHTING
Algemeen
Naar aanleiding van het rapport ‘Anders gestuurd, beter bestuurd: de specifieke uitkeringen doorgelicht’ van de stuurgroep
Brinkman (Kamerstukken II 2004/05, 29 800 B, nr. 16) heeft het kabinet besloten tot een verantwoording op hoofdlijnen van specifieke uitkeringen. Dit is het principe van ‘single
audit/single information’ (sisa). Daarbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij het jaarverslag en bijbehorende jaarrekening
van gemeenten, gemeenschappelijke regelingen en provincies zelf. In de jaarstukken wordt per specifieke uitkering aan de hand
van een beperkt aantal indicatoren verantwoording afgelegd. Deze wijze van verantwoording is met de wet van 3 juli 2008 tot
wijziging van de Financiële-verhoudingswet en enkele andere wetten in verband met het stellen van nadere regels over uitkeringen
uit de algemene fondsen en over specifieke uitkeringen(Stb. 312) wettelijk verankerd in de Financiële-verhoudingswet en enkele andere wetten, nadat het principe van sisa al eerder door
middel van koninklijk besluit van 4 juli 2006, houdende wijziging van het Besluit financiële verhouding 2001 en enkele andere
besluiten in verband met invoering van single-information en single-audit voor specifieke uitkeringen (Stb. 328) is neergelegd in het Besluit financiële verhouding 2001, het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten
en het Besluit accountantscontrole decentrale overheden.
In onderhavige regeling worden nadere regels gesteld over het verstrekken van de informatie volgens het principe van sisa.
Deze regeling is gebaseerd op artikel 17a, derde lid, van de Financiële-verhoudingswet.
Artikelsgewijs
Artikel 2
In aanvulling op wat hierover is bepaald in artikel 17a, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet bepaalt dit artikel
dat de in genoemd wetsartikel vermelde stukken vergezeld gaan van een aanbiedingsbrief van het dagelijks bestuur van de medeoverheid.
Hierin wordt tenminste vermeld dat de jaarstukken zijn vastgesteld en dat de informatie die wordt toegezonden overeenstemt
met de vastgestelde jaarstukken.
Artikel 3
Dit artikel heeft betrekking op de inrichting van het verslag van bevindingen en met name op het daarin opnemen van een tabel
met fouten en onzekerheden over specifieke uitkeringen. Die tabel is opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling. De tabel wordt
jaarlijks aangepast, omdat de specifieke uitkeringen deel uitmaken van de tabel en de specifieke uitkeringen die onderdeel
uitmaken van SiSa per verantwoordingsjaar kunnen verschillen. De te gebruiken tabel wordt via internet ter beschikking gesteld.
Artikel 4
De in artikel 4 genoemde bijlage 2 bij deze regeling heeft betrekking op nadere voorschriften over de elektronische aanlevering
van de in de artikelen 2 en 3 bedoelde informatie. Deze voorschriften zijn van belang voor de verdere verwerking van de aangeleverde
informatie, waarvan een toets op correcte en volledige aanlevering (de zogenoemde plausibiliteitstoets) deel uitmaakt. Deze
toets wordt grotendeels geautomatiseerd uitgevoerd.
Artikel 5
De in dit artikel genoemde mededeling van de minister aan het dagelijks bestuur van de medeoverheid heeft tot doel kenbaar
te maken of de verstrekte informatie al dan niet voldoet aan de artikelen 2 tot en met 4 van deze regeling.
Artikel 6
Een gemeente of provincie of gemeenschappelijke regeling kan besluiten om de jaarstukken te herzien en opnieuw vast te stellen.
In dit artikel gaat het over herziening van de informatie nadat de mededeling is gedaan dat de ingezonden informatie aan de
voorschriften voldoet. De reden van de herziening van de jaarstukken kunnen divers zijn. Daarom dient in de aanbiedingsbrief
inzicht te worden geboden in de reden van wijzigingen en wat er precies is gewijzigd. Verder gelden ook voor de herziene aanlevering
de voorschriften die in de artikelen 2 tot en met 4 van deze regeling zijn opgenomen. Voor aanlevering van herziene informatie
gelden de bijlagen 1 en 2 van het verantwoordingsjaar waarop de herziene informatie betrekking heeft.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.P.H. Donner.