Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 27 april 2009, nr. TRCJZ/2009/886, houdende de instelling van de Commissie evaluatie Staatsbosbeheer

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. minister:

Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

b. commissie:

commissie evaluatie Staatsbosbeheer.

Artikel 2

Er is een commissie evaluatie Staatsbosbeheer.

Artikel 3

  • 1. De commissie heeft tot taak onderzoek te doen naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van het functioneren van Staatsbosbeheer.

  • 2. De commissie gaat in haar onderzoek in het bijzonder in op de volgende vragen:

    • a. in welke mate heeft Staatsbosbeheer de afgelopen jaren doelmatig en doeltreffend gefunctioneerd;

    • b. heeft de vermaatschappelijking van Staatsbosbeheer zich in een goede richting ontwikkeld; en

    • c. hoe functioneert de aansturingsrelatie in relatie tot de uitvoering van de primaire taken door Staatsbosbeheer.

Artikel 4

Als leden van de commissie worden benoemd voor de periode 1 maart 2009 tot 1 oktober 2009:

  • mr. E.M. d’Hondt, tevens voorzitter;

  • mr. F. van Diepen;

  • prof. dr. ir. J.T. Mommaas;

  • P. Rutten;

  • ing. H. Lugtmeijer.

Artikel 5

Als secretaris wordt aangewezen de heer ir. J. de Jong.

Artikel 6

  • 1. De leden, met uitzondering van de voorzitter, ontvangen per vergadering een vergoeding als bedoeld in artikel 2 van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies van 3% van salarisschaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

  • 2. De voorzitter ontvangt per vergadering een vergoeding van 130% van de vergoeding, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 7

  • 1. De commissie brengt het rapport houdende de bevindingen van haar onderzoek voor 1 september 2009 uit aan de minister.

  • 2. Eén maand na het uitbrengen van het rapport is de commissie opgeheven.

Artikel 8

De archiefbescheiden van de commissie worden na haar opheffing of, zo de omstandigheden daartoe eerder aanleiding geven, zoveel eerder, overgebracht naar het archief van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Artikel 9

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 maart 2009.

  • 2. Dit besluit vervalt met ingang van1 oktober 2009.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit instelling commissie evaluatie Staatsbosbeheer.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

Den Haag, 27 april 2009

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

TOELICHTING

Met dit besluit wordt de Commissie evaluatie Staatsbosbeheer (hierna: commissie) ingesteld. De instelling van de commissie is bedoeld om invulling te geven aan de wettelijke opdracht aan de minister om elke vier jaar aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het functioneren van Staatsbosbeheer te sturen (artikel 32 van de Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer). Tevens wordt met de instelling van de commissie invulling gegeven aan de door de Tweede Kamer aangenomen motie, waarin zij de regering oproept in 2009 een evaluatie van Staatsbosbeheer aan de Kamer voor te leggen (Kamerstukken II 2007/08, 29 659, nr.19).

De commissie zal onderzoek doen naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van Staatsbosbeheer. In het bijzonder gaat de commissie in op de vragen genoemd artikel 3. De opdrachtverlening is reeds aan de Tweede Kamer gezonden (Kamerstukken II 2008/09, 29 659, nr 34, bijlage).

De commissie zal haar rapport voor 1 september 2009 aanbieden aan de minister (artikel 7, eerste lid). Na het uitbrengen van het advies wordt de commissie opgeheven (artikel 7, tweede lid).

De samenstelling van de commissie is bepaald op grond van de deskundigheid van de verschillende leden (artikel 4). Aan de leden van de commissie wordt een vergoeding per vergadering toegekent op grond artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies.

Met dit besluit, dat geen algemeen verbindende voorschriften bevat en vervalt met ingang van 1 oktober 2009, wordt afgeweken van het beleid inzake de vaste verandermomenten1. Ook veroorzaakt het besluit geen bedrijfseconomische gevolgen en administratieve lasten.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.


XNoot
1

Zie de brief aan de Tweede Kamer van 28 april 2008 (Kamerstukken II 2007/08, 29 515, nr. 243).

Naar boven