De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
Gelet op verordening (EU) nr. 1142/2010 van de Europese Commissie van 7 december 2010 (PbEU L 322) tot wijziging van Verordening
(EG) nr. 1266/2007 wat betreft de geldigheidsduur van de overgangsmaatregelen betreffende de voorwaarden waaronder bepaalde
dieren worden vrijgesteld van het verplaatsingsverbod overeenkomstig Richtlijn nr. 2000/75/EG van de Raad van de Europese
Unie en de artikelen 10, 17 en 30 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
Besluit:
TOELICHTING
Met onderhavige regeling worden § 3 en § 5.2 van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten (hierna: de regeling) gewijzigd.
Deze paragrafen hebben respectievelijk betrekking op het verplaatsingsverbod in verband met Bluetongue en de vaccinatie van
schapen en geiten tegen Q-koorts. Beide wijzigingen worden hieronder toegelicht.
Q-koorts
Zoals aangekondigd in de brief aan de Tweede Kamer van 19 november 2010 (Kamerstukken II 2009/10, 28 286, nr. 444) wordt overgestapt naar een meer risicogebaseerde benadering met betrekking tot de vaccinatie van vleesschapen. Vaccinatie
zal in 2011 niet verplicht worden gesteld voor vleesschapen (inclusief schapen in natuurgebieden en rondtrekkende kuddes).
Omdat er bij niet-melkleverende schapen en geiten wel een risico bestaat op besmetting via direct contact, blijft de vaccinatieplicht
voor bedrijven met een publieksfunctie wel in stand.
Daarnaast wordt de vaccinatiecampagne versimpeld. Vorig jaar was het Q-koortsvaccin beperkt beschikbaar. Om die reden werd
door de GD toezicht gehouden op de uitlevering van het vaccin.
Omdat het vaccin nu wel voldoende beschikbaar is, is dat toezicht niet meer nodig. Dierenartsen kunnen het vaccin nu rechtstreeks
bestellen bij de groothandel. Daarom vervalt artikel 5.2.7 en wordt artikel 5.2.8 gewijzigd. In plaats van toezending van
de vaccinatiegegevens aan de GD moet de houder een administratie bijhouden van deze gegevens, die twee jaar bewaard dient
te blijven. Daarnaast blijft de verplichting uit het derde lid van artikel 5.2.8 gelden om de uitgevoerde vaccinaties in het
I&R-systeem te registreren.
Bluetongue
Door middel van de wijziging van het vijfde lid van artikel 3.5 wordt uitvoering gegeven aan verordening (EU) nr. 1142/2010
van de Europese Commissie van 7 december 2010 (PbEU L 322) tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1266/2007 wat betreft de
geldigheidsduur van de overgangsmaatregelen betreffende de voorwaarden waaronder bepaalde dieren worden vrijgesteld van het
verplaatsingsverbod overeenkomstig Richtlijn nr. 2000/75/EG van de Raad van de Europese Unie.
Op grond van artikel 9bis van verordening (EG) nr. 1266/2007 is het onder voorwaarden toegestaan dat lidstaten specifieke
eisen stellen aan de import van herkauwers die niet zijn gevaccineerd of niet natuurlijk zijn geïmmuniseerd vanwege een (eerdere)
besmetting met bluetongue. De mogelijkheid voor de lidstaten tot het stellen van deze eisen is in tijd begrensd. Verordening
(EU) nr. 1142/2010 verlengt de termijn hiervoor tot 30 juni 2011. Het vijfde lid van artikel 3.5 is hierop aangepast.
Administratieve lasten
Het opheffen van de vaccinatieplicht tegen Q-koorts voor vleesschapen en schapen in natuurgebieden en rondtrekkende kuddes
en de vereenvoudiging van de vaccinatiecampagne gaan gepaard met een vermindering van de administratieve lasten.
De vaccinatieplicht wordt opgeheven voor ongeveer 2500 vleeschapenhouders en 100 houders van schapen in natuurgebieden en
rondtrekkende kuddes. Voor de vaccinatieplicht moesten drie formulieren worden ingevuld. Het invullen van een formulier kost
ongeveer 5 minuten. De administratieve lasten bedroegen (15min × 2600 houders × € 37 per uur) € 24.050. Twee formulieren moesten
ondertekend worden door de dierenarts. Het ondertekenen van een formulier kost ongeveer 1 minuut. De administratieve lasten
hiervan bedroegen (2 minuten × € 69 per uur × 2600 bedrijven) € 5.980. Daarnaast moest de vaccinatie geregistreerd worden
in de I&R database. Deze registratie kost gemiddeld 30 minuten per houder. De administratieve hiervan bedroegen (30 minuten
× 2600 houders × € 37 per uur) € 48.100. In totaal komt deze wijziging dus neer op een afname van de administratieve lasten
van € 78.130.
Door de vereenvoudiging van de vaccinatiecampagne hoeven minder formulieren te worden ondertekend. In 2010 moesten veehouders
in totaal drie formulieren invullen en ondertekenen. In 2011 is dat nog slechts één formulier. De vaccinatiecampagne is in
2011 verplicht voor 1720 houders. Dit betreft 420 houders van schapen of geiten die ten behoeve van melkproductie worden gehouden
en 1300 houders van schapen of geiten op bedrijven met een publieksfunctie (waarvan ongeveer 100 bedrijven waar lammetjesaaidagen
worden gehouden). Het invullen van een formulier kost ongeveer 5 minuten. Een van de formulieren moest ondertekend worden
door een dierenarts. De ondertekening kost ongeveer 1 minuut. De vereenvoudiging van de administratie gaat gepaard met een
administratieve lastenvermindering van (10 min. × 1720 houders × € 37 per uur en 1min × 1720 × € 69 per uur) € 12.584,67.
De totale administratieve lastenvermindering bedraagt dus € 90.714,67.
Vaste verandermomenten
Het beleid van vaste verandermomenten voor regelgeving houdt in dat nieuwe regelingen slechts op 1 januari of 1 juli in werking
treden en publicatie minimaal twee maanden voorafgaand aan inwerkingtreding van de regeling plaatsvindt. Dit beleid is neergelegd
in de brief van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 28 april 2008 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
(Kamerstukken II 2007/08, 29 515, nr. 309 en 31 201, nr. 243).
Artikel I, onderdeel A, treedt in werking met ingang van 1 januari 2011. Hiermee wordt gebruik gemaakt van de uitzonderingsmogelijkheid
die ziet op uitvoering van Europese regelgeving. Artikel I, onderdelen B tot en met F, treden in werking met ingang van 31
december 2010. De reden hiervoor is dat deze wijziging noodzakelijk onderdeel is van de bestrijdingsstrategie Q-koorts. Hiermee
wordt voldaan aan de uitzonderingsmogelijkheden die gelden voor afwijking van de vaste verandermomenten voor regelgeving.
Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel B
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om het eerste en tweede lid van artikel 5.1.3. aan te passen, zodat deze bepalingen
niet steeds hoeven te worden gewijzigd als gevolg van de start of het einde van het lammerseizoen. Gedurende de periode van
1 december tot 1 juni, waarin de meeste lammeren geboren worden, geldt op grond van het eerste lid voor alle besmette, verdachte
en vrije bedrijven een verplichte tankmelkmonitoring van eens per twee weken. Hierop wordt met het tweede lid een uitzondering
gemaakt voor vrije bedrijven: buiten die periode wordt de tankmelk van deze bedrijven één keer per maand gemonitord. Voor
verdachte en besmette bedrijven geldt ook dan een frequentie van eens per twee weken.
Artikel I, onderdelen C en D
Jaarlijks zijn er twee momenten waarvoor uiterlijk gevaccineerd moet zijn: 1 augustus voor melkgeiten- en melkschapenbedrijven
en opfokbedrijven en 1 januari voor bedrijven met een publieksfunctie. Dit is met artikel I, onderdelen C en D, geregeld.
De aparte verplichting om schapen of geiten die worden gehouden op een locatie waar lammetjesaaidagen worden gehouden te vaccineren
voordat die lammetjesaaidag plaatsvindt, is niet meer noodzakelijk. Dergelijke locaties vallen onder de definitie van ‘locatie
met een publieksfunctie’, waarvoor per 1 januari 2011 een vaccinatieplicht geldt. De vaccinatieplicht voor de jonge dieren
geldt zowel voor de dieren die op het moment dat gevaccineerd moet worden de leeftijd van drie maanden nog niet hebben bereikt
als voor de dieren die na dat moment worden geboren. Deze dieren moeten in de regel worden gevaccineerd in ieder geval twee
weken voordat het desbetreffende dier een ander dier dekt of zelf gedekt wordt. Alleen voor de lammeren die vallen binnen
de categorieën, bedoeld in artikel 5.2.5, eerste lid, onderdelen a en b, en die op 1 juni 2010 (de datum waarop de vaccinatieplicht
voor die categorieën is ingegaan) nog niet gevaccineerd mochten worden omdat zij de leeftijd van drie maanden nog niet hadden
bereikt, geldt dat zij voor 1 januari 2011, maar in ieder geval twee weken voordat het desbetreffende dier een ander dier
dekt of zelf gedekt wordt, gevaccineerd moeten worden.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker.