Besluit en kennisgeving van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over de start van een openbare voorbereidingsprocedure (ex afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht) inzake de conceptbesluiten tot verlenging van de landelijke commerciële fm-vergunningen, verlening van zeven vergunningen voor digitale radio-omroep en het al dan niet in rekening brengen van een financieel instrument

9 november 2010, Groningen

Nr. AT-EL&I/6479926

Inleiding en achtergrond

Op 1 september 2011 lopen de huidige frequentievergunningen voor commerciële radio-omroep in de FM- en AM-band af. In de kamerbrief van 23 juni 2009 (kamerstukken II 2008/09, 24 095, nr. 241) is voor na die periode het voornemen uitgesproken om die vergunningen te verlengen voor een periode van zes jaar, onder voorwaarde dat er geïnvesteerd wordt in digitale radio. In de eerdergenoemde kamerbrief is tevens aangegeven dat de vergunninghouders een eenmalig bedrag moeten betalen dat zowel een vergoeding voor de verlenging van hun vergunning, als voor de toegang tot het spectrum voor digitale radio bevat.

Teneinde dit beleid mogelijk te maken, heb ik een besluit tot wijziging van artikel 9 van het Frequentiebesluit ter advies voorgelegd aan de Raad van State. De Raad van State heeft in zijn advies onder meer aandacht besteed aan de relatie van het voorgenomen beleid met het Europese recht. Teneinde de regering in staat te kunnen stellen op een weloverwogen wijze om te gaan met het advies van de Raad van State, heb ik besloten een formele consultatie te houden ex afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, waarin eenieder zijn of haar zienswijze kan geven. Deze procedure heeft betrekking op een viertal categorieën van ontwerpbesluiten. Het betreft de ontwerpbesluiten tot verlenging van zeven landelijke commerciële FM-vergunningen, de ontwerpbesluiten (factuurbeschikkingen) om aan vier van die vergunninghouders de verplichting op te leggen een eenmalig bedrag te betalen (aangezien deze vergunningen een economische waarde groter dan nul euro hebben), en aan drie van die vergunninghouders niet de verplichting op te leggen om een eenmalig bedrag te betalen (aangezien deze vergunningen een economische waarde nihil hebben) en de ontwerpbesluiten om zeven vergunningen voor digitale radio-omroep te verlenen. Op basis van de inbreng die gedurende de consultatieperiode wordt gegeven zullen vervolgens alle belangen worden meegewogen en zal ik een definitief besluit nemen. Het spreekt voor zich dat als binnen de radiosector een breed draagvlak is voor het door mij ter consultatie gebrachte verlengings- en digitaliseringsbeleid, dit kan worden beschouwd als een aanmoediging om het ingezette beleid voort te zetten.

Deze kennisgeving heeft geen betrekking op de commerciële AM-vergunningen en de niet-landelijke commerciële FM-vergunningen. De openbare consultatie voor de verlengingen van de niet-landelijke commerciële AM- en FM-vergunningen zal op een later tijdstip starten. De aankondiging hierover zal zeer binnenkort in de Staatscourant en op de website van Agentschap Telecom geplaatst worden.

Wettelijk kader

Frequentiebesluit

In de kamerbrief van 23 juni 2009 (kamerstukken II 2008/09, 24 095, nr. 241) is aangegeven dat het Frequentiebesluit zal worden gewijzigd, teneinde een expliciete juridische basis te hebben voor de verlengingsbesluiten. Thans bestaat het voornemen om hiertoe artikel 9 van het Frequentiebesluit te wijzigen, en wel zodanig dat vergunningen die door middel van een veiling of vergelijkende toets zijn verleend, kunnen worden verlengd als dat van belang is met het oog op de omschakeling van analoge naar digitale techniek.

Verder is relevant dat het voornemen bestaat om krachtens artikel 9, vierde lid, van het Frequentiebesluit een ministeriële regeling op te stellen waarin eisen worden gesteld om in aanmerking te komen voor een verlenging met digitaliseringsverplichting. De eerste voorwaarde die zal worden gesteld, is dat de aanvrager in het kader van zijn aanvraag een waarborgsom of bankgarantie dient te verstrekken ter grootte van 1/6 deel van het verplicht te betalen financieel instrument als bedoeld in artikel 3.3a van de Telecommunicatiewet. Indien de aanvrager geen (toereikende) bankgarantie of waarborgsom verstrekt, zal de aanvraag, na de mogelijkheid tot verzuimherstel, niet in behandeling worden genomen krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht. De tweede voorwaarde houdt in dat de aanvrager en de aanvraag dienen te voldoen aan de entree-eisen die gewoonlijk krachtens artikel 6 van het Frequentiebesluit worden gesteld. De consultatie van de ontwerpregeling inzake de verdeling van de landelijke commerciële FM-vergunningen voor de kavels A7 en A8 zal gelijktijdig starten met deze openbare voorbereidingsprocedure. Het voornemen bestaat om de entree-eisen die in die regeling worden gesteld, ook ter zake van de verlenging te stellen. Bij het geven van uw zienswijze kunt u hiermee rekening houden.

Nationaal Frequentieplan 2005

Ter voorbereiding van het digitaliserings- en verlengingsbeleid is van 5 mei tot en met 16 juni 2010 een wijziging van het Nationaal Frequentieplan 2005 geconsulteerd met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht1. Laatstgenoemd concept kunt u raadplegen via de website www.agentschap-telecom.nl. Die wijziging zal in werking zijn getreden op het tijdstip dat de besluiten die hier aan de orde zijn, worden genomen. Dit betekent dat u bij het geven van uw zienswijze uit kunt gaan van het Nationaal Frequentieplan 2005 met inbegrip van deze wijziging. Voor de goede orde zij er op gewezen dat bedoelde wijziging van het Nationaal Frequentieplan 2005 niet opnieuw wordt geconsulteerd.

Financieel instrument

Teneinde een optimaal gebruik van frequentieruimte te waarborgen kan bij ministeriële regeling worden bepaald dat de houder van een vergunning van wie de vergunning wordt of is verlengd voor het gebruik van frequentieruimte een eenmalig bedrag (ofwel financieel instrument) verschuldigd is. Deze bevoegdheid is neergelegd in artikel 3.3a van de Telecommunicatiewet.

Om de hoogte van het eenmalig bedrag per kavel te kunnen bepalen heeft een consortium bestaand uit SEO Economisch Onderzoek, het Instituut voor Informatierecht (IViR) en TNO Informatie- en Communicatietechnologie onderzoek gedaan naar de economische waarde die verlenging van de vergunningen vertegenwoordigt onder condities van gelijktijdige toegang tot het digitale spectrum en een verplichte uitrol daarvan. Door uit te gaan van de economische waarde wordt enerzijds bereikt dat sprake is van een marktconforme vergoeding (om staatssteun te voorkomen), en anderzijds dat de vergoeding slechts ten doel heeft optimaal spectrumgebruik te waarborgen. Maximalisering van inkomsten is daarmee dus geen doel. De waarde van de vergunningen is bepaald door voor een fictieve, gemiddeld efficiënte nieuwe toetreder een kasstroomschema op stellen; dit resulteert in een bedrag dat deze partij in een fictieve verdeling over zou hebben voor de kavel. Met de kasstroombenadering kan de waarde van een vergunning bepaald worden op basis van de inkomende kasstromen die een vergunninghouder er mee kan genereren, gecorrigeerd voor de uitgaande kasstromen die samenhangen met de vergunning.

De kosten van zowel analoge als digitale distributie maken integraal onderdeel uit van die kosten, aangezien beide vormen van distributie verplicht zijn volgens de vergunningsvoorwaarden en het Nationaal Frequentieplan 2005. De hoogte van het eenmalig bedrag is gebaseerd op de uitkomsten van het SEO-onderzoek2 en zal worden neergelegd in een krachtens artikel 3.3a van de Telecommunicatiewet vast te stellen regeling.

Het eenmalig bedrag dient uiterlijk 31 augustus 2011 volledig betaald te zijn. Indien de aanvrager een waarborgsom verstrekt, dan wordt die waarborgsom voor de betaling van het eenmalig bedrag aangewend. Desgewenst kan uitstel van betaling worden verleend overeenkomstig het regime voor bestuursrechtelijke geldschulden van de Algemene wet bestuursrecht (verder: Awb). In dat geval worden in een krachtens artikel 4:94 Awb te nemen beschikking voorschriften gesteld ten aanzien van de betalingstermijnen en een te stellen zekerheid. Voorzien wordt dat alsdan een betalingsregeling wordt getroffen waarbij het eenmalig bedrag in zes termijnen betaald wordt, steeds een zesde deel voorafgaand aan de komende betalingstermijn. Als voorwaarde hiervoor geldt dat de vergunninghouder via een bankgarantie of waarborgsom zekerheid moet verschaffen voor een bedrag van een zesde deel van het eenmalig bedrag en dat over het verschuldigde maar nog niet betaalde deel van het eenmalig bedrag rente wordt geheven. Die zekerheid moet geboden worden in het kader van een aanvraag tot uitstel van betaling.

Reikwijdte van deze procedure

Onder het kopje ‘wettelijk kader’ is aangegeven dat het voornemen bestaat om krachtens artikel 9 van het Frequentiebesluit een ministeriële regeling vast te stellen die eisen bevat aan de aanvraag en de aanvrager. Aangezien die regeling nog niet is vastgesteld, dient de toetsing aan die regeling nog plaats te vinden. Verder is relevant dat op de aanvraag tot verlenging van een FM-vergunning ex nunc (zoals de situatie is ten tijde van het nemen van het besluit) getoetst dient te worden. Deze toetsing brengt naar zijn aard mee dat aan een aantal aspecten nu nog niet getoetst kan worden. Toetsing aan de bij of krachtens de artikelen 6.23 en 6.24 van de Mediawet 2008 gestelde regels kan nu nog niet definitief plaatsvinden, omdat tussentijds wijzigingen kunnen optreden in de zeggenschapsverhoudingen binnen media-instellingen. Ook is nog niet getoetst aan andere in artikel 3.6 van de Telecommunicatiewet opgenomen weigeringsgronden die buiten de reikwijdte van het verlengings- en digitaliseringsbeleid vallen. Indien een vergunninghouder bijvoorbeeld op het tijdstip waarop op de aanvraag beslist wordt een substantiële betalingsachterstand heeft voor een bij of krachtens de Telecommunicatiewet opgelegde financiële verplichting, kan de verlengingsaanvraag worden geweigerd.

De onderhavige voorgenomen besluiten tot verlenging van de zeven landelijke commerciële FM-vergunningen worden uitsluitend op aanvraag genomen. Zonder tijdig ingediende aanvraag vindt er dus geen verlenging plaatst. Op grond van artikel 9, eerste lid, van het Frequentiebesluit geldt dat een aanvraag voor verlenging van een vergunning kan worden ingediend in de periode van twee jaar tot een jaar voorafgaand aan het tijdstip waarop de looptijd van die vergunning verstrijkt. Bij ministeriële regeling kan voor nader bepaalde vergunningen een afwijkende periode worden bepaald. Op grond hiervan is de indieningstermijn voor de vergunningen voor commerciële radio-omroep verlengd tot 1 november 2010 (Staatscourant 2010, nr. 11992). Dit hield verband met de inschatting dat de besluitvorming over het eerder beschreven verlengings- en digitaliseringsbeleid in september 2010 zou kunnen plaatsvinden. De nu voorziene aanpak gaat er van uit dat medio januari 2011, na de onderhavige formele consultatie, besluitvorming kan plaatsvinden. Bij voorzetting van het verlengingsbeleid zullen vervolgens de eerdergenoemde uitvoeringsregelingen worden gerealiseerd. Bovendien zal in dat geval een nieuwe termijn voor de indiening van aanvragen voor verlenging onder de voorwaarde van digitalisering worden bepaald door wijziging van de regeling op grond van artikel 9, eerste lid, Frequentiebesluit.

Op dit moment is er geen termijn gesteld waarbinnen een aanvraag tot verlening van een vergunning voor digitale radio-omroep als bedoeld in bijlage 8 dient te zijn ontvangen. Bij voorzetting van het verlengings- en digitaliseringsbeleid zal ik een dergelijke termijn stellen. Onder het verlengings- en digitaliseringsbeleid komen alleen de houders van een vergunning voor landelijke commerciële radio-omroep voor een verlenging in aanmerking, indien hun aanvragen (verlenging FM-vergunning en verlening vergunning voor digitale radio-omroep) tijdig zijn ontvangen én op beide aanvragen positief kan worden beslist. Het beleid laat dus geen ruimte om één aanvraag toe te wijzen én één aanvraag af te wijzen.

De in voorbereiding zijnde besluiten waarop afdeling 3.4 Awb van toepassing is

Reikwijdte van de procedure

Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht3 is van toepassing op de voorbereiding van de volgende besluiten:

  • a. besluit I: besluit tot verlenging van de landelijke commerciële FM-vergunning met kenmerk AT-EZ/5096599 (kavel A1, waarvan thans de houder is Sky Radio Nederland B.V.) alsmede de verlening van één vergunning als bedoeld in bijlage 8;

  • b. besluit II: het besluit om de houder van de onder a genoemde vergunning te verplichten een eenmalig bedrag als bedoeld in artikel 3.3a, eerste lid, van de Telecommunicatiewet te betalen van 36.496.000euro voor de verlenging van zijn vergunning met zes jaar en de verlening van één vergunning als bedoeld in bijlage 8;

  • c. besluit III: besluiten tot verlenging van de landelijke commerciële FM-vergunningen met kenmerk AT-EZ/5096447 (kavel A2, waarvan thans de houder is Sky Radio Nederland B.V.) en de vergunning voor de steunzender 95.5 MHz te Hilversum met kenmerk AT-EZ/6068722 alsmede de verlening van één vergunning als bedoeld in bijlage 8;

  • d. besluit IV: het besluit om de houder van de onder c genoemde vergunningen te verplichten een eenmalig bedrag als bedoeld in artikel 3.3a, eerste lid, van de Telecommunicatiewet te betalen van 31.073.000 euro voor de verlenging van zijn vergunningen met zes jaar en de verlening van één vergunning als bedoeld in bijlage 8;

  • e. besluit V: besluit tot verlenging van de landelijke commerciële FM-vergunning met kenmerk AT-EZ/5096376 (kavel A3, waarvan thans de houder is Q-Music Nederland B.V.) alsmede de verlening van één vergunning als bedoeld in bijlage 8;

  • f. besluit VI: het besluit om de houder van de onder e genoemde vergunning te verplichten een eenmalig bedrag als bedoeld in artikel 3.3a, eerste lid, van de Telecommunicatiewet te betalen van 37.744.000 euro voor de verlenging van zijn vergunning met zes jaar en de verlening van één vergunning als bedoeld in bijlage 8;

  • g. besluit VII: besluit tot verlenging van de landelijke commerciële FM-vergunning met kenmerk AT-EZ/5096182 (kavel A4, waarvan thans de houder is BNR Nieuwsradio B.V.) alsmede de verlening van één vergunning als bedoeld in bijlage 8;

  • h. besluit VIII: het besluit om de houder van de onder g genoemde vergunning niet te verplichten een eenmalig bedrag als bedoeld in artikel 3.3a, eerste lid, van de Telecommunicatiewet te betalen voor de verlenging van zijn vergunning met zes jaar en de verlening van één vergunning als bedoeld in bijlage 8;

  • i. besluit IX: besluit tot verlenging van de landelijke commerciële FM-vergunning met kenmerk AT-EZ/5096252 (kavel A5, waarvan thans de houder is SLAM!FM B.V.) alsmede de verlening van één vergunning als bedoeld in bijlage 8;

  • j. besluit X: het besluit om de houder van de onder i genoemde vergunning niet te verplichten een eenmalig bedrag als bedoeld in artikel 3.3a, eerste lid, van de Telecommunicatiewet te betalen voor de verlenging van zijn vergunning met zes jaar en de verlening van één vergunning als bedoeld in bijlage 8;

  • k. besluit XI: besluit tot verlenging van de landelijke commerciële FM-vergunning met kenmerk AT-EZ/5096638 (kavel A6, waarvan thans de houder is Radio 538 B.V.) alsmede de verlening van één vergunning als bedoeld in bijlage 8;

  • l. besluit XII: het besluit om de houder van de onder k genoemde vergunning te verplichten een eenmalig bedrag als bedoeld in artikel 3.3a, eerste lid, van de Telecommunicatiewet te betalen van 37.450.000 euro voor de verlenging van zijn vergunning met zes jaar en de verlening van één vergunning als bedoeld in bijlage 8;

  • m. besluit XIII: besluit tot verlenging van de landelijke commerciële FM-vergunning met kenmerk AT-EZ/5790854 (kavel A9, waarvan thans de houder is RadioCorp OY) alsmede de verlening van één vergunning als bedoeld in bijlage 8;

  • n. besluit XIV: het besluit om de houder van de onder m genoemde vergunning niet te verplichten een eenmalig bedrag als bedoeld in artikel 3.3a, eerste lid, van de Telecommunicatiewet te betalen voor de verlenging van zijn vergunning met zes jaar en de verlening van één vergunning als bedoeld in bijlage 8.

Inhoud van de in voorbereiding zijnde besluiten

Besluiten I, III, V, VII, IX, XI en XIII

De onder I, III, V, VII, IX, XI en XIII bedoelde besluiten luiden in concept telkens als volgt:

Enig artikel
  • 1. De landelijke commerciële FM-vergunning met kenmerk (variabele ‘x’) wordt krachtens artikel 9, eerste lid, van het Frequentiebesluit verlengd tot 1 september 2017. De voorschriften en beperkingen behorend bij de vergunning worden krachtens artikel 9, derde lid, van het Frequentiebesluit per 1 september 2011 gewijzigd overeenkomstig de op die vergunning van toepassing zijnde bijlage bij dit besluit (bijlagen 1, 2a, 3 tot en met 7).

  • 2. Aan de rechtspersoon die houder is van de vergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt per landelijke commerciële FM-vergunning één vergunning verleend als bedoeld in bijlage 8.

  • 3. De vergunning voor de steunzender 95.5 MHz te Hilversum met kenmerk AT-EZ/6068722 wordt krachtens artikel 13, eerste lid, van het Frequentiebesluit verlengd tot 1 september 2017. De voorschriften en beperkingen behorend bij die vergunning worden krachtens artikel 13, tweede lid, van het Frequentiebesluit per 1 september 2011 gewijzigd overeenkomstig bijlage 2b bij dit besluit.

De variabele ‘x’ wordt ingevuld overeenkomstig de onderstaande tabel.

 

Variabele ‘x’

Besluit I

AT-EZ/5096599

Besluit III

AT-EZ/5096447

Besluit V

AT-EZ/5096376

Besluit VII

AT-EZ/5096182

Besluit IX

AT-EZ/5096252

Besluit XI

AT-EZ/5096638

Besluit XIII

AT-EZ/5790854

Besluiten II, IV, VI en XII

De onder II, IV, VI en XII bedoelde besluiten luiden telkens als volgt:

Enig artikel

De persoon die houder is van de FM-vergunning(en) met kenmerk(en) (variabele ‘x’) en de vergunning voor digitale radio-omroep met kenmerk (nader te bepalen) betaalt uiterlijk op 31 augustus 2011 een bedrag van (variabele ‘y’) euro aan de Staat der Nederlanden voor de verlenging van zijn vergunning met zes jaar en de verlening van een vergunning van digitale radio-omroepals bedoeld in bijlage 8.4

De variabelen ‘x’ en ‘y’ worden ingevuld overeenkomstig de onderstaande tabel.

 

Variabele ‘x’

Variabele ‘y’

Besluit II

AT-EZ/5096599

36.496.000 euro

Besluit IV

AT-EZ/5096447

en

AT-EZ/6068722

31.073.000 euro

Besluit VI

AT-EZ/5096376

37.744.000 euro

Besluit XII

AT-EZ/5096638

37.450.000 euro

Besluiten VIII, X en XIV

De onder VIII, X en XIV bedoelde besluiten luiden telkens als volgt:

Enig artikel

De persoon die houder is van de FM-vergunning met kenmerk (variabele ‘x’) en de vergunning voor digitale radio-omroep met kenmerk (nader te bepalen) is niet verplicht een bedrag als bedoeld in artikel 3.3a van de Telecommunicatiewet te betalen voor de verlenging van zijn vergunning met zes jaar en de verlening van een vergunning van digitale radio-omroep als bedoeld in bijlage 8, aangezien de combinatie van deze vergunningen een waarde van nihil heeft.

De variabele ‘x’ wordt ingevuld overeenkomstig de onderstaande tabel.

 

Variabele ‘x’

Besluit VIII

AT-EZ/5096182

Besluit X

AT-EZ/5096252

Besluit XIV

AT-EZ/5790854

Vormgeving van de openbare voorbereidingsprocedure

De openbare voorbereidingsprocedure start op donderdag 11 november 2010 en eindigt op woensdag 22 december 2010. Met toepassing van artikel 3.15, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht heb ik besloten dat eenieder zijn zienswijze naar voren kan brengen. De zienswijze kan zowel schriftelijk als mondeling naar voren worden gebracht.

Uw zienswijze over de ontwerpbesluiten kunt u mailen naar: consultatie@at-ez.nl, t.a.v. de heer mr. drs. R.A. Diekema.

U kunt ook een schriftelijke reactie per post sturen naar:

Agentschap Telecom

t.a.v. de heer mr. drs. R.A. Diekema

Postbus 450

9700 AL Groningen

Voor het naar voren brengen van een mondelinge zienswijze zal een hoorzitting gehouden worden te Groningen. Indien u aan die hoorzitting wenst deel te nemen, dient u dit uiterlijk dinsdag 30 november 2010 kenbaar te maken door een e-mail te versturen naar consultatie@at-ez.nl, onder vermelding van het aantal personen dat aanwezig zal zijn, alsmede de namen van de personen die een mondelinge zienswijze wensen te geven. Indien u een ander (rechtspersoon, natuurlijke persoon) vertegenwoordigt, dan verzoek ik u vriendelijk per post of e-mail die documenten mee te sturen (bijvoorbeeld: volmacht, uittreksel KvK, statuten), waaruit blijkt dat u bevoegd bent die ander te vertegenwoordigen. Per e-mail ontvangt u dan een uitnodiging voor de hoorzitting. De hoorzitting wordt gedurende de consultatieperiode gehouden.

De voor te bereiden besluiten zijn, met uitzondering van een deel van de technische parameters, vermeld in deze kennisgeving. De volledige technische parameters kunt u raadplegen via de website: http://www.agentschap-telecom.nl. Genoemde documenten alsmede eventuele verlengingsaanvragen en de overige op de zaak betrekking hebbende documenten liggen ter inzage bij Agentschap Telecom, Emmasingel 1 te Groningen, en worden geplaatst op de website van het agentschap. Indien u die documenten wenst in te zien dan kunt u zich tijdens kantoortijden melden bij de receptie. De terinzagelegging vangt aan op donderdag 11 november 2010 en eindigt op woensdag 22 december 2010.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

namens deze:

J.T.M. Derksen,

Hoofd Spectrummanagement, Agentschap Telecom.

BIJLAGE 1: GEWIJZIGDE ONTWERPVOORSCHRIFTEN INZAKE KAVEL A01

Plaats en datum

:

Groningen,

Nummer

:

AT-EL&I/

Aantal bladen

:

1 van 3

Onderwerp

:

Vergunning voor het gebruik van frequentieruimte ten behoeve van landelijke commerciële radio-omroep ongeclausuleerd (kavel A01 onder vergunningnummer 5055301)

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelezen de aanvraag en gelet op artikel 3.3 van de Telecommunicatiewet alsmede artikel 16 van het Frequentiebesluit;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beschikking wordt verstaan onder:

a. minister:

Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

b. vergunning:

vergunning als bedoeld in artikel 3.3 van de Telecommunicatiewet voor het gebruik van frequentieruimte in de band van 87,6–104,8 MHz;

c. kavel:

frequentie of samenstel van frequenties, behorend bij een vergunning;

d. digitale radio-omroepvergunning:

de vergunning met vergunningnummer ‘vergunningnummer_digitaal’;

e. ziekenhuis:

instelling voor medisch-specialistische zorg als bedoeld in artikel 1.2, onder 1, van het Uitvoeringsbesluit WTZi;

f. andere instelling:

instelling als bedoeld in artikel 6.24 van de Mediawet 2008 die houder is van een andere vergunning dan deze vergunning, of een instelling als bedoeld in artikel 6.24 van de Mediawet 2008 die geen houder is van een vergunning en die instelling op grond van artikel 22 van het Mediabesluit 2008 tezamen met een instelling die wel beschikt over een andere vergunning dan deze vergunning wordt aangemerkt als één instelling;

g. ongeclausuleerde landelijke vergunning:

vergunning die op grond artikel 3.3, vijfde lid, van de Telecommunicatiewet nader is bestemd voor ongeclausuleerde landelijke commerciële radio-omroep en waarop de artikelen 2, eerste tot en met derde lid, 3, eerst tot en met vierde lid, 4, eerste tot en met het derde lid, 5, eerste tot en met derde lid, 6, eerste tot en met derde lid, van de Regeling aanwijzing en gebruik frequentieruimte commerciële radio-omroep 2003 niet van toepassing zijn;

h. commerciële radio-omroep:

radio-omroep als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Mediawet 2008 die wordt verzorgd door een commerciële media-instelling als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van die wet.

Artikel 2. Gebruiksrecht

  • 1. Sky Radio Nederland B.V., ingeschreven in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel onder nummer 34246541 hierna te noemen: vergunninghouder, is de houder van een vergunning voor het gebruik van de frequentieruimte opgenomen in de bijlage bij deze vergunning ten behoeve van landelijke commerciële radio-omroepongeclausuleerd (kavel A01).

  • 2. De vergunninghouder neemt en houdt de in de bijlagen genoemde frequenties in gebruik.

  • 3. De vergunninghouder houdt daarbij de voorschriften en beperkingen bedoeld in de artikelen 3 tot en met 9 en de bijlagen van deze vergunning in acht.

Artikel 3. Beperkingen ter uitvoering van de Beleidsregel storing door het gewenste signaal van radiozendapparaten

  • 1. De vergunninghouder veroorzaakt:

    • a. geen ontoelaatbare belemmeringen door het gewenste signaal van radiozendapparaten in andere radiozend- of ontvangstapparaten of in elektrische of elektronische inrichtingen, en

    • b. in het frequentiegebied van 100 kHz tot en met 2,5 GHz in ziekenhuizen, alsmede op de percelen waar deze ziekenhuizen staan, geen piekwaarde van de elektrische veldsterkte die gelijk is aan of hoger is dan 5,4 volt per meter.

  • 2. Het eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing indien een vergunninghouder op of in een ziekenhuis of het perceel waarop dat ziekenhuis staat een radiozendapparaat heeft geplaatst met schriftelijke instemming van dat ziekenhuis.

Artikel 4. Programmatische voorschriften

De vergunninghouder is verplicht de aan hem verleende vergunning te gebruiken voor het uitzenden van een radioprogramma voor landelijke commerciële radio-omroep:

  • a. dat, voor zover het gepresenteerde programmaonderdelen tussen 07.00 en 19.00 uur betreft, voor ten minste 50 procent in de Nederlandse of Friese taal wordt gepresenteerd, en

  • b. waarin tussen 07.00 en 23.00 uur, voor zover in deze uren wordt uitgezonden, ten minste eenmaal per uur op het hele uur een programmaonderdeel geheel bestaande uit nieuws is opgenomen.

Artikel 5. Wijzigingen betreffende verbondenheid

  • 1. De vergunninghouder informeert de minister onmiddellijk over:

    • a. wijzigingen in de zeggenschap of feitelijke invloed die andere instellingen direct of indirect op het beleid van de vergunninghouder kunnen uitoefenen;

    • b. wijzigingen in de zeggenschap of feitelijke invloed die de vergunninghouder direct of indirect kan uitoefenen op het beleid van andere instellingen;

    • c. wijzigingen in de zeggenschap of feitelijke invloed die natuurlijke personen direct of indirect kunnen uitoefenen op het beleid van de vergunninghouder, indien die natuurlijke personen direct of indirect een zodanige zeggenschap of feitelijke invloed hebben dat zij in belangrijke mate het beleid van een andere instelling kunnen bepalen of aanmerkelijke invloed hebben op de inhoud van dat beleid, en

    • d. wijzigingen in de zeggenschap of feitelijke invloed die natuurlijke personen direct of indirect kunnen uitoefenen op het beleid van een andere instelling, indien die natuurlijke personen direct of indirect een zodanige zeggenschap of feitelijke invloed hebben dat zij in belangrijke mate het beleid van de vergunninghouder kunnen bepalen of aanmerkelijke invloed hebben op de inhoud van dat beleid.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, is de vergunninghouder niet verplicht informatie te verstrekken voor zover die informatie betrekking heeft op:

    • a. het kunnen uitoefenen van zeggenschap of feitelijke invloed op of door instellingen ten aanzien waarvan hij aan de minister schriftelijk en zonder enig voorbehoud heeft verklaard dat hij met die instellingen één instelling vormt als bedoeld in artikel 6.24 van de Mediawet 2008, of

    • b. het door natuurlijke personen kunnen uitoefenen van zeggenschap of feitelijke invloed op instellingen als bedoeld in artikel 6.24 van de Mediawet 2008 die onder de verklaring, bedoeld in onderdeel a, vallen.

Artikel 6. Steunzenders

  • 1. De frequentie die in de bijlagen is aangemerkt als steunzender Amsterdam 101,5 MHz mag geen storing veroorzaken op andere vergunninghouders en ondervonden storing van andere vergunninghouders dient door de vergunninghouder te worden geaccepteerd (Non Interference Base).

  • 2. De technische parameters van de in het eerste lid genoemde steunzender kunnen in het kader van doelmatig frequentiegebruik tussentijds gewijzigd of ingetrokken worden.

Artikel 7. Financieel bod 2003

Artikel 4 van deze vergunning, zoals zij luidde ten tijde van inwerkingtreding van deze vergunning, blijft van kracht totdat het in 2003 uitgebrachte financieel bod volledig is betaald aan de Staat der Nederlanden.

Artikel 8. Correspondentie

Kennisgevingen en correspondentie die verband houden met deze vergunning, worden gericht aan Agentschap Telecom van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te Groningen, tenzij door of vanwege de minister anders wordt aangegeven.

Artikel 9. Duur van de vergunning

Deze vergunning is in werking getreden op 1 juni 2003 en eindigt op de dag waarop de vergunninghouder niet langer tevens houder is van de digitale radio-omroepvergunning, met dien verstande dat de vergunning in elk geval eindigt op 31 augustus 2017, 24:00 uur.

Deze beschikking zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

namens deze:

M.E. de Groot,

Hoofd Media, Agentschap Telecom.

Beroep

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden (invullen) 2011 een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de rechtbank Rotterdam, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam.

U kunt ook digitaal beroep instellen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

BIJLAGE 2A: GEWIJZIGDE ONTWERPVOORSCHRIFTEN INZAKE KAVEL A02

Plaats en datum

:

Groningen,

Nummer

:

AT-EL&I/

Aantal bladen

:

1 van 3

Onderwerp

:

Vergunning voor het gebruik van frequentieruimte ten behoeve van landelijke commerciële radio-omroep geclausuleerd (kavel A02 onder vergunningnummer 5055305)

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelezen de aanvraag en gelet op artikel 3.3 van de Telecommunicatiewet alsmede artikel 16 van het Frequentiebesluit;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beschikking wordt verstaan onder:

a. minister:

Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

b. vergunning:

vergunning als bedoeld in artikel 3.3 van de Telecommunicatiewet voor het gebruik van frequentieruimte in de band van 87,6–104,8 MHz;

c. kavel:

frequentie of samenstel van frequenties, behorend bij een vergunning;

d. digitale radio-omroepvergunning:

de vergunning met vergunningnummer ‘vergunningnummer digitaal’;

e. ziekenhuis:

instelling voor medisch-specialistische zorg als bedoeld in artikel 1.2, onder 1, van het Uitvoeringsbesluit WTZi;

f. andere instelling:

instelling als bedoeld in artikel 6.24 van de Mediawet 2008 die houder is van een andere vergunning dan deze vergunning, of een instelling als bedoeld in artikel 6.24 van de Mediawet 2008 die geen houder is van een vergunning en die instelling op grond van artikel 22 van het Mediabesluit 2008 tezamen met een instelling die wel beschikt over een andere vergunning dan deze vergunning wordt aangemerkt als één instelling;

g. geclausuleerde landelijke vergunning:

vergunning die op grond artikel 3.3, vijfde lid, van de Telecommunicatiewet nader is bestemd voor geclausuleerde landelijke commerciële radio-omroep en waarop artikel 5, eerste tot en met derde lid, van de Regeling aanwijzing en gebruik frequentieruimte commerciële radio-omroep 2003 van toepassing is;

h. commerciële radio-omroep:

radio-omroep als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Mediawet 2008 die wordt verzorgd door een commerciële media-instelling als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van die wet.

Artikel 2. Gebruiksrecht

  • 1. Sky Radio Nederland B.V.,ingeschreven in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel onder nummer 34246541 hierna te noemen: vergunninghouder is houder van een vergunning voor het gebruik van de frequentieruimte opgenomen in de bijlage bij deze vergunning ten behoeve van landelijke commerciële radio-omroep geclausuleerd (kavel A02).

  • 2. De vergunninghouder neemt en houdtde in de bijlagen genoemde frequenties in gebruik.

  • 3. De vergunninghouder houdt daarbij de voorschriften en beperkingen bedoeld in de artikelen 3 tot en met 8 en de bijlagen van deze vergunning in acht.

Artikel 3. Beperkingen ter uitvoering van de Beleidsregel storing door het gewenste signaal van radiozendapparaten

  • 1. De vergunninghouder veroorzaakt:

    • a. geen ontoelaatbare belemmeringen door het gewenste signaal van radiozendapparaten in andere radiozend- of ontvangstapparaten of in elektrische of elektronische inrichtingen, en

    • b. in het frequentiegebied van 100 kHz tot en met 2,5 GHz in ziekenhuizen, alsmede op de percelen waar deze ziekenhuizen staan, geen piekwaarde van de elektrische veldsterkte die gelijk is aan of hoger is dan 5,4 volt per meter.

  • 2. Het eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing indien een vergunninghouder op of in een ziekenhuis of het perceel waarop dat ziekenhuis staat een radiozendapparaat heeft geplaatst met schriftelijke instemming van dat ziekenhuis.

Artikel 4. Programmatische voorschriften

  • 1. De vergunninghouder is verplicht de vergunning te gebruiken voor het uitzenden van een radioprogramma voor landelijke commerciële radio-omroep:

    • a. dat tussen 07.00 uur en 19.00 uur ten minste 85 procent muziek bevat;

    • b. dat tussen 07.00 uur en 19.00 uur ten hoogste 4,3 procent muziek bevat die genoteerd staat of heeft gestaan op een van de gangbare hitlijsten voor popmuziek in Nederland, waarbij hitnoteringen van vijf jaar of langer geleden niet meetellen;

    • c. dat tussen 07.00 uur en 19.00 uur geen klassieke muziek, moderne klassieke muziek daaronder begrepen, of jazzmuziek bevat;

    • d. dat, voor zover het gepresenteerde programmaonderdelen tussen 07.00 en 19.00 uur betreft, voor ten minste 50 procent in de Nederlandse of Friese taal wordt gepresenteerd, en

    • e. waarin tussen 07.00 en 23.00 uur, voor zover in deze uren wordt uitgezonden, ten minste éénmaal per uur op het hele uur een programmaonderdeel geheel bestaande uit nieuws is opgenomen.

  • 2. De in het eerste lid genoemde voorschriften laten onverlet dat de vergunninghouder bij de uitvoering daarvan voldoet aan de in artikel 5 van de Regeling aanwijzing en gebruik frequentieruimte commerciële radio-omroep 2003 opgenomen voorschriften voor het gebruik van de frequentieruimte van kavel A2.

Artikel 5. Wijzigingen betreffende verbondenheid

  • 1. De vergunninghouder informeert de minister onmiddellijk over:

    • a. wijzigingen in de zeggenschap of feitelijke invloed die andere instellingen direct of indirect op het beleid van de vergunninghouder kunnen uitoefenen;

    • b. wijzigingen in de zeggenschap of feitelijke invloed die de vergunninghouder direct of indirect kan uitoefenen op het beleid van andere instellingen;

    • c. wijzigingen in de zeggenschap of feitelijke invloed die natuurlijke personen direct of indirect kunnen uitoefenen op het beleid van de vergunninghouder, indien die natuurlijke personen direct of indirect een zodanige zeggenschap of feitelijke invloed hebben dat zij in belangrijke mate het beleid van een andere instelling kunnen bepalen of aanmerkelijke invloed hebben op de inhoud van dat beleid, en

    • d. wijzigingen in de zeggenschap of feitelijke invloed die natuurlijke personen direct of indirect kunnen uitoefenen op het beleid van een andere instelling, indien die natuurlijke personen direct of indirect een zodanige zeggenschap of feitelijke invloed hebben dat zij in belangrijke mate het beleid van de vergunninghouder kunnen bepalen of aanmerkelijke invloed hebben op de inhoud van dat beleid.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, is de vergunninghouder niet verplicht informatie te verstrekken voor zover die informatie betrekking heeft op:

    • a. het kunnen uitoefenen van zeggenschap of feitelijke invloed op of door instellingen ten aanzien waarvan hij aan de minister schriftelijk en zonder enig voorbehoud heeft verklaard dat hij met die instellingen één instelling vormt als bedoeld in artikel 6.24 van de Mediawet 2008, of

    • b. het door natuurlijke personen kunnen uitoefenen van zeggenschap of feitelijke invloed op instellingen als bedoeld in artikel 6.24 van de Mediawet 2008 die onder de verklaring, bedoeld in onderdeel a, vallen.

Artikel 6. Financieel bod 2003

Artikel 4 van deze vergunning, zoals zij luidde ten tijde van inwerkingtreding van deze vergunning, blijft van kracht totdat het in 2003 uitgebrachte financieel bod volledig is betaald aan de Staat der Nederlanden.

Artikel 7. Correspondentie

Kennisgevingen en correspondentie die verband houden met deze vergunning, worden gericht aan Agentschap Telecom van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te Groningen, tenzij door of vanwege de minister anders wordt aangegeven.

Artikel 8. Duur van de vergunning

Deze vergunning is in werking getreden op 1 juni 2003 en eindigt op de dag waarop de vergunninghouder niet langer tevens houder is van de digitale radio-omroepvergunning, met dien verstande dat de vergunning in elk geval eindigt op 31 augustus 2017, 24;00 uur.

Deze beschikking zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

namens deze:

M.E. de Groot,

Hoofd Media, Agentschap Telecom.

Beroep

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden (invullen 2011) een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de rechtbank Rotterdam, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam.

U kunt ook digitaal beroep instellen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

BIJLAGE 2B: GEWIJZIGDE ONTWERPVOORSCHRIFTEN INZAKE DE STEUNZENDER 95,5 MHz TE HILVERSUM

Plaats en datum

:

Groningen,

Nummer

:

AT-EL&I/

Aantal bladen

:

1 van 2

Onderwerp

:

Vergunning steunzender 95,5 MHz te Hilversum onder vergunningnummer 6357305

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelezen de aanvraag en gelet op artikel 3.3 van de Telecommunicatiewet alsmede artikel 16 van het Frequentiebesluit;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beschikking wordt verstaan onder:

a. minister:

Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

b. vergunning:

vergunning als bedoeld in artikel 3.3 van de Telecommunicatiewet voor het gebruik van frequentieruimte in de band van 87,6–104,8 MHz;

c. digitale radio-omroepvergunning:

de vergunning met vergunningnummer ‘vergunningnummer_digitaal’;

d. ziekenhuis:

instelling voor medisch-specialistische zorg als bedoeld in artikel 1.2, onder 1, van het Uitvoeringsbesluit WTZi;

e. commerciële radio-omroep:

radio-omroep als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Mediawet 2008 die wordt verzorgd door een commerciële media-instelling als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van die wet.

Artikel 2. Gebruiksrecht

  • 1. Sky Radio Nederland BV ingeschreven in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel onder nummer 34246541, hierna te noemen: vergunninghouder, heeft het recht op het gebruik van een frequentie ten behoeve van commerciële radio-omroep, bedoeld in de bijlage technische parameters behorende bij lid 2.

  • 2. De vergunninghouder neemt en houdt de in de bijlagen genoemde frequentie in gebruik.

  • 3. De vergunninghouder neemt daarbij de voorschriften en beperkingen bedoeld in de artikelen 3 tot en met 6 en de bijlagen van deze vergunning in acht.

Artikel 3. Beperkingen ter uitvoering van de Beleidsregel storing door het gewenste signaal van radiozendapparaten

  • 1. De vergunninghouder veroorzaakt:

    • a. geen ontoelaatbare belemmeringen door het gewenste signaal van radiozendapparaten in andere radiozend- of ontvangstapparaten of in elektrische of elektronische inrichtingen, en

    • b. in het frequentiegebied van 100 kHz tot en met 2,5 GHz in ziekenhuizen, alsmede op de percelen waar deze ziekenhuizen staan, geen piekwaarde van de elektrische veldsterkte die gelijk is aan of hoger is dan 5,4 volt per meter.

  • 2. Het eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing indien een vergunninghouder op of in een ziekenhuis of het perceel waarop dat ziekenhuis staat een radiozendapparaat heeft geplaatst met schriftelijke instemming van dat ziekenhuis.

Artikel 4. Eigenschappen frequentie

  • 1. De vergunning wordt voor geen ander doel gebruikt dan ter oplossing van ontvangstklachten in het theoretische verzorgingsgebied van een andere FM-vergunning als gevolg van grootsignaalgedrag van radiozendapparaten op de zendmast Hilversum (lengtegraad: 005 E 09 54, breedtegraad: 52 N 14 37).

  • 2. De vergunninghouder zendt uitsluitend de radioprogramma’s uit die hij tevens uitzendt op basis van zijn andere vergunning, waarbij het theoretische verzorgingsgebied als bedoeld in het eerste lid behoort. De radioprogramma’s dienen onverkort, ongewijzigd en gelijktijdig met de uitzending welke geschiedt op basis van zijn andere vergunning te worden uitgezonden.

Artikel 5. Correspondentie

Kennisgevingen en correspondentie die verband houden met deze vergunning, worden gericht aan Agentschap Telecom van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te Groningen, tenzij door of vanwege de minister anders wordt aangegeven.

Artikel 6. Duur van de vergunning

Deze vergunning is in werking getreden op 14 december 2007 en eindigt op de dag waarop de vergunninghouder niet langer tevens houder is van de digitale radio-omroepvergunning, met dien verstande dat de vergunning in elk geval eindigt op 31 augustus 2017, 24:00 uur.

Deze beschikking zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

namens deze:

M.E. de Groot,

Hoofd Media, Agentschap Telecom.

Beroep

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden (invullen) 2011 een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de rechtbank Rotterdam, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam

U kunt ook digitaal beroep instellen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

BIJLAGE 3: GEWIJZIGDE ONTWERPVOORSCHRIFTEN INZAKE KAVEL A03

Plaats en datum

:

Groningen,

Nummer

:

AT-EL&I/

Aantal bladen

:

1 van 4

Onderwerp

:

Vergunning voor het gebruik van frequentieruimte ten behoeve van landelijke commerciële radio-omroep ongeclausuleerd (kavel A03 onder vergunningnummer 5055302)

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelezen de aanvraag en gelet op artikel 3.3 van de Telecommunicatiewet alsmede artikel 16 van het Frequentiebesluit;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beschikking wordt verstaan onder:

a. minister:

Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

b. vergunning:

vergunning als bedoeld in artikel 3.3 van de Telecommunicatiewet voor het gebruik van frequentieruimte in de band van 87,6–104,8 MHz;

c. kavel:

frequentie of samenstel van frequenties, behorend bij een vergunning;

d. digitale radio-omroepvergunning:

de vergunning met vergunningnummer ‘vergunningnummer_digitaal’;

e. ziekenhuis:

instelling voor medisch-specialistische zorg als bedoeld in artikel 1.2, onder 1, van het Uitvoeringsbesluit WTZi;

f. andere instelling:

instelling als bedoeld in artikel 6.24 van de Mediawet 2008 die houder is van een andere vergunning dan deze vergunning, of een instelling als bedoeld in artikel 6.24 van de Mediawet 2008 die geen houder is van een vergunning en die instelling op grond van artikel 22 van het Mediabesluit 2008 tezamen met een instelling die wel beschikt over een andere vergunning dan deze vergunning wordt aangemerkt als één instelling;

g. ongeclausuleerde landelijke vergunning:

vergunning die op grond artikel 3.3, vijfde lid, van de Telecommunicatiewet nader is bestemd voor ongeclausuleerde landelijke commerciële radio-omroep en waarop de artikelen 2, eerste tot en met derde lid, 3, eerst tot en met vierde lid, 4, eerste tot en met het derde lid, 5, eerste tot en met derde lid, 6, eerste tot en met derde lid, van de Regeling aanwijzing en gebruik frequentieruimte commerciële radio-omroep 2003 niet van toepassing zijn;

h. commerciële radio-omroep:

radio-omroep als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Mediawet 2008 die wordt verzorgd door een commerciële media-instelling als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van die wet.

Artikel 2. Gebruiksrecht

  • 1. Q-music Nederland B.V. ingeschreven in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel onder nummer 32039594, hierna te noemen: vergunninghouder, is houder van de vergunning voor het gebruik van de frequentieruimte opgenomen in de bijlage bij deze vergunning ten behoeve van landelijke commerciële radio-omroep ongeclausuleerd (kavel A03).

  • 2. De vergunninghouder neemt en houdt de in de bijlagen genoemde frequenties in gebruik.

  • 3. De vergunninghouder neemt daarbij de voorschriften en beperkingen bedoeld in de artikelen 3 tot en met 9 en de bijlagen van deze vergunning in acht.

Artikel 3. Beperkingen ter uitvoering van de Beleidsregel storing door het gewenste signaal van radiozendapparaten

  • 1. De vergunninghouder veroorzaakt:

    • a. geen ontoelaatbare belemmeringen door het gewenste signaal van radiozendapparaten in andere radiozend- of ontvangstapparaten of in elektrische of elektronische inrichtingen, en

    • b. in het frequentiegebied van 100 kHz tot en met 2,5 GHz in ziekenhuizen, alsmede op de percelen waar deze ziekenhuizen staan, geen piekwaarde van de elektrische veldsterkte die gelijk is aan of hoger is dan 5,4 volt per meter.

  • 2. Het eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing indien een vergunninghouder op of in een ziekenhuis of het perceel waarop dat ziekenhuis staat een radiozendapparaat heeft geplaatst met schriftelijke instemming van dat ziekenhuis.

Artikel 4. Programmatische voorschriften

De vergunninghouder is verplicht de aan hem verleende vergunning te gebruiken voor het uitzenden van een radioprogramma voor landelijke commerciële radio-omroep:

  • a. dat, voor zover het gepresenteerde programmaonderdelen tussen 07.00 en 19.00 uur betreft, voor ten minste 50 procent in de Nederlandse of Friese taal wordt gepresenteerd, en

  • b. waarin tussen 07.00 en 23.00 uur, voor zover in deze uren wordt uitgezonden, ten minste eenmaal per uur op het hele uur een programmaonderdeel geheel bestaande uit nieuws is opgenomen.

Artikel 5. Wijzigingen betreffende verbondenheid

  • 1. De vergunninghouder informeert de minister onmiddellijk over:

    • a. wijzigingen in de zeggenschap of feitelijke invloed die andere instellingen direct of indirect op het beleid van de vergunninghouder kunnen uitoefenen;

    • b. wijzigingen in de zeggenschap of feitelijke invloed die de vergunninghouder direct of indirect kan uitoefenen op het beleid van andere instellingen;

    • c. wijzigingen in de zeggenschap of feitelijke invloed die natuurlijke personen direct of indirect kunnen uitoefenen op het beleid van de vergunninghouder, indien die natuurlijke personen direct of indirect een zodanige zeggenschap of feitelijke invloed hebben dat zij in belangrijke mate het beleid van een andere instelling kunnen bepalen of aanmerkelijke invloed hebben op de inhoud van dat beleid, en

    • d. wijzigingen in de zeggenschap of feitelijke invloed die natuurlijke personen direct of indirect kunnen uitoefenen op het beleid van een andere instelling, indien die natuurlijke personen direct of indirect een zodanige zeggenschap of feitelijke invloed hebben dat zij in belangrijke mate het beleid van de vergunninghouder kunnen bepalen of aanmerkelijke invloed hebben op de inhoud van dat beleid.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, is de vergunninghouder niet verplicht informatie te verstrekken voor zover die informatie betrekking heeft op:

    • a. het kunnen uitoefenen van zeggenschap of feitelijke invloed op of door instellingen ten aanzien waarvan hij aan de minister schriftelijk en zonder enig voorbehoud heeft verklaard dat hij met die instellingen één instelling vormt als bedoeld in artikel 6.24 van de Mediawet 2008, of

    • b. het door natuurlijke personen kunnen uitoefenen van zeggenschap of feitelijke invloed op instellingen als bedoeld in artikel 6.24 van de Mediawet 2008 die onder de verklaring, bedoeld in onderdeel a, vallen.

Artikel 6. Steunzenders

  • 1. De frequenties die in de bijlagen zijn aangemerkt als de steunzenders Wormer 100,3 MHz, Amsterdam 100,4 MHz en Goes 100,7 MHz mogen geen storing veroorzaken op andere vergunninghouders en ondervonden storing van andere vergunninghouders dient door de vergunninghouder te worden geaccepteerd (Non Interference Base).

  • 2. De technische parameters van de in het eerste lid genoemde steunzenders kunnen in het kader van doelmatig frequentiegebruik tussentijds gewijzigd of ingetrokken worden.

Artikel 7. Financieel bod 2003

Artikel 4 van deze vergunning, zoals zij luidde ten tijde van inwerkingtreding van deze vergunning, blijft van kracht totdat het in 2003 uitgebrachte financieel bod volledig is betaald aan de Staat der Nederlanden.

Artikel 8. Correspondentie

Kennisgevingen en correspondentie die verband houden met deze vergunning, worden gericht aan Agentschap Telecom van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te Groningen, tenzij door of vanwege de minister anders wordt aangegeven.

Artikel 9. Duur van de vergunning

Deze vergunning is in werking getreden op 1 juni 2003 en eindigt op de dag waarop de vergunninghouder niet langer tevens houder is van de digitale radio-omroepvergunning, met dien verstande dat de vergunning in elk geval eindigt op 31 augustus 2017, 24:00 uur.

Deze beschikking zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

namens deze:

M.E. de Groot,

Hoofd Media, Agentschap Telecom.

Beroep

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden (invullen) 2011 een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de rechtbank Rotterdam, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam.

U kunt ook digitaal beroep instellen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

BIJLAGE 4: GEWIJZIGDE ONTWERPVOORSCHRIFTEN INZAKE KAVEL A04

Plaats en datum

:

Groningen,

Nummer

:

AT-EL&I/

Aantal bladen

:

1 van 4

Onderwerp

:

Vergunning voor het gebruik van frequentieruimte ten behoeve van landelijke commerciële radio-omroep geclausuleerd (kavel A04 onder vergunningnummer 5055306)

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelezen de aanvraag en gelet op artikel 3.3 van de Telecommunicatiewet alsmede artikel 16 van het Frequentiebesluit;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beschikking wordt verstaan onder:

a. minister:

Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

b. vergunning:

vergunning als bedoeld in artikel 3.3 van de Telecommunicatiewet voor het gebruik van frequentieruimte in de band van 87,6–104,8 MHz;

c. kavel:

frequentie of samenstel van frequenties, behorend bij een vergunning;

d. digitale radio-omroepvergunning:

de vergunning met vergunningnummer ‘vergunningnummer_digitaal’;

e. ziekenhuis:

instelling voor medisch-specialistische zorg als bedoeld in artikel 1.2, onder 1, van het Uitvoeringsbesluit WTZi;

f. andere instelling:

instelling als bedoeld in artikel 6.24 van de Mediawet 2008 die houder is van een andere vergunning dan deze vergunning, of een instelling als bedoeld in artikel 6.24 van de Mediawet 2008 die geen houder is van een vergunning en die instelling op grond van artikel 22 van het Mediabesluit 2008 tezamen met een instelling die wel beschikt over een andere vergunning dan deze vergunning wordt aangemerkt als één instelling;

g. geclausuleerde landelijke vergunning:

vergunning die op grond artikel 3.3, vijfde lid, van de Telecommunicatiewet nader is bestemd voor geclausuleerde landelijke commerciële radio-omroep en waarop artikel 2, eerste tot en met derde lid, van de Regeling aanwijzing en gebruik frequentieruimte commerciële radio-omroep 2003 van toepassing is;

h. commerciële radio-omroep:

radio-omroep als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Mediawet 2008 die wordt verzorgd door een commerciële media-instelling als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van die wet.

Artikel 2. Gebruiksrecht

  • 1. BNR Nieuwsradio B.V. ingeschreven in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel onder nummer 33261849, hierna te noemen: vergunninghouder, is houder van de vergunning voor het gebruik van de frequentieruimte opgenomen in de bijlage bij deze vergunning ten behoeve van landelijke commerciële radio-omroep geclausuleerd (kavel A04).

  • 2. De vergunninghouder neemt en houdt de in de bijlagen genoemde frequenties in gebruik.

  • 3. De vergunninghouder neemt daarbij de voorschriften en beperkingen bedoeld in de artikelen 3 tot en met 9 en de bijlagen van deze vergunning in acht.

Artikel 3. Beperkingen ter uitvoering van de Beleidsregel storing door het gewenste signaal van radiozendapparaten

  • 1. De vergunninghouder veroorzaakt:

    • a. geen ontoelaatbare belemmeringen door het gewenste signaal van radiozendapparaten in andere radiozend- of ontvangstapparaten of in elektrische of elektronische inrichtingen, en

    • b. in het frequentiegebied van 100 kHz tot en met 2,5 GHz in ziekenhuizen, alsmede op de percelen waar deze ziekenhuizen staan, geen piekwaarde van de elektrische veldsterkte die gelijk is aan of hoger is dan 5,4 volt per meter.

  • 2. Het eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing indien een vergunninghouder op of in een ziekenhuis of het perceel waarop dat ziekenhuis staat een radiozendapparaat heeft geplaatst met schriftelijke instemming van dat ziekenhuis.

Artikel 4. Programmatische voorschriften

  • 1. De vergunninghouder is verplicht de vergunning te gebruiken voor het uitzenden van een radioprogramma voor landelijke commerciële radio-omroep:

    • a. dat op maandag tot en met vrijdag tussen 07.00 uur en 19.00 uur ten minste 100 procent nieuws, actualiteiten en informatie bevat;

    • b. dat op zaterdag en zondag tussen 07.00 uur en 19.00 uur ten minste 75 procent nieuws, actualiteiten en informatie bevat;

    • c. waarin tussen 07.00 uur en 19.00 uur ten minste twee maal per uur een programmaonderdeel bestaande uit nieuws is opgenomen;

    • d. waarin tussen 19.00 uur en 23.00 uur, voor zover in die uren wordt uitgezonden, ten minste tweemaal per uur een programmaonderdeel bestaande uit nieuws is opgenomen;

    • e. waarin tussen 23.00 uur en 07.00 uur, voor zover in die uren wordt uitgezonden, ten minste tweemaal per uur een programmaonderdeel bestaande uit nieuws is opgenomen, en

    • f. dat, voor zover het gepresenteerde programmaonderdelen tussen 07.00 en 19.00 uur betreft, voor ten minste 50 procent in de Nederlandse of Friese taal wordt gepresenteerd.

  • 2. De in het eerste lid genoemde voorschriften laten onverlet dat de vergunninghouder bij de uitvoering daarvan voldoet aan de in artikel 2 van de Regeling aanwijzing en gebruik frequentieruimte commerciële radio-omroep 2003 opgenomen voorschriften voor het gebruik van de frequentieruimte van kavel A4.

Artikel 5. Wijzigingen betreffende verbondenheid

  • 1. De vergunninghouder informeert de minister onmiddellijk over:

    • a. wijzigingen in de zeggenschap of feitelijke invloed die andere instellingen direct of indirect op het beleid van de vergunninghouder kunnen uitoefenen;

    • b. wijzigingen in de zeggenschap of feitelijke invloed die de vergunninghouder direct of indirect kan uitoefenen op het beleid van andere instellingen;

    • c. wijzigingen in de zeggenschap of feitelijke invloed die natuurlijke personen direct of indirect kunnen uitoefenen op het beleid van de vergunninghouder, indien die natuurlijke personen direct of indirect een zodanige zeggenschap of feitelijke invloed hebben dat zij in belangrijke mate het beleid van een andere instelling kunnen bepalen of aanmerkelijke invloed hebben op de inhoud van dat beleid, en

    • d. wijzigingen in de zeggenschap of feitelijke invloed die natuurlijke personen direct of indirect kunnen uitoefenen op het beleid van een andere instelling, indien die natuurlijke personen direct of indirect een zodanige zeggenschap of feitelijke invloed hebben dat zij in belangrijke mate het beleid van de vergunninghouder kunnen bepalen of aanmerkelijke invloed hebben op de inhoud van dat beleid.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, is de vergunninghouder niet verplicht informatie te verstrekken voor zover die informatie betrekking heeft op:

    • a. het kunnen uitoefenen van zeggenschap of feitelijke invloed op of door instellingen ten aanzien waarvan hij aan de minister schriftelijk en zonder enig voorbehoud heeft verklaard dat hij met die instellingen één instelling vormt als bedoeld in artikel 6.24 van de Mediawet 2008, of

    • b. het door natuurlijke personen kunnen uitoefenen van zeggenschap of feitelijke invloed op instellingen als bedoeld in artikel 6.24 van de Mediawet 2008 die onder de verklaring, bedoeld in onderdeel a, vallen.

Artikel 6. Steunzenders

  • 1. De frequenties die in de bijlagen zijn aangemerkt als de steunzenders Amsterdam 101,8 MHz, Hilversum 99,8 MHz en Alphen 99,8 MHz mogen geen storing veroorzaken op andere vergunninghouders en ondervonden storing van andere vergunninghouders dient door de vergunninghouder te worden geaccepteerd (Non Interference Base).

  • 2. De technische parameters van de in het eerste lid genoemde steunzenders kunnen in het kader van doelmatig frequentiegebruik tussentijds gewijzigd of ingetrokken worden.

Artikel 7. Frequentie Zwolle 95,3 MHz

  • 1. De vergunninghouder gebruikt de frequentie Zwolle 95,3 MHz niet zonder schriftelijke toestemming van de minister. Aan de toestemming kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 2. Binnen vier weken na inwerkingtreding van deze vergunning dient de vergunninghouder een aanvraag in voor een besluit als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. De aanvraag, bedoeld in het tweede lid, voldoet in elk geval aan de voorwaarden:

    • a. de locatie van ingebruikname is ten minste 500 meter en ten hoogste 15,0 kilometer verwijderd vanaf de locatie met de coördinaten 006 E 05 18/52 N 30 29 berekend volgens het World Geodetic System 1984, en

    • b. op de voorgestelde nieuwe locatie bevinden zich binnen de 95 dBµV/m contour van de frequentie 95,3 MHz 2.000 potentiële luisteraars of minder.

  • 4. Indien de aanvraag tot toestemming wordt geweigerd door de minister, is het tweede en derde lid van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de vier weken termijn aanvangt de dag na verzending van de weigering tot het verlenen van de gevraagde toestemming.

Artikel 8. Correspondentie

Kennisgevingen en correspondentie die verband houden met deze vergunning, worden gericht aan Agentschap Telecom van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te Groningen, tenzij door of vanwege de minister anders wordt aangegeven.

Artikel 9. Duur van de vergunning

Deze vergunning is in werking getreden op 1 juni 2003 en eindigt op de dag waarop de vergunninghouder niet langer tevens houder is van de digitale radio-omroepvergunning, met dien verstande dat de vergunning in elk geval eindigt op 31 augustus 2017, 24:00 uur.

Deze beschikking zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

namens deze:

M.E. de Groot,

Hoofd Media, Agentschap Telecom.

Beroep

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden (invullen) 2011 een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de rechtbank Rotterdam, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam.

U kunt ook digitaal beroep instellen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

BIJLAGE 5: GEWIJZIGDE ONTWERPVOORSCHRIFTEN INZAKE KAVEL A05

Plaats en datum

:

Groningen,

Nummer

:

AT-EL&I

Aantal bladen

:

1 van 4

Onderwerp

:

Vergunning voor het gebruik van frequentieruimte ten behoeve van landelijke commerciële radio-omroep geclausuleerd (kavel A05 onder vergunningnummer 5055307)

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelezen de aanvraag en gelet op artikel 3.3 van de Telecommunicatiewet alsmede artikel 16 van het Frequentiebesluit;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beschikking wordt verstaan onder:

a. minister:

Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

b. vergunning:

vergunning als bedoeld in artikel 3.3 van de Telecommunicatiewet voor het gebruik van frequentieruimte in de band van 87,6–104,8 MHz;

c. kavel:

frequentie of samenstel van frequenties, behorend bij een vergunning;

d. digitale radio-omroepvergunning:

de vergunning met vergunningnummer ‘vergunningnummer_digitaal’;

e. ziekenhuis:

instelling voor medisch-specialistische zorg als bedoeld in artikel 1.2, onder 1, van het Uitvoeringsbesluit WTZi;

f. andere instelling:

instelling als bedoeld in artikel 6.24 van de Mediawet 2008 die houder is van een andere vergunning dan deze vergunning, of een instelling als bedoeld in artikel 6.24 van de Mediawet 2008 die geen houder is van een vergunning en die instelling op grond van artikel 22 van het Mediabesluit 2008 tezamen met een instelling die wel beschikt over een andere vergunning dan deze vergunning wordt aangemerkt als één instelling;

g. geclausuleerde landelijke vergunning:

vergunning die op grond artikel 3.3, vijfde lid, van de Telecommunicatiewet nader is bestemd voor geclausuleerde landelijke commerciële radio-omroep en waarop artikel 6, eerste tot en met derde lid, van de Regeling aanwijzing en gebruik frequentieruimte commerciële radio-omroep 2003 van toepassing is;

h. commerciële radio-omroep:

radio-omroep als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Mediawet 2008 die wordt verzorgd door een commerciële media-instelling als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van die wet.

Artikel 2. Gebruiksrecht

  • 1. Slam!FM B.V. ingeschreven in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel onder nummer 34123848, hierna te noemen: vergunninghouder, is houder van de vergunning voor het gebruik van de frequentieruimte opgenomen in de bijlage bij deze vergunning ten behoeve van landelijke commerciële radio-omroep geclausuleerd (kavel A05).

  • 2. De vergunninghouder neemt en houdt de in de bijlagen genoemde frequenties in gebruik.

  • 3. De vergunninghouder neemt daarbij de voorschriften en beperkingen bedoeld in de artikelen 3 tot en met 9 en de bijlagen van deze vergunning in acht.

Artikel 3. Beperkingen ter uitvoering van de Beleidsregel storing door het gewenste signaal van radiozendapparaten

  • 1. De vergunninghouder veroorzaakt:

    • a. geen ontoelaatbare belemmeringen door het gewenste signaal van radiozendapparaten in andere radiozend- of ontvangstapparaten of in elektrische of elektronische inrichtingen, en

    • b. in het frequentiegebied van 100 kHz tot en met 2,5 GHz in ziekenhuizen, alsmede op de percelen waar deze ziekenhuizen staan, geen piekwaarde van de elektrische veldsterkte die gelijk is aan of hoger is dan 5,4 volt per meter.

  • 2. Het eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing indien een vergunninghouder op of in een ziekenhuis of het perceel waarop dat ziekenhuis staat een radiozendapparaat heeft geplaatst met schriftelijke instemming van dat ziekenhuis.

Artikel 4. Programmatische voorschriften

  • 1. De vergunninghouder is verplicht de vergunning te gebruiken voor het uitzenden van een radioprogramma voor landelijke commerciële radio-omroep:

    • a. dat tussen 07.00 uur en 19.00 uur ten minste 95 procent muziek bevat;

    • b. dat tussen 07.00 uur en 19.00 uur ten hoogste 7,5 procent muziek bevat die genoteerd staat of heeft gestaan op een van de gangbare hitlijsten voor popmuziek in Nederland;

    • c. dat tussen 07.00 uur en 19.00 uur ten minste 50 procent muziek bevat van muziekproducties die niet langer dan één jaar geleden zijn uitgebracht;

    • d. dat tussen 07.00 uur en 19.00 uur geen klassieke muziek, moderne klassieke muziek daaronder begrepen, of jazzmuziek bevat;

    • e. dat, voor zover het gepresenteerde programmaonderdelen tussen 07.00 en 19.00 uur betreft, voor ten minste 50 procent in de Nederlandse of Friese taal wordt gepresenteerd, en

    • f. waarin tussen 07.00 en 23.00 uur, voor zover in deze uren wordt uitgezonden, ten minste éénmaal per uur op het hele uur een programmaonderdeel geheel bestaande uit nieuws is opgenomen.

  • 2. De in het eerste lid genoemde voorschriften laten onverlet dat de vergunninghouder bij de uitvoering daarvan voldoet aan de in artikel 6 van de Regeling aanwijzing en gebruik frequentieruimte commerciële radio-omroep 2003 opgenomen voorschriften voor het gebruik van de frequentieruimte van kavel A5.

Artikel 5. Wijzigingen betreffende verbondenheid

  • 1. De vergunninghouder informeert de minister onmiddellijk over:

    • a. wijzigingen in de zeggenschap of feitelijke invloed die andere instellingen direct of indirect op het beleid van de vergunninghouder kunnen uitoefenen;

    • b. wijzigingen in de zeggenschap of feitelijke invloed die de vergunninghouder direct of indirect kan uitoefenen op het beleid van andere instellingen.

    • c. wijzigingen in de zeggenschap of feitelijke invloed die natuurlijke personen direct of indirect kunnen uitoefenen op het beleid van de vergunninghouder, indien die natuurlijke personen direct of indirect een zodanige zeggenschap of feitelijke invloed hebben dat zij in belangrijke mate het beleid van een andere instelling kunnen bepalen of aanmerkelijke invloed hebben op de inhoud van dat beleid, en

    • d. wijzigingen in de zeggenschap of feitelijke invloed die natuurlijke personen direct of indirect kunnen uitoefenen op het beleid van een andere instelling, indien die natuurlijke personen direct of indirect een zodanige zeggenschap of feitelijke invloed hebben dat zij in belangrijke mate het beleid van de vergunninghouder kunnen bepalen of aanmerkelijke invloed hebben op de inhoud van dat beleid.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, is de vergunninghouder niet verplicht informatie te verstrekken voor zover die informatie betrekking heeft op:

    • a. het kunnen uitoefenen van zeggenschap of feitelijke invloed op of door instellingen ten aanzien waarvan hij aan de minister schriftelijk en zonder enig voorbehoud heeft verklaard dat hij met die instellingen één instelling vormt als bedoeld in artikel 6.24 van de Mediawet 2008, of

    • b. het door natuurlijke personen kunnen uitoefenen van zeggenschap of feitelijke invloed op instellingen als bedoeld in artikel 6.24 van de Mediawet 2008 die onder de verklaring, bedoeld in onderdeel a, vallen.

Artikel 6. Steunzenders

  • 1. De frequentie die in de bijlagen is aangemerkt als de steunzender Rotterdam 88,6 MHz mag geen storing veroorzaken op andere vergunninghouders en ondervonden storing van andere vergunninghouders dient door de vergunninghouder te worden geaccepteerd (Non Interference Base).

  • 2. De technische parameters van de in het eerste lid genoemde steunzender kunnen in het kader van doelmatig frequentiegebruik tussentijds gewijzigd of ingetrokken worden.

Artikel 7. Financieel bod 2003

Artikel 4 van deze vergunning, zoals zij luidde ten tijde van inwerkingtreding van deze vergunning, blijft van kracht totdat het in 2003 uitgebrachte financieel bod volledig is betaald aan de Staat der Nederlanden.

Artikel 8. Correspondentie

Kennisgevingen en correspondentie die verband houden met deze vergunning, worden gericht aan Agentschap Telecom van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te Groningen, tenzij door of vanwege de minister anders wordt aangegeven.

Artikel 9. Duur van de vergunning

Deze vergunning is in werking getreden op 1 juni 2003 en eindigt op de dag waarop de vergunninghouder niet langer tevens houder is van de digitale radio-omroepvergunning, met dien verstande dat de vergunning in elk geval eindigt op 31 augustus 2017, 24:00 uur.

Deze beschikking zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

namens deze:

M.E. de Groot,

Hoofd Media, Agentschap Telecom.

Beroep

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden (invullen) 2011 een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de rechtbank Rotterdam, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam.

U kunt ook digitaal beroep instellen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

BIJLAGE 6: GEWIJZIGDE ONTWERPVOORSCHRIFTEN INZAKE KAVEL A06

Plaats en datum

:

Groningen,

Nummer

:

AT-EL&I

Aantal bladen

:

1 van 4

Onderwerp

:

Vergunning voor het gebruik van frequentieruimte ten behoeve van landelijke commerciële radio-omroep ongeclausuleerd (kavel A06 onder vergunningnummer 5055303)

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelezen de aanvraag en gelet op artikel 3.3 van de Telecommunicatiewet alsmede artikel 16 van het Frequentiebesluit;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beschikking wordt verstaan onder:

a. minister:

Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

b. vergunning:

vergunning als bedoeld in artikel 3.3 van de Telecommunicatiewet voor het gebruik van frequentieruimte in de band van 87,6–104,8 MHz;

c. kavel:

frequentie of samenstel van frequenties, behorend bij een vergunning;

d. digitale radio-omroepvergunning:

de vergunning met vergunningnummer ‘vergunningnummer_digitaal’;

e. ziekenhuis:

instelling voor medisch-specialistische zorg als bedoeld in artikel 1.2, onder 1, van het Uitvoeringsbesluit WTZi;

f. andere instelling:

instelling als bedoeld in artikel 6.24 van de Mediawet 2008 die houder is van een andere vergunning dan deze vergunning, of een instelling als bedoeld in artikel 6.24 van de Mediawet 2008 die geen houder is van een vergunning en die instelling op grond van artikel 22 van het Mediabesluit 2008 tezamen met een instelling die wel beschikt over een andere vergunning dan deze vergunning wordt aangemerkt als één instelling;

g. ongeclausuleerde landelijke vergunning:

vergunning die op grond artikel 3.3, vijfde lid, van de Telecommunicatiewet nader is bestemd voor ongeclausuleerde landelijke commerciële radio-omroep en waarop de artikelen 2, eerste tot en met derde lid, 3, eerst tot en met vierde lid, 4, eerste tot en met het derde lid, 5, eerste tot en met derde lid, 6, eerste tot en met derde lid, van de Regeling aanwijzing en gebruik frequentieruimte commerciële radio-omroep 2003 niet van toepassing zijn;

h. commerciële radio-omroep:

radio-omroep als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Mediawet 2008 die wordt verzorgd door een commerciële media-instelling als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van die wet.

Artikel 2. Gebruiksrecht

  • 1. Radio 538 B.V. ingeschreven in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel onder nummer 32126643, hierna te noemen: vergunninghouder, is houder van de vergunning voor het gebruik van de frequentieruimte opgenomen in de bijlage bij deze vergunning ten behoeve van landelijke commerciële radio-omroep ongeclausuleerd (kavel A06).

  • 2. De vergunninghouder neemt en houdt de in de bijlagen genoemde frequenties in gebruik.

  • 3. De vergunninghouder neemt daarbij de voorschriften en beperkingen bedoeld in de artikelen 3 tot en met 9 en de bijlagen van deze vergunning in acht.

Artikel 3. Beperkingen ter uitvoering van de Beleidsregel storing door het gewenste signaal van radiozendapparaten

  • 1. De vergunninghouder veroorzaakt:

    • a. geen ontoelaatbare belemmeringen door het gewenste signaal van radiozendapparaten in andere radiozend- of ontvangstapparaten of in elektrische of elektronische inrichtingen, en

    • b. in het frequentiegebied van 100 kHz tot en met 2,5 GHz in ziekenhuizen, alsmede op de percelen waar deze ziekenhuizen staan, geen piekwaarde van de elektrische veldsterkte die gelijk is aan of hoger is dan 5,4 volt per meter.

  • 2. Het eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing indien een vergunninghouder op of in een ziekenhuis of het perceel waarop dat ziekenhuis staat een radiozendapparaat heeft geplaatst met schriftelijke instemming van dat ziekenhuis.

Artikel 4. Programmatische voorschriften

De vergunninghouder is verplicht de aan hem verleende vergunning te gebruiken voor het uitzenden van een radioprogramma voor landelijke commerciële radio-omroep:

  • a. dat, voor zover het gepresenteerde programmaonderdelen tussen 07.00 en 19.00 uur betreft, voor ten minste 50 procent in de Nederlandse of Friese taal wordt gepresenteerd, en

  • b. waarin tussen 07.00 en 23.00 uur, voor zover in deze uren wordt uitgezonden, ten minste eenmaal per uur op het hele uur een programmaonderdeel geheel bestaande uit nieuws is opgenomen.

Artikel 5. Wijzigingen betreffende verbondenheid

  • 1. De vergunninghouder informeert de minister onmiddellijk over:

    • a. wijzigingen in de zeggenschap of feitelijke invloed die andere instellingen direct of indirect op het beleid van de vergunninghouder kunnen uitoefenen;

    • b. wijzigingen in de zeggenschap of feitelijke invloed die de vergunninghouder direct of indirect kan uitoefenen op het beleid van andere instellingen.

    • c. wijzigingen in de zeggenschap of feitelijke invloed die natuurlijke personen direct of indirect kunnen uitoefenen op het beleid van de vergunninghouder, indien die natuurlijke personen direct of indirect een zodanige zeggenschap of feitelijke invloed hebben dat zij in belangrijke mate het beleid van een andere instelling kunnen bepalen of aanmerkelijke invloed hebben op de inhoud van dat beleid, en

    • d. wijzigingen in de zeggenschap of feitelijke invloed die natuurlijke personen direct of indirect kunnen uitoefenen op het beleid van een andere instelling, indien die natuurlijke personen direct of indirect een zodanige zeggenschap of feitelijke invloed hebben dat zij in belangrijke mate het beleid van de vergunninghouder kunnen bepalen of aanmerkelijke invloed hebben op de inhoud van dat beleid.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, is de vergunninghouder niet verplicht informatie te verstrekken voor zover die informatie betrekking heeft op:

    • a. het kunnen uitoefenen van zeggenschap of feitelijke invloed op of door instellingen ten aanzien waarvan hij aan de minister schriftelijk en zonder enig voorbehoud heeft verklaard dat hij met die instellingen één instelling vormt als bedoeld in artikel 6.24 van de Mediawet 2008, of

    • b. het door natuurlijke personen kunnen uitoefenen van zeggenschap of feitelijke invloed op instellingen als bedoeld in artikel 6.24 van de Mediawet 2008 die onder de verklaring, bedoeld in onderdeel a, vallen.

Artikel 6. Steunzenders

  • 1. De frequenties die in de bijlagen zijn aangemerkt als de steunzenders Alphen 101,9 MHz, Lopik 101,9 MHz, Megen 101,9 MHz, Lelystad 102,3 MHz en Amsterdam 102,4 MHz mogen geen storing veroorzaken op andere vergunninghouders en ondervonden storing van andere vergunninghouders dient door de vergunninghouder te worden geaccepteerd (Non Interference Base).

  • 2. De technische parameters van de in het eerste lid genoemde steunzenders kunnen in het kader van doelmatig frequentiegebruik tussentijds gewijzigd of ingetrokken worden.

Artikel 7. Frequentie Groningen 102,2 MHz

  • 1. De vergunninghouder gebruikt de frequentie Groningen 102,2 MHz niet zonder schriftelijke toestemming van de minister. Aan de toestemming kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 2. Binnen vier weken na inwerkingtreding van deze vergunning dient de vergunninghouder een aanvraag in voor een besluit als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. De aanvraag, bedoeld in het tweede lid, voldoet in elk geval aan de voorwaarden:

    • a. de locatie van ingebruikname is ten minste 500 meter en ten hoogste 15,0 kilometer verwijderd vanaf de locatie met de coördinaten 006 E 34 51/53 N 12 12, berekend volgens het World Geodetic System 1984, en

    • b. op de voorgestelde nieuwe locatie bevinden zich binnen de 95 dBµV/m contour van de frequentie 102,2 MHz 2.000 potentiële luisteraars of minder.

  • 4. Indien de aanvraag tot toestemming wordt geweigerd door de minister, is het tweede en derde lid van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de vier weken termijn aanvangt de dag na verzending van de weigering tot het verlenen van de gevraagde toestemming.

Artikel 8. Correspondentie

Kennisgevingen en correspondentie die verband houden met deze vergunning, worden gericht aan Agentschap Telecom van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te Groningen, tenzij door of vanwege de minister anders wordt aangegeven.

Artikel 9. Duur van de vergunning

Deze vergunning is in werking getreden op 1 juni 2003 en eindigt op de dag waarop de vergunninghouder niet langer tevens houder is van de digitale radio-omroepvergunning, met dien verstande dat de vergunning in elk geval eindigt op 31 augustus 2017, 24:00 uur.

Deze beschikking zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

namens deze:

M.E. de Groot,

Hoofd Media, Agentschap Telecom.

Beroep

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden (invullen) 2011 een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de rechtbank Rotterdam, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam.

U kunt ook digitaal beroep instellen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

BIJLAGE 7: GEWIJZIGDE ONTWERPVOORSCHRIFTEN INZAKE KAVEL A09

Plaats en datum

:

Groningen,

Nummer

:

AT-EL&I

Aantal bladen

:

1 van 4

Onderwerp

:

Vergunning voor het gebruik van frequentieruimte ten behoeve van landelijke commerciële radio-omroep geclausuleerd (kavel A09 onder vergunningnummer 5797976)

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelezen de aanvraag en gelet op artikel 3.3 van de Telecommunicatiewet alsmede artikel 16 van het Frequentiebesluit;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beschikking wordt verstaan onder:

a. minister:

Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

b. vergunning:

vergunning als bedoeld in artikel 3.3 van de Telecommunicatiewet voor het gebruik van frequentieruimte in de band van 87,6–104,8 MHz;

c. kavel:

frequentie of samenstel van frequenties, behorend bij een vergunning;

d. digitale radio-omroepvergunning:

de vergunning met vergunningnummer ‘vergunningnummer_digitaal’;

e. ziekenhuis:

instelling voor medisch-specialistische zorg als bedoeld in artikel 1.2, onder 1, van het Uitvoeringsbesluit WTZi;

f. andere instelling:

instelling als bedoeld in artikel 6.24 van de Mediawet 2008 die houder is van een andere vergunning dan deze vergunning, of een instelling als bedoeld in artikel 6.24 van de Mediawet 2008 die geen houder is van een vergunning en die instelling op grond van artikel 22 van het Mediabesluit 2008 tezamen met een instelling die wel beschikt over een andere vergunning dan deze vergunning wordt aangemerkt als één instelling;

g. geclausuleerde landelijke vergunning:

vergunning die op grond artikel 3.3, vijfde lid, van de Telecommunicatiewet nader is bestemd voor geclausuleerde landelijke commerciële radio-omroep en waarop artikel 3, eerste tot en met vierde lid, van de Regeling aanwijzing en gebruik frequentieruimte commerciële radio-omroep 2003 van toepassing is;

h. commerciële radio-omroep:

radio-omroep als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Mediawet 2008 die wordt verzorgd door een commerciële media-instelling als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van die wet.

Artikel 2. Gebruiksrecht

  • 1. RadioCorp OY ingeschreven in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel onder nummer 711574, hierna te noemen: vergunninghouder, is houder van de vergunning voor het gebruik van de frequentieruimte opgenomen in de bijlage bij deze vergunning ten behoeve van landelijke commerciële radio-omroep geclausuleerd (kavel A09).

  • 2. De vergunninghouder neemt en houdt de in de bijlagen genoemde frequenties in gebruik.

  • 3. De vergunninghouder neemt daarbij de voorschriften en beperkingen bedoeld in de artikelen 3 tot en met 9 en de bijlagen van deze vergunning in acht.

Artikel 3. Beperkingen ter uitvoering van de Beleidsregel storing door het gewenste signaal van radiozendapparaten

  • 1. De vergunninghouder veroorzaakt:

    • a. geen ontoelaatbare belemmeringen door het gewenste signaal van radiozendapparaten in andere radiozend- of ontvangstapparaten of in elektrische of elektronische inrichtingen, en

    • b. in het frequentiegebied van 100 kHz tot en met 2,5 GHz in ziekenhuizen, alsmede op de percelen waar deze ziekenhuizen staan, geen piekwaarde van de elektrische veldsterkte die gelijk is aan of hoger is dan 5,4 volt per meter.

  • 2. Het eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing indien een vergunninghouder op of in een ziekenhuis of het perceel waarop dat ziekenhuis staat een radiozendapparaat heeft geplaatst met schriftelijke instemming van dat ziekenhuis.

Artikel 4. Programmatische voorschriften

  • 1. De vergunninghouder is verplicht de vergunning te gebruiken voor het uitzenden van een radioprogramma voor landelijke commerciële radio-omroep:

    • a. dat tussen 07.00 uur en 19.00 uur ten minste 70 procent Nederlandstalige muziek bevat;

    • b. dat tussen 07.00 uur en 19.00 uur ten minste 20 procent muziek, andere dan bedoeld in onderdeel a, van Europese producties bevat;

    • c. dat tussen 07.00 uur en 19.00 uur ten minste 45 procent muziek als bedoeld in onderdeel a of b bevat van muziekproducties die niet langer dan één jaar geleden zijn uitgebracht;

    • d. dat, voor zover het gepresenteerde programmaonderdelen tussen 07.00 en 19.00 uur betreft, voor ten minste 50 procent in de Nederlandse of Friese taal wordt gepresenteerd, en

    • e. waarin tussen 07.00 en 23.00 uur, voor zover in deze uren wordt uitgezonden, ten minste éénmaal per uur op het hele uur een programmaonderdeel geheel bestaande uit nieuws is opgenomen.

  • 2. De in het eerste lid genoemde voorschriften laten onverlet dat de vergunninghouder bij de uitvoering daarvan voldoet aan de in artikel 3 van de Regeling aanwijzing en gebruik frequentieruimte commerciële radio-omroep 2003 opgenomen voorschriften voor het gebruik van de frequentieruimte van kavel A9.

Artikel 5. Wijzigingen betreffende verbondenheid

  • 1. De vergunninghouder informeert de minister onmiddellijk over:

    • a. wijzigingen in de zeggenschap of feitelijke invloed die andere instellingen direct of indirect op het beleid van de vergunninghouder kunnen uitoefenen;

    • b. wijzigingen in de zeggenschap of feitelijke invloed die de vergunninghouder direct of indirect kan uitoefenen op het beleid van andere instellingen.

    • c. wijzigingen in de zeggenschap of feitelijke invloed die natuurlijke personen direct of indirect kunnen uitoefenen op het beleid van de vergunninghouder, indien die natuurlijke personen direct of indirect een zodanige zeggenschap of feitelijke invloed hebben dat zij in belangrijke mate het beleid van een andere instelling kunnen bepalen of aanmerkelijke invloed hebben op de inhoud van dat beleid, en

    • d. wijzigingen in de zeggenschap of feitelijke invloed die natuurlijke personen direct of indirect kunnen uitoefenen op het beleid van een andere instelling, indien die natuurlijke personen direct of indirect een zodanige zeggenschap of feitelijke invloed hebben dat zij in belangrijke mate het beleid van de vergunninghouder kunnen bepalen of aanmerkelijke invloed hebben op de inhoud van dat beleid.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, is de vergunninghouder niet verplicht informatie te verstrekken voor zover die informatie betrekking heeft op:

    • a. het kunnen uitoefenen van zeggenschap of feitelijke invloed op of door instellingen ten aanzien waarvan hij aan de minister schriftelijk en zonder enig voorbehoud heeft verklaard dat hij met die instellingen één instelling vormt als bedoeld in artikel 6.24 van de Mediawet 2008, of

    • b. het door natuurlijke personen kunnen uitoefenen van zeggenschap of feitelijke invloed op instellingen als bedoeld in artikel 6.24 van de Mediawet 2008 die onder de verklaring, bedoeld in onderdeel a, vallen.

Artikel 6. Steunzenders

  • 1. De frequentie die in de bijlagen is aangemerkt als de steunzender Amsterdam 89,6 MHz mag geen storing veroorzaken op andere vergunninghouders en ondervonden storing van andere vergunninghouders dient door de vergunninghouder te worden geaccepteerd (Non Interference Base).

  • 2. De technische parameters van de in het eerste lid genoemde steunzender kunnen in het kader van doelmatig frequentiegebruik tussentijds gewijzigd of ingetrokken worden.

Artikel 7. Frequentie Groningen 99,1 MHz en Utrecht 89,5 MHz

  • 1. De vergunninghouder gebruikt de frequentie Groningen 99,1 MHz en frequentie Utrecht 89,5 MHz niet zonder schriftelijke toestemming van de minister. Aan de toestemming kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 2. Binnen vier weken na inwerkingtreding van deze vergunning dient de vergunninghouder een aanvraag in voor een besluit als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. De aanvraag, bedoeld in het tweede lid, voldoet in elk geval aan de voorwaarden:

    • a. de locatie van ingebruikname van de frequentie 99,1 MHz is ten minste 500 meter en ten hoogste 15,0 kilometer verwijderd vanaf de locatie met de coördinaten 006 E 34 51/53 N 12 12 berekend volgens het World Geodetic System 1984;

    • b. de locatie van ingebruikname van de frequentie 89,5 MHz is ten minste 500 meter en ten hoogste 15,0 kilometer verwijderd vanaf de locatie met de coördinaten 005 E 06 21/52 N 05 24, berekend volgens het World Geodetic System 1984, en

    • c. op de voorgestelde nieuwe locatie bevinden zich binnen de 95 dBµV/m contour van de frequenties 99,1 MHz en Utrecht 89,5 MHz 2.000 potentiële luisteraars of minder.

  • 4. Indien de aanvraag tot toestemming wordt geweigerd door de minister, is het tweede en derde lid van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de vier weken termijn aanvangt de dag na verzending van de weigering tot het verlenen van de gevraagde toestemming.

Artikel 8. Correspondentie

Kennisgevingen en correspondentie die verband houden met deze vergunning, worden gericht aan Agentschap Telecom van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te Groningen, tenzij door of vanwege de minister anders wordt aangegeven.

Artikel 9. Duur van de vergunning

Deze vergunning is in werking getreden op 8 juli 2006 en eindigt op de dag waarop de vergunninghouder niet langer tevens houder is van de digitale radio-omroepvergunning, met dien verstande dat de vergunning in elk geval eindigt op 31 augustus 2017, 24:00 uur.

Deze beschikking zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

namens deze:

M.E. de Groot,

Hoofd Media, Agentschap Telecom.

Beroep

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden (invullen) 2011 een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de rechtbank Rotterdam, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam.

U kunt ook digitaal beroep instellen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

BIJLAGE 8: ONTWERPVERGUNNING VOOR DIGITALE RADIO-OMROEP

Plaats en datum

:

Groningen, [datum]

Nummer

:

AT-EL&I

Aantal bladen

:

1 van 6

Onderwerp

:

Ontwerpvergunning voor digitale radio-omroep

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelezen de aanvraag van [naam] te [plaats] van [datum], geregistreerd onder nummer [dossiernummer];

Gelet op de artikelen 3.3 en 3.5 van de Telecommunicatiewet, de artikelen 6, 11 en 16 van het Frequentiebesluit;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. In deze beschikking wordt verstaan onder:

    a. minister:

    Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

    b. ITU:

    Internationale Telecommunicatie Unie;

    c. MIFR:

    Master International Frequency Register, zijnde het register waarin radiostations met hun frequentieruimte zijn opgenomen, bedoeld in artikel 4.3 van het Radioreglement van de ITU;

    d. notificatieverzoek:

    verzoek van de samenwerkende vergunninghouders aan de minister tot het doen van een notificatie van een in gebruik genomen dan wel te nemen (gedeelte van de) frequentieruimte op een bepaalde plaats, met als doel (dit gedeelte van) de frequentieruimte op die bepaalde plaats na goedkeuring door het radiocommunicatiebureau van de ITU te registreren in het MIFR teneinde internationale bescherming van (dit gedeelte van) de frequentieruimte op die bepaalde plaats te bewerkstelligen;

    e. GE06:

    Final Acts of the Regional Radiocommunication Conference for planning of the digital terrestrial Broadcasting service in parts of Regions 1 and 3, in the frequency bands 174–230 MHz and 470–862 MHz; Genève 2006;

    f. samenwerkende vergunninghouders:

    vergunninghouders die houder zijn van een deel van de capaciteit van de frequentieruimte binnen het frequentiebereik 219,584 MHz–221,120 MHz;

    g. N:

    het aantal houders van een vergunning op een bepaald moment binnen het frequentiebereik 219,584 MHz–221,120 MHz;

    h. samenwerkingsovereenkomst:

    overeenkomst als bedoeld in artikel 3.9 van de Telecommunicatiewet;

    i. WGS-coördinaten:

    coördinaten vastgesteld op basis van het World Geodetic System 1984;

    j. Nederland:

    Nederland, behoudens de buitenwateren, zoals gedefinieerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek in de productie ‘Bodemgebruik in Nederland vanaf 1996’, zoals vastgesteld op 9 november 2009.

  • 2. De definities in artikel 1.1, eerste lid, van de Mediawet 2008 zijn van toepassing.

Artikel 2. Gebruiksrecht

  • 1. Aan [naam] ingeschreven in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel, onder nummer [nr. KvK], hierna te noemen: vergunninghouder, wordt, onverminderd het vijfde en zesde lid, een vergunning verleend voor het gebruik van 1/9 deel van de capaciteit van de frequentieruimte binnen het frequentiebereik 219,584 MHz – 221,120 MHz (frequentieblok 11 C).

  • 2. De vergunninghouder gebruikt de in het eerste lid bedoelde frequentieruimte niet eerder dan 1 september 2011.

  • 3. De vergunninghouder gebruikt de in het eerste lid genoemde frequentieruimte slechts in overeenstemming met de bestemming in het vigerende Nationaal Frequentieplan (NFP), en onder die bestemming gegeven beperkingen.

  • 4. De vergunninghouder gebruikt de aan hem toegewezen frequentieruimte voor het aanbieden van ten minste twee programmakanalen bestaande uit radioprogramma’s, waarbij één programmakanaal wordt gebruikt voor het gelijktijdig en ongewijzigd uitzenden van de radioprogramma’s die door middel van de vergunning met dossiernummer (invullen) worden uitgezonden in ten minste met FM vergelijkbare stereogeluidskwaliteit.

  • 5. Indien een andere vergunning voor het gebruik van 1/9 deel van de capaciteit van de frequentieruimte binnen het frequentiebereik 219,584 MHz–221,120 MHz niet is verleend dan wel is ingetrokken, is de vergunninghouder tot de dag van inwerkingtreding van het besluit waarmee die vergunning voor het eerst onderscheidenlijk opnieuw wordt verleend, gerechtigd 1/N-deel van de capaciteit van de ingetrokken vergunning te gebruiken.

  • 6. Een vergunninghouder is gerechtigd een deel van de capaciteit te laten gebruiken door een andere samenwerkende vergunninghouder, indien:

    • a. beide vergunninghouders daarmee schriftelijk hebben ingestemd, en

    • b. hij blijft voldoen aan de voorschriften en beperkingen in zijn vergunning.

  • 7. De vergunninghouder die een deel van de aan een andere samenwerkende vergunninghouder vergunde capaciteit gebruikt als bedoeld in het zesde lid, neemt het derde lid in acht.

  • 8. De vergunninghouder die een schriftelijke instemming heeft gegeven als bedoeld in het zesde lid, onderdeel a, zendt hiervan onverwijld een afschrift aan de minister.

Artikel 3. Samenwerking vergunninghouders

  • 1. De vergunninghouder gaat de samenwerkingsovereenkomst schriftelijk aan.

  • 2. De vergunninghouder verstrekt een afschrift van de samenwerkingsovereenkomst en wijzigingen daarvan onverwijld aan de minister.

  • 3. De vergunninghouder sluit tezamen met de andere samenwerkende vergunninghouders een overeenkomst als bedoeld in artikel 10.9, tweede lid, onderdeel b, van de Telecommunicatiewet met een rechtspersoon die namens hen het elektronische communicatienetwerk zal aanleggen en in stand houden voor het gezamenlijk gebruik van de in artikel 2 genoemde frequentieruimte.

  • 4. In het belang van doelmatig gebruik van de frequentieruimte binnen het frequentiebereik 219,584 MHz–221,120 MHz, wordt in de overeenkomst, bedoeld in het derde lid, bepaald dat het in gebreke blijven van een andere samenwerkende vergunninghouder jegens de rechtspersoon, bedoeld in het tweede lid, niet tot gevolg heeft dat de aanleg van het elektronische communicatienetwerk als bedoeld in het derde lid ende uitzending van de radioprogramma’s, bedoeld in artikel 2, vierde lid, ten behoeve van de vergunninghouder wordt gestaakt, onderbroken of beperkt.

  • 5. In de samenwerkingsovereenkomst wordt helder en eenduidig tot uitdrukking gebracht welke verplichtingen de vergunninghouders jegens elkaar en jegens de rechtspersoon, bedoeld in het derde lid, aangaan.

  • 6. Indien na het tijdstip waarop de samenwerkingsovereenkomst in werking treedt een vergunning wordt verleend voor een deel van het gebruik van de capaciteit van de frequentieruimte binnen het frequentiebereik 219,584 MHz–221,120 MHz, zorgt de vergunninghouder ervoor dat die nieuwe vergunninghouder op non-discriminatoire voorwaarden partij kan worden bij de samenwerkingsovereenkomst.

  • 7. De minister kan de samenwerkende vergunninghouders toestemming geven om af te wijken van het bepaalde in het derde tot en met vijfde lid, indien een hiertoe strekkend verzoek door alle samenwerkende vergunninghouders wordt gedaan. Aan een toestemming kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

Artikel 4. Spectrummasker

Het gebruik van de frequentieruimte vindt plaats met inachtneming van het spectrummasker 1 voor T-DAB radiozendapparaten, werkend in niet-kritische omstandigheden en de technische beschrijving, zoals deze in bijlage I is opgenomen.

Artikel 5. Registratie van frequentieruimte

  • 1. De vergunninghouder staakt of beperkt het gebruik van de frequentieruimte, bedoeld in artikel 2, voor zover dit leidt tot belemmeringen in het gebruik van in het MIFR door anderen geregistreerde frequentieruimte.

  • 2. Bij het gebruik van de frequentieruimte heeft de vergunninghouder geen aanspraak op enigerlei vorm van bescherming van dat gebruik, indien verstoring van het gebruik plaatsvindt door het gebruik van in het MIFR geregistreerde frequentieruimte.

  • 3. Het bepaalde in het eerste en tweede lid is niet van toepassing voor zover de frequentieruimte, bedoeld in artikel 2, in het MIFR is geregistreerd door de samenwerkende vergunninghouders.

  • 4. Teneinde registratie in het MIFR te entameren kunnen de samenwerkende vergunninghouders een notificatieverzoek daartoe indienen bij de minister.

  • 5. Het notificatieverzoek geschiedt met gebruikmaking van het formulier ‘notificatieverzoek’, bedoeld in bijlage II.

Artikel 6. Verzorging

  • 1. De vergunninghouder dient ervoor te zorgen dat met gebruikmaking van de frequentieruimte genoemd in artikel 2, eerste lid, uiterlijk:

    • a. per 1 september 2013 in tenminste een gebied van 1.495.000 hectare in Nederland (geografische verzorging) de programmakanalen, bedoeld in artikel 2, vierde lid, te ontvangen zijn met minimaal het kwaliteitsniveau ‘mobiele ontvangst’, zoals bepaald in het zevende lid, en

    • b. per 1 september 2015 in tenminste een gebied van 2.988.394 hectare in Nederland (geografische verzorging) de programmakanalen, bedoeld in artikel 2, vierde lid, te ontvangen zijn met minimaal het kwaliteitsniveau ‘mobiele ontvangst’, zoals bepaald in het zevende lid.

  • 2. De vergunninghouder deelt de minister uiterlijk op 1 juni 2013 mee in welk gebied of welke gebieden van Nederland (het geografische verzorgingsgebied) uiterlijk op 1 september 2013 wordt voldaan aan het bepaalde in het eerste lid, onderdeel a.

  • 3. De vergunninghouder deelt de minister uiterlijk op 1 juni 2015 mee in welk gebied of welke gebieden van Nederland (het geografische verzorgingsgebied) uiterlijk op 1 september 2015 wordt voldaan aan het bepaalde in het eerste lid, onderdeel b.

  • 4. Ten minste twee weken voordat de vergunninghouder een wijziging doorvoert in de grootte of locatie van het geografische verzorgingsgebied, deelt de vergunninghouder aan de minister mede in welk gebied of welke gebieden van Nederland (het geografisch verzorgingsgebied) wordt voldaan aan het bepaalde in het eerste lid.

  • 5. Een gebied, bedoeld in het tweede tot en met vierde lid, heeft een minimale grootte van één vierkante kilometer en wordt door de vergunninghouder eenduidig aangegeven door middel van WGS-coördinaten.

  • 6. De vergunninghouder wijst bij het verstrekken van de informatie, bedoeld in het tweede lid, aan de minister ten minste twee consumentenontvangers aan die binnen de Europese Unie of de Europees Economische Ruimte vrij te koop zijn en waarmee de radioprogramma’s, bedoeld in artikel 2, vierde lid, kunnen worden ontvangen in het verzorgingsgebied als bedoeld in het eerste lid, met dien verstande dat ten minste één ontvanger bestemd is voor portabele ontvangst en één ontvanger bestemd is voor ontvangst in motorrijtuigen als bedoeld in artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994. Deze aanwijzing van consumentenontvangers wordt uiterlijk op 1 juni 2012 door de vergunninghouder medegedeeld aan de minister. De vergunninghouder is gerechtigd om gedurende de looptijd van de vergunning andere ontvangers aan te wijzen. Een wijziging wordt ten minste zes maanden van te voren meegedeeld aan de minister.

  • 7. Aan het kwaliteitsniveau ‘mobiele ontvangst’, bedoeld in het eerste lid, is voldaan indien de vergunninghouder in het desbetreffende verzorgingsgebied ervoor zorgt dat:

    • a. op ieder tijdstip de radioprogramma’s, bedoeld in artikel 2, vierde lid, kunnen worden ontvangen met elk van de consumentenontvangers die overeenkomstig het zesde lid aan de minister zijn medegedeeld, uitgezonderd de tijdstippen waarop de radioprogramma’s niet worden uitgezonden met gebruikmaking van de vergunning met dossiernummer (invullen nummer FM-vergunning), en

    • b. op ten minste 98 procent van de locaties binnen het desbetreffende verzorgingsgebied bij vaste en mobiele ontvangst met elk van de consumentenontvangers, die overeenkomstig het zesde lid zijn aangemeld, zonder storingen of onderbrekingen kan plaatsvinden, waarbij in motorrijtuigen als bedoeld in artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994 de ontvangst wordt gerealiseerd met de ontvanger die bestemd is voor ontvangst in motorrijtuigen en een standaardantenne en in andere gevallen de ontvangst op een hoogte van anderhalve meter boven het maaiveld wordt gerealiseerd met een ontvanger die bestemd is voor portable ontvangst.

Artikel 7. Wegnemen belemmeringen

  • 1. Indien op enige plaats binnenshuis door het gewenste signaal van de in het kader van deze vergunning gebruikte radiozendapparaten belemmeringen in de ontvangst van kabeltelevisie worden veroorzaakt draagt de natuurlijke of rechtspersoon bedoeld in het vierde lid er op verzoek van degene die de belemmeringen ondervindt, zorg voor dat deze onverwijld op kosten van de samenwerkende vergunninghouders worden verholpen, voor zover ter plaatse:

    • a. de hoogfrequentiedichtheid van de gebruikte aansluitkabels en de daaraan bevestigde connectoren een waarde hebben van ten minste 70 dB, en

    • b. het stoorsignaal als gevolg van het krachtens deze vergunning gebruiken van frequentieruimte hoger is dan 23 dBμV.

  • 2. De in het eerste lid, onder b, genoemde waarde dient evenredig verhoogd te worden met de waarde van het signaalniveau op het abonnee-overnamepunt boven de vereiste minimumwaarde van 60 dBμV.

  • 3. Onverminderd het bepaalde in het eerste en tweede lid, is vergunninghouder niet gehouden televisie-ontvangapparaten en aanverwante apparatuur te vervangen die:

    • a. niet geschikt zijn om een stoorspanning van 23 dBμV vermeerderd met de signaalspanning op het kabeltelevisienet bij het abonnee-overnamepunt te ontvangen, of

    • b. een hoogfrequentdichtheid van minder dan 70 dB hebben.

  • 4. De samenwerkende vergunninghouders wijzen één natuurlijke of rechtspersoon aan die de belemmeringen en de kosten, bedoeld in het eerste lid, wegneemt respectievelijk vergoedt. De vergunninghouder maakt op zijn website melding van de in de vorige volzin bedoelde persoon.

  • 5. De vergunninghouder is verplicht 1/N-deel van de kosten, bedoeld in het eerste lid, te vergoeden.

  • 6. De samenwerkingwerkende vergunninghouders zijn gerechtigd in de samenwerkingsovereenkomst af te spreken dat de kosten, bedoeld in het eerste lid, op een andere wijze dan bepaald in het vijfde lid worden gedragen door de samenwerkende vergunninghouders. In dat geval zijn de vergunninghouders verplicht die afspraak na te komen.

Artikel 8. Beperkingen ter uitvoering van de Beleidsregel storing door het gewenste signaal van radiozendapparaten

  • 1. De vergunninghouder veroorzaakt:

    • a. geen ontoelaatbare belemmeringen door het gewenste signaal van radiozendapparaten in andere radiozend- of ontvangstapparaten of in elektrische of elektronische inrichtingen, en

    • b. in het frequentiegebied van 100 kHz tot en met 2,5 GHz in ziekenhuizen, alsmede op de percelen waar deze ziekenhuizen staan, geen piekwaarde van de elektrische veldsterkte die gelijk is aan of hoger is dan 5,4 volt per meter.

  • 2. Het eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing indien een vergunninghouder op of in een ziekenhuis of het perceel waarop dat ziekenhuis staat een radiozendapparaat heeft geplaatst met schriftelijke instemming van dat ziekenhuis.

  • 3. Artikel 7, vierde tot en met zesde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9. Kennisgeving ingebruikneming

De vergunninghouder stelt de minister van elke ingebruikneming van (onderdelen van) de frequentieruimte schriftelijk in kennis en overlegt daarbij de gegevens bedoeld in bijlage II.

Artikel 10. Correspondentie

  • 1. Kennisgevingen en correspondentie die verband houden met deze vergunning, worden gericht aan Agentschap Telecom van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te Groningen, tenzij door of vanwege de minister anders wordt aangegeven.

  • 2. De verplichting, bedoeld in artikelen 3, tweede lid, 6, tweede, derde en zesde lid en 9, geldt niet voor zover een samenwerkende vergunninghouder namens een andere vergunninghouder de verplichte kennisgeving of mededeling doet.

Artikel 11. Overeenkomst gezamenlijk gebruik

  • 1. De samenwerkingsovereenkomst wordt gesloten binnen een periode van ten hoogste zes weken na het tijdstip waarop aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    • a. op iedere tijdig ingediende aanvraag op grond van de Regeling aanvraag en vergelijkende toets vergunningen kavels A7 en A8 in de FM-band en aanvraag vergunningen voor frequentieruimte in band III is beslist, en

    • b. op iedere tijdig ingediende aanvraag voor een vergunning binnen het frequentiebereik 219,584 MHz–221,120 MHz gedaan door houder van een vergunning voor landelijke commerciële radio-omroep die verdeeld is op basis van de Regeling aanvraag en vergelijkende toets vergunningen commerciële radio-omroep 2003 is beslist,

    met dien verstande dat de bedoelde periode van zes weken uiterlijk aanvangt op 1 september 2011.

  • 2. De minister deelt de vergunninghouder onverwijld mede op welke datum de termijn van zes weken aanvangt.

Artikel 12. Inwerkingtreding en looptijd van de vergunning

Deze vergunning treedt in werking op (invullen) en eindigt op 31 augustus 2017, 24:00 uur.

Deze beschikking zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

namens deze:

M.E. de Groot,

Hoofd Media, Agentschap Telecom.

Beroep

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden (invullen) 2011 een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de rechtbank Rotterdam, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam.

U kunt ook digitaal beroep instellen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.


XNoot
1

kenmerk ETM/IT10072834.

XNoot
2

Waarde commerciële radiovergunningen; SEO Economisch Onderzoek, 2010.

XNoot
3

Dit besluit is gebaseerd op artikel 3:10 van de Algemene wet bestuursrecht.

XNoot
4

De verplichting tot betaling volgt uit een krachtens artikel 3.3a van de Telecommunicatiewet vast te stellen ministeriele regeling.

Naar boven