De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op artikel VII van de Wet van 29 april 2010 tot aanpassing van de Wet investeren in jongeren en enkele andere wetten
ter verduidelijking en verbetering van enige punten (Stb. 228);
Besluit:
ARTIKEL I
1. Het in artikel 28, eerste lid, onderdeel c, van de Wet investeren in jongeren genoemde bedrag wordt vervangen door: € 1304,37.
2. Het in artikel 28, tweede lid, onderdeel c, van de Wet investeren in jongeren genoemde bedrag wordt vervangen door: € 1304,37.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2010.
TOELICHTING
De Wet van 29 april 2010 tot aanpassing van de Wet investeren in jongeren en enkele andere wetten ter verduidelijking en verbetering
van enige punten (Stb. 228) biedt in artikel VII de mogelijkheid om de normen en het percentage, genoemd in de onderdelen H en J van artikel I van die
wet, in verband met herzieningen van onder meer het netto minimumloon tussen indiening van het wetsvoorstel en inwerkingtreding
van het wetsvoorstel eenmalig aan te passen na inwerkingtreding van die wet.
Het wettelijk minimumloon is tussen de indiening van het wetsvoorstel (10 december 2009) en de inwerkingtreding van het wetsvoorstel
(1 juli 2010) een keer herzien, namelijk op 1 januari 2010 en wordt andermaal herzien op 1 juli 2010, de datum van inwerkingtreding
van de Aanpassingswet WIJ. Om de normen genoemd in artikel 28, eerste lid, onderdeel c, en artikel 28, tweede lid, onderdeel
c, van de Wet investeren in jongeren in overeenstemming te brengen met de herzieningen van het wettelijk minimumloon worden
de hierboven genoemde normen eenmalig aangepast aan de meest recente herziening van het wettelijk minimumloon.
Bij de regeling van 19 mei 2010 (Stcrt. 2010, 7928), is het wettelijk minimumloon met ingang van 1 juli 2010 vastgesteld op € 1.416,00 per maand. Als gevolg hiervan wijzigen
de normen, genoemd in artikel 28, eerste lid, onderdeel c, en artikel 28, tweede lid, onderdeel c, van de Wet investeren in
jongeren. De gehuwdennorm bedraagt per 1 juli 2010 € 1304,37.
Het vakantiegeldpercentage, als bedoeld in artikel 36, tweede lid, hoeft niet te worden gewijzigd. Dit was 5% per 1 juli 2009
en wordt niet gewijzigd per 1 juli 2010.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J.P.H. Donner.