Besluit van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken van 14 december 2010, nr. DCM/MO-169/10 tot vaststelling van beleidsregels alsmede een plafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Beleidsregels en subsidieplafond Migratie en Ontwikkelingsprogramma 2011).

De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

Gelet op de artikelen 6, 7, en 10 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken1, en artikel 2.5.van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 20062;

Besluit:

Artikel 1

Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.5 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 gelden voor de periode van de datum van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 de als bijlage bij dit besluit gevoegde beleidsregels.

Artikel 2

Voor de in artikel 1 genoemde periode geldt een subsidieplafond van EUR 4.000.000,–.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2012.

Dit besluit zal met de daarbij behorende bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

namens deze:

de Plaatsvervangend Secretaris-Generaal,

M.T.G. van Daalen.

BIJLAGE SUBSIDIEKADER 2011

1. Algemeen

Voor activiteiten die passen in de prioriteitenstelling van de notitie Internationale Migratie en Ontwikkeling (Kamerstuknummer 30 573-11 van 4 juli 2008) worden ODA-middelen ter beschikking gesteld lastens de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Middelen hiervoor zijn ondergebracht in het Migratie en Ontwikkelingsprogramma.

2. Doelstellingen

Het programma zal worden ingericht conform de beleidsprioriteiten zoals deze zijn gesteld in de notitie, te weten1:

  • 1 . Meer aandacht voor migratie in ontwikkelingsbeleid en voor ontwikkeling in migratiebeleid.

  • 2. Institutionele ontwikkeling op het gebied van migratiemanagement.

  • 3. Stimuleren van circulaire migratie / brain gain.

  • 4. Versterken van de betrokkenheid van migrantenorganisaties.

  • 5. Versterken van de relatie tussen geldovermakingen en ontwikkeling.

  • 6. Bevorderen van duurzame terugkeer en herintegratie.

3. Middelen

Subsidies lastens het programma bedragen tenminste EUR 100.000,–. In totaal is voor 2011 een bedrag beschikbaar van EUR. 4.000.000,–.

4. Activiteiten

Voor financiering lastens het Migratie en Ontwikkelingsprogramma komen activiteiten die bijdragen aan tenminste een van de bovengenoemde beleidsprioriteiten in aanmerking.

5. Niet in aanmerking

Documentaires en overige mediaproducties komen niet in aanmerking voor een subsidie in het kader van het Migratie en Ontwikkelingsprogramma. Activiteiten van een structurele aard, zoals exploitatie, komen evenmin in aanmerking voor een subsidie.

6. Beoordeling

De voorstellen worden, binnen het raam van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006, getoetst aan de volgende criteria:

  • Activiteiten dienen bij te dragen aan de in de notitie neergelegde beleidsprioriteiten;

  • activiteiten dienen te vallen binnen de landenkeuze voor migratie en ontwikkeling.2

  • activiteiten dienen een duurzaam/beklijvend karakter te hebben;

  • prestaties (track record) van de aanvragende partij worden meegewogen bij de beoordeling van aanvragen;

  • structurele kosten, zoals reguliere exploitatiekosten en lidmaatschapskosten vormen geen subsidiabele kosten.


XNoot
1

Volgorde is geen indicatie van prioriteitsstelling.

XNoot
2

Afghanistan, Albanië, Angola, Armenië, Bangladesh, Benin, Bolivia, Bosnië-Herzegovina, Burkina Faso, Colombia, Egypte, Eritrea, Ethiopië, Georgië, Ghana, Guatemala, Indonesië, Irak, Kaapverdië, Kenia, Kosovo, Macedonië, Mali, Marokko, Moldavië, Mongolië, Mozambique, Nicaragua, Pakistan, Palestijnse gebieden, Rwanda, Senegal, Sri Lanka, Suriname, Tanzania, Oeganda, Vietnam, Zambia, Zuid-Afrika.

Naar boven