Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 24 augustus 2010, AV/SDA/2010/14871, tot wijziging van het Besluit aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en het verzoeken om algemeen verbindend verklaring in verband met onder meer de inwerkingtreding van de Wet elektronische bekendmaking

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 4, tweede lid, van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten en artikel 14 van de Wet op de loonvorming;

Gehoord de Stichting van de Arbeid op 15 juli 2010;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Besluit aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en het verzoeken om algemeen verbindend verklaring wordt als volgt gewijzigd.

A

Artikel 2:2 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste lid wordt gewijzigd als volgt:

• a. In onderdeel a vervalt: op diskette.

• b. In onderdeel b vervalt ‘en zònder’.

• c. Onderdeel c, onder 2, komt te luiden:

  • 2. het aantal personen werkzaam bij werkgevers die lid zijn van de werkgeversvereniging(en) die partij zijn bij deze collectieve arbeidsovereenkomst en onderscheidenlijk het aantal personen werkzaam bij werkgevers die naar de aard van de bedrijfsactiviteiten en de werkzaamheden tot de werkingssfeer van de collectieve arbeidsovereenkomst gerekend kunnen worden.

• d. In onderdeel d aanhef wordt na ‘representativiteitsgegevens’ ingevoegd: ‘waarbij gebruik kan worden gemaakt van een daarvoor opgesteld formulier representativiteitsgegevens’, dat als bijlage 1 bij deze regeling is gevoegd.

• e. In onderdeel d, onder 1, en in de slotzin wordt ‘werknemers’ vervangen door: personen.

2. Er wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

• 3. Indien het verzoek betrekking heeft op een collectieve arbeidsovereenkomst die in vergelijking met de daaraan voorafgaande collectieve arbeidsovereenkomst wijzigingen heeft ondergaan, wordt tevens bij een verzoek als bedoeld in artikel 2:1, eerste lid, gevoegd de letterlijke tekst van de integrale collectieve arbeidsovereenkomst waarbij de wijzigingen door middel van markeringen zijn aangegeven als bedoeld in artikel 1:2, tweede lid, onderdeel b, tenzij deze tekst reeds in het kader van dat laatstgenoemde artikellidonderdeel is overgelegd.

B

Artikel 2:3 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste lid komt te luiden:

• 1. Indien op grond van de opgave, bedoeld in artikel 2:2, eerste lid, onderdeel c, het aantal personen waarop de collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing is, minder bedraagt dan 60% van het totaal aantal personen als bedoeld in dat artikellidonderdeel dan wel tegen algemeen verbindendverklaring ingediende gegronde bedenkingen daartoe aanleiding geven wordt de toelichting op de wijze van verzameling van de representativiteitsgegevens, bedoeld in artikel 2:2, eerste lid, onderdeel d, gegeven aan de hand van het in dat artikellidonderdeel bedoelde formulier representativiteitsgegevens.

2. Het tweede lid wordt vernummerd tot derde lid.

3. Na het eerste lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:

• 2. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan naar aanleiding van de opgave, bedoeld in artikel 2:2, eerste lid, onderdeel c, verlangen dat een nadere rapportage over de juistheid van die opgave van een registeraccountant of een accountantsadministratieconsulent die daartoe gecertificeerd is, wordt overgelegd.

4. In het derde lid (nieuw) wordt ‘werknemers’ vervangen door: personen.

C

Artikel 2:4 komt te luiden:

Artikel 2:4

In afwijking van artikel 2:2, eerste lid, wordt, indien het verzoek, bedoeld in artikel 2:1, eerste lid, betrekking heeft op een tussentijdse wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst, bij dit verzoek gevoegd:

• a. de digitale tekst van de tussentijdse wijzigingen, waarbij gebruik is gemaakt van de programmatuur, bedoeld in artikel 2:2, onderdeel a, en waarbij de tussentijds gewijzigde bepalingen waarvoor geen algemeen verbindendverklaring wordt verzocht door middel van duidelijke markeringen zijn aangegeven;

• b. een op papier geprinte versie van de digitale tekst, bedoeld in onderdeel a, met de in dat onderdeel bedoelde markering in tweevoud;

• c. een opgave van de representativiteitsgegevens en een toelichting op de wijze van verzameling daarvan, bedoeld in artikel 2:2 onderdeel c en d, indien de tussentijdse wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst betrekking heeft op de werkingssfeer daarvan;

• d. de digitale tekst, bedoeld in onderdeel a, en de op papier geprinte versie, bedoeld in onderdeel b, omvat tevens de integrale tekst van de werkingssfeerbepaling of werkingssfeerbepalingen, indien sprake is van een collectieve arbeidsovereenkomst waarin tevens fondsbepalingen zijn opgenomen welke voor een langer tijdvak algemeen verbindend zijn verklaard dan de overige bepalingen en het verzoek betrekking heeft op die overige bepalingen vanwege het verstrijken van de duur daarvan.

D

Aan artikel 2:7 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

• 4. Van een beschikking op een verzoek om dispensatie wordt in de overwegingen bij het besluit tot algemeen verbindendverklaring melding gemaakt.

E

Artikel 2:8 komt te luiden:

Artikel 2:8

Artikel 2:7 is van overeenkomstige toepassing op een verzoek om dispensatie dat wordt gedaan:

• a. naar aanleiding van een verzoek om algemeenverbindendverklaring van een wijziging van de werkingssfeerbepaling of werkingssfeerbepalingen van een collectieve arbeidsovereenkomst tijdens de looptijd van een besluit waarbij bepalingen van die collectieve arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zijn verklaard;

• b. naar aanleiding van een verzoek om algemeenverbindendverklaring als bedoeld in artikel 2:4, onderdeel d.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2010.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van de bijlage bedoeld in artikel 2:2, eerste lid, onderdeel d, die ter inzage wordt gelegd bij de directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving (UAW) van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en tevens wordt geplaatst op de website cao.szw.nl.

Den Haag, 24 augustus 2010

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner.

TOELICHTING

De aanleiding tot de wijziging van met name paragraaf 2 van het Besluit aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en het verzoeken om algemeen verbindend verklaring is in de eerste plaats gelegen in de op 1 juli 2009 in werking getreden Wet elektronische bekendmaking (Stb. 2008, 551). Hierdoor worden besluiten waarbij cao-bepalingen algemeen verbindend worden verklaard integraal in de digitale Staatscourant gepubliceerd.

Daarnaast wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om het besluit zo te wijzigen dat de avv-procedure wordt versneld. Zo is niet langer vereist dat de bij het avv-verzoek te voegen geprinte versie van de digitale tekst van de cao bestaat uit een exemplaar in tweevoud waarbij de cao-bepalingen waarvoor geen avv wordt verzocht wel zijn gemarkeerd en een exemplaar in tweevoud waarbij dat niet het geval is.

Er kan nu worden volstaan met een geprinte versie van de digitale tekst van de cao in tweevoud waarbij de cao-bepalingen waarvoor niet om avv wordt verzocht op de gebruikelijke wijze door middel van renvooi zijn gemarkeerd. Ook bij een avv-verzoek dat betrekking heeft op een tussentijdse wijziging kan worden volstaan met een print in tweevoud van de tussentijds gewijzigde bepalingen, waarbij de cao-bepalingen waarvoor geen avv wordt verzocht door middel van renvooi zijn gemarkeerd. Deze print moet afkomstig zijn van een bij het avv-verzoek te voegen digitale tekst van alleen de tussentijdse wijzigingen.

Wanneer het avv-verzoek betrekking heeft op een nieuwe cao die in vergelijking met de daaraan voorafgaande cao wijzigingen heeft ondergaan geldt als nieuw vereiste dat bij het avv-verzoek de letterlijke tekst van de integrale cao wordt gevoegd, waarbij de wijzigingen door middel van markeringen zijn aangegeven. Dit kan achterwege blijven in het geval dat deze tekst al is overgelegd bij gelegenheid van de op grond van artikel 4 van de Wet op de loonvorming voorgeschreven melding van het sluiten van de cao. Daar alle cao-wijzigingen direct traceerbaar zijn en het accent van de inhoudelijke toetsing van dergelijke avv-verzoeken primair gelegen is op de gewijzigde cao-bepalingen die voor avv zijn voorgelegd wordt de avv-procedure versneld. Aan dit vereiste kan vaak op eenvoudige wijze invulling worden gegeven door bijvoorbeeld gebruik te maken van een tekstvergelijkingsfunctie. In bijzondere situaties waarbij dit vereiste volledig aan zijn doel voorbij zou schieten, kan daar in beginsel aan worden voorbijgegaan. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de situatie dat de cao volledig is geherstructureerd.

Bij een avv-verzoek moet een nadere toelichting worden geleverd over de wijze waarop de representativiteitsgegevens zijn verzameld. Gebleken is dat de gegeven toelichting niet altijd direct afdoende is, met als gevolg dat daardoor de avv-procedure wordt vertraagd. Teneinde op een meer gestructureerde wijze de vereiste toelichting te leveren kan gebruik worden gemaakt van een daarvoor opgesteld formulier representativiteitsgegevens. Dit formulier en de daarbij behorende toelichting is van het Internet te downloaden via cao.szw.nl en kan eventueel ook telefonisch worden aangevraagd bij de directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en ligt daar ter inzage. Het gebruiken van het formulier leidt tot een gestructureerde toelichting die voldoende waarborgen bevat om direct een oordeel te kunnen geven over de kwaliteit van de representativiteitsgegevens. Aan de hand van deze toelichting zal kunnen worden beoordeeld of de toegepaste onderzoeksmethode voldoet aan de vereisten van zorgvuldigheid en reproduceerbaarheid. Ook de specifieke omstandigheden in de bedrijfstak worden in de beoordeling meegenomen. Gebruikmaking van het formulier representativiteitsgegevens is vereist ingeval van een representativiteitspercentage onder de 60% en ingeval beargumenteerde bedenkingen tegen de representativiteit daartoe aanleiding geven. Hierdoor kan de verplichting vervallen dat de representativiteitsgegevens in deze gevallen altijd geverifieerd moeten worden door een accountant. Naast een kostenreductie in verband met de accountantskosten, kan dit ook een versnelling in de desbetreffende avv-procedures opleveren. Voor meer specifieke gevallen blijft de mogelijkheid bestaan om een nadere rapportage van een accountant te verlangen. Dit gebeurt bijvoorbeeld indien naar aanleiding van beargumenteerde bedenkingen tegen de representativiteit ontstane gerede twijfel aan de deugdelijkheid van het onderliggende bronmateriaal niet door de reactie van de om avv verzoekende partijen wordt weggenomen. In een dergelijk geval kan een assurancerapport worden verlangd waarin wordt verklaard dat de opgegeven aantallen juist zijn en dat bij de totstandkoming ervan rekening is gehouden met alle relevante aspecten genoemd in het formulier representativiteitsgegevens.

Verder is nader aangegeven dat, wanneer het avv-verzoek betrekking heeft op een tussentijdse wijziging van de cao, bij de indiening van dat verzoek alleen representativiteitsgegevens moeten worden bijgevoegd als die tussentijdse wijziging (ook) betrekking heeft op de werkingssfeer.

Aangezien voor wat betreft het meerderheidsvereiste in artikel 2, eerste lid, van de Wet AVV gesproken wordt van een belangrijke meerderheid ‘van de in een bedrijf werkzame personen’, is ten aanzien van de term ‘personen’ de tekst van het Besluit in overeenstemming gebracht met die van de Wet AVV.

Tot de inwerkingtreding van de Wet elektronische bekendmaking werd in de Staatscourant steeds mededeling gedaan van een genomen besluit tot avv waarbij in voorkomend geval kennis werd gegeven van de gegeven beschikking op een verzoek om dispensatie van dat besluit. Met deze wijzigingsregeling is geformaliseerd dat sindsdien in voorkomend geval in de overwegingen bij het avv-besluit wordt kennisgegeven van de gegeven beschikking op het verzoek om dispensatie daarvan.

Tenslotte is met deze wijzigingsregeling de mogelijkheid gecreëerd om in het hieronder beschreven specifieke geval om dispensatie van tussentijds voor avv voorgelegde cao-bepalingen te kunnen verzoeken. Bij een avv-verzoek dat betrekking heeft op een tussentijdse wijziging dient een geprinte versie van de tussentijdse wijzigingen in tweevoud te worden gevoegd waarbij de bepalingen waarvoor geen avv is verzocht zijn gemarkeerd. Als extra vereiste geldt dat deze geprinte versie ook de integrale tekst van de werkingssfeerbepaling(en) van de cao moet omvatten indien sprake is van een cao waarin tevens fondsbepalingen zijn opgenomen welke voor een langer tijdvak zijn avv-d dan de overige bepalingen en het avv-verzoek betrekking heeft op die overige bepalingen vanwege het verstrijken van de duur van de avv van die bepalingen. Als gevolg van dit vereiste worden de werkingssfeerbepalingen mede ter visie gelegd. Dit maakt het mogelijk om dispensatie te verzoeken van de cao-bepalingen waarvoor om avv is verzocht. Met het oog hierop is artikel 2:7 van overeenkomstige toepassing verklaard op een verzoek om dispensatie naar aanleiding van een avv-verzoek als hier bedoeld.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner.