Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 15 december 2009, nr. HO&S/2009/171229, houdende het vaststellen van de normbedragen in de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Regeling normen tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten 2010)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 8.1, eerste lid, en 11.1 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten en artikel 5 van het Besluit tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. besluit:

Besluit tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten,

b. wet:

Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.

Artikel 2. Indexcijfers

  • 1. Voor het toepassen van artikel 5, eerste lid, van het besluit wordt onder het indexcijfer van de CAO-lonen verstaan de reeks ‘CAO-lonen per maand inclusief bijzondere beloningen’, zoals die is berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek en is gepubliceerd in het Statistisch Bulletin.

  • 2. Voor het toepassen van artikel 5, tweede lid, van het besluit wordt onder de consumentenprijsindex verstaan de reeks ‘consumentenprijsindex alle huishoudens’, zoals die is berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek en is gepubliceerd in het Statistisch Bulletin.

Artikel 3. Aanpassing grensbedragen toetsingsinkomen

  • 1. Met ingang van het schooljaar 2010–2011 wordt het grensbedrag toetsingsinkomen, genoemd in artikel 2.23, tweede lid, van de wet, vastgesteld op € 33.686,52.

  • 2. Met ingang van 1 januari 2010 wordt het grensbedrag toetsingsinkomen, genoemd in artikel 10.5, tweede lid, van de wet, vastgesteld op € 3.613,41.

Artikel 4. Aanpassing normbedragen

Met ingang van 1 januari 2010 luiden de bedragen, genoemd in de hoofdstukken 3, 4, 5 en 10 van de wet, als volgt:

HOOFDSTUK 3

De tegemoetkoming schoolkosten, bedoeld in artikel 3.5 van de wet, bedraagt in het kalenderjaar 2010 voor het schooljaar 2009–2010 respectievelijk voor het schooljaar 2010–2011:

Overzicht bedragen tegemoetkoming schoolkosten per schooljaar
 

Januari 2010

2010/2011

a. beroepsonderwijs

€ 642,98

€ 658,99

b. onderbouw + bovenbouw niet volledig en rechtstreeks bekostigd vo

€ 316,56

€ 324,44

c. voortgezet algemeen volwassenen onderwijs (vavo)

€ 316,56

€ 324,44

HOOFDSTUK 4

De basistoelage per kalendermaand, genoemd in artikel 4.3 van de wet, bedraagt met ingang van 1 januari 2010 voor een:

  • a. thuiswonende leerling: € 103,77

  • b. uitwonende leerling: € 241,93.

De tegemoetkoming schoolkosten, bedoeld in artikel 4.6 van de wet, bedraagt in het kalenderjaar 2010 voor het schooljaar 2009–2010 respectievelijk voor het schooljaar 2010–2011:

Overzicht bedragen tegemoetkoming schoolkosten per maand
 

Januari 2010

2010/2011

a. onderbouw volledig op grond van de WVO bekostigd onderwijs en onderbouw + bovenbouw volledig op grond van de WEB bekostigd voorbereidend beroepsonderwijs verzorgd in een agrarisch opleidingscentrum

€ 71,38

€  73,16

b. bovenbouw volledig op grond van de WVO

bekostigd onderwijs

€ 78,17

€  80,11

c. onderbouw niet volledig en rechtstreeks bekostigd vo

€ 97,75

€ 100,18

d. bovenbouw niet volledig en rechtstreeks bekostigd vo

€ 104,55

€ 107,15

e. speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs

€ 47,42

€ 48,60

f. voortgezet algemeen volwassenen onderwijs (vavo)

€ 104,55

€ 107,15

HOOFDSTUK 5, AFDELING 5.1

De tegemoetkoming schoolkosten, bedoeld in artikel 5.4 van de wet, bedraagt voor het schooljaar 2010–2011: € 673,99.

HOOFDSTUK 5, AFDELING 5.2

De tegemoetkoming schoolkosten, bedoeld in artikel 5.10 van de wet, bedraagt voor het schooljaar 2010–2011:

Overzicht 1. Onderwijs gedurende gehele schooljaar of geen onderwijs meer vanaf 1 januari

aantal minuten per week

schoolkosten

540 of meer

€ 288,37,-

540 of meer en voor 1 januari 270 tot 540

€ 144,18 + € 144,18 naar rato aantal minuten dat onderwijs wordt gevolgd

270 tot 540

€ 194,18,-

270 tot 540 en voor 1 januari minder dan 270

€ 97,14 + € 97,14 naar rato aantal minuten dat onderwijs wordt gevolgd

minder dan 270

nihil

Overzicht 2. Geen onderwijs meer volgen na 30 september en voor 1 januari

aantal minuten per week

schoolkosten

540 of meer

€ 144,18,-

540 of meer en voor 1 januari 270 tot 540

€ 72,09 + € 72,09 naar rato aantal minuten dat onderwijs wordt gevolgd

270 tot 540

€ 97,14,-

270 tot 540 en voor 1 januari minder dan 270

€ 48,57 + € 48,57 naar rato aantal minuten dat onderwijs wordt gevolgd

minder dan 270

nihil

HOOFDSTUK 10

De tegemoetkoming schoolkosten, genoemd in:

  • a. artikel 10.7, derde lid, onder a, van de wet, bedraagt voor het schooljaar 2010–2011: € 662,-.

  • b. artikel 10.7, derde lid, onder b, van de wet, bedraagt voor het schooljaar 2010–2011: € 288,37.

  • c. artikel 10.7, derde lid, onder c, van de wet, bedraagt voor het schooljaar 2010–2011: € 194,28.

Artikel 5. Wijziging Regeling tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten: aanpassing maximale verrekenbedrag

Artikel 3.1, derde lid, tweede volzin, van de Regeling tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten komt te luiden: Wanneer die betalingen hoger zijn dan € 55,67 naar de maatstaf van 1 januari 2010, geschiedt de verrekening met dat bedrag.

Artikel 6. Inwerkingtreding en vervaldatum

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2010 en vervalt met ingang van 1 augustus 2011. Indien de Staatscourant waar deze regeling in wordt geplaatst verschijnt na 31 december 2009, dan treedt deze regeling in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2010.

Artikel 7. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling normen tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

TOELICHTING

Algemeen

In deze ministeriële regeling zijn de bedragen vermeld die, met inachtneming van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Stbl. 2001, 225, hierna: WTOS) gelden voor het kalenderjaar 2010.

Onderwijsbijdrage

De tegemoetkomingen in de onderwijsbijdrage, zoals in de WTOS vermeld in artikel 3.3, eerste lid, en artikel 4.4, eerste lid, zijn gelijk aan het bedrag, respectievelijk eentwaalfde deel van het bedrag, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Les- en cursusgeldwet. Dit bedrag, het zogeheten lesgeld, is voor het schooljaar 2010–2011 vastgesteld op € 1.031,–. Eentwaalfde deel hiervan is € 85,92.

Bij bovenstaande wordt nog opgemerkt dat met ingang van het cursusjaar 2005–2006 lesgeld nog slechts verschuldigd is door leerlingen van 18 jaar en ouder in het beroepsonderwijs en het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs. Tegemoetkomingen in de onderwijsbijdrage op grond van hoofdstuk 3 en 4 van de wet worden alleen nog verstrekt als er onderwijsbijdrage moet worden betaald.

De tegemoetkomingen in de onderwijsbijdrage zoals in de WTOS vermeld in artikel 5.3 en artikel 10.7, tweede lid, onder 1, zijn gelijk aan het collegegeld zoals genoemd in artikel 7.44 van de Wet op het hoger en wetenschappelijk onderwijs. Bedoeld collegegeld is voor het studiejaar 2010–2011 niet gewijzigd ten opzichte van de wet en blijft vastgesteld op € 567,23.

De hoogte van de tegemoetkomingen in de onderwijsbijdrage voor het schooljaar 2010‑2011, zoals in de WTOS vermeld in artikel 5.10 en artikel 10.7, tweede lid, onder 2 en 3, kan nog niet worden bepaald, omdat deze afhankelijk is van de hoogte van het cursusgeld 2010–2011 zoals die uiterlijk per 31 maart 2010 wordt vastgesteld en bekend gemaakt in de Staatscourant.

Schoolkosten: uitzonderingssituatie in verband met de integratie van de WTOS in het kindgebonden budget

Normaal gesproken worden de bedragen, genoemd in de artikelen 3.5 en 4.6 van de wet, met een jaarlijkse normenregeling per schooljaar vastgesteld en gaan de nieuwe bedragen in de overzichten schoolkosten voor hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4 pas in per 1 augustus van het kalenderjaar waarin deze regeling inwerkingtreedt. Echter, als gevolg van de wijziging van de WTOS in verband met de integratie van hoofdstuk 3 WTOS in het kindgebonden budget (Stb. 2009, 331), moeten ook de bedragen die gelden in de periode 1 januari 2010 – 1 augustus 2010 opnieuw worden vastgesteld. Om die reden is in de overzichten schoolkosten voor hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4 gebruik gemaakt van twee kolommen: één kolom voor vanaf januari 2010 (feitelijk voor de periode 1 januari 2010–1 augustus 2010) en één kolom voor het schooljaar 2010–2011.

Bovengenoemde wetswijziging is inwerkinggetreden op 1 augustus 2009. Via een overgangsbepaling, nodig omdat de WTOS werkt met een schooljaarsystematiek en het kindgebonden budget met een kalenderjaarsystematiek, gaan de wijzigingen voor de WTOS feitelijk pas werken met ingang van 1 januari 2010. Voor de periode 1 augustus 2009 tot 1 januari 2010 blijven vanwege die overgangsbepaling de normen gelden die in de Regeling normen tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten 2009 zijn opgenomen en gepubliceerd.

Vanaf 1 januari 2010 gelden de normen die in deze regeling in de eerste kolom van de artikelen 3.5 en 4.6 zijn opgenomen. Vanaf 1 augustus 2010 (de start van schooljaar 2010–2011) gelden de normen die in deze regeling in de tweede kolom van de artikelen 3.5 en 4.6 zijn opgenomen.

Schoolkosten voor studenten

In de artikelen 5.4 en 10.7, derde lid, onder a, van de WTOS zijn twee tegemoetkomingen in de schoolkosten voor studenten geregeld. Deze tegemoetkomingen bestonden in beide gevallen uit twaalf maal het normbedrag voor boeken en leermiddelen voor het hoger onderwijs, bedoeld in artikel 3.18 van de Wet studiefinanciering 2000. Aangezien dit bedrag vanaf 1 september 2007 niet meer afzonderlijk wordt vastgesteld, is per die datum in artikel 5.4 van de WTOS het corresponderende bedrag opgenomen. In artikel 11.1 van de WTOS is bepaald dat dit bedrag aangepast wordt aan de hand van de loon- of prijsontwikkelingen.

Artikelsgewijs

Artikel 2

Op grond van artikel 11.1 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten en artikel 5 van het Besluit tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten worden de normbedragen voor tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten jaarlijks aangepast aan de hand van de consumentenprijsindex of het indexcijfer van de CAO-lonen.

  • Als indexcijfer van de CAO-lonen wordt gehanteerd de reeks ‘CAO-lonen per maand inclusief bijzondere beloningen (2000 = 100)’ zoals die wordt berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek en is bekendgemaakt in het Statistisch Bulletin van het Centraal Bureau voor de Statistiek (http://www.cbs.nl). De indexering is bepaald door de procentuele wijziging die het indexcijfer van de CAO-lonen over de maand december van het tweede jaar voorafgaand aan de aanpassing heeft ondergaan ten opzichte van de maand december van het daaraan voorafgaande jaar.

    Bedoeld indexcijfer over december 2007 bedraagt 118,9 en over december 2008 123,2. De procentuele ontwikkeling is 3,62 %. De loongevoelige WTOS-normbedragen voor het jaar 2010 zijn berekend met gebruikmaking van deze laatste procentuele ontwikkeling.

  • Als consumentenprijsindex wordt gehanteerd de reeks ‘consumentenprijsindex alle huishoudens (2006 = 100)’ zoals die wordt berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek en is bekendgemaakt in het Statistisch Bulletin van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

    De indexering is bepaald door de procentuele wijziging die het consumentenprijsindexcijfer over het tweede jaar voorafgaand aan de aanpassing heeft ondergaan ten opzichte van het daaraan voorafgaande jaar.

    Bedoeld indexcijfer over 2007 bedraagt 101,61 en over 2008 104,14. De procentuele ontwikkeling is 2,49%. De prijsgevoelige WTOS-normbedragen voor het jaar 2010 zijn berekend met gebruikmaking van deze laatste procentuele ontwikkeling.

Artikel 5

Op grond van artikel 8.1, eerste lid, van de wet worden bij ministeriële regeling regels gesteld met betrekking tot het uitbetalen en verrekenen van tegemoetkomingen. Dit is gebeurd in de Regeling tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Uitleg Gele Katern 2001, 18a, SFB/2001/29649, hierna: RTOS). In artikel 3.1, derde lid, van de RTOS is het bedrag bepaald waarmee teveel uitbetaalde bedragen worden verrekend met andere betalingen op grond van de wet. Aangezien in artikel 3.3 van de RTOS is bepaald dat dit bedrag wordt aangepast op de wijze bedoeld in artikel 5, tweede lid, van het Besluit tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (indexering aan de hand van consumentenprijsindex), is deze wijziging van de RTOS in de onderhavige regeling opgenomen.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

Naar boven