Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Sociale Verzekeringsbank | Staatscourant 2010, 14795 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Sociale Verzekeringsbank | Staatscourant 2010, 14795 | Besluiten van algemene strekking |
De Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank,
Gelet op artikel 34, eerste lid, onderdeel a Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen en artikel 18, vierde lid Algemene kinderbijslagwet (AKW);
Besluit:
De SVB-Beleidsregel ‘Kinderbijslagbetaling bij gescheiden huishoudens; echtscheiding en co-ouderschap’ (SB1096) zoals gepubliceerd in de bijlage bij het Besluit Beleidsregels 2010 in de Staatscourant van 15 juni 2010 (Stcrt.15 juni 2010, nr. 9053) wordt gewijzigd en komt te luiden:
‘Als de ouders van een kind gescheiden huishoudens voeren en het kind in één van beide huishoudens woont, heeft de ouder in wiens huishouden het kind woont recht op kinderbijslag omdat het kind tot het huishouden van die ouder behoort. Indien de andere ouder, tot wiens huishouden het kind niet behoort, het kind in belangrijke mate onderhoudt, bijvoorbeeld door alimentatie te betalen, heeft ook deze ouder recht op kinderbijslag. Artikel 18, vierde lid AKW bepaalt dat in die situatie, waarin twee maal recht op kinderbijslag voor één kind bestaat, de betaling van de kinderbijslag aan de ouder tot wiens huishouden het kind niet behoort, achterwege moet blijven.
Een kind kan ook (beurtelings) tot twee huishoudens behoren. Dit doet zich voor bij een zogenaamd co-ouderschap. Van co-ouderschap is sprake indien een kind overwegend in gelijke mate wordt verzorgd en onderhouden door beide ouders. Bij co-ouderschap wordt de kinderbijslag waarop één van beide ouders recht heeft gelijk verdeeld betaald aan beide ouders, terwijl de kinderbijslag waarop de andere ouder recht heeft niet wordt uitbetaald. Dit laatste is bepaald in artikel 5a, eerste lid van het Samenloopbesluit kinderbijslag.
Voor de interpretatie van het begrip ‘overwegend in gelijke mate verzorgen en onderhouden’ in de zin van artikel 5a, eerste lid van het Samenloopbesluit kinderbijslag valt de SVB terug op de regels die zijn ontwikkeld in het kader van het huishoudbegrip (zie Deel I, Tot het huishouden behoren SB1014). Dat wil zeggen dat het kind afwisselend in gelijke mate de nachtrust moet doorbrengen bij beide ouders.
Het kan ook voorkomen dat er tussen de gescheiden levende ouders afspraken gelden die niet uitgaan van een strikte verdeling van de verzorging en het onderhoud van de kinderen op een wijze zoals hiervoor beschreven. Indien in een dergelijke situatie in de overeenkomst niettemin een expliciete afspraak is gemaakt over de verdeling van de kinderbijslag, dan zal deze door de SVB worden gehonoreerd. De SVB gaat uit van de in de overeenkomst opgenomen regeling betreffende de verdeling van de verzorging en het onderhoud. Alleen indien blijkt dat niet-naleving van deze regeling een bestendig karakter heeft (in zijn algemeenheid langer dan zes maanden), dient de feitelijke situatie als richtsnoer voor de uitbetaling. Als het niet goed mogelijk is om de feitelijke situatie vast te stellen, gaat de SVB alsnog uit van de in de overeenkomst opgenomen regeling.’
De SVB-beleidsregel SB1096 zoals gepubliceerd in de bijlage bij het Besluit Beleidsregels 2010 in de Staatscourant van 15 juni 2010 (Stcrt. 15 juni 2010, nr. 9053) wordt ingetrokken.
Dit besluit wordt met een toelichting in de Staatscourant geplaatst.
Amstelveen, 22 september 2010
De voorzitter van de Raad van bestuur SVB,
E. F. Stoové.
In de SVB beleidsregel ‘Kinderbijslagbetaling bij gescheiden huishoudens; echtscheiding en co-ouderschap’ (SB1096) is de volgende passage geschrapt: ‘De SVB gaat ervan uit dat artikel 18, lid 4 AKW eerst toepassing kan vinden als beide ouders een aanvraag om kinderbijslag hebben ingediend. Indien geen kinderbijslag wordt aangevraagd door de ouder bij wie het kind woont, kan het bepaalde in artikel 18, vierde lid AKW er dus niet toe leiden dat het aangevraagde recht op kinderbijslag door de andere ouder niet tot uitbetaling komt. Dit brengt mee dat, in de situatie waarin de betaling van kinderbijslag plaatsvindt aan de ouder tot wiens huishouden het kind niet behoort, de SVB overgaat tot de uitbetaling van kinderbijslag aan de ouder bij wie het kind woont vanaf het moment waarop deze ouder een aanvraag om kinderbijslag indient.’
De hierbij geschrapte passage brengt mee dat, in de situatie waarin de betaling van kinderbijslag plaatsvindt aan de ouder tot wiens huishouden het kind niet behoort de SVB overgaat tot de uitbetaling van kinderbijslag aan de ouder bij wie het kind woont vanaf het moment waarop deze ouder een aanvraag om kinderbijslag indient. De SVB ging er dus vanuit dat artikel 18, lid 4 eerst toepassing kon vinden als ouders een aanvraag om kinderbijslag hadden ingediend, waardoor samenloop met terugwerkende kracht niet kon ontstaan. De Rechtbank Den Bosch heeft geoordeeld dat er geen wettelijke grondslag is voor dit SVB-beleid (Rechtbank Den Bosch, 22 januari 2010, AWB 08/3801). Indien door de ouder bij wie het kind feitelijk woont, met terugwerkende kracht een aanvraag wordt gedaan, zal door de SVB achteraf moeten worden vastgesteld aan welke ouder over die periode in het verleden de kinderbijslag betaald dient te worden. De artikelen 14a en 24 van de AKW maken het de SVB mogelijk zo nodig over te gaan tot herziening en terugvordering. De betreffende passage van de SVB beleidsregel SB1096 wordt daarom ingetrokken.
De voorzitter van de Raad van bestuur SVB,
E .F. Stoové.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2010-14795.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.