Regeling van de Minister van Justitie van 29 mei 2009, nr. 5603665/09, tot wijziging van de Regeling houdende aanwijzing van ambtenaren van politie en functionarissen ten behoeve van uitreiking en betekening van gerechtelijke stukken en de Regeling houdende bepalingen met betrekking tot de uitreiking van gerechtelijke mededelingen aan de griffier

De Minister van Justitie,

Gelet op de artikelen 373, 391, 541, tweede lid, 556, eerste lid en 587, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering en artikel 3, eerste lid, van het Besluit kennisgeving gerechtelijke mededelingen;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 1 van de Regeling houdende aanwijzing van ambtenaren van politie en functionarissen ten behoeve van uitreiking en betekening van gerechtelijke stukken (Stcrt. 2004, 123) komt onderdeel c te luiden:

  • c. ambtenaren werkzaam bij het openbaar ministerie;.

ARTIKEL II

Aan artikel 1 van de Regeling houdende bepalingen met betrekking tot de uitreiking van gerechtelijke mededelingen aan de griffier (Stcrt. 2005, 204) wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM).

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin.

TOELICHTING

Algemeen

Per 1 augustus 2005 is de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM) een landelijk onderdeel van het openbaar ministerie geworden. Bij aanvullend besluit bij de Organisatieregeling dienstonderdelen Openbaar Ministerie van 26 augustus 2005 (Stcrt. 174, p. 12) is de CVOM als zelfstandig dienstonderdeel onder de beheersstructuur van het openbaar ministerie gebracht. Volgens art. 2 van deze regeling heeft de CVOM vanaf 15 februari 2006 onder meer tot taak het behandelen van zaken strafbaar gesteld ingevolge artikel 30 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM) en artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994.

In de genoemde categorieën zaken worden de dagvaardingen door de officier van justitie bij de CVOM uitgebracht. Ook de verdere administratieve afhandeling van de betekening in die zaken ligt bij de CVOM. In deze regeling wordt een tweetal strafvorderlijke regelingen aangepast met het oog op een doelmatig werkproces van de CVOM.

Artikelsgewijs

Artikel I

In artikel 1, onder c, van de Regeling houdende aanwijzing van ambtenaren van politie en functionarissen ten behoeve van uitreiking en betekening van gerechtelijke stukken (Stcrt 2004, 123) was tot dusverre geregeld dat van het openbaar ministerie, alleen de ambtenaren, werkzaam bij de onderdelen genoemd in art. 134, eerste lid, onder b tot en met d, van de Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO) gerechtelijke stukken kunnen betekenen en uitreiken. Per 1 juni 2007 is echter in art. 134, eerste lid, Wet RO een nieuw onderdeel d, dat inhoudt dat het functioneel parket een tot het openbaar ministerie behorend parket is, ingevoegd en is het aanvankelijke onderdeel d, dat de ressortsparketten aanwijst als tot het openbaar ministerie behorende parketten, verletterd tot onderdeel e. Artikel 1, onder c, van laatstgenoemde regeling is in verband hiermee abusievelijk niet aangepast. Om deze omissie te herstellen en tevens te regelen dat ook andere medewerkers van het openbaar ministerie, daaronder ook begrepen de medewerkers van de CVOM, bevoegd zijn tot het uitreiken en betekenen van gerechtelijke stukken wordt in algemene zin medewerkers van het openbaar ministerie die bevoegdheid toegekend.

Artikel II

Wanneer een dagvaarding niet aan de verdachte kan worden uitgereikt vindt uitreiking daarvan plaats aan de griffier van de rechtbank waar de zaak zal dienen (art. 588 Wetboek van Strafvordering). Art. 3 van het Besluit kennisgeving gerechtelijke mededelingen (Stb. 2005, 497) bepaalt dat het openbaar ministerie in dit verband kan volstaan met een verzending naar de betreffende griffie van de rechtbank in bij ministeriële regeling aan te wijzen gevallen. Volgens de nota van toelichting gaat het dan vooral om de gevallen waarin door centralisering van taken van het openbaar ministerie het desbetreffende onderdeel van het OM en de griffie ver van elkaar zijn gevestigd. In de nota van toelichting worden in dit verband het landelijk parket, het functioneel parket en het CJIB genoemd. In de gelijktijdig inwerking getreden Regeling houdende bepalingen met betrekking tot de uitreiking van gerechtelijke mededelingen aan de griffier (Stcrt. 2005, 204) zijn deze drie genoemde instanties aangewezen als bedoeld in art. 3 van het Besluit.

Thans worden vele dagvaardingen en oproepingen vanuit de CVOM uitgebracht. De Regeling houdende bepalingen met betrekking tot de uitreiking van gerechtelijke mededelingen aan de griffier biedt echter thans niet de mogelijkheid voor medewerkers van de CVOM, waarvoor evenzeer geldt dat het vanuit een centraal punt in Nederland taken van het OM vervult, om mededelingen met betrekking tot gerechtelijke stukken aan griffies toe te zenden. In de praktijk van de CVOM bestaat daaraan sterk de behoefte. Met de onderhavige regeling wordt, overeenkomstig de strekking van art. 3 van het Besluit kennisgeving gerechtelijke mededelingen, voorzien in de mogelijkheid voor medewerkers van de CVOM om gerechtelijke mededelingen aan een in een andere plaats of gebouw gevestigde griffie toe te zenden.

De Minister van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin.

Naar boven