Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 16 december 2010, nr. MC-U-3041144, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg, inzake de budgetcorrectie ten behoeve van Fonds Ziekenhuis Opleidingen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Na 16 augustus 2010 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II, 2009/10, 29 282, nr. 104h);

Gezien het verslag van een schriftelijk overleg van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 24 november 2010 inzake voorhang overheveling middelen uit ziekenhuisbudgetten naar Fonds Ziekenhuis Opleidingen (Kamerstukken II, 2010/11, 29 282, nr. 108);

Besluit:

Artikel 1

Deze aanwijzing is van toepassing op zorg geleverd door instellingen voor medisch specialistische zorg met uitzondering van epilepsie-inrichtingen, instellingen voor revalidatie en long/astmacentra waarop in 2011 de budgetsystematiek van toepassing is, te weten: de algemene en academische ziekenhuizen, de radiotherapeutische centra en de dialysecentra, verder te noemen ziekenhuizen.

Ter uitvoering van dit besluit stelt de Nederlandse Zorgautoriteit, verder te noemen zorgautoriteit, beleidsregels vast.

Artikel 2

Aan ziekenhuizen wordt per 1 januari 2011 een neerwaartse macrobudgetcorrectie van structureel € 111,7 miljoen (prijspeil 2010) opgelegd in verband met de overheveling van de kosten voor het opleiden van gespecialiseerde verpleegkundigen en medisch ondersteunend personeel.

Artikel 3

Voor de verdeling van de in artikel 2 vermelde neerwaartse budgetcorrectie gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1. De toedeling van het macrobedrag van € 111,7 miljoen naar het niveau van de individuele ziekenhuizen dient te geschieden op basis van het aandeel van het individuele ziekenhuis in het macrobudget in het basisjaar.

  • 2. Het basisjaar waarop het macrobudget en de standen van de individuele ziekenhuizen betrekking hebben en de daarbij te hanteren peildatum worden door de zorgautoriteit nader vastgesteld.

  • 3. Het macrobudget en de standen van de individuele ziekenhuizen hebben betrekking op het A- en B-segment tezamen. Bij de toedeling van het macrobedrag wordt de omvang van het vrije B-segment in de verdeelgrondslag betrokken.

  • 4. Het macrobudget en de standen van de individuele ziekenhuizen worden uitsluitend geschoond voor loonkosten medische specialisten en aios, inclusief schoning voor loonkosten medisch specialisten en aios academische component (waarbij de technische uitwerking van deze schoning mede afhankelijk is van de keuze van het basisjaar).

Artikel 4

De op basis van de voorgaande per individuele instelling berekende budgetcorrectie wordt verwerkt als nominaal bedrag in het A-segment en is onderhevig aan nominale aanpassingen (indexering). De eerste nominale aanpassing vindt plaats over het jaar 2011 waarmee de budgetcorrectie op het prijspeil 2011 wordt gebracht.

Artikel 5

Deze aanwijzing treedt terstond in werking en wordt met de toelichting in de Staatcourant geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers.

TOELICHTING

Algemeen

Ziekenhuizen zijn zelf verantwoordelijk voor het opleiden van gespecialiseerde verpleegkundigen en medisch ondersteunend personeel. De kosten voor het opleiden van personeel zijn impliciet in de budgetten van de ziekenhuizen verwerkt. De afgelopen jaren is duidelijk geworden dat hierbij sprake is van een vorm van marktfalen. Er werd door de ziekenhuizen niet altijd voldoende personeel opgeleid voor de betreffende functies. Hierdoor dreigen er tekorten te ontstaan. Aangezien het hierbij veelal gaat om cruciale functies, kan dat leiden tot problemen in de zorgvoorziening. Daarop is in overleg met de NVZ en de NFU besloten om tot een aanpassing van het huidige systeem te komen. Alle ziekenhuizen zullen met deze aanwijzing een bijdrage leveren aan de kosten voor het opleiden van gespecialiseerd personeel en individuele ziekenhuizen krijgen tegelijkertijd sterkere prikkels om daadwerkelijk op te leiden. Daartoe wordt op de VWS-begroting het Fonds Ziekenhuis Opleidingen (FZO) ingesteld. Dat fonds wordt gevuld met de middelen die met deze budgetcorrectie vrijkomen. Deze generieke budgetoverheveling betekent dat alle ziekenhuizen bijdragen aan de vulling van het fonds, ook de ziekenhuizen die op dit moment geen opleidingsinspanningen verrichten.

Met de middelen van het FZO kan door ziekenhuizen subsidie worden aangevraagd voor het opleiden van IC-verpleegkundige, IC-neonatologie verpleegkundige, IC-kinderverpleegkundige, kinderverpleegkundige, dialyseverpleegkundige, oncologieverpleegkundige, SEH-verpleegkundige, obstetrieverpleegkundige, operatieassistent, anesthesiemedewerker, radiodiagnostisch laborant, radiotherapeutisch laborant en klinisch perfusionist. De voorwaarden voor subsidiering uit het FZO worden apart vastgesteld middels een nog te verschijnen subsidieregeling.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Dit artikel bepaalt de werkingssfeer van de aanwijzing.

Artikel 2

Dit artikel bepaalt de omvang van de budgetcorrectie. De budgetoverheveling naar de begroting van VWS in 2011 is gebaseerd op de gemiddelde opleidingsinspanningen van de ziekenhuizen in de jaren 2006 tot en met 2008 en komt daarmee uit op een structurele overheveling van € 111,7 miljoen (prijspeil 2010). Hiernaast bepaalt dit artikel dat het gaat om de kosten van opleiden van gespecialiseerde verpleegkundigen en medisch ondersteunend personeel.

Artikel 3

Op grond van dit artikel deelt de zorgautoriteit het macrokortingsbedrag toe naar het niveau van de individuele instelling. Het op te leiden personeel zal ook werkzaam zijn voor het B-segment, hierom wordt voor de verdeling van het macrobedrag over de individuele ziekenhuizen het uitgangspunt gehanteerd dat de omvang van het vrije B-segment in de verdeelgrondslag zal worden betrokken.

Artikel 4

Dit artikel regelt dat de per individuele instelling berekende budgetcorrectie wordt verwerkt als nominaal bedrag in het A-segment. De budgetcorrecties zijn onderhevig aan nominale aanpassingen (indexering). De eerste nominale aanpassing vindt plaats over het jaar 2011 waarmee de budgetcorrectie op prijspeil 2011 wordt gebracht.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers.

Naar boven