De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1342/2008 van de Raad van de Europese Unie van 18 december 2008 tot vaststelling van een langetermijnplan
voor kabeljauwbestanden en de bevissing van deze bestanden, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 423/2004 (PbEU L 348)
en op de artikelen 3 en 4 van het Reglement zee- en kustvisserij 1977;
Besluit:
ARTIKEL I
Artikel 33 van de Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid, onderdeel a, komt te luiden:
a. de minister ten aanzien van het vissersvaartuig voor de beheersperiode een speciaal visdocument heeft afgegeven als bedoeld
in artikel 14, tweede lid, van verordening nr. 1342/2008, ten aanzien van het desbetreffende gereglementeerde geografisch
gebied en categorie vistuig, voor zover wordt gehandeld in overeenstemming met de aan dat speciaal visdocument verbonden voorschriften;
2. Aan het vijfde lid wordt de volgende zin toegevoegd: De minister kan aan een speciaal visdocument voorschriften verbinden
of de daaraan verbonden voorschriften wijzigen.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Den Haag, 2 december 2010
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
Overeenkomstig het door de Staatssecretaris genomen besluit:
de Directeur-Generaal,
J.P. Hoogeveen MPA.
TOELICHTING
In de Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij zijn onder meer voorschriften opgenomen ter beperking van de visserijinspanning.
Deze voorschriften strekken ter uitvoering van het langetermijnplan voor kabeljauwbestanden zoals dat is neergelegd in Verordening
(EG) nr. 1342/2008. De voorschriften behelzen een plafond voor de te benutten hoeveelheid visserijinspanning, in de praktijk
aangeduid als aantal zeedagen, voor de te onderscheiden vistuigcategorieën.
Artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1342/2008 biedt lidstaten de mogelijkheid om de hen toegekende visserijinspanning voor
de desbetreffende beheersperiode tussen de verschillende vistuigcategorieën over te hevelen. Op grond van het vierde en vijfde
lid van artikel 17 moet bij de overheveling een standaardcorrectiefactor worden gehanteerd. Artikel 8, vierde en vijfde lid,
van Verordening (EU) nr. 237/20101 voorziet evenwel in de mogelijkheid dat lidstaten bij de berekening van de over te dragen visserijinspanning een correctiefactor
mogen toepassen die afwijkt van de standaardcorrectiefactor. Indien een lidstaat van die mogelijkheid gebruik wenst te maken,
moet zij de Commissie in kennis stellen van de onderbouwing hiervan. Bovendien is het op grond van het zesde lid van voornoemd
artikel tevens mogelijk dat de visserijinspanning permanent wordt overgedragen in de situatie dat de visserijvloot structureel
is gewijzigd. Ingevolge artikel 9 van de laatstgenoemde verordening kan bij de voor deze overdracht te hanteren correctiefactor
mede rekening worden gehouden met kabeljauwvermijdende maatregelen die door de lidstaat zijn geïmplementeerd.
Zoals is uiteengezet in de toelichting bij de regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 12 augustus
2010, nr. 146789, houdende wijziging van de Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij en van de Regeling technische
maatregelen 2000 (Stcrt. nr. 12944) is hiertoe in de eerste helft van 2010 een verduurzamingsplan opgesteld, dat voorziet in een pakket van kabeljauwvermijdende
maatregelen. Het verduurzamingsplan is bij brief van 10 mei 2010 aan de Commissie voorgelegd. Uit dit plan zijn de technische
maatregelen die voorzien in een grotere maaswijdte voor de vistuigen TR1 en TR2 bij voornoemde regeling van 12 augustus 2010
doorgevoerd. Thans zal de in het plan voorgestelde maatregel tot tijdelijke sluiting van de visserij in bepaalde gebieden
om concentraties van kabeljauw te vermijden, worden doorgevoerd.
Op grond van artikel 14, tweede lid, van verordening (EG) nr. 1342/2008 verlenen lidstaten toestemming in de vorm van speciale
visdocumenten die zij afgeven aan vaartuigen die onder hun vlag varen, in de zogenoemde gereglementeerde geografische gebieden
en vissen met gereglementeerd vistuig, waaronder TR1 en TR2. Zoals is aangegeven in de overwegingen bij verordening (EG) nr.
1342/2008 moeten de lidstaten hun bevoegdheden inzake het verlenen van toestemming tot bevissing van de kabeljauwbestanden
uitoefenen teneinde hun vissers ertoe aan te moedigen op een selectievere, voor het milieu minder schadelijke manier te vissen.
Tegen die achtergrond zal de tijdelijke sluiting van de visserij in gebieden waar hoge concentraties kabeljauw aanwezig zijn
worden opgenomen als voorschrift in het speciaal visdocument, in de praktijk aangeduid als annex IIa document. De onderhavige
regeling voorziet in de mogelijkheid dergelijke voorschriften aan het speciale visdocument te verbinden.
Uit deze regeling vloeien geen administratieve lasten voor burgers of bedrijven voort.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
Overeenkomstig het door de Staatssecretaris genomen besluit:
de Directeur-Generaal,
J.P. Hoogeveen MPA.