ARTIKEL I
De Regeling diervoeders wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel iii, onder a, wordt ‘€ 107,72’ vervangen door: € 108,04.
2. In onderdeel iii, onder b, wordt ‘€ 29,30’ vervangen door: € 29,39.
B
In artikel 36 wordt ‘€ 18,33’ vervangen door: € 23,08.
C
Artikel 37 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a, wordt ‘€ 107,72’ vervangen door: € 108,04.
2. In onderdeel b, wordt ‘€ 29,30’ vervangen door: € 29,39.
D
Artikel 38 komt als volgt te luiden:
Artikel 38
1. Voor een aanvullende officiële controle na vaststelling van niet-naleving als bedoeld in artikel 28 van verordening (EG)
nr. 882/2004, is de exploitant een bedrag verschuldigd, bestaande uit:
a. een starttarief dat gelijk is aan het starttarief dat de exploitant op grond van deze regeling verschuldigd is ten aanzien
van de werkzaamheden van de VWA waarop de in de aanhef bedoelde controle een aanvulling vormt;
b. een bedrag per kwartier dat gelijk is aan het bedrag per kwartier dat de exploitant op grond van deze regeling verschuldigd
is ten aanzien van de werkzaamheden van de VWA waarop de in de aanhef bedoelde controle een aanvulling vormt.
2. In afwijking van het eerste lid is de exploitant voor een aanvullende officiële controle na vaststelling van niet-naleving
in het kader van een controle als bedoeld in artikel 32, eerste lid, in verbinding met artikel 40, eerste lid, een bedrag
verschuldigd, bestaande uit:
a. een starttarief van € 42,71;
b. een bedrag van € 26,82 per kwartier dat aan de aanvullende officiële controle is besteed.
3. Voor zover in het kader van de in het eerste of tweede lid bedoelde aanvullende officiële controle laboratoriumonderzoek
is verricht van chemische en microbiologische monsters die ten behoeve van die controle zijn genomen, is de exploitant, naast
de in het eerste lid onderscheidenlijk tweede lid bedoelde vergoeding, een bedrag voor dit laboratoriumonderzoek verschuldigd.
4. Het in het derde lid bedoelde bedrag bestaat uit de door de Minister te berekenen werkelijke kosten verbonden aan de onderzoeken,
waaronder in elk geval zijn begrepen de kosten voor het verbruik van chemicaliën, hulpmiddelen en materialen, alsmede personeelskosten
en huisvestingskosten.
E
Na artikel 38 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 38a
1. Voor een aanvullende officiële controle na vaststelling van niet-naleving, als bedoeld in artikel 28 van verordening (EG)
nr. 882/2004, niet zijnde een controle door de VWA als bedoeld in artikel 38, is de exploitant van de onderneming ten aanzien
waarvan door de VWA onderscheidenlijk door de AID de aanvullende officiële controle wordt verricht, een bedrag verschuldigd
van € 96,41 per aanvullende officiële controle.
2. Voor zover in het kader van de in het eerste lid bedoelde aanvullende officiële controle laboratoriumonderzoek is verricht
van chemische en microbiologische monsters die ten behoeve van die controles zijn genomen, is de exploitant, naast de in het
eerste lid bedoelde vergoeding, een bedrag voor dit laboratoriumonderzoek verschuldigd.
3. Het in het tweede lid bedoelde bedrag bestaat uit de door de Minister te berekenen werkelijke kosten verbonden aan de onderzoeken,
waaronder in elk geval zijn begrepen de kosten voor het verbruik van chemicaliën, hulpmiddelen en materialen, alsmede personeelskosten
en huisvestingskosten.
F
Artikel 40 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, wordt ‘€ 0,04080’ vervangen door: € 0,04092.
2. In het tweede lid, wordt ‘€ 58,45’ vervangen door ‘€ 58,63’ en wordt ‘€ 449,97’ vervangen door: € 451,14.
3. In het derde lid, wordt ‘€ 2,27’ vervangen door: € 26,82.
4. In het vierde lid, wordt ‘0,052’ vervangen door ‘€ 0,052’, wordt ‘€ 74,49’ vervangen door ‘€ 74,71’ en wordt ‘€ 573,26’ vervangen
door: € 574,98.
G
Na artikel 40 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 40a
1. Voor de meer uitgebreide officiële controles, bedoeld in artikel 8 van verordening (EG) nr. 669/2009, is de belanghebbende
bij de lading een bedrag verschuldigd.
2. Het in het eerste lid bedoelde bedrag bedraagt de door de Minister te berekenen werkelijke kosten van de controles op bepaalde
stoffen of residuen van die stoffen en het daarvoor noodzakelijke laboratoriumonderzoek, waaronder in elk geval zijn begrepen
de kosten voor het verbruik van chemicaliën, hulpmiddelen en materialen, alsmede administratiekosten, personeelskosten en
huisvestingskosten.
H
Artikel 42 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘€ 92,29’ vervangen door: € 98,43.
2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt ‘€ 34,14’ vervangen door: € 33,87.
3. In het tweede lid, onderdeel a, en onderdeel b, onder i, wordt ‘€ 45,40’ telkens vervangen door: € 45,54.
4. In het tweede lid, onderdeel b, onder ii, en onderdeel c, wordt ‘€ 11,35’ telkens vervangen door: € 11,38.
I
Artikel 48 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, onderdeel a, wordt ‘€ 10,24’ vervangen door: € 10,16.
2. In het tweede lid, onderdeel b, wordt ‘€ 13,62’ vervangen door: € 13,66.
3. In het tweede lid, onderdeel c, wordt ‘€ 3,41’ vervangen door: € 3,42.
J
Artikel 49 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, wordt ‘€ 8,79’ vervangen door: € 8,82.
2. In het tweede lid, wordt ‘€ 10,24’ vervangen door: € 10,16.
3. Onder vernummering van het derde lid tot vijfde lid, worden na het tweede lid twee leden ingevoegd, luidende:
3. Indien het voor de goede uitvoering van de aanvullende officiële controle, bedoeld in artikel 38, naar het oordeel van de
VWA noodzakelijk is deze buiten openingstijd te doen plaatsvinden, is de exploitant ten aanzien van de onderneming waarvan
de aanvullende officiële controle wordt uitgevoerd een bedrag verschuldigd, naast het in artikel 38, eerste, onderscheidenlijk
tweede lid, bedoelde bedrag, bestaande uit een bedrag van 30% van het in artikel 38, eerste, onderscheidenlijk tweede lid,
bedoelde bedrag per kwartier, per kwartier dat de controle plaatsvindt buiten openingstijd.
4. Indien het voor de goede uitvoering van de aanvullende officiële controle, bedoeld in artikel 38a, naar het oordeel van de
VWA noodzakelijk is deze buiten openingstijd te doen plaatsvinden, is de exploitant ten aanzien van de onderneming waarvan
de aanvullende officiële controle wordt uitgevoerd een bedrag verschuldigd, naast het in artikel 38a bedoelde bedrag, bestaande
uit een bedrag van 30% van het in artikel 38a, eerste lid, bedoelde bedrag per aanvullende officiële controle.
K
In artikel 50, eerste lid, en artikel 51, wordt ‘€ 34,14’ telkens vervangen door: € 33,87.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2011.
TOELICHTING
Algemeen
Deze regeling strekt tot wijziging van tarieven voor keurings- en controlewerkzaamheden die de Voedsel en Waren Autoriteit
(VWA) verricht in het kader van de diervoederregelgeving.
De aanleiding tot wijziging van de Regeling diervoeders is het streven om gefaseerd te komen tot kostendekkendheid van de
tarieven in 2011 (Kamerstukken II, 2007/2008, 26 991, nr. 158). Diverse tarieven worden in dit verband verhoogd. Daarnaast worden de tarieven ook aangepast in verband met de loon- en
prijsontwikkelingen (indexering).
Aanpassing hoogte tarieven
Op 1 maart 2008 is een nieuwe retributieregeling in werking getreden waarbij het VWA-kostprijsmodel is ingevoerd. Beoogd is
om gefaseerd te komen tot kostendekkendheid van de tarieven in 2011 (Kamerstukken II, 2007/2008, 26 991, nr. 158). De afgelopen jaren zijn hiertoe de nodige stappen gezet. De onderhavige wijziging vormt een volgende stap op weg naar kostendekkendheid.
Oorspronkelijk was een verhoging van de tarieven voorzien per 1 juli 2010. Vanwege de demissionaire status van het kabinet
en de controversieelverklaring van de brief van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de beoogde wijzigingen
van de VWA-tarieven per 1 juli 2010 (retributieregelingen) en over de evaluatie 2009 van het planningskader VWA (Kamerstukken
II, 2009/2010, 26 991, nr. 278 en Kamerstukken II, 2009/2010, 32 333, nr. 14) door de Tweede Kamer, is destijds afgezien van de verhoging van de tarieven. Alleen de versoepelingen in het planningskader
en enkele technische wijzigingen ten aanzien van de structuur van de regeling, zijn per 1 juli 2010 doorgevoerd. Overigens
zijn vrijwel alle tarieven op het terrein van diervoeders al kostendekkend. Daarom behoeft slechts een enkel tarief verhoging.
Met onderhavige wijziging wordt de beoogde wijziging alsnog per 1 januari 2011 doorgevoerd.
Naast voornoemde verhoging worden de tarieven ook aangepast aan de loon- en prijsontwikkelingen (indexering). Deze verhoging
is gebaseerd op de handleiding overheidstarieven 2011 van het Ministerie van Financiën. In de handleiding is het indexeringspercentage
gesteld op 0.3%.
Advisering bedrijfsleven
Een ontwerp van de regeling, waarin de oorspronkelijke verhoging van de tarieven per 1 juli 2010 was opgenomen, is in februari
2010 reeds voor advies gezonden aan de meest betrokken brancheorganisaties. Er zijn geen reacties op dit ontwerp ontvangen.
De indexering is niet voor advies aan het bedrijfsleven gezonden omdat dit slechts een jaarlijkse aanpassing aan de loon-
en prijsontwikkelingen op basis van een voor de gehele overheid geldende Handleiding overheidstarieven betreft.
Artikelsgewijs
De retributiesystematiek in de Regeling diervoeders wordt niet gewijzigd. Voor zover nodig, zullen hieronder de wijzigingen
ten opzichte van de regeling zoals deze eerder luidde, worden toegelicht.
Artikel I, onderdelen A, B, C, F, H, I, J en K
Met deze onderdelen van de wijzigingsregeling worden de diverse bedragen in de tariefregeling aangepast. In de meerderheid
van de gevallen betreft het een verhoging van de tarieven. Deze verhoging betreft enerzijds een vervolgstap naar kostendekkendheid
en anderzijds indexering.
Artikel I, onderdelen D en E
Op grond van de Regeling diervoeders worden ook tarieven voor zogenaamde ‘herinspecties’ in rekening gebracht. Herinspecties
zijn aanvullende officiële controles als bedoeld in artikel 28 van de controleverordening (verordening (EG) nr. 882/2004).
Voorheen golden drie vaste, forfaitaire tarieven voor de herinspecties. Afhankelijk van de inhoud van de controle (al dan
niet inclusief monstername en laboratoriumonderzoek) werd één van deze tarieven in rekening gebracht. Inmiddels is gebleken
dat deze tarieven niet kostendekkend zijn. Daarom wordt thans de wijze van tarifering van deze controles gewijzigd.
Op grond van het opnieuw vastgestelde artikel 38, eerste lid, zal voor de herinspectie het tarief in rekening worden gebracht
dat geldt voor de werkzaamheid in welk verband de herinspectie wordt uitgevoerd. Een voorbeeld om dit te verduidelijken: indien
in het kader van het erkenningenonderhoud een overtreding is geconstateerd en daarop een herinspectie plaatsvindt, wordt voor
die herinspectie het start- en kwartiertarief in rekening gebracht dat ook geldt voor het erkenningenonderhoud zelf.
Omdat deze systematiek niet toegepast kan worden indien voor de ‘reguliere’ controle een gewichtstarief geldt, is hiervoor
in het tweede lid van artikel 38 een afzonderlijk start- en kwartiertarief vastgesteld.
In artikel 38, derde en vierde lid, is opgenomen dat voor zover het in het kader van een herinspectie noodzakelijk is om monsters
te nemen en deze in een laboratorium te laten onderzoeken, de werkelijke kosten van dit onderzoek in rekening worden gebracht.
De hoogte van deze kosten verschilt per type onderzoek. De tarieven voor de verschillende soorten laboratoriumonderzoek zijn
gepubliceerd op de website van de VWA (www.vwa.nl). De tijd die wordt besteed aan monstername wordt meegerekend in de duur
van de herinspectie zelf (artikel 38, eerste en tweede lid). In termen van bovenstaand voorbeeld: indien op een bedrijf gedurende
een half uur onderzoek wordt gedaan, waarvan een kwartier monstername omvat, dan wordt in het totaal een half uur in rekening
gebracht (tegen het kwartiertarief van erkenningenonderhoud), en worden daarnaast de werkelijke kosten van het betreffende
laboratoriumonderzoek in rekening gebracht. Aldus sluit het tarief voor herinspecties beter aan bij de kosten die in een concreet
geval worden gemaakt, zodat kostendekkendheid geborgd blijft.
Het nieuwe artikel 38a komt deels overeen met het tot op heden geldende artikel 38. Belangrijk verschil is echter dat dit
artikel slechts van toepassing is indien de overtreding die aanleiding geeft tot de herinspectie, is vastgesteld in het kader
van controlewerkzaamheden die op grond van de retributieregeling niet worden geretribueerd. Indien laatstbedoelde ‘reguliere’
controlewerkzaamheden wel worden geretribueerd, is artikel 38 van toepassing. Voor de aanvullende officiële controle zelf
geldt, zoals voorheen voor alle herinspecties, een forfaitair (vast) bedrag. Indien in het kader van deze herinspectie laboratoriumonderzoek
wordt verricht ten aanzien van eventuele monsters die in dit verband zijn genomen, worden voor dat laboratoriumonderzoek,
evenals op grond van artikel 38, de werkelijke kosten in rekening gebracht.
Ter toelichting op de reikwijdte van artikel 38 en de verhouding tot het nieuwe artikel 38a, wordt nog het volgende opgemerkt.
Artikel 28 van verordening (EG) nr. 882/2004, verplicht tot het in rekening brengen van een vergoeding voor aanvullende officiële
controles, ongeacht of deze controle volgt op een (reguliere) controle waarvoor een retributie in rekening wordt gebracht.
Met andere woorden, altijd als een officiële controle in de zin van de verordening aanleiding geeft tot een herinspectie,
dient voor die herinspectie een tarief in rekening te worden gebracht. Tegen deze achtergrond is het opnieuw vastgestelde
artikel 38 van toepassing ten aanzien van herinspecties die door de VWA worden uitgevoerd, en waarbij de overtreding die aanleiding
geeft tot de herinspectie, is vastgesteld in het kader van controlewerkzaamheden die op grond van de Regeling diervoeders
worden geretribueerd. Immers, de systematiek van artikel 38 is niet toepasbaar indien er geen regulier tarief aanwijsbaar
is waarop het tarief voor de herinspectie zou moeten aansluiten. Voor die specifieke situatie, waarin geen regulier tarief
aanwijsbaar is, geldt het nieuwe artikel 38a.
Artikel I, onderdeel G
Op 24 juli 2009 is verordening (EG) nr. 669/2009 vastgesteld. De verordening is op 25 januari 2010 in werking getreden. Deze
verordening verplicht tot uitvoering van meer uitgebreide controles op de invoer van bepaalde hoogrisicoproducten, waaronder
producten die bestemd zijn voor of als diervoeders. Het gaat in de praktijk om bemonstering van partijen en laboratoriumonderzoek
ten aanzien van de monsters. Verder bevat de verordening voorschriften waaraan onder meer de aangewezen punten van binnenkomst
van de producten moeten voldoen. Daarnaast verplicht de verordening tot het in rekening brengen van een vergoeding voor deze
meer uitgebreide invoercontroles. De onderhavige wijziging van de Regeling diervoeders vloeit voort uit deze retributieverplichting.
Tot op heden werd reeds een retributie in rekening gebracht voor de invoer van producten, waaronder hoogrisicoproducten. Aldus
werd al uitvoering gegeven aan de in verordening (EG) nr. 669/2009 opgenomen retributieverplichting. Thans is het tarief anders
vormgegeven, ter vergroting van de kostendekkendheid van dit tarief voor de meer intensieve invoercontroles. Op grond van
artikel 40a worden voor deze controles de werkelijke kosten van de controles in rekening gebracht. De omvang van de kosten
van een dergelijke meer uitgebreide controle is gerelateerd aan het soort lading. Het soort lading heeft invloed op de frequentie
en duur van de controles, evenals op de monstername en labonderzoeken. De VWA publiceert de tarieven die ter dekking van deze
kosten in rekening worden gebracht op haar website.
Administratieve lasten
De tarieven als zodanig worden niet aangemerkt als kosten die voortvloeien uit bij wet of regelgeving ingevoerde informatieverplichtingen
en gelden bijgevolg niet als administratieve lasten. Het zijn financiële lasten. De onderhavige regeling continueert de bepalingen
van de voormalige retributieregelingen. Ter zake van die regelingen is destijds bij de nulmeting in 2002 geconstateerd dat
zij geen administratieve lasten bevatten. De onderhavige wijzigingsregeling heeft dan ook geen effect op de administratieve
lasten.
Vaste verandermomenten (VVM)
Het LNV-beleid van vaste verandermomenten voor regelgeving houdt in dat nieuwe regelingen slechts op 1 januari of 1 juli in
werking treden en publicatie minimaal twee maanden voorafgaand aan inwerkingtreding van de regeling plaatsvindt. Dit beleid
is neergelegd in de brief van de Minister van LNV van 28 april 2008 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer (Kamerstukken II
2007/08, 29 515 en 31 201, nr. 243).
Met onderhavige wijziging wordt het beleid van vaste verandermomenten niet volledig gevolgd. Publicatie twee maanden voorafgaand
aan inwerkingtreding was niet mogelijk omdat het indexeringspercentage hiervoor niet tijdig bekend was.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker.