Regeling van de Minister van Economische Zaken van 20 juli 2010, nr. WJZ/10109558, tot uitvoering van artikel 9 van het Frequentiebesluit

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 9, eerste lid, van het Frequentiebesluit;

Besluit:

Artikel 1

De in artikel 9, eerste lid, van het Frequentiebesluit bedoelde periode waarbinnen een aanvraag om verlenging van een vergunning moet worden ingediend, vangt voor vergunningen voor commerciële radio-omroep, zijnde radio-omroep als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Mediawet 2008 die wordt verzorgd door een commerciële media-instelling als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van die wet, aan op 1 september 2009 en eindigt op 1 november 2010.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop artikel II van het Besluit van 13 juli 2010 tot wijziging van het Besluit vergunningen mobiele telecommunicatie in verband met de flexibilisering van bestaande vergunningen voor GSM, GSM gecombineerd met DCS1800, en DCS1800 en wijziging van het Frequentiebesluit in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 20 juli 2010

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

TOELICHTING

1. Doel en aanleiding

Deze regeling houdt verband met het beleid de digitalisering van de radio-omroep te bevorderen door de vergunningen voor commerciële radio-omroep onder voorwaarden te verlengen, zoals beschreven in de brief van de Staatssecretaris van Economische Zaken aan de Tweede Kamer van 23 juni 2009 (Kamerstukken II 2009/2010, 24095, nr. 241). Ingevolge dit beleid was voorzien dat aanvragen om verlenging uiterlijk 1 september 2010 in behandeling worden genomen, welke datum voortvloeit uit artikel 9, eerste lid, van het Frequentiebesluit. Over het digitaliseringsbeleid zijn nadere vragen gerezen die nopen tot besluitvorming die naar verwachting niet voor 1 september 2010 zal kunnen plaatsvinden. Door het verstrijken van de hiervoor bedoelde wettelijke termijn zouden de beleidskeuzes op voorhand worden beperkt. Dat was reden, zoals aangeduid bij brief van de Minister van Economische Zaken aan de Tweede Kamer van 28 juni 2010 (Kamerstukken II 2009/2010, 24095, nr. 259), voornoemde bepaling omtrent de periode voor de indiening van verlengingsaanvragen aan te passen opdat ook later dan 1 september 2010 verlengingsaanvragen in behandeling kunnen worden genomen. Het Besluit tot wijziging van het Besluit vergunningen mobiele telecommunicatie in verband met de flexibilisering van bestaande vergunningen voor GSM, GSM gecombineerd met DCS1800, en DCS1800 en wijziging van het Frequentiebesluit strekt hiertoe. Op grond van het gewijzigde eerste lid van artikel 9 van het Frequentiebesluit kan voor nader bepaalde vergunningen een afwijkende periode worden bepaald waarbinnen het verzoek tot verlenging moet worden ontvangen. Deze regeling strekt er toe een dergelijke afwijkende periode te bepalen voor commerciële radiovergunningen.

2. Inhoud

In artikel I is als periode voor de ontvangst van verlengingsverzoeken de periode van 1 september 2009 tot 1 november 2010 bepaald. Alleen de einddatum is derhalve een afwijking van de algemeen geldende periode. De datum van 1 november 2010 is gebaseerd op de verwachting dat ruim voor die tijd de nodige beleidskeuzes kunnen worden gemaakt, gevolgd door maatregelen ter implementatie van dit beleid.

De verlenging van de periode tot 1 november 2010 beoogt slechts een situatie te vermijden waarin een beleid ter verlenging van de commerciële radiovergunningen op gespannen voet staat met de wettelijke termijn van artikel 9, eerste lid, van het Frequentiebesluit. Zolang dit beleid niet is uitgekristalliseerd en geïmplementeerd geldt voor verlengingsaanvragen het toetsingskader van voornoemde bepaling - verlenging kan slechts plaatsvinden als het algemeen maatschappelijk, cultureel of economisch belang dat vordert. Dit impliceert dat voortijdig ingediende aanvragen in beginsel zullen worden afgewezen.

Deze regeling heeft naar zijn aard geen gevolgen voor de administratieve lasten van ondernemingen of burgers.

3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op het zelfde moment als het moment waarop artikel II van het Besluit van 13 juli 2010 tot wijziging van het Besluit vergunningen mobiele telecommunicatie in verband met de flexibilisering van bestaande vergunningen voor GSM, GSM gecombineerd met DCS1800, en DCS1800 en wijziging van het Frequentiebesluit in werking treedt. Bij deze inwerkingtreding is dus afgeweken van het beleid inzake de vaste verandermomenten op grond waarvan algemene maatregelen van bestuur in principe slechts op 1 juli of 1 januari van enig jaar in werking treden. De rechtvaardiging hiervoor is te vinden in uitzonderinggrond 1: hoge nadelen van vertraging. Indien niet tot deze wijziging zou worden overgegaan, zouden nog te maken beleidskeuzes op voorhand worden beperkt, zoals hierboven onder 2 toegelicht.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

Naar boven