Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 14 december 2009, nr. WJZ/177107 (8271), tot wijziging van de Subsidieregeling innovatie cultuuruitingen in verband met het openstellen van de regeling voor provinciale en gemeentelijke culturele diensten alsmede de vaststelling van het subsidieplafond voor de jaren 2010, 2011 en 2012

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op de artikelen 5a, 7, zesde lid, en 48 van het Bekostigingsbesluit cultuuruitingen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling innovatie cultuuruitingen wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1 wordt ‘instelling als bedoeld in artikel 4, eerste of tweede lid’ vervangen door: instelling, onderdeel, organisatie of gemeenschappelijke regeling als bedoeld in artikel 4.

B

Aan artikel 4 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Subsidie kan tevens worden aangevraagd door een:

    • a. onderdeel van een provincie of gemeente;

    • b. organisatie die door of vanwege een provincie of gemeente in stand gehouden wordt; of

    • c. gemeenschappelijke regeling als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen waar een provincie of een gemeente aan deelneemt;

    mits een dergelijke subsidieaanvrager in het kader van het provinciaal of gemeentelijk cultuurbeleid structureel activiteiten ontplooit, vergelijkbaar met die van de instellingen, bedoeld in het eerste lid.

C

Artikel 5, tweede lid, onderdeel d, komt te luiden:

  • d. kosten van materialen en apparatuur.

D

Artikel 6, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Voor subsidieverlening op grond van deze regeling is in 2010, 2011 en 2012 telkens € 3 miljoen beschikbaar.

E

Artikel 16, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a vervalt ‘en’.

2. Onderdeel b komt te luiden:

  • b. in 2010 voor 17 mei 17.00 uur; en.

3. Er wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. in 2011 en 2012 voor 30 maart 17.00 uur.

F

Artikel 19, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a vervalt ‘en’.

2. Onderdeel b komt te luiden:

  • b. in de aanvraagronde van 2010 voor 17 augustus van dat jaar; en.

3. Er wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. in de aanvraagrondes van 2011 en 2012 voor 1 juli van het betreffende jaar.

G

Bijlage I wordt vervangen door een, als bijlage bij deze regeling opgenomen, nieuwe bijlage 1.

H

Bijlage II wordt vervangen door een, als bijlage bij deze regeling opgenomen, nieuwe bijlage II.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H.A. Plasterk.

BIJLAGE I, ALS BEDOELD IN ARTIKEL 14 ONDER A VAN DE SUBSIDIEREGELING INNOVATIE CULTUURUITINGEN

stcrt-2010-126-001.png

Aanvraagformulier

Het volledig ingevulde en rechtsgeldig ondertekende aanvraagformulier kunt u indienen per post, zie onderstaand adres. NB: een aanvraag kan niet per e-mail of fax worden ingediend!

SenterNovem

t.a.v. Subsidieregeling Innovatie cultuuruitingen

Postbus 93144

2509 AC Den Haag

   

Komt u in aanmerking?

  
   

Subsidie kan worden aangevraagd door onderstaande organisaties. Bent u:

  
   

• Een instelling die een jaarlijkse of vierjaarlijkse subsidie ontvangt op grond van artikel 4, 4a of 4b van de Wet op het specifiek cultuurbeleid.

ja □

nee □

   

• Een instelling die anderszins een subsidie, anders dan een projectsubsidie, ontvangt in het kader van cultuurbeleid van een zelfstandig bestuursorgaan, provincie of gemeente voor een periode van ten minste een jaar.

ja □

nee □

Indien het antwoord op deze vraag ‘Ja’ is, stuur bij de aanvraag een kopie mee van de desbetreffende subsidiebeschikking.

  
   

• Een instelling die als statutaire doelstelling heeft het behartigen van de belangen van bovengenoemde instellingen, voor zover zij geacht kunnen worden in het kader van de aanvraag als vertegenwoordiger van deze instellingen op te treden.

ja □

nee □

Indien het antwoord ‘Ja’ is, stuur bij de aanvraag een kopie mee van de statuten.

  
   

• Een onderdeel van een gemeente of provincie die in het kader van het provinciaal of gemeentelijk cultuurbeleid structureel activiteiten ontplooit.

ja □

nee □

   

• Een organisatie die door of vanwege een provincie of gemeente in stand gehouden wordt en die in het kader van het provinciaal of gemeentelijk cultuurbeleid structureel activiteiten ontplooit.

ja □

nee □

   

• Een gemeenschappelijke regeling als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen waar een provincie of een gemeente aan deelneemt en die in het kader van het provinciaal of gemeentelijk cultuurbeleid structureel activiteiten ontplooit.

ja □

nee □

Indien het antwoord bij een van de laatste drie vragen ‘Ja’ is, stuur bij de aanvraag een kopie mee van de desbetreffende beschikking/besluit of maak op een andere manier inzichtelijk dat u onder deze categorie valt.

  

Indien het antwoord op alle bovenstaande vragen ‘Nee’ is, komt u niet in aanmerking voor subsidie vanuit de Innovatieregeling cultuuruitingen.

  • a. Algemeen

    Titel

     

    Startdatum

    dag/maand/jaar

     

    Einddatum

    dag/maand/jaar

     

    Let op: alleen projecten met een maximale looptijd twee jaar komen voor subsidie in aanmerking.

  • b. Subsidiebedrag(begroting specificeren op het begrotingsformulier, bijlage 2).

    Totale kosten bedragen minimaal € 100.000.

    Totale subsidiabele kosten

    (overnemen van de bijlage: Begrotingsformulier)

     
     

    Gevraagd subsidiebedrag

    (overnemen van de bijlage: Begrotingsformulier)

     
     
  • c. Andere subsidies

    Is voor deze activiteiten, of gedeeltes daarvan, bij andere instanties subsidie aangevraagd of verstrekt?

    □ Nee

    □ Ja, te weten:

    Subsidieverstrekker(s):

     

    Subsidieregeling(en):

     

    Subsidie €

     

    Naam organisatie

     

    Afdeling of Dienst

     

    Postadres

     

    Postcode

     

    Plaats

    Bezoekadres

     

    Postcode

     

    Plaats

    IBAN nummer (uw internationale bankrekeningnummer)

     

    Naam bank en BIC nummer

    Ten name van (juiste tenaamstelling vermelden)

     

    Plaats

      

    Contactpersonen

    Let op: zijn bovenstaande NAW gegevens van toepassing op de projectleider? Aan deze persoon wordt namelijk alle correspondentie gericht.

    Projectleider

     

    Naam

     

    □ Dhr □ Mw Titel(s)

     

    Initialen

    Functie

     

    Telefoon

     

    Fax

    E-mail

     

    Tekeningsbevoegde

    Naam

       

    □ Dhr □ Mw Titel(s)

     

    Initialen

    Functie

       

    Telefoon

     

    Fax

     

    E-mail

       
  • d. Gegevens aanvrager

  • e. Rechtspositie

    Rechtsvorm

     

    Jaar van oprichting

     

    Inschrijfnr. Kamer van Koophandel (indien van toepassing)

     

    Kamer van Koophandel te

     

    Uw instelling kan de

    □ BTW verrekenen

    □ BTW niet verrekenen

    Is voor uw instelling een verzoek tot surséance van betaling, een verzoek tot faillissement, een verzoek tot het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling aangevraagd?

    □ Nee □ Ja

     

    Licht hieronder toe:

  • f. Projectplan

    Voeg apart een projectplan bij met de beschrijving van de activiteiten waarvoor u subsidie vraagt. Besteed in het projectplan in elk geval aandacht aande volgende onderwerpen:

    • Doelstelling: beschrijf de innovatie, geef aan waarom het vernieuwend is.

    • Netwerk: benoem de partner(s) met wie u samenwerkt, zijn zij afkomstig uit de cultuursector of daarbuiten? Wat brengen zij in en op welke wijze zijn deze partijen betrokken?

    • Geef een overzicht van de activiteiten waarvoor u subsidie vraagt.

    • Aanpak en planning (wie doet wat en hoe, worden er activiteiten uitbesteed).

    • Geef een toelichting op de mate waarin het project voldoet aan de beoordelingscriteria, te weten:

      • 1. netwerkvorming

      • 2. innovatieve kracht

      • 3. duurzame verandering

      • 4. navolging

      • 5. kosteneffectiviteit

    Voor een nadere toelichting op de betekenis van de criteria wordt verwezen naar de toelichting in de Subsidieregeling Innovatie cultuuruitingen.

  • g. Ondertekening

    Ondergetekende verklaart dat alle voor de aanvraag benodigde stukken zijn bijgevoegd en dat hij/zij bekend is met de voorwaarden en procedures van de Subsidieregeling Innovatie cultuuruitingen.

    Aldus naar waarheid ingevuld:

    Naam

     

    Organisatie

     

    Functie

     

    Plaats

     

    Datum

     

    Handtekening

    Let op: ondertekening door de tekeningsbevoegde persoon als vermeld onder d.

Bijlagen

Als bijlagen toevoegen bij de aanvraag:

  • 1. (Subsidie)beschikking of besluit (indien van toepassing) of, in het geval dat aanvrager een belangenbehartiger is, de statuten (zie inleidende vraag op pagina 1).

  • 2. Begroting, conform de modelbegroting (bijlage Begrotingsformulier)

  • 3. Projectplan (zie f)

  • 4. Gegevens van uw partner(s). Gebruikonderstaande tabel voor het invullen van de gegevens van de partner(s)* .

  • 5. Offerte(s). Bij uitbesteding van activiteiten aan derden dienen offertes te worden bijgevoegd, die door de aanbieder rechtsgeldig zijn ondertekend.

  • 6. Jaarverslag, jaarrekening en een accountantsrapport over het laatst afgesloten boekjaar. Instellingen jonger dan één jaar moeten een businessplan en openingsbalans bijvoegen.

Naam organisatie

 

Afdeling

 

Contactpersoon naam *

□ Dhr □ Mw

Contactpersoon functie

 
  

Postadres

 

Postcode

 

Plaats

Bezoekadres

 

Postcode

 

Plaats

Telefoon

 

E-mail

 

* Gegevens partner(s)

BIJLAGE II, ALS BEDOELD IN ARTIKEL 14 ONDER B VAN DE SUBSIDIEREGELING INNOVATIE CULTUURUITINGEN

Subsidieregeling Innovatie cultuuruitingen

stcrt-2010-126-001.png

Begrotingsformulier

Naam subsidieaanvrager:

 

Titel Project:

 

1. Loonkosten

Activiteit (korte omschrijving)

Uurtarief

Uren

Uren x tarief

    
    
    
    
    
    
    
    
 

Subtotaal

 
 

Opslag algemene kosten (25%)

 
 

Totaal 1:

 

2. Kosten van materialen en hulpmiddelen

Materiaal/hulpmiddelen

Prijs per hoeveelheid

Hoeveelheid

Totaalprijs

    
    
    

Totaal 2:

 

3. Kosten machines en apparatuur

Soort apparatuur

Aanschafprijs

Afschrijvingstermijn

Gebruiksduur

Bedrag

  

5 jaar

  
  

5 jaar

  
  

5 jaar

  
  

5 jaar

  

Totaal 3:

 

4. Aan derden verschuldigde kosten

NB. Offertes van de aanbieder moeten ondertekend worden bijgevoegd

Naam

Omschrijving

Bedrag

   
   
   

Totaal 4:

 

5. Subisidiale kosten

(minimale 100.000 euro)

(totaal van 1+2+3+4)

 

6. Gevraagde subsidie

(zie vraag b van het aanvraagformulier)

  

7. Subisidiale kosten

(zie vraag b van het aanvraagformulier)

  

* Toelichting en duidelijke onderbouwing financiering eigen aandeel:

NB: De financiering van het eigen aandeel mag niet bestaan uit gekapitaliseerde arbeidskorsten (zie hiervoor de toelichting op artikel 20 van de Subsidieregeling innovatie cultuuruitingen)

Subsidieregeling Innovatie cultuuruitingen

stcrt-2010-126-001.png

Toelichting kostenpost

De begroting dient te worden opgesteld conform deze bijlage.

Subsidiabele kosten

Als subsidiabele kosten worden uitsluitend die kostenposten in aanmerking genomen die in deze modelbegroting zijn opgenomen. Belangrijk is dat de voorziene kosten worden toegerekend aan de uit te voeren werkzaamheden. Geef hierbij aan om welk soort werkzaamheden het gaat.

Voor alleen de kosten op die:

  • rechtstreeks zijn toe te rekenen aan de subsidiëren activiteiten;

  • voor eigen rekening komen van de aanvrager;

  • worden gemaakt en betaald ná indiening van de aanvraag en vóór het einde van het project/programma.

De kosten worden in aanmerking genomen met inbegrip van omzetbelasting, indien u de omzetbelasting niet in aftrek kun brengen. Winstopslagen bij een transactie binnen een groep mogen niet worden meegenomen.

Toelichting kostenposten begrotingsformulier

1. Loonkosten

Dit zijn de werkelijke loonkosten inclusief werkgeverslasten, voor direct bij de activiteiten betrokken personeel voor zover deze rechtstreeks voor de uitvoering van de activiteiten noodzakelijk zijn. Het uurloon wordt berekend op basis van het aantal uren behorende bij een fulltime dienstverband in uw sector, voor elke werknemer apart.

NB: Andere tarieven bv. uw eigen integrale of commerciële tarieven of gemiddelen worden niet geaccepteerd.

Voor algemene kosten mag een opslag van 25 procent van de totale loonkosten worden opgevoerd.

2. Kosten van materialen en hulpmiddelen

Dit zijn de kosten van de benodigde materialen en hulpmiddelen, gebaseerd op historische aanschafprijzen.

3. Kosten van machines en apparatuur

Dit betreft de afschrijvingskosten van aangeschafte machines en apparatuur en het gebruik van bestaande machines en apparatuur op basis van de historische aanschafwaarde. Daarbij moet u uitgaan van de door de Belastingdienst geaccepteerde afschrijvingstermijn, uitgezonderd de mogelijkheid tot vervroegd afschrijven. Als u de machines en apparatuur least, mag u de leasetermijnen (met uitzondering van de financieringskosten) opvoeren.

4. Aan derden verschuldigde kosten

Dit zijn kosten van de activiteiten die u uitbesteedt. De kosten dienen onderbouwd te worden met rechtsgeldig door de aanbieder ondertekende offertes.

TOELICHTING

De Subsidieregeling innovatie cultuuruitingen (Stcrt. 2009, 110) is een tijdelijke stimuleringsregeling die culturele instellingen de mogelijkheid biedt te zoeken naar nieuwe vormen om zich met hun activiteiten in de samenleving te manifesteren. Deze wijzigingsregeling strekt tot aanpassing van de Subsidieregeling innovatie cultuuruitingen op vijf punten.

In de eerste plaats is de kring van potentiële aanvragers vergroot. Waar culturele instellingen die als gemeentedienst direct onder de gemeente vallen, zoals gemeentelijke musea, podia en archiefdiensten, eerder niet in aanmerking kwamen voor subsidie, vallen deze nu wel onder de reikwijdte van de regeling. Zo ook indien de activiteiten van dergelijke culturele overheidsinstellingen worden uitgevoerd binnen een gemeenschappelijke regeling.

De tweede aanpassing betreft het subsidiabel maken van de gebruikkosten van apparatuur. Vanwege deze wijziging is ook Bijlage II aangepast.

De derde aanpassing heeft betrekking op de subsidieplafonds die gedurende de looptijd van de regeling van toepassing zijn. In artikel 6, tweede lid, van de Subsidieregeling innovatie cultuuruitingen was bepaald dat de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor de jaren 2010, 2011 en 2012 een subsidieplafond vaststelt. Op prinsjesdag 2009 is bekend gemaakt dat er voor deze jaren telkens 3 miljoen euro ter beschikking is ten behoeve van vorengenoemd doel. Met deze wijzigingsregeling is voorzien in vaststelling van de plafonds in de Subsidieregeling innovatie cultuuruitingen zelf, in plaats van bij afzonderlijk bekend te maken besluiten.

De vierde wijziging betreft de uiterlijke indiendatum voor de aanvragen van de subsidies voor de komende jaren. Ook is in de regeling vastgelegd op welke data de Minister uiterlijk beslist op de aanvragen.

De vijfde wijziging betreft het aanvraagformulier dat als bijlage bij de Subsidieregeling innovatie cultuuruitingen was gevoegd. Bij de beoordeling van reeds ingediende aanvragen was aan de hand van dat formulier niet in alle gevallen onmiddellijk duidelijk of was voldaan aan de formele vereisten met betrekking tot de hoedanigheid van de aanvrager (de vereisten ex artikel 4). In voorkomend geval moest dit worden afgeleid uit overige meegestuurde bescheiden. Met deze wijziging is een nieuw aanvraagformulier als bijlage bij de regeling gevoegd, waarop de aanvrager expliciet kan aangeven of deze voldoet aan vorenbedoelde vereisten. Een andere aanpassing van het aanvraagformulier houdt verband met het administratievelastenbeleid van het kabinet: in het Aanvullend Regeerakkoord 'Werken aan toekomst' (Kamerstukken II 2008/09, 31 070, nr. 24) is aangegeven dat de verplichting voor ondernemers om bij tal van vergunningaanvragen steeds uittreksels van de KvK aan de overheid te leveren moet vervallen. In lijn hiermee is in het aanvraagformulier niet langer de eis gesteld om bij de aanvraag voor subsidie, voor zover van toepassing op de aanvrager, een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel te voegen.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

De verwijzing naar ‘culturele instelling’ is verruimd in verband met de wijziging van artikel 4 (zie de toelichting bij artikel I, onderdeel B).

Artikel I, onderdeel B

Deze wijziging maakt het mogelijk dat ook culturele instellingen die onderdeel uitmaken van een provincie of gemeente of daaraan gelieerd zijn (in de vorm van een gemeenschappelijke regeling of doordat die instelling in stand wordt gehouden door een provincie of gemeente) gebruik kunnen maken van deze subsidieregeling , mits zij in het kader van het provinciaal of gemeentelijk cultuurbeleid structureel activiteiten ontplooien die vergelijkbaar zijn met die van de instellingen als bedoeld in artikel 4, eerste lid.

Artikel I, onderdeel C

De kosten van apparatuur die rechtstreeks aan de subsidiabele activiteit gekoppeld kunnen worden, zijn subsidiabel.

Artikel I, onderdeel D

Het subsidieplafond is voor de jaren 2010, 2011 en 2012 vastgesteld op € 3 miljoen.

Artikel I, onderdelen E en F

De aanvragen dienen uiterlijk 30 maart ingediend te worden. In het jaar 2010 is de uiterlijke indiendatum 17 mei. De Minister heeft daarna maximaal 3 maanden om over de verlening van de subsidie te beslissen.

Artikel I, onderdelen G en H

De bijlagen zijn aangepast vanwege de wijzigingen in de regeling.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H.A. Plasterk.

Naar boven