Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 25 maart 2009, nr. TRCJZ/2009/825, houdende wijziging van de Regeling tarieven Plantenziektenkundige Dienst en de keuringsdiensten

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 13 quinquies van richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (PbEG L 169), richtlijn 2008/61/EG van de Commissie van 17 juni 2008 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder bepaalde in bijlage I tot en met V bij Richtlijn 2000/29/EG van de Raad vermelde schadelijke organismen, planten, plantaardige producten en andere materialen voor proefneming of wetenschappelijke doeleinden en voor selectiewerkzaamheden in de Gemeenschap of in bepaalde beschermde gebieden daarvan mogen worden binnengebracht of naar een andere plaats overgebracht (PbEU L 158) en artikel 6a van de Plantenziektenwet (Stb. 1951, 96);

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling tarieven Plantenziektenkundige Dienst en de keuringsdiensten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 38 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a wordt ‘€ 30,75’ vervangen door: € 31,70, wordt ‘€ 71,75’ vervangen door: € 73,90, wordt ‘€ 41,00’ vervangen door: € 42,20, en wordt ‘€ 1,05’ vervangen door: € 1,10.

2. In het eerste lid, onderdeel b wordt ‘€ 46,15’ vervangen door: € 47,55, wordt ‘€ 106,90’ vervangen door: € 110,85, wordt ‘€ 61,50’ vervangen door: € 63,30, en wordt ‘€ 1,55’ vervangen door: € 1,65.

3. In het eerste lid, onderdeel c wordt ‘€61,50’ vervangen door: € 63,40, wordt ‘€ 143,50’ vervangen door: € 147,80, wordt ‘€ 82,00’ vervangen door: € 84,40, en wordt ‘€ 2,10’ vervangen door: € 2,20.

4. In het eerste lid, wordt na onderdeel c een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. Indien de werkzaamheden niet voor 11.00 uur worden aangevraagd om te worden verricht op dezelfde dag, zijnde een werkdag, tussen 13.00 uur en 18.00 uur, dan wel niet voor 17.00 uur worden aangevraagd om te worden verricht op de eerstvolgende werkdag tussen 7.00 uur en 13.00 uur, in afwijking op de starttarieven vermeld in de onderdelen a en b, een starttarief van € 84,40 per inspectieaanvraag.

5. Er wordt een nieuw vijfde lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Voor het opmaken van een certificaat waarvan de gegevens niet via het elektronische systeem CLIENT Export worden aangeleverd, wordt naast het tarief bedoeld in het eerste lid, een tarief van € 13,50 per inspectiebiljet in rekening gebracht.

B

In artikel 39 wordt ‘€ 60,00’ vervangen door: € 66,00.

C

In artikel 41 wordt ‘€ 13,10’ vervangen door: € 13,50.

D

Artikel 42 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 84,00’ vervangen door: € 86,50.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 126,00’ vervangen door: € 129,75.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 168,00’ vervangen door: € 173,00.

E

Artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 102,02’ vervangen door: € 105,00.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 50,00’ vervangen door: € 51,50.

3. Onder vervanging van het derde lid, worden vier leden toegevoegd, luidende:

  • 3. Indien een monster uit een partij bestemd voor import of export wordt genomen voor bruin- en ringrotonderzoek, wordt hiervoor een tarief van € 111,60 in rekening gebracht.

  • 4. Indien het indicatief onderzoek ten behoeve van export met betrekking tot bietencystenaaltjes wordt uitgevoerd, wordt per monster in het voorjaar een tarief van € 13,20, in het najaar een tarief van €12,60 en bij uitgesteld onderzoek een tarief van €11,85 in rekening gebracht.

  • 5. Als vergoeding voor de monstername, het onderzoek en de verklaring betreffende Rhizomanie ten behoeve van verkeer naar de binnen de EU beschermde gebieden voor Rhizomanie, wordt een bedrag van € 38,95, € 40,45 respectievelijk € 29,50 per perceel in rekening gebracht.

  • 6. Als vergoeding voor onderzoek naar Meloidogyne chitwoodi, van partijen pootaardappelen die in het verkeer worden gebracht en afkomstig zijn uit aangewezen gebieden voor Meloidogyne, wordt per partij een bedrag van € 66,40 (incubatie) dan wel € 84,50 (PCR) in rekening gebracht.

F

In artikel 44 wordt ‘€ 6,35’ vervangen door: € 6,55.

G

Artikel 45 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘€ 75,85’ vervangen door: € 78,15.

2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt ‘€ 70,75’ vervangen door: € 72,85.

3. In het eerste lid, onderdeel c, wordt ‘€ 84,55’ vervangen door: € 111,60.

4. Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onderdeel c door een puntkumma, worden drie onderdelen toegevoegd, luidende:

  • d. € 45,10 voor monsters ontvangen van kweekbedrijven voor 1 november van elk jaar;

  • e. € 90,20 voor monsters ontvangen van kweekbedrijven op of na 1 november van elk jaar;

  • f. € 6,75 voor aanvullend ringrotonderzoek aan een ingezonden monster.

5. In het tweede lid wordt ‘€ 43,80’ vervangen door: € 45,10.

6. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Als vergoeding voor de kosten van aanvullend onderzoek op bruinrot en/of ringrot, exclusief monstername, worden de volgende kosten in rekening gebracht:

    • a. bruinrot- en ringrotonderzoek € 31,45 bij een monster van tot 20 knollen, €37,65 bij een monster van tot 40 knollen, € 56,20 bij een monster van tot 100 knollen en € 87,10 bij een monster van tot 200 knollen;

    • b. bruinrot- of ringrotonderzoek € 25,25 bij een monster van tot 20 knollen, €31,45 bij een monster van tot 40 knollen, € 50,00 bij een monster van tot 100 knollen en € 80,80 bij een monster van tot 200 knollen;

    • c. bruinrot- of ringrotonderzoek aan vitromateriaal € 38,20 bij een monster van tot 20 knollen, €51,25 bij een monster van tot 40 knollen, € 64,10 bij een monster van tot 60 knollen, € 77,35 bij een monster van tot 80 knollen, € 90,30 bij een monster van tot 100 knollen en € 156,25 bij een monster van tot 200 knollen;

    • d. bruinrot- en ringrotonderzoek aan vitroplanten € 53,65;

    • e. € 15,45 administratiekosten per aanvraag, inclusief de behandelingskosten tot maximaal 5 monsters, met voor de daaropvolgende monsters een tarief van € 0,85 per monster aan behandelingskosten.

H

In artikel 45a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘€ 45,15’ vervangen door: € 46,50, ‘€ 43,00’ vervangen door € 44,30, ‘€ 41,10’ vervangen door: € 42,35, ‘€ 38,65’ vervangen door € 39,80, ‘€ 36,65’ vervangen door € 37,75, ‘€ 34,75’ vervangen door € 35,80, ‘€ 50,35’ vervangen door € 51,85, ‘€ 47,85’ vervangen door € 49,30 en ‘€ 45,30’ vervangen door € 46,65.

2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt ‘€ 105,70’ vervangen door: € 108,85, ‘€ 100,50’ vervangen door € 103,50, ‘€ 95,20’ vervangen door: € 98,05, ‘€ 83,75’ vervangen door € 86,25, ‘€ 79,50’ vervangen door € 81,90, ‘€ 73,35’ vervangen door € 77,60, ‘€ 78,80’ vervangen door € 81,15, ‘€ 74,95’ vervangen door € 77,20 en ‘€ 71,00’ vervangen door € 73,15.

3. In het eerste lid, onderdeel c, wordt ‘€ 95,80’ vervangen door: € 98,65, ‘€ 91,05’ vervangen door € 93,80, en ‘€ 86,25’ vervangen door € 88,85.

4. Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onderdeel c door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. Voor de in dit lid genoemde hectaretarieven geldt een minimum van € 75,00 per perceel.

5. In het tweede lid wordt ‘€ 25,00’ vervangen door: € 25,75.

6. In het derde lid, onderdeel a, wordt ‘€ 7,50’ vervangen door: € 12,50.

7. In het derde lid, onderdelen b en c, wordt ‘€ 50,00’ vervangen door: € 51,50.

8. In het vierde lid, wordt ‘€ 45,00’ vervangen door: € 46,35.

9. In het vijfde lid, wordt ‘€ 23,50’ vervangen door: € 24,20.

10. In het zesde lid, wordt ‘€ 8,95’ vervangen door: € 9,20.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 mei 2009.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

TOELICHTING

Onderhavige regeling wijzigt de Regeling tarieven Plantenziektenkundige Dienst en de keuringsdiensten (hierna: de regeling).

In deze regeling zijn de tarieven vastgelegd die door de Plantenziektenkundige Dienst (hierna: PD) en de keuringsdiensten NAK, Naktuinbouw, BKD en KCB in rekening worden gebracht voor fytosanitaire keuringen, alsmede voor een aantal andere werkzaamheden, zoals het uitvoeren van monsteranalyses en de behandeling van aanvragen met betrekking tot het verlenen van bepaalde vergunningen.

Op grond van de met de keuringsdiensten gesloten meerjarige overeenkomsten dienen de keuringsdiensten jaarlijks tariefvoorstellen in en stel ik de tarieven van de keuringsdiensten vast nadat de tarieven zijn beoordeeld op kostendekkendheid en met inachtneming van de Fytorichtlijn. Voor Naktuinbouw, de BKD en het KCB, zijn de tarieven op 1 januari jl. aangepast. Vanwege het werkveld van de NAK en de daaraan gekoppelde teeltseizoenen, is met deze keuringsdienst een afwijkende datum afgesproken waarop de nieuwe tarieven in werking treden, namelijk 1 mei.

De inspectietarieven van de NAK worden met 3% verhoogd. Dit cijfer is gebaseerd op de algemene kostenstijgingen welke worden verwacht naar aanleiding van de loon- en prijsstijgingen in het voorliggende jaar.

Dit met uitzondering van het registratietarief van artikel 39 van de regeling. Dit wordt met 10% verhoogd, omdat het een combinatie van de verhoging van de fytosanitaire tarieven met de verhoging van de tarieven betreffende kwaliteitskeuringen betreft. In artikel 45, derde lid wordt het tarief ook met een afwijkend percentage verhoogd. Het vervangen tarief was bij de eerdere wijziging onjuist opgenomen. Met deze wijziging wordt het juiste tarief ingevoegd, wat gelijk is aan het tarief in artikel 43, derde lid. Als laatste wordt tevens in artikel 45a, derde lid, het tarief met een afwijkend percentage verhoogd. In dit geval is de reden ervoor dat gebleken is dat het betreffende onderzoek in de afgelopen periode niet kostendekkend is geweest. Met de verhoging in genoemd artikel is begroot dat betreffend onderzoek in de komende periode wel kostendekkend zal zijn.

Verder wordt in artikel 38, eerste lid, van de regeling een nieuw onderdeel ingevoegd, waarbij voor te late aanvragen, dan wel aanvragen voor met spoed uit te voeren inspecties, een hoger starttarief wordt geïntroduceerd. Dit wordt gedaan omdat de plotselinge en onverwachte inzet van inspecteurs tot hogere kosten leiden door extra communicatie, ondoelmatige reizen en inefficiënte inzet van inspecteurs. Aanvragen voor werkzaamheden buiten de in het artikel genoemde tijdstippen, betreffen afwijking van het standaard service-level op basis waarvan uitvoering van de werkzaamheden worden gepland. Afwijking van het geplande bezoekschema betekent een extra heen- en terugreis, waarvan de kosten worden gedekt met een dubbel starttarief.

Verder wordt met het nieuwe artikel 38, vijfde lid een nieuw tarief geïntroduceerd. Het betreft hier de kostprijs van het handmatig invoeren van gegevens door de keuringsdienst, die in de reguliere situatie veel efficiënter door het elektronische systeem worden gegenereerd. Deze extra invoerhandelingen brengen kosten met zich mee. Met dit nieuwe tarief worden deze meerkosten in rekening gebracht.

In artikel 43 worden nieuwe tarieven geïntroduceerd voor onderzoek aangaande bruin- en ringrot, onderzoek betreffende bietencystenaaltjes en monstername, onderzoek en verklaringen betreffende Rhizomanie. Het tarief voor monstername, onderzoek en verklaring voor Rhizomanie is apart benoemd omdat niet in alle gevallen monstername en laboratoriumonderzoek is vereist. In voorkomende gevallen, afhankelijk van het teeltplan, kan de verklaring ook worden afgegeven op basis van administratief onderzoek. Deze onderzoeken werden eerder onder de reguliere kwaliteitstariefstructuur van de NAK uitgevoerd, maar het betreffen fytosanitaire onderzoeken die in deze regeling behoren te worden opgenomen. De aard en de kosten van deze onderzoeken bleken echter zodanig af te wijken van de overige onderzoeken in de reguliere tariefstructuur, dat separate benoeming en tarifering gerechtvaardigd is om ook het principe van kostenmaker-kostendrager recht te doen.

In artikel 45, eerste lid, worden twee nieuwe onderdelen toegevoegd waarmee een nieuw tarief voor kweekbedrijven wordt geïntroduceerd. In kweekbedrijven kunnen namelijk in één keer meerdere monsters worden genomen. Dit heeft een kostendrukkend effect en daarom kan een afwijkend tarief ten opzichte van overige bedrijven in betreffende sector in rekening worden gebracht. Hierbij wordt onderscheid gemaakt naar de periode waarin het betreffende kweekbedrijf de te onderzoeken monsters aanlevert. Tijdens het teeltseizoen is het aanbod zo groot, dat een uiterst efficiënt draaiend onderzoekscentrum tegen betrekkelijk lage kosten kan werken. Buiten het seizoen, in dit geval na 1 november, is het aanbod te gering om voldoende mankracht aanwezig te houden teneinde die efficiënte organisatie in stand te houden en zijn de kosten voor hetzelfde onderzoek daardoor hoger.

In artikel 45 wordt in het eerste lid een nieuw onderdeel f, toegevoegd en er wordt een nieuw artikel 45, derde lid geïntroduceerd. Het aanvullende onderzoek van onderdeel f, betreft onderzoek wanneer in het kader van bruinrotonderzoek reeds een monster is genomen, gesneden en bewerkt. Het onderzoeksmateriaal wordt daarna bewaard, waarna eenvoudig alsnog ringrotonderzoek voor exportcertificering kan worden uitgevoerd. Het nieuwe artikel 45, derde lid, betreft onderzoek wanneer de partijen niet in het kader van de reguliere partijbemonstering worden bemonsterd en onderzocht, maar omdat de partijen toch in het verkeer worden gebracht, onderzoek noodzakelijk is om reden van exportcertificering of plantenpaspoorteisen.

In artikel 45a wordt in het eerste lid een nieuw onderdeel d. ingevoegd. Hierbij wordt aan de tariefberekening per hectare een minimum perceeltarief toegevoegd. Wanneer een perceel een oppervlakte heeft die dusdanig klein is dat volgens het hectaretarief onder € 75,00 in rekening moet worden gebracht, wordt toch het minimumperceeltarief in rekening gebracht. Gebleken is namelijk dat de vorig jaar gehanteerde hectaretarieven voor percelen met kleine oppervlakten niet kostendekkend waren. De belangrijkste kostencomponent betreft de monstername door de keurmeester. Bij kleine percelen zijn de vaste kosten van de keurmeester relatief hoger. Door het minimumtarief worden de kleinere percelen nu ook beter kostendekkend gemaakt.

Administratieve lasten

De tarieven worden niet aangemerkt als kosten die voortvloeien uit bij de wet- of regelgeving ingevoerde informatieverplichtingen; met de onderhavige wijzigingsregeling worden derhalve geen administratieve lasten geïntroduceerd.

Vaste verandermomenten (VVM)

Deze regeling treedt op 1 mei in werking. Daarmee wordt afgeweken van de LNV-uitgangspunten van vaste verandermomenten voor regelgeving die inhouden dat nieuwe regelingen slechts op 1 januari of 1 juli ingaan en minimaal drie maanden daaraan voorafgaand publicatie van de nieuwe regels plaatsvindt. Dit beleid is neergelegd in de brief van de Minister van LNV van 28 april 2008 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2007/08, 29 515 en 31 201, nr. 243).

De reden voor deze afwijking is dat bij deze regeling voor een teeltseizoen tarieven worden vastgesteld die mede gebaseerd zijn op de kosten die in het afgelopen seizoen zijn gemaakt. Deze cijfers zijn pas in februari bekend. Aangezien het voor deze tarieven relevante seizoen in het voorjaar wederom van start gaat, is een tijdige inwerkingtreding van de nieuwe tarieven gewenst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

Naar boven