Opsporingsvergunning koolwaterstoffen L11c

22 november 2010

Nr. ETM/EM/10156801

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Procesverloop:

  • Cirrus Energy Nederland B.V. (hierna genoemd Cirrus) heeft per brief van 11 september 2009, ontvangen op 14 september 2009, een aanvraag ingediend voor het opsporen van koolwaterstoffen ingevolge artikel 6, van de Mijnbouwwet (Stb. 2002, 542), in een deel van blokdeel L11, welk blok is aangegeven op de als bijlage 3 van de Mijnbouwregeling (Stcrt. 2020, 245) gevoegde kaart, genaamd blokdeel L11c;

  • Naar aanleiding van de onderhavige aanvraag is in het Publicatieblad van de Europese Unie van 29 januari 2010 (2010/C 22/10) en in de Staatscourant van 11 februari 2010, nr. 2049, gerectificeerd in de Staatscourant van 26 februari 2010, nr. 2049, een uitnodiging geplaatst voor het indienen van concurrerende aanvragen voor een opsporingsvergunning voor het blokdeel L11c;

  • Binnen de periode van dertien weken na plaatsing van bovengenoemde uitnodiging in het Publicatieblad van de Europese Unie is per brief van 28 april 2010, ontvangen op dezelfde datum, een concurrerende aanvraag ingediend door GDF SUEZ E&P Nederland B.V. (hierna genoemd GDF);

  • TNO Bouw en Ondergrond, adviesgroep EZ (hierna genoemd TNO) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken op 31 mei 2010 advies uitgebracht (kenmerk AGE 10-10.034);

  • Staatstoezicht op de mijnen (hierna genoemd Sodm) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken op 17 mei 2010 uitgebracht (kenmerk 10077376);

  • De Mijnraad heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken op 6 september 2010 advies uitgebracht (kenmerk MIJR/10106865), op grond van artikel 105, derde lid, van de Mijnbouwwet.

Gelet op de artikelen 6, 7, 9, 11, eerste tot en met het derde lid, 12, 13, eerste lid, 15, 17, en 105, derde lid, van de Mijnbouwwet, alsmede de artikelen 1.3.1, 1.3.7 en 1.3.11 van de Mijnbouwregeling;

Besluit:

Artikel 1

Aan Cirrus Energy Nederland B.V. wordt een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen verleend.

Artikel 2

De vergunning geldt voor een deel van blok L11, welk blok is aangegeven op de kaart die als bijlage bij de Mijnbouwregeling is gevoegd, genaamd blokdeel L11c.

Het blokdeel L11c wordt begrensd door de breedtecirkel tussen de puntparen A−B en C−D, door de lengtecirkel tussen de punten B en C en door de grootcirkel tussen de puntparen D−E en E−A.

De coördinaten van deze punten zijn:

A. 4° 33' 3.100" OL 53° 30' 0.000" NB

B. 4° 40' 0.000" OL 53° 30' 0.000" NB

C. 4° 40' 0.000" OL 53° 20' 0.000" NB

D. 4° 34' 0.000" OL 53° 20' 0.000" NB

E. 4° 29' 2.000" OL 53° 24' 57.000" NB.

De ligging van bovengenoemde punten is uitgedrukt in geografische coördinaten berekend volgens het stelsel van de Europese Vereffening.

De oppervlakte van blokdeel L11c bedraagt 179,2 km2.

Artikel 3

De vergunning geldt vanaf het tijdstip waarop zij in werking is getreden tot vier jaar na het tijdstip waarop zij onherroepelijk is geworden.

Artikel 4

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 14 september 2009 ontvangen aanvraag, met dien verstande dat binnen twee jaar een geactualiseerd werkprogramma aan de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie wordt voorgelegd dat een onvoorwaardelijke boring in uiterlijk het derde jaar bevat.

Artikel 5

De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant

De Minister ,van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

namens deze:

P. Jongerius,

themacoördinator mijnbouw en mijnbouwklimaat directie Energiemarkt.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (ALP: X/05), Postbus 20101, 2500 EC Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in aanhef vermelde datum.

Naar boven