Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 20 maart 2009, nr. TRCJZ/2009/331, houdende bepalingen over de landbouwtelling en de gecombineerde opgave

De Minister Van Landbouw, Natuur En Voedselkwaliteit,

Gelet op Verordening (EG) Nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PbEU L 277);

Gelet op Verordening 1975/2006 van de Commissie van 7 december 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad met betrekking tot de toepassing van controleprocedures en van de randvoorwaarden in het kader van de steunmaatregelen voor plattelandsontwikkeling;

Gelet op de artikelen 52 en 55 van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 en artikel 26 van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet,

Voorts gelet op de artikelen 24 en 25 van de Landbouwwet;

Besluit:

Paragraaf 1. Gecombineerde opgave

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Dienst Regelingen:

Dienst Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

b. beschrijvingsbiljet:

formulier, waarvan het model als bijlagen I, II, III, en V bij deze regeling is opgenomen;

c. opgaveplichtige:

persoon die, anders dan in het kader van de teelt van griendhout, riet en biezen, in de landbouw zijn hoofdbestaan of een gedeelte van zijn bestaan vindt, voor zover aan hem een beschrijvingsbiljet, bedoeld in onderdeel b, dan wel anderszins een oproep voor de landbouwtelling is uitgereikt of toegezonden;

d. probleemgebiedenvergoeding:

betaling als bedoeld in artikel 36, onderdeel a, subonderdelen i) en ii), van Verordening (EG) Nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PbEU L 277);

e. de Minister:

de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Artikel 2

In het tijdvak dat loopt van 1 april 2009 tot en met 15 mei 2009 wordt een landbouwtelling gehouden als bedoeld in de artikelen 24 en 25 van de Landbouwwet.

Artikel 3

  • 1. Ten behoeve van de telling, bedoeld in artikel 2, wordt een beschrijvingsbiljet uitgereikt of verzonden door de Minister.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, wordt geen beschrijvingsbiljet uitgereikt of verzonden door de Minister, indien de opgave ten behoeve van de telling, bedoeld in artikel 2 van deze regeling, in 2008 elektronisch is ingediend overeenkomstig paragraaf 2 van de Regeling landbouwtelling en gecombineerde opgave 2008.

Artikel 4

  • 1. De opgaveplichtige verstrekt de ten aanzien van de veestapel gevraagde gegevens naar de toestand op 1 april 2009.

  • 2. De opgaveplichtige verstrekt de ten aanzien van de oppervlakten gevraagde gegevens naar de verwachte toestand op 15 mei 2009. Indien een beteelde oppervlakte op 15 mei 2009 nog niet zal zijn beteeld, wordt de eerstvolgende geplande teelt opgegeven.

  • 3. Onverminderd het eerste en tweede lid, verstrekt de opgaveplichtige de op het beschrijvingsbiljet gevraagde gegevens naar de toestand op de datum van verzending, tenzij op het biljet anders is aangegeven, en neemt daarbij de overige op het biljet of door Dienst Regelingen gegeven aanwijzingen in acht.

Artikel 5

  • 1. Voor de bepaling van de bedrijfsomvang geldt dat één Nederlandse grootte-eenheid gelijk is aan 1420 eenheden bruto standaardsaldo.

  • 2. De bruto standaardsaldi respectievelijk de Nederlandse grootte-eenheid worden vastgesteld als vermeld in bijlage IV bij deze regeling.

  • 3. Bruto-standaardsaldi worden overeenkomstig bijlage IV omgerekend in Nederlandse grootte-eenheden.

Artikel 6

Onverminderd het bepaalde in artikel 4 maakt de uit dien hoofde opgaveplichtige die tevens gehouden is:

  • a. gegevens te verstrekken met betrekking tot subsidieaanvragen op grond van de bedrijfstoeslagregeling, de areaalbetalingen voor noten, energiegewassen en eiwithoudende gewassen en de productiesteun voor zetmeelaardappelen en zaaizaad van vezelvlas, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder 2, onderdelen a en b, van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006,

  • b. gegevens te verstrekken met betrekking tot de slachtpremieregeling, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder 2, onderdeel c, van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006,

  • c. gegevens te verstrekken, als bedoeld in artikel 26, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet, of

  • d. gegevens te verstrekken met betrekking tot de aanvraag voor probleemgebiedenvergoeding, voor het verstrekken van alle onderscheiden gegevens gebruik van het beschrijvingsbiljet.

Paragraaf 2. Elektronische indiening

Artikel 7

De opgave ten behoeve van de telling, bedoeld in artikel 2 van deze regeling, de aanvragen, bedoeld in artikel 6, onder a, b en d, van deze regeling en de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 6, onder c, van deze regeling, kunnen gezamenlijk elektronisch worden ingediend.

Artikel 8

  • 1. De gezamenlijke elektronische indiening geschiedt met het daartoe bestemde elektronische formulier.

  • 2. Het formulier wordt elektronisch ondertekend met een door de Minister aan de ondertekenaar ter beschikking gestelde eenmalig bruikbare tancode.

  • 3. De Minister bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediend formulier.

Artikel 9

Een tancode wordt uitsluitend overeenkomstig deze regeling gebruikt voor het doel waarvoor en door degene aan wie de tancode is verstrekt.

Artikel 10

De Minister verstrekt op een met redenen omkleed verzoek van de aanvrager een set tancodes ten behoeve van de elektronische handtekening, ingeval

  • a. deze geen tancodes heeft ontvangen;

  • b. de verstrekte tancodes zijn gebruikt, of

  • c. van verlies van eerder verstrekte tancodes.

Artikel 11

De Minister kan besluiten een set tancodes niet te verstrekken of in te trekken, indien de indiener of een met hem geassocieerd bedrijf of organisatie in het verleden een tancode heeft gebruikt in strijd met deze regeling of op andere wijze de integriteit van een verstrekte handtekening heeft geschonden.

Artikel 12

  • 1. Een belanghebbende kan de aan hem verstrekte tancodes doen gebruiken door een gemachtigde als bedoeld in artikel 2:1 van de Algemene wet bestuursrecht ten behoeve van het indienen van een elektronische formulier namens belanghebbende.

  • 2. De gemachtigde maakt bij het indienen van de aanvraag, de opgave onderscheidenlijk de verstrekking als bedoeld in artikel 8 slechts gebruik van de aan de gemachtigde ter beschikking gestelde toegangscodes tot het elektronische formulier.

Paragraaf 3. Bijzondere bepalingen over de behandeling van een elektronisch formulier

Artikel 13

  • 1. De Minister kan een elektronisch formulier weigeren, indien dit niet overeenkomstig deze regeling is ingediend.

  • 2. De Minister kan een elektronisch verzonden bericht weigeren voor zover de betrouwbaarheid of vertrouwelijkheid van dit bericht onvoldoende is gewaarborgd, gelet op de aard en de inhoud van het bericht en het doel waarvoor het wordt gebruikt.

  • 3. De Minister deelt een weigering op grond van dit artikel zo spoedig mogelijk aan de afzender mede.

Artikel 14

Als tijdstip waarop een elektronisch formulier door de Minister elektronisch is ontvangen, geldt het tijdstip waarop alle vereiste bescheiden als bedoeld in artikel 12 van Verordening (EG) nr. 796/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PbEU L 141) zijn ontvangen.

Artikel 15

De Minister kan besluiten de elektronische aanvraag, opgave onderscheidenlijk verstrekking niet te behandelen, indien het elektronisch formulier geheel of gedeeltelijk is geweigerd op grond van artikel 11. Artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16

De Regeling landbouwtelling en gecombineerde opgave 2008 wordt ingetrokken.

Artikel 17

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 18

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling landbouwtelling en gecombineerde opgave 2009.

Deze regeling zal met de toelichting en bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

TOELICHTING

Algemeen

Met het bij deze regeling gepubliceerde formulier Gecombineerde Opgave 2009 kan opgave worden gedaan ten behoeve van de landbouwtelling op grond van de Landbouwwet, de opgave Gebruik gewaspercelen op grond van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet en de verzamelaanvraag op grond van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006. Voor deze verschillende onderdelen van de gecombineerde opgave (landbouwtelling, verzamelaanvraag en opgave van het gebruik van gewaspercelen) wordt gebruik gemaakt van één formulier.

Net als vorig jaar wordt door middel van het bij deze regeling vastgestelde formulier ook de aanvraag voor een probleemgebiedenvergoeding gedaan. Deze vergoeding vindt haar grondslag in Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO). Ingevolge de Wet Inrichting Landelijk Gebied worden probleemgebiedenvergoedingen verleend door de provincies. In Verordening 1975/2006 van de Commissie van 7 december 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad met betrekking tot de toepassing van controleprocedures en van de randvoorwaarden in het kader van de steunmaatregelen voor plattelandsontwikkeling is voorgeschreven dat de aanvraag voor deze vergoeding moet worden gedaan door gebruik te maken van de verzamelaanvraag. Dit betekent dat de door Dienst Regelingen ontvangen aanvragen om probleemgebiedenvergoeding conform de ‘doorzendplicht’ ingevolge de Algemene wet bestuursrecht zullen worden doorgezonden aan de betrokken provincie.

Landbouwtelling

Deze regeling bepaalt dat er in de periode van 1 april 2009 tot en met 15 mei 2009 een landbouwtelling wordt gehouden. De landbouwtelling heeft twee doelen, namelijk statistiek en administratie. Voor onderzoek en beleid wordt door het Centraal Bureau voor Statistiek een zo volledig mogelijk overzicht samengesteld van de beteelde oppervlakte, de omvang van de veestapel en de inzet van arbeidskrachten. Voorts is het voor de uitvoering van het landbouwbeleid van belang dat correcte gegevens per landbouwbedrijf beschikbaar zijn bij het ministerie van LNV.

Producenten die geen van de hierna genoemde premies aanvragen, en ook niet ingevolge het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet gehouden zijn om (wijzigingen van) perceelsgegevens te verstrekken, geven op het formulier alleen de landbouwtellingsgegevens op die op grond van artikel 24 en 25 van de Landbouwwet worden gevraagd.

Verzamelaanvraag

Met de verzamelaanvraag vraagt de landbouwer subsidie aan op grond van de bedrijfstoeslagregeling en de gekoppelde areaalbetalingen, zoals geregeld in de Regeling GLB-inkomenssteun 2006.

Uit de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 volgt dat elke landbouwer die aanspraak wil maken op één of meer van de genoemde subsidies, verplicht is alle in gebruik zijnde grond op te geven in de Verzamelaanvraag.

Voor de slachtpremie geldt daarbij dat een aparte subsidieaanvraag wordt gedaan, en dat de verzamelaanvraag wordt gebruikt voor het voldoen aan de verplichting tot opgave van de in gebruik zijnde grond. De in gebruik zijnde grond dient te worden aangegeven op het onderdeel ‘Overzicht gewaspercelen’ en ingetekend te worden op de bedrijfskaart van het formulier, waarvan de modellen zijn opgenomen als bijlagen II en III bij deze regeling. Indien de ruimte zoals opgenomen in onderdeel 5D ‘Volgteelten’ van het formulier niet toereikend is, is op verzoek een volgblad beschikbaar, opgenomen als bijlage V bij deze regeling.

Voor landbouwers die een contract hebben gesloten met een groenvoederdrogerij geldt op grond van artikel 14, lid 1, onder h, van Verordening (EG) nr. 382/2005 dat de betrokken steunpercelen moeten worden aangegeven op het onderdeel ‘Overzicht gewaspercelen’ van het formulier, waarvan het model is opgenomen als bijlage II bij deze regeling, onder vermelding van de daarbij behorende bijkomende bestemming. Deze opgave is ten behoeve van het verkrijgen van droogsteun door de groenvoederdrogerijen, een steunregeling die door het Hoofdproductschap akkerbouw wordt uitgevoerd.

Opgave gewaspercelen

Met het verstrekken van voornoemde perceelsgegevens voldoet de landbouwer daarnaast voor het tijdvak van 1 januari 2009 tot 15 mei 2009 aan de verplichting op grond van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet om gegevens te verstrekken met betrekking tot het gebruik en de ligging van percelen landbouwgrond. In deze periode vervangt de gecombineerde opgave het formulier dat normaliter door Dienst Regelingen van het Ministerie van LNV wordt verstrekt aan landbouwers om wijziging(en) in het gebruik van een gewasperceel door te geven.

Aanvraag probleemgebiedenvergoeding

De aanvraag probleemgebiedenvergoeding is met ingang van 2008 geïntegreerd in de verzamelaanvraag. De vergoeding wordt verleend aan landbouwers die zijn gevestigd in gebieden met speciale natuurlijke handicaps. De vergoeding heeft tot doel agrarische activiteiten in die gebieden te behouden zodat het gebruik van landbouwgrond wordt voortgezet en deze landelijke gebieden in stand blijven.

De aanvraag moet worden beschouwd als zijnde zowel een aanvraag tot subsidie als de aanvraag tot betaling van de subsidie.

Datum van indiening

Het volledig ingevulde en ondertekende formulier dient uiterlijk op 15 mei 2009 door Dienst Regelingen te zijn ontvangen. Het niet voldoen aan deze verplichting is een economisch delict in de zin van artikel 1, onder 2, van de Wet op de economische delicten. De gevolgen van het niet-tijdig insturen van de gegevens in het kader van de Regeling GLB-Inkomenssteun 2006 zijn neergelegd in de desbetreffende regeling en komen in hoofdzaak neer op korting op dan wel uitsluiting van betalingen van inkomenstoeslagen voor het jaar 2009.

Nederlandse grootte-eenheden

Bij de landbouwtelling 2009 zal, evenals in voorgaande jaren, de bedrijfsomvang worden bepaald aan de hand van de Nederlandse grootte-eenheid (Nge).

De Nge vertegenwoordigt een aantal bruto standaardsaldi (bss). De bruto standaardsaldi zijn door het Landbouw Economisch Instituut (LEI) berekend. Voor 2009 is, net als vorig jaar, vastgesteld dat één Nge gelijk is aan € 1.420,–. In bijlage IV bij deze regeling is een lijst met bss weergegeven.

Het totale bruto standaardsaldo is gelijk aan de som van de waarden die worden verkregen door voor elke rubriek van de landbouwtelling het bruto standaardsaldo te vermenigvuldigen met het overeenstemmende aantal eenheden. Met deze bss-norm is het mogelijk om een beoordeling te maken van de productieomvang van het gehele bedrijf en de afzonderlijke productierichtingen.

In beginsel zullen voor de landbouwtelling alleen ondernemingen worden geïnventariseerd met een bedrijfsomvang van drie of meer Nge. Niettemin wordt ook een beschrijvingsbiljet gezonden aan bepaalde ondernemers met een kleinere bedrijfsomvang. Daarbij valt met name te denken aan ondernemers waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de kleinere bedrijfsomvang een tijdelijk karakter draagt waardoor zij op de langere termijn wel voor inventarisatie in aanmerking behoren te komen.

Elektronische indiening en verkrijgen nieuwe tancodes

Evenals in 2008 is ook in 2009 opgave via internet mogelijk. Alle relaties hebben hiertoe in januari 2006 een gebruikscode, wachtwoord en 15 tancodes ontvangen. Relaties die later zijn ingeschreven, op een later moment. Aan alle relaties is of wordt vóór 1 april 2009 opnieuw de gebruikscode en wachtwoord toegezonden. In de mailing is aangegeven dat, indien men geen TAN-codes (meer) beschikbaar heeft, deze kunnen worden aangevraagd bij Het LNV-loket (0800-2233322). In dat geval zal aan de aanvrager een nieuwe set worden toegestuurd en de eventuele nog niet gebruikte tancodes zullen in het systeem worden geblokkeerd.

Aan alle relaties die in 2008 opgave via internet hebben gedaan, is geen beschrijvingsbiljet uitgereikt of toegezonden. Ook de overige groep relaties is per brief de oproep gedaan om de gecombineerde opgave voor 2009 elektronisch in te dienen. Met deze brief is derhalve ‘anderszins een oproep voor de landbouwtelling uitgereikt of toegezonden’, als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de regeling. Dit betekent dat ook de relaties aan wie deze brief is toegezonden opgaveplichtig zijn.

Overigens is in voornoemde brief wel gewezen op de mogelijkheid om, indien gewenst, het papieren formulier op te vragen bij het LNV-loket.

In deze regeling wordt bepaald onder welke voorwaarden het mogelijk is de opgave en subsidieaanvragen elektronisch in te dienen.

Administratieve lasten

De hoogte van de administratieve lasten per relatie is met name afhankelijk van het feit of en in hoeverre perceelsgegevens moeten worden opgegeven. Voor bedrijven zonder grond of met uitsluitend tuinbouw onder glas behoeven geen perceelsgegevens te worden opgegeven. Voor vrijwel alle overige bedrijven moeten ten behoeve van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 en het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet perceelsgegevens worden opgegeven. Voorts is de hoogte van de administratieve lasten afhankelijk van de keuze voor opgave via een papieren formulier of opgave via internet.

  • Opgave op papier: uitgaande van een gemiddeld uurloon van € 30,36 voor de agrarische sector en € 60,– voor intermediairs, zijn de administratieve lasten voor een opgave op papier naar verwachting circa € 123,– per bedrijf. De voor 2009 berekende administratieve lasten per bedrijf voor een opgave op papier liggen daarmee iets lager dan de administratieve lasten in 2008. Voor 2008 zijn de gerealiseerde administratieve lasten per bedrijf voor een opgave op papier namelijk berekend op € 136,–. Omdat in 2009 naar verwachting minder vaak opgave op papier zal worden gedaan dan in 2008 liggen de administratieve lasten voor het totaal van bedrijven die een opgave op papier doen (circa 34.300 bedrijven, voor een totaal van € 4.224.469,–) lager dan de in 2008 gerealiseerde administratieve lasten voor het totaal van bedrijven die een opgave op papier deden (circa 52.059 bedrijven, voor een totaal van € 7.099.714,–).

  • Opgave via internet: uitgaande van dezelfde uurlonen zijn de administratieve lasten voor een opgave via internet naar verwachting gemiddeld ongeveer € 117,– per bedrijf. De voor 2009 berekende administratieve lasten per bedrijf liggen daarmee lager dan de lasten in 2008. Voor 2008 zijn de gerealiseerde administratieve lasten per bedrijf voor een opgave via internet namelijk berekend op (afgerond) € 137,–. Omdat in 2009 naar verwachting vaker opgave via internet zal worden gedaan dan in 2008, liggen de administratieve lasten voor het totaal van bedrijven die een opgave via internet zullen doen (60%, circa 51.200 bedrijven, voor een totaal van € 6.011.858,–) in absolute zin toch hoger dan de in 2008 gerealiseerde administratieve lasten voor het totaal van bedrijven die een opgave via internet deden (38,69%, 32.848 bedrijven, voor een totaal van € 4.491.764,–).

De uit de onderhavige regeling voortvloeiende informatieverplichtingen hebben betrekking op totaal circa 85.500 bedrijven. In het kader van de landbouwtelling zullen aan deze bedrijven minder gegevens worden gevraagd dan in 2008, met name door het wegvallen van vragen over huisvestingsystemen voor de verschillende diersoorten. De vragen betreffende de huisvestingsystemen worden niet ieder jaar gesteld. Dit laatste betekent dat de met de informatieverplichtingen samenhangende administratieve lasten per opgaveplichtige voor de indiening iets zullen dalen. Een andere reden waardoor de gecombineerde opgave ten opzichte van 2008 eenvoudiger is, is dat vanaf 2009 de braakverplichting is afgeschaft. Voor die landbouwers die gebruik maken van de bedrijfstoeslagregeling, is hierdoor een aantal vragen komen te vervallen.

Ook de totale administratieve lasten voor 2009 zullen dalen ten opzichte van 2008. Dit is het gevolg van voornoemde daling van de administratieve lasten per bedrijf en van de stijging van het aantal opgaven via internet dat voor 2009 wordt verwacht.

Vermindering administratieve lasten door elektronische indiening in 2009

In 2008 hebben in totaal 32.848 ondernemers (38,69 %) gebruik gemaakt van elektronische indiening. Voor 2009 is de ambitie het percentage van de ondernemers dat een opgave doet door middel van het opgaveformulier dat op internet ter beschikking is gesteld te laten stijgen tot 60%.

Ten opzichte van het indienen van het papieren formulier met perceelsopgave en verzamelaanvraag leidt een opgave via internet tot een lichte besparing. De besparing ontstaat hoofdzakelijk doordat de opgaven via internet altijd direct compleet worden ontvangen en derhalve niet retour behoeven te worden gezonden in geval van onvolledigheid. In 2008 moest bij opgave op papier ongeveer 32% worden geretourneerd, terwijl hiervoor 40% was ingeschat. Voor 2009 wordt 32% ingeschat gelijk aan het resultaat van 2008, voornamelijk in verband met meer geautomatiseerde controles (op (combinaties van) voorwaarden aan de opgave) in de fase van inwinning van de gegevens. Het doel hiervan is dat reeds in die fase wordt beoordeeld of de aanvraag voor GLB-inkomenssteun en de opgave voor de Meststoffenwet en Landbouwtelling gebaseerd zijn op juiste data. Door reeds in de fase van inwinning hierop meer te controleren wordt bevorderd dat niet achteraf, bij de beoordeling van de aanvraag dan wel de opgave, nog aanvullende gegevens moeten worden opgevraagd. Uitgaande van een gemiddeld uurloon voor van € 30,36 voor de agrarische sector en € 60,– voor intermediairs leidt elektronische indiening in 2009 tot een vermindering van de administratieve lasten voor de agrarische sector van € 46.872,– ten opzichte van 2008.

Afwijking Vaste Verandermoment

De landbouwtelling vindt plaats vanaf 1 april van ieder jaar. Het voor de landbouwtelling te gebruiken formulier wordt ieder jaar bij ministeriële regeling opnieuw vastgesteld. Indien het beleid inzake vaste verandermomenten zou zijn gevolgd, had dit formulier al op 1 oktober 2008 gepubliceerd moeten worden. De LNV-uitgangspunten van vaste verandermomenten voor regelgeving houden in dat nieuwe regels slechts op 1 januari of 1 juli ingaan en minimaal drie maanden daaraan voorafgaand publicatie van de nieuwe regels plaatsvindt. Dit beleid is neergelegd in de brief van de Minister van LNV van 28 april 2008 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2007–2008, 29 515 en 31 201, nr. 243).

Er is voor gekozen af te wijken van het beleid inzake vaste verandermomenten omdat het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid onder de noemer ‘Health Check van het GLB’ in 2008 is geëvalueerd en herzien. De Health Check kende zijn start met een mededeling van de Europese Commissie van 20 november 2007 en werd voortgezet aan de hand van wetgevingsvoorstellen van de Commissie die medio mei 2008 beschikbaar kwamen. Politieke besluitvorming vond evenwel pas op 20 november 2008 plaats en de daarmee samenhangende verordeningsteksten zijn op 19 januari 2009 door de Raad van Ministers vastgesteld. Met het oog op de Health Check was publicatie van de voorliggende regeling op 1 oktober 2008 niet mogelijk. Onzeker was namelijk welke invloed de Health Check zou hebben op het formulier voor de landbouwtelling en de gecombineerde opgave. Het betreft aanzienlijke wijzigingen in de gegevensvraag en daarmee ook in het formulier en de Internetapplicatie. Zolang er geen besluitvorming had plaatsgevonden, was het onmogelijk over te gaan tot het definitief vaststellen van het formulier. Inmiddels is die duidelijkheid er wel. Voor 2009 zijn de belangrijkste wijzigingen het afschaffen van de braakverplichting en het afschaffen van de steun in het kader van non food/non feed-gewassen. Het afschaffen van de braakverplichting heeft als belangrijkste gevolg dat de braaktoeslagrechten als gewone toeslagrechten kunnen worden opgegeven. Tevens hoeft hierdoor niet langer een volgorde van uitbetaling van gewone en braakleggingstoeslagrechten worden aangegeven.

De regeling treedt nu in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

Naar boven