Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 4 augustus 2010, nr. DJZ/BR/0346-10, houdende wijziging van de Sanctieregeling Somalië 2003

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën en de Minister van Economische Zaken;

Gelet op Verordening (EG) nr. 356/2010 van de Raad van de Europese Unie van 26 april 2010 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, in het licht van de situatie in Somalië (Pb EU L 105);

Gelet op Besluit 2010/231/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 26 april 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Somalië en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2009/138/GBVB (Pb EG L 105);

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977,

Besluit:

ARTIKEL I

De Sanctieregeling Somalië 2003 wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 1 wordt een nieuw artikel 1a ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

  • 1. Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 2, 8, 9, van Verordening (EU) nr. 356/2010 van de Raad van de Europese Unie van 26 april 2010 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, in het licht van de situatie in Somalië (Pb EU L 105).

  • 2. Een verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt niet indien artikel 3, 4, eerste lid, 5 of 6 van Verordening (EU) nr. 356/2010 van toepassing is.

B

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

  • 1. Het is verboden om militaire goederen, alsmede militaire technologie, aangewezen in de Uitvoeringsregeling strategische goederen dan wel bedoeld in artikel 2 van de Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 7 december 2006 houdende strafbaarstelling ongeoorloofde overdracht programmatuur en technologie van strategische goederen door middel van elektronische media, faxapparaten of telefoon, dan wel onderdelen daarvan, direct of indirect te verkopen, te leveren, over te dragen aan, dan wel door of uit te voeren naar entiteiten of personen in Somalië of voor gebruik in Somalië, ongeacht het land van herkomst.

    Het eerste lid is niet van toepassing in geval het een levering, verkoop of overdracht betreft van:

    • a. materieel dat uitsluitend bestemd is voor de ondersteuning van of het gebruik door AMISOM overeenkomstig het onder 4 gestelde van Resolutie 1744 (2007) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, of slechts bestemd is voor gebruik door landen en regionale organisaties die maatregelen treffen overeenkomstig het onder 6 gestelde van Resolutie 1851 (2008) en het onder 10 gestelde van Resolutie 1846 (2008) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties;

    • b. materieel dat uitsluitend bestemd is voor de hulp bij de ontwikkeling van de instellingen van de veiligheidssector, in overeenstemming met het politieke proces als omschreven onder 1 tot en met 3 van Resolutie 1744 (2007) mits het onder 11 van Resolutie 751(1992) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties ingestelde Sanctiecomité niet binnen vijf werkdagen na ontvangst van de kennisgeving een negatief besluit heeft genomen;

    • c.

      • niet-dodelijke militaire uitrusting voor uitsluitend humanitaire of beschermende doeleinden;

      • materieel dat bestemd is voor programma's op het gebied van veiligheid voor het opzetten van instellingen van de Europese Unie of de lidstaten, die in het kader van het vredes- en verzoeningsproces worden uitgevoerd en waaraan vooraf door het bij punt 11 van Resolutie 751 (1992) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties ingestelde Sanctiecomité goedkeuring is verleend;

      • beschermende kledij, waaronder kogelwerende vesten en militaire helmen die het VN-personeel, vertegenwoordigers van de media, medewerkers van humanitaire organisaties, en ontwikkelingswerkers en aanverwant personeel voor hun eigen bescherming tijdelijk naar Somalië  worden verzonden.

C

Artikel 2a wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede ‘van Verordening (EG) nr. 631/2007 van de Raad van de Europese Unie van 7 juni 2007 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 147/2003 betreffende een aantal beperkende maatregelen ten aanzien van Somalië (Pb EG L 146)’ wordt vervangen door: van Verordening (EG) nr. 147/2003.

2. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

3. Er worden vier nieuwe leden toegevoegd, luidende:

  • 1. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van Verordening (EU) nr. 356/2010 is de Minister van Financiën.

  • 2. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 5, eerste en tweede lid, en artikel 6, aanhef, van Verordening (EU) nr. 356/2010 is, wat betreft de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden, bedoeld in voornoemde artikelen, de Minister van Financiën.

  • 3. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 5, eerste en tweede lid, en artikel 6, aanhef, van Verordening (EU) nr. 356/2010 is, wat betreft de beschikbaarstelling van economische middelen, bedoeld in voornoemde artikelen, de Minister van Economische Zaken.

  • 4. De bevoegde autoriteiten, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 356/2010 zijn, elk voor het gebied waartoe hun competentie zich op grond van dat lid uitstrekt:

    • de Minister van Economische Zaken;

    • de Minister van Financiën.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

M.J.M. Verhagen.

TOELICHTING

Algemeen

Vanwege de politieke situatie in Somalië, bestaan vanaf 2003 de sancties jegens dat land uit een wapenembargo, visumrestricties en financiële restricties ten aanzien van natuurlijke personen en entiteiten die door de VN zijn aangewezen omdat zij handelingen verrichten of steunen die de vrede, veiligheid of de stabiliteit van Somalië bedreigen.

Enkele wijzigingen van het wapenembargo hebben ertoe geleid dat de Raad van de Europese Unie, voor alle duidelijkheid, Gemeenschappelijk Standpunt 2009/138/GBVB heeft ingetrokken bij Besluit 2010/231/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 26 april 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Somalië en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2009/138/GBVB (Pb EG L 105). Het huidige wapenembargo bestaat uit een verbod op de levering van wapens. Het wapenembargo is niet van toepassing indien het een van de leveringen betreft als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de voorgestelde regeling.

Verordening (EG) nr. 356/2010 van de Raad van de Europese Unie van 26 april 2010 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, in het licht van de situatie in Somalië (Pb EU L 105) bevat de volgende beperkende maatregelen:

  • bevriezingsmaatregelen van tegoeden en economische middelen van de eerder bedoelde natuurlijke personen en entiteiten, en

  • een verbod op het verstrekken van technische en financiële bijstand in verband met militaire activiteiten.

Met toestemming van de desbetreffende bevoegde autoriteit kunnen bevroren tegoeden worden vrijgegeven of kan het gebruik van economische middelen worden toegestaan met het oog op elementaire uitgaven, zoals de kosten voor basisbehoeften, kosten voor juridische bijstand, kosten bestemd voor het aanhouden van de tegoeden, alsmede voor buitengewone kosten. Voorts kunnen bijschrijvingen op bevroren rekeningen plaatsvinden, op voorwaarde dat de daarmee gemoeide bedragen zelf ook weer bevroren worden. Ten slotte vestigt de verordening de verplichting om informatie te verstrekken en medewerking te verlenen aan de bevoegde autoriteiten.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onderdeel A

In dit artikel is de overtreding van de daarvoor in aanmerking komende bepalingen van Verordening (EU) nr. 356/2010 strafbaar gesteld. Voor een nadere toelichting zij verwezen naar het algemeen deel van deze toelichting.

Artikel I, onderdeel B

Dit artikel geeft uitvoering aan het wapenembargo jegens Somalië. In het tweede lid zijn de uitzonderingen op het wapenembargo opgenomen.

Artikel I, onderdeel C

In artikel 3 worden de instanties vermeld die als bevoegde autoriteit zijn aangewezen in Verordening (EG) nr. 356/2010. Voor nadere gegevens zij verwezen naar www.minbuza.nl/sancties.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

M.J.M. Verhagen.

Naar boven