Regeling houdende nadere regels ten aanzien van het register van mobiele objecten (Regeling mobiele-objectenregister)

24 februari 2009

Nr. CEND/HDJZ/2009-91 sector AWW

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 70l van de Wegenverkeerswet 1994;

Besluit:

Artikel 1. Inhoud van het register

  • 1. Het register van mobiele objecten, bedoeld in artikel 70l van de Wegenverkeerswet 1994, bevat gegevens ten aanzien van diefstal, verduistering of vermissing in Nederland van de volgende objecten:

    • a. niet-gekentekende en niet-kentekenplichtige motorrijtuigen en aanhangwagens;

    • b. buitenlands gekentekende motorrijtuigen of aanhangwagens;

    • c. pleziervaartuigen;

    • d. land- en bosbouwvoertuigen en wegenbouw- en waterbouwwerktuigen, voor zover deze niet vallen onder de onderdelen a tot en met c.

  • 2. Onder de in het eerste lid bedoelde gegevens die, voor zover bekend, worden geregistreerd worden verstaan:

    • a. soort object;

    • b. model- en typebeschrijving;

    • c. voertuig identificatienummer, framenummer, motornummer, hull identification number, craft identification number of andere zichtbare kenmerken van het object;

    • d. naam, adres, woonplaats en telefoonnummer van degene die aangifte heeft gedaan van de diefstal, verduistering of vermissing van een object als bedoeld in het eerste lid;

    • e. datum van de diefstal, verduistering of vermissing;

    • f. plaats van aangifte, en

    • g. proces-verbaalnummer van de aangifte.

Artikel 2. Verstrekking van gegevens

  • 1. Uit het register van mobiele objecten worden op door de Dienst Wegverkeer te bepalen wijze gegevens verstrekt aan:

    • a. de politiekorpsen binnen Nederland, ten behoeve van de opsporing van gestolen, verduisterde en vermiste mobiele objecten alsmede het traceren van de eigenaar van de mobiele objecten;

    • b. de Stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit, ten behoeve van het formuleren van strategisch beleid op nationaal- en internationaal niveau met betrekking tot gestolen of vermiste mobiele objecten;

    • c. de Stichting Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit, ten behoeve van schade-afwikkeling, fraudebestrijding en criminaliteitsbestrijding met betrekking tot gestolen of vermiste mobiele objecten.

Artikel 3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 4. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling mobiele-objectenregister.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.

TOELICHTING

Algemeen

Op 7 november 2008 is de wet van 24 oktober 2008 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 op een aantal punten van uiteenlopende aard alsmede wijziging van de Wet bereikbaarheid en mobiliteit, de Binnenschepenwet en de Wet wegvervoer goederen op enkele technische punten in werking getreden1. Met deze wet is in de Wegenverkeerswet 1994 een bepaling opgenomen over het zogenoemde mobiele objectenregister (hierna: het MOB). Het MOB bestond al voordat deze bepaling in werking is getreden en wordt beheerd door de Dienst Wegverkeer (hierna: RDW). Het MOB heeft inmiddels zijn maatschappelijk nut bewezen, met name ten aanzien van het verbeteren en versnellen van de informatieverwerking rond diefstal, verduistering en vermissing van niet-gekentekende voertuigen. Met de onderhavige regeling wordt aan het MOB een nadere invulling gegeven.

In het MOB worden gegevens ten aanzien van de volgende mobiele objecten geregistreerd:

  • objecten die niet gekentekend hoeven te worden, zoals aanhangwagens lichter dan 750 kg, land- en bosbouwvoertuigen zoals combines, rooimachines, tractoren en wegenbouw- of waterbouwwerktuigen, zoals aggregaten, draglines, heftrucks, hijskranen en shovels;

  • kentekenplichtige objecten die nog niet gekentekend zijn, zoals showroom voertuigen;

  • in Nederland gestolen buitenlands gekentekende voertuigen;

  • pleziervaartuigen, niet zijnde snelle motorboten, want die worden reeds bij de RDW geregistreerd.

Vanuit het oogpunt van efficiëntie en het kostenaspect is gekozen om gebruik te maken van de reeds bestaande infrastructuur ter opsporing van gestolen, verduisterde en vermiste ‘mobiele objecten’ die wél zijn gekentekend en de kennis van de RDW op dit gebied. In het MOB worden gestolen mobiele objecten geregistreerd via een aangifte bij de politie, dan wel via de verzekeringswereld. De registratie geschiedt naar aanleiding van een melding van vermissing door de Stichting Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (hierna: VbV) en melding van een aangifte van diefstal, verduistering of vermissing bij de politie. Het MOB kan voor alle soorten objecten door politie en VbV worden geraadpleegd op alle in de regeling vermelde kenmerken (artikel 1, tweede lid).

De registratie door VbV wordt in het MOB overschreven door de registratie welke de politie hierin doet. Indien er binnen twee weken na registratie door VbV geen registratie door de politie plaats vindt, wordt de registratie door VbV geautomatiseerd verwijderd uit het MOB.

Uit het MOB worden gegevens verstrekt aan de politie, de VbV en de Stichting Aanpak voertuigcriminaliteit (Avc) voor de in artikel 2 aangegeven doeleinden.

Bedrijfseffecten en administratieve lasten

De onderhavige regeling heeft geen effecten voor het bedrijfsleven, noch vloeit er een verhoging of verlaging van de administratieve lasten uit voort voor burger of bedrijfsleven.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.

Naar boven