De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op de Verordening van 15 december 2009 van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling, voor 2010, van de vangstmogelijkheden
voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap,
in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn;
Gelet op de artikelen 3 en 4 van het Reglement zee- en kustvisserij 1977;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling stelselmatige controle bij aanlanding 1988 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1, eerste lid, onderdeel e, komt te luiden:
e. verordening inzake vangstmogelijkheden: Verordening van 15 december 2009 van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling,
voor 2010, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap
en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn;.
B
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het achtste lid vervalt ‘van de verordening inzake vangstmogelijkheden’.
2. In het negende lid wordt ‘artikel 25 van de Regeling contingentering zeevis’ vervangen door: artikel 12 van de Regeling instandhoudingsmaatregelen
zeevisserij.
3. In het tiende lid, vervalt ‘als bedoeld in artikel 34 van de verordening inzake vangstmogelijkheden en’.
C
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het vierde lid vervalt.
2. In het zevende lid, onderdeel 9, wordt ‘in overeenstemming met de omschrijving van het gebied in bijlage I van de verordening
inzake vangstmogelijkheden’ vervangen door: bedoeld in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1542/2007 van de Commissie van 20 december
2007 betreffende aanvoer- en weegprocedures voor haring, makreel en horsmakreel (PbEU L337).
3. Het dertiende en het veertiende lid vervallen.
ARTIKEL II
De Regeling eisen, administratie en registratie inzake uitoefening visserij wordt als volgt gewijzigd:
A
Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 1, tweede lid, onderdeel l, door een puntkomma, wordt een onderdeel
toegevoegd, luidende:
m. verordening inzake vangstmogelijkheden: Verordening van 15 december 2009 van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling,
voor 2010, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap
en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn.
B
Na artikel 19b wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 19c visserij-inspanningsverslag
In de gebieden, bedoeld in onderdeel 4.2 van bijlage IIa van de verordening inzake vangstmogelijkheden, is het verboden te
handelen in strijd met artikel 28, eerste lid, van de verordening inzake controle voor zover het betreft vissersvaartuigen
als bedoeld in onderdeel 4.2 van die bijlage IIa.
C
Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid vervalt.
2. Het derde lid wordt vernummerd tot tweede lid (nieuw).
D
In artikel 33b wordt ‘de verordening inzake vangstmogelijkheden’ telkens vervangen door: verordening nr. 43/2009 van 16 januari
2009 van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling, voor 2009, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en
groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met
vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften.
ARTIKEL III
In artikel 3, derde lid, onderdeel a, van de Regeling visvergunning wordt ‘de artikelen 2 tot en met 4 van de Regeling contingentering
zeevis’ vervangen door: de artikelen 10, 18, onderdelen a en c, en artikel 19, eerste, tweede en vierde lid, van de Regeling
instandhoudingsmaatregelen zeevisserij.
ARTIKEL IV
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2010, nadat de regeling van de minister van 22 december 2009 houdende
wijziging van enkele regelingen in verband met de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij in werking
is getreden.
’s-Gravenhage, 18 december 2009
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
overeenkomstig het door de minister genomen besluit:
de Directeur-Generaal,
J.P. Hoogeveen.
TOELICHTING
In onderhavige wijzigingsregeling worden de Regeling stelselmatige controle bij aanlanding 1988, de Regeling eisen, administratie
en registratie inzake uitoefening visserij en de Regeling visvergunning gewijzigd.
Deze wijzigingen dienen ter uitvoering van de verordening van 15 december 2009 van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling,
voor 2010, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap
en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn (hierna: de verordening
inzake vangstmogelijkheden). Dit is de jaarlijkse Europese verordening waarbij thans de maximaal toegestane vangstmogelijkheden
voor 2010 worden vastgesteld.
In de genoemde regelingen zijn de verwijzingen naar de verordening inzake vangstmogelijkheden geactualiseerd. Inhoudelijk
zijn deze bepalingen niet gewijzigd ten opzichte van de bepalingen uit de verordening inzake vangstmogelijkheden die gold
voor het jaar 2009.
Tevens is in de Regeling visvergunning een verwijzing naar de reeds ingetrokken Regeling contingentering zeevis gewijzigd
(artikel III).
Administratieve lasten
Onderhavige wijzigingsregeling bevat geen nieuwe informatieverplichtingen.
Afwijking Vaste Verandermomenten
De onderhavige regeling treedt op 1 januari 2010 in werking. De vaststelling van de hieraan ten grondslag liggende EU-regelgeving
in de Europese Raad van 14 en 15 december 2009 brengt met zich dat niet voldaan kan worden aan de uitgangspunten van het systeem
van Vaste Verandermomenten voor wat betreft het uitgangspunt dat de regelgeving minimaal drie maanden voorafgaande aan de
inwerkingtreding wordt gepubliceerd, zoals neergelegd in mijn brief van 28 april 2008 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer1.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
overeenkomstig het door de minister genomen besluit:
de Directeur-Generaal,
J.P. Hoogeveen.