Instellingsbesluit Interdepartementale commissie ruimtevaart 2010

28 juni 2010

Nr. WJZ/10096926

Directie Wetgeving en Juridische Zaken

De Minister van Economische Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Ministers van Buitenlandse Zaken, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van Financiën, van Defensie, van Verkeer en Waterstaat, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. minister:

de Minister van Economische Zaken;

b. ICR:

de Interdepartementale commissie ruimtevaart, genoemd in artikel 2;

c. Convenant:

het Convenant ter oprichting van een Netherlands Space Office (Stcrt. 2008, 217);

d. NSO:

het Netherlands Space Office;

e. Stuurgroep NSO:

de stuurgroep bedoeld in artikel 4 van het Convenant;

f. ESA:

het Europees Ruimte Agentschap (European Space Agency);

g. EUMETSAT:

de Europese Organisatie voor de Exploitatie van Meteorologische Satellieten (European Organisation for the Exploitation of Meteorological Satellites);

h. EU:

de Europese Unie.

Artikel 2

Er is een Interdepartementale commissie ruimtevaart.

Artikel 3

De ICR heeft tot taak:

  • a. het voorbereiden van het regeringsbeleid met betrekking tot ruimtevaart voor vreedzame doeleinden, waaronder het eens in de drie jaar adviseren van de minister aangaande het concept-ruimtevaartbeleid, inclusief het budget, bedoeld in artikel 5 van het Convenant;

  • b. het adviseren van de ministerraad of de betrokken ministers over voorstellen tot uitvoering van dat beleid, inclusief de financiering en de verdeling van verantwoordelijkheden, en het adviseren van de Stuurgroep NSO over het door NSO opgestelde concept-Meerjarenprogramma Ruimtevaart en het concept-Jaarwerkplan Ruimtevaart, bedoeld in de artikelen 4 en 5 van het Convenant;

  • c. het voorbereiden en onderling afstemmen van de standpunten met betrekking tot het Europese ruimtevaartbeleid en het Europese ruimtevaartprogramma, die als uitgangspunten dienen voor de Nederlandse delegaties naar ESA, EUMETSAT en de EU.

Artikel 4

  • 1. In de ICR hebben zitting als lid:

    • a. een door de minister aangewezen ambtelijk voorzitter;

    • b. één ambtenaar, aangewezen door de Minister van Buitenlandse Zaken;

    • c. één ambtenaar, aangewezen door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

    • d. één ambtenaar, aangewezen door de Minister van Financiën;

    • e. één ambtenaar, aangewezen door de Minister van Defensie;

    • f. één ambtenaar, aangewezen door de Minister van Verkeer en Waterstaat;

    • g. één ambtenaar, aangewezen door de minister;

    • h. één ambtenaar, aangewezen door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

    • i. één ambtenaar, aangewezen door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

  • 2. De voorzitter van de ICR is tevens leider van de Nederlandse ambtelijke delegatie in de ESA-Raad.

  • 3. In de ICR hebben zitting als adviserend lid:

    • a. één vertegenwoordiger van het Netherlands Space Office;

    • b. één vertegenwoordiger van de Stichting Ruimte onderzoek Nederland.

  • 4. De minister kan, op voordracht van de ICR, andere adviserende leden aanwijzen.

  • 5. De minister voorziet in het secretariaat van de ICR.

Artikel 5

De ICR kan, al dan niet uit haar midden, voor bepaalde onderwerpen werkgroepen instellen.

Artikel 6

De ICR kan nadere regels vaststellen omtrent haar werkwijze en de werkwijze van de in artikel 5 bedoelde werkgroepen.

Artikel 7

Ter uitvoering van haar taak kan de ICR of een werkgroep onder meer:

  • a. zich rechtstreeks tot derden wenden voor het verkrijgen van de informatie die zij behoeft;

  • b. daarvoor in aanmerking komende personen ter vergadering uitnodigen om hun mening uiteen te zetten of inlichtingen te verstrekken.

Artikel 8

Het besluit van de minister van 26 april 1994, houdende instelling van een Interdepartementale commissie voor ruimtevaart (Stcrt. 84), wordt ingetrokken.

Artikel 9

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 mei 2010.

  • 2. Dit besluit vervalt met ingang van 1 mei 2014.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Interdepartementale commissie ruimtevaart 2010.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 28 juni 2010

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

TOELICHTING

Bij besluit van de Minister van Economische Zaken van 2 mei 1994 (Stcrt. 84) is de Interdepartementale commissie ruimtevaart (ICR) ingesteld. Vanwege recente ontwikkelingen, met name het oprichten van een Netherlands Space Office (NSO) op 7 november 2008 (Stcrt. 217) en vanwege de grotere rol van de EU in de ruimtevaart, was het wenselijk dit besluit te vervangen door een nieuw instellingsbesluit. In artikel 3 zijn de taken opgenomen die de ICR uitvoert voor de minister en ministerraad, de stuurgroep NSO en ten behoeve van het internationale ruimtevaartbeleid. De ICR heeft als nieuwe taak het adviseren van de stuurgroep NSO over het door NSO opgestelde concept-Meerjarenprogramma Ruimtevaart en het concept-Jaarwerkplan Ruimtevaart, bedoeld in de artikelen 4 en 5 van het convenant NSO (Stcrt. 217). Nieuw is ook dat de ICR de standpunten voorbereidt met betrekking tot het Europese ruimtevaartbeleid, die als uitgangspunten dienen voor Nederlandse delegaties naar de EU. Wat betreft de samenstelling van de ICR zijn geen wijzigingen aangebracht.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

Naar boven