De Minister Van Landbouw, Natuur En Voedselkwaliteit,
Gelet op Verordening
(EG) Nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor
plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor
Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PbEU L 277);
Gelet op Verordening
1975/2006 van de Commissie van 7 december 2006 houdende uitvoeringsbepalingen
van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad met betrekking tot de toepassing
van controleprocedures en van de randvoorwaarden in het kader van de
steunmaatregelen voor plattelandsontwikkeling;
Gelet op de artikelen 52 en 55 van de
Regeling GLB-inkomenssteun 2006 en artikel 26 van het Uitvoeringsbesluit
Meststoffenwet,
Voorts gelet op de artikelen 24 en 25
van de Landbouwwet;
Besluit:
TOELICHTING
Algemeen
Met het bij deze regeling gepubliceerde formulier Gecombineerde
Opgave 2009 kan opgave worden gedaan ten behoeve van de landbouwtelling op
grond van de Landbouwwet, de opgave Gebruik gewaspercelen op grond van het
Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet en de verzamelaanvraag op grond van de
Regeling GLB-inkomenssteun 2006. Voor deze verschillende onderdelen van de
gecombineerde opgave (landbouwtelling, verzamelaanvraag en opgave van het
gebruik van gewaspercelen) wordt gebruik gemaakt van één formulier.
Net als vorig jaar wordt door middel van het bij deze regeling
vastgestelde formulier ook de aanvraag voor een probleemgebiedenvergoeding
gedaan. Deze vergoeding vindt haar grondslag in Verordening (EG) nr. 1698/2005
van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit
het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO). Ingevolge de
Wet Inrichting Landelijk Gebied worden probleemgebiedenvergoedingen verleend
door de provincies. In Verordening 1975/2006 van de Commissie van 7 december
2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de
Raad met betrekking tot de toepassing van controleprocedures en van de
randvoorwaarden in het kader van de steunmaatregelen voor
plattelandsontwikkeling is voorgeschreven dat de aanvraag voor deze vergoeding
moet worden gedaan door gebruik te maken van de verzamelaanvraag. Dit betekent
dat de door Dienst Regelingen ontvangen aanvragen om probleemgebiedenvergoeding
conform de ‘doorzendplicht’ ingevolge de Algemene wet bestuursrecht zullen
worden doorgezonden aan de betrokken provincie.
Landbouwtelling
Deze regeling bepaalt dat er in de periode van 1 april 2009 tot
en met 15 mei 2009 een landbouwtelling wordt gehouden. De landbouwtelling heeft
twee doelen, namelijk statistiek en administratie. Voor onderzoek en beleid
wordt door het Centraal Bureau voor Statistiek een zo volledig mogelijk
overzicht samengesteld van de beteelde oppervlakte, de omvang van de veestapel
en de inzet van arbeidskrachten. Voorts is het voor de uitvoering van het
landbouwbeleid van belang dat correcte gegevens per landbouwbedrijf beschikbaar
zijn bij het ministerie van LNV.
Producenten die geen van de hierna genoemde premies aanvragen,
en ook niet ingevolge het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet gehouden zijn om
(wijzigingen van) perceelsgegevens te verstrekken, geven op het formulier
alleen de landbouwtellingsgegevens op die op grond van artikel 24 en 25 van de
Landbouwwet worden gevraagd.
Verzamelaanvraag
Met de verzamelaanvraag vraagt de landbouwer subsidie aan op
grond van de bedrijfstoeslagregeling en de gekoppelde areaalbetalingen, zoals
geregeld in de Regeling GLB-inkomenssteun 2006.
Uit de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 volgt dat elke
landbouwer die aanspraak wil maken op één of meer van de genoemde subsidies,
verplicht is alle in gebruik zijnde grond op te geven in de
Verzamelaanvraag.
Voor de slachtpremie geldt daarbij dat een aparte
subsidieaanvraag wordt gedaan, en dat de verzamelaanvraag wordt gebruikt voor
het voldoen aan de verplichting tot opgave van de in gebruik zijnde grond. De
in gebruik zijnde grond dient te worden aangegeven op het onderdeel ‘Overzicht
gewaspercelen’ en ingetekend te worden op de bedrijfskaart van het formulier,
waarvan de modellen zijn opgenomen als bijlagen II en III bij deze regeling.
Indien de ruimte zoals opgenomen in onderdeel 5D ‘Volgteelten’ van het
formulier niet toereikend is, is op verzoek een volgblad beschikbaar, opgenomen
als bijlage V bij deze regeling.
Voor landbouwers die een contract hebben gesloten met een
groenvoederdrogerij geldt op grond van artikel 14, lid 1, onder h, van
Verordening (EG) nr. 382/2005 dat de betrokken steunpercelen moeten worden
aangegeven op het onderdeel ‘Overzicht gewaspercelen’ van het formulier,
waarvan het model is opgenomen als bijlage II bij deze regeling, onder
vermelding van de daarbij behorende bijkomende bestemming. Deze opgave is ten
behoeve van het verkrijgen van droogsteun door de groenvoederdrogerijen, een
steunregeling die door het Hoofdproductschap akkerbouw wordt uitgevoerd.
Opgave gewaspercelen
Met het verstrekken van voornoemde perceelsgegevens voldoet de
landbouwer daarnaast voor het tijdvak van 1 januari 2009 tot 15 mei 2009 aan de
verplichting op grond van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet om gegevens te
verstrekken met betrekking tot het gebruik en de ligging van percelen
landbouwgrond. In deze periode vervangt de gecombineerde opgave het formulier
dat normaliter door Dienst Regelingen van het Ministerie van LNV wordt
verstrekt aan landbouwers om wijziging(en) in het gebruik van een gewasperceel
door te geven.
Aanvraag probleemgebiedenvergoeding
De aanvraag probleemgebiedenvergoeding is met ingang van 2008
geïntegreerd in de verzamelaanvraag. De vergoeding wordt verleend aan
landbouwers die zijn gevestigd in gebieden met speciale natuurlijke handicaps.
De vergoeding heeft tot doel agrarische activiteiten in die gebieden te
behouden zodat het gebruik van landbouwgrond wordt voortgezet en deze
landelijke gebieden in stand blijven.
De aanvraag moet worden beschouwd als zijnde zowel een aanvraag
tot subsidie als de aanvraag tot betaling van de subsidie.
Datum van indiening
Het volledig ingevulde en ondertekende formulier dient uiterlijk
op 15 mei 2009 door Dienst Regelingen te zijn ontvangen. Het niet voldoen aan
deze verplichting is een economisch delict in de zin van artikel 1, onder 2,
van de Wet op de economische delicten. De gevolgen van het niet-tijdig insturen
van de gegevens in het kader van de Regeling GLB-Inkomenssteun 2006 zijn
neergelegd in de desbetreffende regeling en komen in hoofdzaak neer op korting
op dan wel uitsluiting van betalingen van inkomenstoeslagen voor het jaar
2009.
Nederlandse grootte-eenheden
Bij de landbouwtelling 2009 zal, evenals in voorgaande jaren,
de bedrijfsomvang worden bepaald aan de hand van de Nederlandse grootte-eenheid
(Nge).
De Nge vertegenwoordigt een aantal bruto standaardsaldi (bss).
De bruto standaardsaldi zijn door het Landbouw Economisch Instituut (LEI)
berekend. Voor 2009 is, net als vorig jaar, vastgesteld dat één Nge gelijk is
aan € 1.420,–. In bijlage IV bij deze regeling is een lijst met bss
weergegeven.
Het totale bruto standaardsaldo is gelijk aan de som van de
waarden die worden verkregen door voor elke rubriek van de landbouwtelling het
bruto standaardsaldo te vermenigvuldigen met het overeenstemmende aantal
eenheden. Met deze bss-norm is het mogelijk om een beoordeling te maken van de
productieomvang van het gehele bedrijf en de afzonderlijke
productierichtingen.
In beginsel zullen voor de landbouwtelling alleen ondernemingen
worden geïnventariseerd met een bedrijfsomvang van drie of meer Nge. Niettemin
wordt ook een beschrijvingsbiljet gezonden aan bepaalde ondernemers met een
kleinere bedrijfsomvang. Daarbij valt met name te denken aan ondernemers
waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de kleinere bedrijfsomvang een
tijdelijk karakter draagt waardoor zij op de langere termijn wel voor
inventarisatie in aanmerking behoren te komen.
Elektronische indiening en verkrijgen nieuwe
tancodes
Evenals in 2008 is ook in 2009 opgave via internet mogelijk. Alle
relaties hebben hiertoe in januari 2006 een gebruikscode, wachtwoord en 15
tancodes ontvangen. Relaties die later zijn ingeschreven, op een later moment.
Aan alle relaties is of wordt vóór 1 april 2009 opnieuw de gebruikscode en
wachtwoord toegezonden. In de mailing is aangegeven dat, indien men geen
TAN-codes (meer) beschikbaar heeft, deze kunnen worden aangevraagd bij Het
LNV-loket (0800-2233322). In dat geval zal aan de aanvrager een nieuwe set
worden toegestuurd en de eventuele nog niet gebruikte tancodes zullen in het
systeem worden geblokkeerd.
Aan alle relaties die in 2008 opgave via internet hebben
gedaan, is geen beschrijvingsbiljet uitgereikt of toegezonden. Ook de overige
groep relaties is per brief de oproep gedaan om de gecombineerde opgave voor
2009 elektronisch in te dienen. Met deze brief is derhalve ‘anderszins een
oproep voor de landbouwtelling uitgereikt of toegezonden’, als bedoeld in
artikel 1, onderdeel c, van de regeling. Dit betekent dat ook de relaties aan
wie deze brief is toegezonden opgaveplichtig zijn.
Overigens is in voornoemde brief wel gewezen op de mogelijkheid
om, indien gewenst, het papieren formulier op te vragen bij het LNV-loket.
In deze regeling wordt bepaald onder welke voorwaarden het
mogelijk is de opgave en subsidieaanvragen elektronisch in te dienen.
Administratieve lasten
De hoogte van de administratieve lasten per relatie is met name
afhankelijk van het feit of en in hoeverre perceelsgegevens moeten worden
opgegeven. Voor bedrijven zonder grond of met uitsluitend tuinbouw onder glas
behoeven geen perceelsgegevens te worden opgegeven. Voor vrijwel alle overige
bedrijven moeten ten behoeve van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 en het
Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet perceelsgegevens worden opgegeven. Voorts is
de hoogte van de administratieve lasten afhankelijk van de keuze voor opgave
via een papieren formulier of opgave via internet.
• Opgave op papier: uitgaande van een gemiddeld uurloon van
€ 30,36 voor de agrarische sector en € 60,– voor intermediairs, zijn de
administratieve lasten voor een opgave op papier naar verwachting circa € 123,–
per bedrijf. De voor 2009 berekende administratieve lasten per bedrijf voor een
opgave op papier liggen daarmee iets lager dan de administratieve lasten in
2008. Voor 2008 zijn de gerealiseerde administratieve lasten per bedrijf voor
een opgave op papier namelijk berekend op € 136,–. Omdat in 2009 naar
verwachting minder vaak opgave op papier zal worden gedaan dan in 2008 liggen
de administratieve lasten voor het totaal van bedrijven die een opgave op
papier doen (circa 34.300 bedrijven, voor een totaal van € 4.224.469,–) lager
dan de in 2008 gerealiseerde administratieve lasten voor het totaal van
bedrijven die een opgave op papier deden (circa 52.059 bedrijven, voor een
totaal van € 7.099.714,–).
• Opgave via internet: uitgaande van dezelfde uurlonen zijn de
administratieve lasten voor een opgave via internet naar verwachting gemiddeld
ongeveer € 117,– per bedrijf. De voor 2009 berekende administratieve lasten per
bedrijf liggen daarmee lager dan de lasten in 2008. Voor 2008 zijn de
gerealiseerde administratieve lasten per bedrijf voor een opgave via internet
namelijk berekend op (afgerond) € 137,–. Omdat in 2009 naar verwachting vaker
opgave via internet zal worden gedaan dan in 2008, liggen de administratieve
lasten voor het totaal van bedrijven die een opgave via internet zullen doen
(60%, circa 51.200 bedrijven, voor een totaal van € 6.011.858,–) in absolute
zin toch hoger dan de in 2008 gerealiseerde administratieve lasten voor het
totaal van bedrijven die een opgave via internet deden (38,69%, 32.848
bedrijven, voor een totaal van € 4.491.764,–).
De uit de onderhavige regeling voortvloeiende
informatieverplichtingen hebben betrekking op totaal circa 85.500 bedrijven. In
het kader van de landbouwtelling zullen aan deze bedrijven minder gegevens
worden gevraagd dan in 2008, met name door het wegvallen van vragen over
huisvestingsystemen voor de verschillende diersoorten. De vragen betreffende de
huisvestingsystemen worden niet ieder jaar gesteld. Dit laatste betekent dat de
met de informatieverplichtingen samenhangende administratieve lasten per
opgaveplichtige voor de indiening iets zullen dalen. Een andere reden waardoor
de gecombineerde opgave ten opzichte van 2008 eenvoudiger is, is dat vanaf 2009
de braakverplichting is afgeschaft. Voor die landbouwers die gebruik maken van
de bedrijfstoeslagregeling, is hierdoor een aantal vragen komen te
vervallen.
Ook de totale administratieve lasten voor 2009 zullen dalen ten
opzichte van 2008. Dit is het gevolg van voornoemde daling van de
administratieve lasten per bedrijf en van de stijging van het aantal opgaven
via internet dat voor 2009 wordt verwacht.
Vermindering administratieve lasten door elektronische
indiening in 2009
In 2008 hebben in totaal 32.848 ondernemers (38,69 %) gebruik
gemaakt van elektronische indiening. Voor 2009 is de ambitie het percentage van
de ondernemers dat een opgave doet door middel van het opgaveformulier dat op
internet ter beschikking is gesteld te laten stijgen tot 60%.
Ten opzichte van het indienen van het papieren formulier met
perceelsopgave en verzamelaanvraag leidt een opgave via internet tot een lichte
besparing. De besparing ontstaat hoofdzakelijk doordat de opgaven via internet
altijd direct compleet worden ontvangen en derhalve niet retour behoeven te
worden gezonden in geval van onvolledigheid. In 2008 moest bij opgave op papier
ongeveer 32% worden geretourneerd, terwijl hiervoor 40% was ingeschat. Voor
2009 wordt 32% ingeschat gelijk aan het resultaat van 2008, voornamelijk in
verband met meer geautomatiseerde controles (op (combinaties van) voorwaarden
aan de opgave) in de fase van inwinning van de gegevens. Het doel hiervan is
dat reeds in die fase wordt beoordeeld of de aanvraag voor GLB-inkomenssteun en
de opgave voor de Meststoffenwet en Landbouwtelling gebaseerd zijn op juiste
data. Door reeds in de fase van inwinning hierop meer te controleren wordt
bevorderd dat niet achteraf, bij de beoordeling van de aanvraag dan wel de
opgave, nog aanvullende gegevens moeten worden opgevraagd. Uitgaande van een
gemiddeld uurloon voor van € 30,36 voor de agrarische sector en € 60,– voor
intermediairs leidt elektronische indiening in 2009 tot een vermindering van de
administratieve lasten voor de agrarische sector van € 46.872,– ten opzichte
van 2008.
Afwijking Vaste Verandermoment
De landbouwtelling vindt plaats vanaf 1 april van ieder jaar. Het
voor de landbouwtelling te gebruiken formulier wordt ieder jaar bij
ministeriële regeling opnieuw vastgesteld. Indien het beleid inzake vaste
verandermomenten zou zijn gevolgd, had dit formulier al op 1 oktober 2008
gepubliceerd moeten worden. De LNV-uitgangspunten van vaste verandermomenten
voor regelgeving houden in dat nieuwe regels slechts op 1 januari of 1 juli
ingaan en minimaal drie maanden daaraan voorafgaand publicatie van de nieuwe
regels plaatsvindt. Dit beleid is neergelegd in de brief van de Minister van
LNV van 28 april 2008 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer (Kamerstukken II
2007–2008, 29
515 en 31 201,
nr. 243).
Er is voor gekozen af te wijken van het beleid inzake vaste
verandermomenten omdat het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid onder de noemer
‘Health Check van het GLB’ in 2008 is geëvalueerd en herzien. De Health Check
kende zijn start met een mededeling van de Europese Commissie van 20 november
2007 en werd voortgezet aan de hand van wetgevingsvoorstellen van de Commissie
die medio mei 2008 beschikbaar kwamen. Politieke besluitvorming vond evenwel
pas op 20 november 2008 plaats en de daarmee samenhangende verordeningsteksten
zijn op 19 januari 2009 door de Raad van Ministers vastgesteld. Met het oog op
de Health Check was publicatie van de voorliggende regeling op 1 oktober 2008
niet mogelijk. Onzeker was namelijk welke invloed de Health Check zou hebben op
het formulier voor de landbouwtelling en de gecombineerde opgave. Het betreft
aanzienlijke wijzigingen in de gegevensvraag en daarmee ook in het formulier en
de Internetapplicatie. Zolang er geen besluitvorming had plaatsgevonden, was
het onmogelijk over te gaan tot het definitief vaststellen van het formulier.
Inmiddels is die duidelijkheid er wel. Voor 2009 zijn de belangrijkste
wijzigingen het afschaffen van de braakverplichting en het afschaffen van de
steun in het kader van non food/non feed-gewassen. Het afschaffen van de
braakverplichting heeft als belangrijkste gevolg dat de braaktoeslagrechten als
gewone toeslagrechten kunnen worden opgegeven. Tevens hoeft hierdoor niet
langer een volgorde van uitbetaling van gewone en braakleggingstoeslagrechten
worden aangegeven.
De regeling treedt nu in werking met ingang van de tweede dag na
de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
De Minister van
Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit,
G. Verburg.