Besluit van de Minister van Justitie van het Koninkrijk van 8 oktober 2010, nummer 2010/2, houdende diverse wijzigingen met betrekking tot de Handleidingen voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 in verband met de staatkundige hervorming van de Nederlandse Antillen per 10 oktober 2010

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 23, eerste lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap, artikel 72 Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap en artikel 2 van de Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap;

Besluit:

ARTIKEL I

A

De Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in de Nederlandse Antillen (Staatscourant 2009, 117) is vanaf 10 oktober 2010 van toepassing in de nieuwe landen Curaçao en Sint Maarten. Deze Handleiding wordt vanaf 10 oktober 2010 aangeduid als ‘Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Curaçao en Sint Maarten’.

B

Gelet op de Rijkswet Aanpassing rijkswetten aan de oprichting van de nieuwe landen (Stb. 2010, 339), luidt de tekst van de Rijkswet op het Nederlanderschap in de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 (Staatscourant 2003, nr. 44) met ingang van 10 oktober 2010 als volgt:

In artikel 1, onderdeel g, wordt ‘Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba’ vervangen door ‘het Europese deel van Nederland, Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba’.

In artikel 3, tweede en derde lid, wordt ‘de Nederlandse Antillen of Aruba’ telkens vervangen door ‘Aruba, Curaçao of Sint Maarten’.

In artikel 5 wordt ‘de Nederlandse Antillen of Aruba’ vervangen door ‘Aruba, Curaçao of Sint Maarten’.

In artikel 5a, tweede lid, wordt ‘de Nederlandse Antillen of Aruba’ vervangen door ‘Aruba, Curaçao of Sint Maarten’ en wordt ‘Nederlands, Nederlands-Antilliaans of Arubaans recht’ vervangen door ‘het recht van Nederland, Aruba, Curaçao of Sint Maarten’.

In artikel 6, eerste lid, onder a, b, e, f, g en h, zevende lid en achtste lid wordt ‘Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba’ telkens vervangen door ‘het Europese deel van Nederland, Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba’.

In artikel 7, tweede lid, wordt ‘de Nederlandse Antillen, onderscheidenlijk Aruba’ vervangen door ‘Aruba, Curaçao of Sint Maarten’ en wordt ‘Onze Minister van Justitie van de Nederlandse Antillen, onderscheidenlijk Onze Minister van Justitie van Aruba’ vervangen door ‘Onze Minister van Justitie van Aruba, van Curaçao, onderscheidenlijk van Sint Maarten’.

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid, onder b en c wordt ‘Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba’ telkens vervangen door ‘het Europese deel van Nederland, Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba’.

b. In het eerste lid, onder d, wordt ‘de Nederlandse, Nederlands-Antilliaanse of Arubaanse samenleving als’ vervangen door ‘de samenleving van het Europese deel van Nederland, Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba als’ en wordt ‘de Nederlandse Antillen of Aruba’ vervangen door ‘Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba’ en wordt ‘alsmede van de Nederlandse, Nederlands-Antilliaanse of Arubaanse staatsinrichting en maatschappij, en hij zich ook overigens in de Nederlandse, Nederlands-Antilliaanse of Arubaanse samenleving heeft doen opnemen’ vervangen door ‘alsmede van de staatsinrichting en maatschappij van het Europese deel van Nederland, Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en hij zich ook overigens in een van deze samenlevingen heeft doen opnemen’.

c. In het tweede lid wordt ‘de Nederlandse Antillen of Aruba’ vervangen door ‘Aruba, Curaçao of Sint Maarten’.

d. In het derde lid wordt ‘Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba’ vervangen door ‘het Europese deel van Nederland, Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba’.

In artikel 9, derde lid, onder b en c wordt ‘de Nederlandse Antillen of Aruba’ telkens vervangen door ‘Aruba, Curaçao of Sint Maarten’.

In artikel 11, tweede tot en met vijfde lid, wordt ‘Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba’ telkens vervangen door ‘het Europese deel van Nederland, Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba’.

In artikel 15, eerste lid, onder c, en derde lid, wordt ‘de Nederlandse Antillen of Aruba’ telkens vervangen door ‘Aruba, Curaçao of Sint Maarten’ en wordt in het eerste lid, onder c, ‘de Nederlandse Antillen en Aruba’ vervangen door ‘Aruba, Curaçao en Sint Maarten’.

In artikel 17, eerste lid, wordt ‘de Nederlandse Antillen of Aruba’ vervangen door ‘Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba’ en wordt ‘het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba’ vervangen door ‘het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba’.

In artikel 20, eerste en tweede lid, wordt ‘de Nederlandse Antillen of Aruba’ vervangen door ‘Aruba, Curaçao of Sint Maarten’, wordt ‘de Nederlandse Antillen en Aruba’ vervangen door ‘Aruba, Curaçao en Sint Maarten’ en wordt ‘Onze Minister van Justitie van de Nederlandse Antillen, onderscheidenlijk Onze Minister van Justitie van Aruba’ telkens vervangen door ‘Onze Minister van Justitie van Aruba, van Curaçao, onderscheidenlijk van Sint Maarten’.

In artikel 22, tweede lid, wordt ‘Onze Ministers van Justitie van de Nederlandse Antillen en van Aruba’ vervangen door ‘Onze Ministers van Justitie van Aruba, van Curaçao en van Sint Maarten’.

C

Het hiervoor bepaalde onder B geldt ook voor de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Curaçao en Sint Maarten.

D

Het hiervoor bepaalde onder B geldt ook voor de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Aruba (Staatscourant 2010, 1212).

E

In de toelichtende teksten op de wetsartikelen en in de modellen opgenomen in de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Curaçao en Sint Maarten wordt ‘de Nederlandse Antillen’ vervangen door ‘Curaçao en Sint Maarten’.

F

Het hiervoor bepaalde onder E geldt ook voor de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 (Staatscourant 2003, 44).

G

Het hiervoor bepaalde onder E geldt ook voor de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Aruba (Staatscourant 2010, 1212).

H

In de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap toegespitst op het gebruik in Curaçao en Sint Maarten wordt zowel in de toelichtingen op de wetsartikelen als in de modellen, voor zover deze nog niet al door Wijzigingsbesluiten Nationaliteiten zijn aangepast, ‘de gezaghebber’ vervangen door ‘de Gouverneur’.

I

In afwijking op het voorgaande onder H wordt het onderzoeksverslag behorend bij het Bericht omtrent Toelating (BOT), zoals genoemd in de toelichting op artikel 1 onder g, RWN, paragraaf 5.1, op artikel 6, eerste lid onder b, e, f (paragraaf 3), g en h RWN, op artikel 8, eerste lid onder c RWN, op artikel 8, derde, vierde en vijfde lid RWN en op artikel 11, derde, vierde en vijfde lid RWN, niet ondertekend door de Gouverneur maar door de directeur van de met de uitvoering van de Landsverordening toelating en uitzetting belaste dienst.

J

Na artikel 28 wordt in de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 (Staatscourant 2003, 44) een nieuw artikel 29 ingevoegd, luidende:

Artikel 29

Voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap en de daarop rustende bepalingen worden de tijdvakken van hoofdverblijf die voor de inwerkingtreding van de Rijkswet aanpassing rijkswetten aan de oprichting van de nieuwe landen zijn doorgebracht in de Nederlandse Antillen in aanmerking genomen als waren zij doorgebracht in Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint Eustatius.

K

Na het nieuwe artikel 29 worden in de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 verwijzigen toegevoegd luidende:

Verwijzingen

RWN: artikelen 1, 6, 8, 10, 11, 26 en 28

RvvN: artikel 14.3

L

Na het nieuwe artikel 29 wordt in de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 een toelichting toegevoegd luidende:

29-alg. Toelichting algemeen

Op grond van dit artikel telt de periode van hoofdverblijf die vóór 10 oktober 2010 is doorgebracht in de toenmalige Nederlandse Antillen mee bij de vraag of wordt voldaan aan de vereiste termijn van hoofdverblijf in het land Curaçao, het land Sint Maarten, het land Aruba en in de openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint Eustatius.

Op grond van artikel 14, derde lid Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap (RvvN) worden de tijdvakken van toelating in de Nederlandse Antillen, gelegen voor de inwerkingtreding van de Rijkswet aanpassing rijkswetten aan de oprichting van de nieuwe landen, in aanmerking genomen als ware het toelating in Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

M

Na artikel 28 wordt in de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Curaçao en Sint Maarten een nieuw artikel 29 ingevoegd, luidende:

Artikel 29

Voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap en de daarop rustende bepalingen worden de tijdvakken van hoofdverblijf die voor de inwerkingtreding van de Rijkswet aanpassing rijkswetten aan de oprichting van de nieuwe landen zijn doorgebracht in de Nederlandse Antillen in aanmerking genomen als waren zij doorgebracht in Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint Eustatius.

N

Na het nieuwe artikel 29 worden in de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 verwijzigen toegevoegd luidende:

Verwijzingen

RWN: artikelen 1, 6, 8, 10, 11, 26 en 28

RvvN: artikel 14.3

O

Na het nieuwe artikel 29 wordt in de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Curaçao en Sint Maarten een toelichting toegevoegd luidende:

29-alg. Toelichting algemeen

Op grond van dit artikel telt de periode van hoofdverblijf die vóór 10 oktober 2010 is doorgebracht in de toenmalige Nederlandse Antillen mee bij de vraag of wordt voldaan aan de vereiste termijn van hoofdverblijf in het land Curaçao, het land Sint Maarten, het land Aruba en in de openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint Eustatius.

Op grond van artikel 14, derde lid Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap (RvvN) worden de tijdvakken van toelating in de Nederlandse Antillen, gelegen voor de inwerkingtreding van de Rijkswet aanpassing rijkswetten aan de oprichting van de nieuwe landen, in aanmerking genomen als ware het toelating in Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

P

Na artikel 28 wordt in de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Aruba (Staatscourant 2010, 1212) een nieuw artikel 29 ingevoegd, luidende:

Artikel 29

Voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap en de daarop rustende bepalingen worden de tijdvakken van hoofdverblijf die voor de inwerkingtreding van de Rijkswet aanpassing rijkswetten aan de oprichting van de nieuwe landen zijn doorgebracht in de Nederlandse Antillen in aanmerking genomen als waren zij doorgebracht in Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint Eustatius.

Q

Na het nieuwe artikel 29 worden in de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 verwijzigen toegevoegd luidende:

Verwijzingen

RWN: artikelen 1, 6, 8, 10, 11, 26 en 28

RvvN: artikel 14.3

R

Na het nieuwe artikel 29 wordt in de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Aruba een toelichting toegevoegd luidende:

29-alg. Toelichting algemeen

Op grond van dit artikel telt de periode van hoofdverblijf die vóór 10 oktober 2010 is doorgebracht in de toenmalige Nederlandse Antillen mee bij de vraag of wordt voldaan aan de vereiste termijn van hoofdverblijf in het land Curaçao, het land Sint Maarten, het land Aruba en in de openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint Eustatius.

Op grond van artikel 14, derde lid Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap (RvvN) worden de tijdvakken van toelating in de Nederlandse Antillen, gelegen voor de inwerkingtreding van de Rijkswet aanpassing rijkswetten aan de oprichting van de nieuwe landen, in aanmerking genomen als ware het toelating in Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 10 oktober 2010.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant en de voor publicatie geëigende bladen in Aruba, Curaçao en Sint Maarten worden geplaatst.

Den Haag, 8 oktober 2010

De Minister van Justitie van het Koninkrijk,

namens deze:

de directeur-generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken,

R.K. Visser.

TOELICHTING

In verband met de staatkundige hervorming van de Nederlandse Antillen per 10 oktober 2010 zijn aanpassingen nodig ten aanzien van de diverse Handleidingen voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap.

A

Allereerst wordt de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap toegespitst op het gebruik in de Nederlandse Antillen vanaf 10 oktober 2010 van toepassing verklaard op de nieuwe landen Curaçao en Sint Maarten. Daarnaast wijzigt vanaf genoemde datum de benaming van deze Handleiding.

B, C en D

Uit de Rijkswet Aanpassing rijkswetten aan de oprichting van de nieuwe landen (Stb. 2010, 339) vloeit voort dat de wetteksten van de Rijkswet op het Nederlanderschap opgenomen in de drie hier genoemde Handleidingen RWN 2003 kunnen worden aangepast zoals hier per artikel(lid) beschreven.

E, F en G

In verband met de inwerkingtreding van de Rijkswet Aanpassing rijkswetten aan de oprichting van de nieuwe landen wordt hier een voorziening getroffen voor een aanpassing van de toelichtende teksten en modellen in de drie onder B, C en D genoemde Handleidingen RWN 2003.

H

Nu vanaf 10 oktober 2010 gelet op het gewijzigde artikel 2 BVVN aan de Gouverneurs van Curaçao en van Sint Maarten de bevoegdheden in het kader van de RWN zijn toebedeeld, welke tot dan toe aan de gezaghebbers waren toebedeeld, dient dit ook in de Handleiding RWN voor Curaçao en Sint Maarten tot uitdrukking te komen.

I

Op het voorgaande bestaat in de Handleiding RWN voor Curaçao en Sint Maarten één uitzondering: Het onderzoeksverslag dat in bepaalde gevallen bij het Bericht omtrent Toelating moet worden overgelegd, wordt vanaf 10 oktober 2010 niet ondertekend door de Gouverneur maar door de directeur van de toelatingsorganisatie.

J, M en P

In verband met de staatkundige hervorming van de Nederlandse Antillen is in de Rijkswet op het Nederlanderschap een nieuw artikel 29 opgenomen. Dit artikel dient per 10 oktober 2010 in de drie onder B, C en D genoemde Handleidingen RWN 2003 te worden opgenomen.

K, N en Q

Na dit nieuwe artikel worden in de drie onder B, C en D genoemde Handleidingen RWN 2003 verwijzingen toegevoegd.

L, O en R

Dit nieuwe artikel 29 behoeft een toelichting in de drie onder B, C en D genoemde Handleidingen RWN 2003.

Naast een regeling voor het vóór 10 oktober 2010 in de Nederlandse Antillen doorgebrachte hoofdverblijf dient ook een regeling getroffen te worden voor de vóór 10 oktober 2010 reeds in de Nederlandse Antillen opgebouwde periode van toelating.

De Minister van Justitie van het Koninkrijk,

namens deze:

de directeur-generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken,

R.K. Visser.

Naar boven