De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Gelet op artikel 4, eerste en derde lid, van het Besluit gefluoreerde broeikasgassen milieubeheer en de artikel 6, eerste
en derde lid, van het Besluit ozonlaagafbrekende stoffen milieubeheer;
Besluit:
ARTIKEL I
Artikel 7 van de Regeling gefluoreerde broeikasgassen en gereguleerde stoffen koelinstallaties wordt als volgt gewijzigd:
1. Het vierde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel c, aanhef, vervalt de zinsnede: voor zover het airco's van voertuigen betreft.
2. Het zesde lid vervalt.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 5 oktober 2010.
Den Haag, 30 september 2010
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J.C. Huizinga-Heringa.
TOELICHTING
Deze regeling (hierna: wijzigingsregeling) strekt tot wijziging van artikel 7 van de Regeling gefluoreerde broeikasgassen
en gereguleerde stoffen koelinstallaties.1 Doel van de wijziging is helderheid te verschaffen over de gehanteerde vergoedingen voor de examens aan zowel de exameninstellingen
(de Stichting Vakopleiding Automobiel- en Motorrijwielbedrijf (hierna: VAM) en de Stichting Certificering Examinering Risicovolle
Taken (hierna: CERT)), als aan de deelnemers die examens bij deze instellingen doen.
Voor de inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling gold voor deelnemers die examen deden bij de VAM een andere vergoeding
dan voor deelnemers die examen deden bij de CERT. De VAM neemt examens af voor het verrichten van werkzaamheden aan airco’s
van voertuigen, de CERT voor het verrichten van werkzaamheden aan airco’s van mobiele werktuigen. Om de administratieve lasten
te beperken is besloten dat het personeel geen nieuw diploma behoeft te behalen om dezelfde werkzaamheden in de andere sector
uit te voeren. Als het examen met gunstig gevolg wordt afgelegd, verkrijgen de deelnemers het diploma voor het terugwinnen
van gefluoreerde broeikasgassen en gereguleerde stoffen voor mobiele airco’s.
De gedifferentieerde vergoeding voor het afleggen van een examen bij de VAM respectievelijk de CERT leidde in de praktijk
tot verwarring bij de deelnemers en de exameninstellingen en tot een ongewenst en niet-beoogde concurrentie tussen beide instellingen.
In de Regeling gefluoreerde broeikasgassen en gereguleerde stoffen koelinstallaties is gekozen voor de aanwijzing van één
exameninstelling per sector. Concurrentie zou dan ook niet aan de orde mogen zijn.
Om deze verwarring en concurrentie weg te nemen, is artikel 7 van de Regeling gefluoreerde broeikasgassen en gereguleerde
stoffen koelinstallaties gewijzigd. Voortaan geldt er één tarief voor het afleggen van een examen bij de VAM en de CERT met
het oog op het verkrijgen van een diploma voor het verrichten van werkzaamheden aan mobiele airco’s. Dit laat onverlet dat
beide exameninstellingen de Minister jaarlijks een voorstel doen over de hoogte van de verschuldigde vergoeding (artikel 7,
derde lid). Dit voorstel dient door de exameninstelling te worden onderbouwd, onder meer aan de hand van de begroting van
de exameninstelling. De Minister stelt vervolgens één tarief vast in lijn met de voorstellen van de betreffende exameninstellingen.
De wijzigingsregeling betekent een lichte stijging van de administratieve lasten voor de deelnemers aan de examens bij de
CERT. De kosten van de vergoedingen die voor 2010 zijn vastgesteld stijgen als gevolg van de wijziging van artikel 7 de laatste
drie maanden van 2010 met:
a. € 46,= inclusief BTW voor een volledig examen;
b. € 34,= inclusief BTW voor een herexamen voor het theoriegedeelte;
c. € 25,= inclusief BTW voor een herexamen van het praktijkgedeelte.
Het gaat naar schatting om ongeveer 30–50 personen die de laatste drie maanden van 2010 worden geconfronteerd met een verhoging
van de verschuldigde vergoeding voor het afleggen van het examen bij de Stichting CERT.
De wijzigingsregeling dient in ieder geval op 5 oktober 2010 in werking te treden, zodat zo spoedig mogelijkheid helderheid
over de vergoedingen wordt geschapen en de concurrentie tussen de exameninstellingen wordt beëindigd. Daarom is de gebruikelijke
termijn van twee maanden tussen de vaststelling en de plaatsing in de Staatscourant niet in acht genomen.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J.C. Huizinga-Heringa.