Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 1 november 2010, nr. 159225, houdende wijziging van de Regeling eisen, administratie en registratie inzake uitoefening visserij

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op verordening (EU) nr. 640/2010 van het Europees Parlement en de Raad van De Europese Unie van 7 juli 2010 tot vaststelling van een vangstdocumentatieprogramma voor blauwvintonijn Thunnus thynnus en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1984/2003 (PbEU L 194), op verordening nr. 1005/2008/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999 (PbEU L 286), op verordening (EG) nr. 1984/2003 van de Raad van de Europese Unie van 8 april 2003 tot invoering in de Gemeenschap van een regeling voor de statistische registratie van blauwvintonijn, zwaardvis en grootoogtonijn (PbEU L 295) en op verordening (EG) nr. 1035/2001 van de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 tot invoering van een documentatieregeling voor de vangst van Dissostichus spp. (PbEG L 145);

Gelet op artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van het Reglement zee- en kustvisserij 1977;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling eisen, administratie en registratie inzake uitoefening visserij wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1, tweede lid, worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel m door een puntkomma, drie onderdelen toegevoegd, luidende:

n. verordening nr. 620/2010:

verordening (EU) nr. 640/2010 van het Europees Parlement en de Raad van De Europese Unie van 7 juli 2010 tot vaststelling van een vangstdocumentatieprogramma voor blauwvintonijn Thunnus thynnus en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1984/2003 (PbEU L 194);

o. verordening nr. 1984/2003:

verordening (EG) nr. 1984/2003 van de Raad van de Europese Unie van 8 april 2003 tot invoering in de Gemeenschap van een regeling voor de statistische registratie van blauwvintonijn, zwaardvis en grootoogtonijn (PbEU L 295);

p. verordening nr. 1035/2001:

verordening (EG) nr. 1035/2001 van de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 tot invoering van een documentatieregeling voor de vangst van Dissostichus spp. (PbEG L 145).

B

In artikel 34a wordt onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Indien de invoer betrekking heeft op visserijproducten van de soorten, genoemd in artikel 2, onderdeel a, van verordening nr. 620/2010, artikel 3, onderdeel b en c, van verordening nr. 1984/2003 of artikel 3, onderdeel a, van verordening nr. 1035/2001, wordt voor de toepassing van het eerste lid gebruik gemaakt van:

    • a. het vangstcertificaat, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van verordening nr. 620/2010, dat overeenkomstig artikel 4 van die verordening is afgegeven, ingevuld en gewaarmerkt,

    • b. het statistisch document, bedoeld in artikel 4 van verordening nr. 1984/2003, dat overeenkomstig dat artikel is afgegeven, ingevuld en gewaarmerkt, onderscheidenlijk

    • c. het vangstdocument, bedoeld in artikel 3, onderdeel b, van verordening nr. 1035/2001, dat overeenkomstig die verordening is afgegeven, ingevuld en gewaarmerkt.

C

Na artikel 34a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 34aa. Vangstcertificaten bij aanlanding of overlading door EU-vissersvaartuigen en bij interne verhandeling

  • 1. Indien het betreft visserijproducten van de soorten, genoemd in artikel 2, onderdeel a, van verordening nr. 620/2010, is het verboden in strijd te handelen met de artikelen 3, tweede en tiende lid, en 4, eerste lid, van die verordening, voor zover deze artikelen betrekking hebben op aanlanden, overladen of intern verhandelen.

  • 2. Voor zover het betreft visserijproducten van de soorten, genoemd in artikel 3, onderdeel a, van verordening nr. 1035/2001, is het verboden in strijd te handelen met de artikelen 8, 9 10, 11 en 12 van die verordening.

  • 3. De minister is de bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van verordening nr. 620/2010.

D

Artikel 34b wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ’1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. De minister is de bevoegde instantie, bedoeld in artikel 4, derde lid, van verordening nr. 1984/2003.

E

Artikel 34d komt te luiden:

Artikel 34d. Vangstcertificaten bij uitvoer

  • 1. Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 15, eerste lid, van verordening nr. 1005/2008, 5, eerste en vijfde lid, van verordening nr. 1984/2003 en 18, eerste lid, van verordening nr. 1035/2001.

  • 2. De minister is de overheidsinstantie, bedoeld in artikel 12, vierde lid, van verordening nr. 1005/2008, en de bevoegde autoriteit, bedoeld in de artikelen 5, tweede lid, van verordening nr. 1984/2003 en 18, eerste lid, van verordening nr. 1035/2001.

  • 3. De uitvoerder van vangsten van een vissersvaartuig dient het verzoek tot validatie, bedoeld in de artikelen 15, eerste lid, van verordening nr. 1005/2008, 5, tweede lid, van verordening nr. 1984/2003 en 18, eerste lid, van verordening nr. 1035/2001, in bij de minister.

F

Artikel 34e komt te luiden:

Artikel 34e. Vangstcertificaten bij wederuitvoer

  • 1. Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 21, eerste lid, van verordening nr. 1005/2008, 3, tweede lid, van verordening nr. 620/2010, voor zover dit artikel betrekking heeft op wederuitvoer, 6, tweede lid, van laatstgenoemde verordening, 6, eerste, vierde en zesde lid en 7 van verordening nr. 1984/2003 en 19, eerste lid, van verordening nr. 1035/2001.

  • 2. De minister is de bevoegde autoriteit, bedoeld in de artikel 7, eerste lid, van verordening nr. 620/2010, 6, tweede en vierde lid, van verordening nr. 1984/2003 en 19, eerste lid, van verordening nr. 1035/2001.

  • 3. De uitvoerder van producten, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van verordening nr. 1005/2008, dient het verzoek tot invulling van het vangstcertificaat of een kopie van het vangstcertificaat, bedoeld in dat artikellid, in bij de minister.

  • 4. De uitvoerder van visserijproducten van de soorten, genoemd in artikel 2, onderdeel a, van verordening nr. 620/2010, artikel 3, onderdeel b en c, van verordening nr. 1984/2003 of artikel 3, onderdeel a, van verordening nr. 1035/2001, dient het verzoek tot waarmerking van het wederuitvoercertificaat, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van verordening nr. 620/2010, artikel 6, tweede en vierde lid, van verordening nr. 1984/2003 onderscheidenlijk van het vangstdocument, bedoeld in artikel 19, eerste lid, van verordening nr. 1035/2001 in bij de minister.

  • 5. De in het vierde lid bedoelde verzoeken gaan vergezeld van de documenten, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van verordening nr. 620/2010, artikel 6, tweede lid, van verordening nr. 1984/2003 onderscheidenlijk artikel 19, eerste lid, van verordening nr. 1035/2001.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 1 november 2010

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker.

TOELICHTING

1. Algemeen

Bij regeling van de Minister van landbouw, natuur en voedselkwaliteit van 22 december 2009, houdende wijziging van enkele regelingen in verband met de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (Stcrt. 20350) is in paragraaf 5a van de Regeling eisen, administratie en registratie inzake uitoefening visserij de certificeringsregeling ter uitvoering van de zogenoemde IOO-verordening1 opgenomen. Op grond van de IOO-verordening is het verboden visserijproducten die afkomstig zijn van IOO-visserij met de Europese Unie te verhandelen. Voornoemde certificeringsregeling strekt ertoe dat verbod doeltreffend te maken en te garanderen dat alle verhandelde visserijproducten die worden ingevoerd in of uitgevoerd uit de Unie zijn gevangen in overeenstemming met de internationale instandhoudings- en beheersmaatregelen en, in voorkomend geval, de andere relevante voorschriften die voor het betrokken vissersvaartuig gelden. De certificeringsregeling geldt voor elke handel in visserijproducten met de Unie. Aldus is beoogd visproducten beter te kunnen traceren, hetgeen noodzakelijk is om te zorgen dat zo weinig mogelijk illegale vis op de markt komt.

Zoals is uiteengezet in de toelichting bij de in de aanhef genoemde regeling is invoer, uitvoer en wederuitvoer ingevolge de IOO-verordening slechts toegestaan indien een gevalideerd vangstcertificaat wordt overgelegd. De verordening verplicht daarvoor gebruik te maken van het bij die verordening vastgestelde model-certificaat. Voorts bevat de verordening een aantal gedetailleerde voorschriften over de wijze waarop de certificaten ingevuld en door de bevoegde autoriteiten gevalideerd moeten worden. Artikel 13 van de IOO-verordening verordening voorziet echter in de mogelijkheid dat vangstdocumenten die zijn gevalideerd overeenkomstig een door een regionale organisatie voor visserijbeheer vastgestelde vangstdocumentatieregeling als IOO-vangstcertificaat worden aangemerkt. Dit onder de voorwaarde dat de desbetreffende vangstdocumentatieregeling is opgenomen in bijlage V bij de Uitvoeringsverordening IOO2.

In voornoemde bijlage zijn een aantal vangstdocumentatieregeling opgenomen die zien op een aantal tonijnsoorten en op Dissostichus spp, ook wel bekend als tandvis. Als gevolg daarvan voldoen degenenen die ervoor kiezen de in die regelingen bedoelde vangstcertificaten te hanteren aan de verplichtingen zoals deze zijn neergelegd in de IOO-verordening. Deze keuzemogelijkheid gaat er echter aan voorbij dat de desbetreffende vangstdocumentatieregelingen zijn vastgesteld in een drietal EU-verordeningen3 op grond waarvan het gebruik van de aldaar vastgestelde documenten verplicht is.

Teneinde buiten twijfel te stellen dat betrokkenen bij invoer, uitvoer en wederuitvoer gehouden zijn de in die verordeningen voorgeschreven vangstdocumenten te gebruiken, voorziet de onderhavige wijzigingsregeling erin het gebruik van die documenten voor te schrijven. Tevens is van de gelegenheid gebruik gemaakt om uitvoering te geven aan de in verordening nr. 620/2010 opgenomen verplichting dat zogenoemde blauwvintonijn ook bij interne handel – waaronder op grond van artikel 2, onderdeel b, van die verordening onder meer handel in lidstaten of tussen lidstaten van door EU-vaartuigen aangelande tonijn wordt verstaan – voorzien moet zijn van een door de bevoegde autoriteiten gevalideerd vangstdocument.

De onderhavige wijzigingsregeling bevat nagenoeg geen nieuwe informatieverplichtingen die leiden tot een toename van de administratieve lasten voor ondernemers. De verplichtingen die samenhangen met de certificeringsregeling vloeien immers voort uit de IOO-verordening en deze gelden al vanaf 1 januari 2010. Alleen waar het betreft de interne verhandeling zullen uit verordening nr. 620/2010 administratieve lasten voortvloeien, maar deze zijn naar verwachting zeer beperkt. Deze lasten zijn het directe gevolg van verplichtingen opgenomen in voornoemde EU- verordening.

Naar schatting zullen per jaar maximaal 100 partijen tonijn worden verhandeld. Bij interne verhandeling moet de verkoper of exporteur de rubriek ‘handelsinformatie’ op het vangstdocument invullen en de koper onderscheidenlijk de importeur de subrubriek ‘importeur/koper’ verkoop van een partij moet het referentienummer van het toezichtdocument worden vermeld en de overdracht moet worden gemeld aan de bevoegde autoriteit teneinde de voorgeschreven. De verkoper of exporteur moet het vangstdocument vervolgens laten valideren. De administratieve lasten per overdracht bedragen naar schatting € 15,–. Dit levert per jaar een totale administratieve lastendruk op van € 1.500,–.

2. Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel B

In artikel 34a van de Regeling eisen, administratie en registratie inzake uitoefening visserij zijn een aantal verboden opgenomen die verband houden met de voorschriften die de IOO-verordening aan de invoer van visserijproducten in de Unie stelt. Zo is invoer van visserijproducten in de Unie, op grond van artikel 12, tweede lid, van de IOO-verordening slechts toegestaan indien een gevalideerd vangstcertificaat wordt overgelegd. Artikel I, onderdeel B voorziet erin in artikel 34a de verplichting op te nemen dat indien de invoer betrekking heeft op de in verordening nr. 620/2010 en verordening 1984/2003 genoemde tonijnsoorten of van Dissostichu spp. als bedoeld in verordening nr. 1035/2001, voor deze invoer gebruik moet worden gemaakt van het in die verordeningen voorgeschreven vangstdocument, dat overeenkomstig de in die verordening opgenomen voorschriften is ingevuld en gevalideerd.

Artikel I, onderdeel C

Door middel van de in artikel I, onderdeel C opgenomen wijziging worden de in verordening nr. 620/2010 en in verordening 1984/2003 opgenomen voorschriften met betrekking tot het gebruik van een vangstcertificaat onderscheidenlijk vangstdocument bij aanlanding of overlading van blauwvintonijn onderscheidenlijk Dissostichu spp. in de Regeling eisen, administratie en registratie inzake uitoefening visserij verankerd. Ook wordt erin voorzien dat interne verhandeling van blauwvintonijn vergezeld gaat van een overeenkomstig verordening nr. 620/2010 ingevuld en gewaarmerkt vangstcertificaat.

Artikel I, onderdeel D

In artikel 34b is de minister in het kader van de IOO-verordening aangewezen als bevoegde autoriteit bij wie in het geval van invoer de vangstcertificaten ingediend moeten worden. Op grond van de door middel van dit onderdeel doorgevoerde wijziging wordt de minister tevens aangewezen als bevoegde instantie bij wie het zogenoemde statistisch document dat de invoer van grootoogtonijn en zwaardvis vergezeld, moet worden afgegegeven. Evenals dit bij de uitvoering van de IOO-verordening betreft zullen dit in de praktijk de ambtenaren van de rijksbelastingdienst, bevoegd inzake douane, zijn.

Artikel I, onderdelen E en F

De in deze onderdelen opgenomen wijzigingen hebben betrekking op de verplichting om bij uitvoer onderscheidenlijk wederuitvoer van blauwvintonijn, grootoogtonijn, zwaardvis en Dissostichu spp. gebruik te maken van de in verordening nr. 620/2010, verordening 1984/2003 onderscheidenlijk in verordening nr. 1035/2001 verordeningen documenten.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker.


XNoot
1

Verordening nr. 1005/2008/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999 (PbEU L 286).

XNoot
2

Verordening nr. 1010/2009/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 22 oktober 2009 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening nr. 1005/2008/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen (PbEU L 280).

XNoot
3

Verordening nr. 620/2010: verordening (EU) nr. 640/2010 van het Europees Parlement en de Raad van De Europese Unie van 7 juli 2010 tot vaststelling van een vangstdocumentatieprogramma voor blauwvintonijn Thunnus thynnus en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1984/2003 (PbEU L 194), verordening nr. 1984/2003: verordening (EG) nr. 1984/2003 van de Raad van de Europese Unie van 8 april 2003 tot invoering in de Gemeenschap van een regeling voor de statistische registratie van blauwvintonijn, zwaardvis en grootoogtonijn (PbEU L 295) en verordening nr. 1035/2001: verordening (EG) nr. 1035/2001 van de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 tot invoering van een documentatieregeling voor de vangst van Dissostichus spp. (PbEG L 145).

Naar boven