Besluit van de Minister van Justitie van 25 februari 2009, kenmerk 5577578/Justis/08, strekkende tot wijziging van het besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Voedsel en Waren Autoriteit 2007 van 1 mei 2007, kenmerk 5481554/07/CBK

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 17, eerste lid, aanhef en onder ten tweede, van de Wet op de economische delicten, 142, eerste lid, onder b en c, en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering en op het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Voedsel en Waren Autoriteit 2007 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

  • 1. De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd bij de opsporing van de strafbaar gesteld bij of krachtens:

    • a. de Warenwet;

    • b. de Geneesmiddelenwet;

    • c. de Landbouwkwaliteitswet;

    • d. de Destructiewet;

    • e. de Wet op de Dierproeven;

    • f. de Bestrijdingsmiddelenwet 1962;

    • g. de Kernenergiewet;

    • h. de Drank- en Horecawet;

    • i. de Tabakswet;

    • j. de artikelen 172 tot en met 175, 179, 180, 184, 198, 329 en 330, van het Wetboek van Strafrecht:

    • k. de artikelen 13 en 19 van de Landbouwwet;

    • l. artikel 11, onderdeel a, sub, 5, de artikelen 17, 19, 38, 44, 45, 55, 66, 96 tot en met 99, 100, 103, 107 en 111 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, voor zover er sprake is van voorschriften die de volksgezondheid raken of van voorschriften die gelden in dierproefinstellingen waar de Voedsel en Waren Autoriteit taken verricht in het kader van de Wet op de dierproeven;

    • m. de artikelen 2, eerste lid, 7, 13, 14, eerste en tweede lid, 17, eerste lid, 18, 19, 20, tweede lid, 21, eerste lid, 24, tweede lid, 30, eerste lid, 32, 33, 35, 36, eerste lid, 37, eerste lid, 38 tot en met 42, 43, eerste lid, 44, eerste lid, 45, derde lid, 49 en 58, derde lid, van de Diergeneesmiddelenwet;

    • n. de paragrafen 1 en 2 van Hoofdstuk 4, van de Wet milieugevaarlijke stoffen;

    • o. de voorschriften gebaseerd op artikel 93 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie;

    • p. artikel 34 van de Wegenverkeerswet 1994;

    • q. andere strafbare feiten, indien en voorzover hij daarmee in een concreet opsporingsonderzoek door een officier van justitie worden belast, voor de duur van dat onderzoek.

  • 2. De opsporingsbevoegdheid geldt voor het grondgebied van Nederland.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 8 juli 2012.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 25 februari 2009

De Minister van Justitie,

namens deze,

de teammanager BTR,

P.W.C. Collard.

Binnen zes weken na publicatie van dit besluit kan een belanghebbende daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Minister van Justitie, dienst Justis, afdeling BTR, Postbus 20300, 2500 EH Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn gemotiveerd.

TOELICHTING

De controleurs van de Voedsel en Waren Autoriteit (verder: VWA) zijn belast met het toezicht op de naleving van o.a. de Warenwet en de Geneesmiddelenwet. Dit laatste blijkt uit artikel 8A2 van de Regeling Geneesmiddelenwet. Van die bevoegdheid heeft de VWA wat betreft de Geneesmiddelenwet geen gebruik gemaakt, maar gelet op een wijziging van het Besluit Staatstoezicht op de volksgezondheid is dit veranderd (Staatsblad 445, 2008), kunnen ambtenaren van de VWA indien noodzakelijk dus optreden tegen producten die niet voldoen aan de Warenwet of de Geneesmiddelenwet.

Artikel 36

  • 1. Er is een Staatstoezicht op de volksgezondheid, ressorterend onder Onze Minister, dat bestaat uit bij algemene maatregel van bestuur aangewezen onderdelen en dat tot taak heeft:

    • a. het verrichten van onderzoek naar de staat van de volksgezondheid en de determinanten daarvan alsmede, waar nodig, het aangeven en bevorderen van middelen tot verbetering daarvan;

    • b. het toezicht op de naleving en de opsporing van overtredingen van het bepaalde bij of krachtens wettelijke voorschriften op het gebied van de volksgezondheid, een en ander voor zover de ambtenaren van het Staatstoezicht daarmede zijn belast bij of krachtens wettelijk voorschrift.

Gelet op het bovenstaande dient artikel 3, eerste lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar VWA 2007, kenmerk 5481554/07/CBK van 1 mei 2007 te worden gewijzigd, door toevoeging van de Geneesmiddelenwet.

De Minister van Justitie,

namens deze,

de teammanager BTR,

P.W.C. Collard.

Naar boven