Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken | Staatscourant 2010, 20598 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken | Staatscourant 2010, 20598 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
Gelet op artikelen 3, tweede lid, 4, derde lid, 5, 5a, eerste lid, 5b, derde lid, en 7 van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet, artikel 65, eerste lid, van de Postwet 2009 en artikel 14 van het Postbesluit 2009;
Besluit:
1. Het grensbedrag, bedoeld in artikel 5a, eerste lid, onderdeel a, van het besluit, bedraagt € 20.000.000.
2. Het minimum, bedoeld in artikel 5a, eerste lid, onderdeel b, van het besluit, bedraagt € 2.000.000.
Voor de kosten van het door het college verrichten van werkzaamheden of diensten zijn met betrekking tot de categorieën en subcategorieën van gelijksoortige werkzaamheden of diensten, genoemd in de bij deze regeling behorende bijlage, voor het kalenderjaar 2011 de in de bijlage genoemde vergoedingen verschuldigd.
1. Indien sprake is van een overdracht van activiteiten als bedoeld in artikel 5b, derde lid, van het besluit, en indien de overdracht van activiteiten heeft plaatsgevonden na het jaar dat op grond van artikel 5c, eerste lid, van het besluit als referentiejaar geldt, wordt de omzet van de vergoedingsplichtige aanbieder gebaseerd op:
a. bij een splitsing in de zin van artikel 334a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek: het relevante deel van de omzet van de aanbieder waaruit de vergoedingsplichtige aanbieder is ontstaan;
b. bij een overdracht van activiteiten op een andere wijze dan bedoeld in onderdeel a: de omzet van de aanbieder of de aanbieders wiens respectievelijk wier activiteiten zijn overgedragen aan de vergoedingsplichtige aanbieder.
2. Indien sprake is van een overdracht van activiteiten als bedoeld in artikel 5b, derde lid, van het besluit, en indien de overdracht van activiteiten heeft plaatsgevonden in het jaar dat op grond van artikel 5c, eerste lid, van het besluit als referentiejaar geldt, wordt de omzet van de vergoedingsplichtige aanbieder gebaseerd op:
a. de omzet van de vergoedingsplichtige aanbieder; en
b. de in het eerste lid bedoelde omzet.
3. Als relevant deel van de omzet, bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt in aanmerking genomen het gedeelte van de omzet dat betrekking heeft op activiteiten die bij de splitsing zijn overgedragen aan de vergoedingsplichtige aanbieder, voor zover deze activiteiten betrekking hebben op het in Nederland leveren van openbare elektronische communicatienetwerken, openbare elektronische communicatiediensten of bijbehorende faciliteiten.
De jaarlijkse vergoeding voor het toezicht genoemd in de bijlage voor het aanbieden of afgeven van gekwalificeerde certificaten aan het publiek wordt over het eerste jaar van registratie berekend over het aantal aan het publiek afgegeven certificaten per datum van registratie bij het college. Indien registratie heeft plaatsgevonden vóór 2011 geldt 1 januari 2011 als de peildatum voor het vaststellen van het aantal aan het publiek afgegeven certificaten waarover de jaarlijkse vergoeding voor het toezicht wordt berekend.
Degene die de vergoeding verschuldigd is, behoeft de vergoeding voor werkzaamheden of diensten voor registratie, genoemd in de bijlage onder de categorieën 1 en 3, niet bij vooruitbetaling te voldoen.
Het kostencalculatiemodel, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel d, van het besluit, wordt door het college bekend gemaakt door middel van ter inzage legging ten kantore van het college.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 14 december 2010
De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
M.J.M. Verhagen.
Voor het kalenderjaar 2011 zijn de volgende vergoedingen verschuldigd:
Categorie | Vergoeding voor registratie | Jaarlijkse vergoeding voor het toezicht | |
---|---|---|---|
1 | Het aanbieden van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, openbare elektronische communicatiediensten of bijbehorende faciliteiten: | ||
– als is aangetoond dat de omzet1 in 2009 minder dan € 2.000.000,– bedraagt | € 0 | nihil2 | |
– bij een omzet in 2009 van ten hoogste € 20.000.000,– | € 0 | € 8.479 | |
– bij een omzet in 2009 van meer dan € 20.000.000,– | € 0 | 0,077% van de omzet3 | |
2 | Post | ||
– universele dienst | € 350.000 | ||
– de verdeelsleutel voor 2011 bedoeld in artikel 14 van het Postbesluit 2009 | 0,03% van de omzet | ||
3 | Het aanbieden of afgeven van gekwalificeerde certificaten aan het publiek (TTP-diensten): | ||
• met een geldig bewijs van toetsing4: | |||
– per certificatiedienstverlener | € 0 | ||
– per aan het publiek afgegeven certificaat | € 0,20 | ||
• zonder een geldig bewijs van toetsing | |||
– per certificatiedienstverlener | € 3.000 | ||
– per aan het publiek afgegeven certificaat | € 0,40 |
De in onderdeel 1 bedoelde omzet betreft op grond van artikel 1, onderdeel d, van het besluit de omzet uit het in Nederland leveren van openbare elektronische communicatienetwerken, openbare elektronische communicatiediensten of bijbehorende faciliteiten.
Indien de aanbieder kan aantonen dat zijn omzet minder bedraagt dan € 2.000.000,– wordt de hoogte van de door hem verschuldigde toezichtvergoeding op nihil gesteld op grond van artikel 5a, tweede lid, van het besluit.
Dat wil zeggen 0,077% van de omzet die de aanbieder in 2009 uit het in Nederland leveren van openbare elektronische communicatienetwerken, openbare elektronische communicatiediensten of bijhorende faciliteiten heeft gerealiseerd.
Het betreft hier een bewijs van toetsing dat wordt afgegeven aan de certificaatverlener door een organisatie die is aangewezen op grond van artikel 18.16, eerste lid, van de Telecommunicatiewet.
4. Nummers als bedoeld in het ‘Nummerplan voor telefoon- en ISDN-diensten’ beginnend met de cijfers: | Omschrijving | Tariefklasse1 |
---|---|---|
01 (m.u.v. 014) 02 03 04 (m.u.v. 044) 05 07 | Geografisch | Tariefklasse 2 |
014, uitgezonderd 01400 voor zover dit nummer wordt verstrekt ten behoeve van het routeren van oproepen naar nummers in de 14-reeks | Netwerktechnische netwerkinterne diensten en routeringsdiensten | Tariefklasse 7 |
044 | Europese telefoonnummerruimte | Tariefklasse 1 |
061 062 063 064 065 068 | Mobiele telefonie | Tariefklasse 2 |
066 | Semafonie | Tariefklasse 2 |
067 | Toegang tot datanetwerken | Tariefklasse 1 |
0800 kort (8 cijfers) | Gratis informatie kort | Tariefklasse 3 |
0800 lang (11 cijfers) | Gratis informatie lang | Tariefklasse 4 |
082 | Virtual Private Network (VPN) | Tariefklasse 1 |
084 087 | Persoonlijke assistent-dienst | Tariefklasse 2 |
085 | Elektronische communicatie algemeen | Tariefklasse 2 |
088 | Bedrijfsnummers | Tariefklasse 7 |
090 kort (8 cijfers) | Betaalde informatie kort | Tariefklasse 5 |
090 lang (11 cijfers) | Betaalde informatie lang | Tariefklasse 6 |
091 | Elektronische communicatie algemeen | Tariefklasse 2 |
10 11 12 13 14 16 18 | Bijzondere korte nummers | Tariefklasse 1 |
Overige, hierboven niet genoemde nummers van het Nummerplan voor telefoon- en ISDN-diensten (uitgezonderd 01400) | Tariefklasse 1 |
In de tariefklassentabel onder categorie 6 is per tariefklasse aangeduid welke vergoedingen voor het toekennen en het reserveren van nummers en voor het toezicht op het gebruik van nummers is verschuldigd.
5. Overige nummerplannen: | Omschrijving | Tariefklasse |
---|---|---|
Nummers als bedoeld in het ‘Nummerplan internationale signaleringspuntcodes’ | ISPC (internationale puntcode) | Tariefklasse 1 |
Nummers als bedoeld in het ‘Nummerplan transitnetwerk signaleringspuntcodes’ | TSPC (nationale puntcode) | Tariefklasse 1, per octet |
Nummers als bedoeld in het ‘Nummerplan voor identiteitsnummers ten behoeve van internationale mobiliteit (IMSI-nummers)’ | MNC (mobiele netwerkcode) | Tariefklasse 1 |
Nummers als bedoeld in het ‘Nummerplan telexdiensten’ | Telex | Tariefklasse 2 |
Nummers als bedoeld in het ‘Nummerplan voor pakket en circuitgeschakelde datadiensten | DNIC | Tariefklasse 1, per 1/10 DNIC |
6. Overige diensten | Vergoeding |
---|---|
Per spoedbehandeling van een nummeraanvraag1 | € 550 |
Entreegeld loting | € 200 |
Entreegeld veiling | € 200 |
Verstrekking van gewaarmerkt kopie | € 25 |
Het betreft een behandeling nummeraanvraag binnen 24 uur. Spoedbehandeling van een nummeraanvraag is niet in alle gevallen mogelijk.
Tariefklassen | Per aantal nummers | Vergoeding voor toekennen | Vergoeding voor toekennen van gereserveerde nummers1 | Jaarlijkse vergoeding voor het toezicht bij toekenning | Jaarlijkse vergoeding voor toezicht bij gereserveerde nummers |
---|---|---|---|---|---|
Tariefklasse 1 | 1 | € 660 | € 53 | € 106 | € 53 |
Tariefklasse 2 | 1000 | € 20 met minimumbedrag van € 200 | € 2,75 met minimumbedrag van € 27,50 | € 5,50 met minimumbedrag van € 55 | € 2,75 met minimumbedrag van € 27,50 |
Tariefklasse 3 | 1 | € 99 | € 40 | ||
Tariefklasse 4 | 1 | € 33 | € 6,50 | € 13 | € 6,50 |
Tariefklasse 5 | 1 | € 121 | € 54 | ||
Tariefklasse 6 | 1 | € 40 | € 9 | € 18 | € 9 |
Tariefklasse 72 | 100 | € 46 | € 5,50 |
In de onderhavige regeling zijn de vergoedingen vastgesteld die door het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (verder: OPTA) in rekening zullen worden gebracht voor door OPTA jegens een marktpartij verrichte of te verrichten werkzaamheden of diensten die voortvloeien uit de Telecommunicatiewet en de Postwet 2009. De vergoedingen betreffende de Telecommunicatiewet worden onderscheiden naar de categorieën van gelijksoortige werkzaamheden of diensten die zijn genoemd in artikel 4, tweede lid, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet. Sommige van deze categorieën worden weer verdeeld in subcategorieën.
Op basis van artikel 3, eerste lid, onder a, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet worden directe en indirecte kosten die worden toegerekend aan de betreffende categorieën en subcategorieën geraamd voor het kalenderjaar waarvoor de vergoeding geldt. Uitgangspunt is een zo volledig mogelijke kostendekking door middel van doorberekening van de geraamde kosten per categorie. De verdeling van de kosten binnen een (sub)categorie geschiedt op basis van het aantal registraties, de relatieve omzet van aanbieders, het aantal aanbieders met een omzet binnen een bepaalde bandbreedte, het aantal afgegeven certificaten, c.q. het aantal toegekende en gereserveerde nummers binnen die (sub)categorie. Indien na afloop van een kalenderjaar blijkt dat de gerealiseerde kosten en opbrengsten afwijken van de geraamde kosten en opbrengsten, komt het positieve of negatieve saldo ten goede aan respectievelijk ten laste van de balanspost ‘te verrekenen met de markt’. Dit saldo wordt betrokken bij de vaststelling van de vergoedingen voor latere jaren. Dit laatste is ook van toepassing voor de post.
De kosten van de behandeling van bezwaar- en beroepschriften en van de beoordeling van ontwerpen van regelgeving, z.g. uitvoeringstoetsen, worden niet doorberekend. Dit is in lijn met het kabinetsstandpunt naar aanleiding van het in het kader van de operatie marktwerking deregulering en wetgevingskwaliteit (MDW) opgesteld rapport ‘Maat houden, een kader voor doorberekening van toelatings- en handhavingskosten’ (Kamerstukken II 1995/96, 24 036, nr. 22). Dit vloeit ook voort uit het feit dat deze werkzaamheden niet als werkzaamheden of diensten in de zin van artikel 16.1 Telecommunicatiewet kunnen worden aangemerkt.
In de toelichting bij artikel 3 wordt ingegaan op de specifieke wijzigingen in de hoogte van de vergoedingen voor 2011 ten opzichte van de vergoedingen die zijn vastgesteld in de Regeling vergoedingen OPTA 2010. Bij het bepalen van de hoogte van de vergoedingen is uitgegaan van de begroting van OPTA voor 2011, zoals goedgekeurd in 2010.
Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten van vergoedingsplichtige marktpartijen.
Op grond van het kabinetsbeleid inzake Vaste verandermomenten treden ministeriële regelingen in werking met ingang van 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. Bekendmaking geschiedt uiterlijk twee maanden voor inwerkingtreding.
In deze regeling wordt bepaald dat de Regeling vergoedingen OPTA 2011 in werking treedt met ingang van 1 januari 2011, een van de vaste veranderdata. De bekendmaking geschiedt echter niet twee maanden voor inwerkingtreding maar enkele weken daarvoor. Deze afwijkende bekendmaking houdt verband met het feit dat de in de regeling opgenomen vergoedingen worden vastgesteld overeenkomstig de begroting van OPTA voor 2011, welke pas 28 oktober 2010 is vastgesteld in de openbare collegevergadering.
In dit artikel zijn overeenkomstig de Regeling vergoedingen OPTA 2010 de minimale en de maximale omzet voor aanbieders die een forfaitaire vergoeding verschuldigd zijn, bepaald op € 2 miljoen respectievelijk € 20 miljoen. Bij de bepaling van de bovengrens van € 20 miljoen heeft voorop gestaan dat het grootste deel van de relevante toezichtskosten naar rato van omzet wordt omgeslagen over de grote partijen door middel van een vergoeding die een promillage van de omzet bedraagt. De overige kosten worden gelijkelijk (onafhankelijk van de omzet) toegerekend aan de kleine en middelgrote bedrijven. Het omzetbedrag waaronder de vergoeding op nihil wordt gesteld (€ 2 miljoen), dient ertoe zeer kleine aanbieders te ontlasten, mede om te voorkomen dat de vergoeding de toegang tot de markt kan belemmeren.
In dit artikel wordt voor een aanduiding van de vergoedingen die per categorie of subcategorie van gelijksoortige werkzaamheden of diensten in rekening worden gebracht verwezen naar de bijlage. De vergoedingen bestaan uit eenmalige vergoedingen voor werkzaamheden of diensten van OPTA ter uitvoering van de Telecommunicatiewet en uit vergoedingen voor het toezicht door OPTA op de naleving van de Telecommunicatiewet die jaarlijks in rekening worden gebracht. De per categorie en subcategorie geraamde directe en indirecte kosten van deze werkzaamheden en diensten worden vertaald in een desbetreffende vergoeding, rekening houdend met het aantal keren dat de vergoeding naar verwachting zal worden opgelegd.
De vergoedingen die in 2011 in rekening zullen worden gebracht aan de marktcategorie elektronische communicatie zijn 13% hoger dan in 2010. Deze verhoging wordt veroorzaakt door een stijging van de begrote kosten voor 2011 als gevolg van de derde ronde van marktanalyses en nieuwe wettelijke taken voor de OPTA, die ondermeer verband houden met de implementatie en uitvoering van de nieuwe toezichtstaken uit het New Regulatory Framework (NRF). Het gaat hierbij om taken op het gebied van universele dienstverlening (UD) gehandicapten, netneutraliteit en tarieftransparantie.
Met de wijziging van het Postbesluit 2009 kan de OPTA per 1 juli 2010 overgaan tot vergoeding van de kosten voor het houden van toezicht op het postvervoer buiten de universele postdienst. Deze kosten hebben onder meer betrekking op geschilbeslechting op het gebied van onderlinge dienstverlening en het toezicht op de naleving van het Tijdelijk besluit arbeidsovereenkomst post. De in de bijlage opgenomen verdeelsleutel, in de vorm van een uniform percentage van de relevante omzet, maakt het mogelijk per postvervoerbedrijf te bepalen welke vergoeding aan de OPTA verschuldigd is. Voor zowel de universele postdienst als de niet universele dienst geldt dat er in 2010 veel voorbereidende werkzaamheden moesten worden uitgevoerd met een tijdelijk karakter. Derhalve dalen de vergoedingen voor beide categorieën in 2011.
Met betrekking tot onderdeel 4 van de bijlage geldt dat de tarieven voor nagenoeg alle nummers met 10% zijn verhoogd ten opzichte van 2010. Dit wordt met name veroorzaakt doordat in eerdere jaren sprake is geweest van een verlaging van de tarieven in verband met een voor die periode opgebouwd overschot. Dit overschot was ontstaan doordat de kosten voor het toezicht op nummers een aantal jaren lager zijn uitgevallen dan begroot. Inmiddels is dat overschot verrekend met de markt door gedurende de afgelopen jaren tarieven te hanteren die onder het kostendekkende niveau liggen. In 2009 is reeds aangekondigd dat de tarieven in stappen verhoogd zouden worden om de tarieven weer kostendekkend te maken.
In afwijking van de generieke tariefstijging, worden de tarieven voor toekenning en jaarlijks toezicht van betaalde informatienummers (090X-nummers) met 15% verhoogd ten opzichte van 2010. De reden hiervoor is dat de toezichtwerkzaamheden op het gebied van betaalde informatienummers ten opzichte van andere nummers sterker zijn toegenomen.
Dit artikel bevat een nadere regeling voor de wijze waarop de omzet moet worden bepaald indien de vergoedingsplichtige aanbieder recentelijk de activiteiten van een andere aanbieder heeft overgenomen, voor zover de desbetreffende registratie op grond van artikel 2.1 van de Telecommunicatiewet daarbij is overgegaan. Op grond van artikel 5b, derde lid, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet wordt de hoogte van de vergoeding dan bepaald met inachtneming van de omzet van de aanbieder of aanbieders waaruit de vergoedingsplichtige aanbieder is voortgekomen. Voor de oplegging van een vergoeding voor jaar t geldt jaar t-2 als referentiejaar en indien de overdracht van activiteiten plaats heeft gevonden in jaar t-1, is alleen de omzet van die voorgaande aanbieder of aanbieders relevant. Op deze situatie heeft het eerste lid betrekking. Indien de overdracht van activiteiten heeft plaatsgevonden in jaar t-2, dient de omzet van de voorgaande aanbieder of aanbieders tot het tijdstip van overdracht te worden samengeteld met de omzet die de vergoedingsplichtige aanbieder vanaf dat tijdstip heeft behaald. Het tweede lid heeft op deze situatie betrekking.
Bij een splitsing vindt een overdracht van activiteiten plaats aan meer dan één aanbieder. De omzet van het gesplitste bedrijf dient dan naar rato van de overgedragen activiteiten te worden betrokken bij de omzetbepaling in het kader van de toezichtsvergoeding. Deze maatstaf is in het derde lid tot uitdrukking gebracht. Bij andere gevallen van overdracht van activiteiten, zoals in geval van fusie, dient de omzet van het bedrijf dat de activiteiten heeft overgedragen ten volle te worden betrokken bij de omzetbepaling, althans voor zover deze activiteiten betrekking hebben op het in Nederland aanbieden van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, openbare elektronische communicatiediensten of bijbehorende faciliteiten.
Ingevolge artikel 7 van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet dient de vergoeding door degene die de vergoeding is verschuldigd bij vooruitbetaling te worden voldaan, tenzij hiervan wordt afgeweken bij ministeriële regeling. Evenals in de Regeling vergoedingen OPTA 2010 wordt in de onderhavige regeling bepaald dat vooruitbetaling niet is vereist bij vergoedingen voor de categorieën van werkzaamheden of diensten inzake elektronische communicatie en TTP-diensten.
De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
M.J.M. Verhagen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2010-20598.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.