Regeling van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Financiën van 11 december 2009, nr. 2009-0000254057, tot wijziging van de Regeling diplomatieke en internationale vrijstellingen gemeentelijke belastingen 1997

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Financiën,

Gelet op artikel 243 van de Gemeentewet;

Besluiten:

ARTIKEL I

1. In artikel 3, eerste lid, wordt ‘met uitzondering van honoraire consuls’ vervangen door: mits zij geen Nederlander zijn en zij niet duurzaam verblijf houden in Nederland. Honoraire consuls genieten deze vrijstellingen niet.

2. In artikel 3, tweede lid, wordt ‘met uitzondering van de honoraire consulaire ambtenaren, mits zij geen Nederlander zijn en zij niet duurzaam verblijf houden in Nederland’ vervangen door: mits zij geen Nederlander zijn en zij niet duurzaam verblijf houden in Nederland. Honoraire consuls genieten deze vrijstellingen niet.

ARTIKEL II

1. Artikel 4, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. In onderdeel d wordt ‘het Benelux-Merkenbureau en het Benelux Bureau voor Tekeningen en Modellen’ gewijzigd in ‘Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom’.

  • 2. Onderdeel e vervalt.

  • 3. In onderdeel g en h wordt ‘en te Den Haag, Nieuwe Uitleg 10’ geschrapt.

  • 4. De onderdelen f tot en met o worden geletterd e tot en met n.

2. In artikel 4, derde lid, wordt ‘onderdelen c, e, g, h, i, j, k, l, m en n’ vervangen door: onderdelen c, f, g, h, i, j, k, l, en n.

ARTIKEL III

Artikel 5, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b, wordt ‘Geallieerd hoofdkwartier’ vervangen door:

Internationaal Militair Hoofdkwartier of een Internationale Militaire Organisatie, leden van een krijgsmacht werkzaam bij een Internationaal Militair Hoofdkwartier of een Internationale Militaire Organisatie.

2. Onderdelen c en d vervallen.

ARTIKEL IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A.Th.B. Bijleveld-Schouten.

De Staatssecretaris van Financiën,

J.C. de Jager.

TOELICHTING

I. Algemeen

Inleiding

Internationale en diplomatieke vrijstellingen zijn in twee soorten te onderscheiden. De vrijstellingen die op grond van rechtstreeks werkende verdragen, regelingen of afspraken worden verleend en die derhalve geen tussenkomst van de Nederlandse wetgever behoeven, en de vrijstellingen die op grond van een eigen nationale bevoegdheid worden verleend bij wet of regeling. De op artikel 243 Gemeentewet gebaseerde ‘Regeling diplomatieke en internationale vrijstellingen gemeentelijke belastingen’ (hierna: de Regeling) regelt de laatst genoemde categorie. In de Regeling worden vrijstellingen van gemeentelijke belastingen verleend aan vertegenwoordigingen van andere mogendheden, personen die hierbij werkzaam zijn en hun inwonende gezinsleden en particuliere bedienden. Verder genieten bepaalde andere mogendheden en organisaties bijzondere vrijstellingen van gemeentelijke belastingen.

Voorgeschiedenis

De huidige Regeling is vastgesteld op 20 december 1996 en gepubliceerd in Staatscourant 249. De Regeling van 20 december 1996 is vervolgens gewijzigd bij ministeriële regeling van 15 december 1997 (Stcr. 246), 23 februari 1998 (Stcr. 52) en 9 april 2001 (Stcr. 82). De huidige wijziging moderniseert de bestaande Regeling.

De achtergrond van de huidige regeling

De Regeling is gebaseerd op artikel 243 Gemeentewet. Dit artikel geeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties tezamen met de minister van Financiën de bevoegdheid om gevallen aan te wijzen waarin naar hun oordeel het volkenrecht of het internationale gebruik noodzaakt tot een vrijstelling van gemeentelijke belastingen. Gemeenten zijn verplicht de vrijstellingen te verlenen, voor zover het volkenrecht of het internationale gebruik daar niet al direct toe noodzaakt.

De in de Regeling opgenomen vrijstellingen hebben niet een zuiver objectief karakter zoals die in artikel 220d van de Gemeentewet (cultuurgrond, kerken, natuurterreinen, waterzuiveringsinstallaties en dergelijke), maar zijn gekoppeld aan de gebruiker dan wel de eigenaar van de onroerende zaken (vertegenwoordigingen, lichamen en personen). Naast de onroerende zaakbelasting gaat het bij deze regeling om andere gemeentelijke belastingen, bijvoorbeeld de forensen-, de honden- en de reclamebelasting.

De inhoud van het voorstel

De Regeling dient te worden gewijzigd om verouderde elementen ten aanzien van organisaties, vestigingsplaatsen en sommige internationale gebruiken aan te passen. De huidige artikelen 3 eerste lid, 4 eerste en derde lid en 5 eerste lid worden gewijzigd.

II. Artikelsgewijs

Artikel I

De aanpassing van artikel 3 is tekstueel van aard en heeft tot doel een eenduidig uitlegbaar artikel ten behoeve van de vrijstelling van diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen te creëren.

Artikel II

De aanpassing van artikel 4 houdt de wijziging in van de naam van het het Benelux-Merkenbureau en het Benelux Bureau voor Tekeningen en Modellen in Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom. Het sub e wordt geschrapt omdat de Vlaamse Gemeenschap in Nederland geen panden meer in gebruik heeft. En een wijziging van de subs g en h van de stichting Institut Français des Pays Bas alsmede de Republiek Frankrijk ter zake van het pand Nieuwe Uitleg 10 te Den Haag voor de vrijstelling van de onroerende zaakbelasting. Dit omdat het pand niet meer in gebruik is bij genoemde stichtingen. De onderdelen van dit artikel worden opnieuw geletterd vanwege deze wijzigingen. Het derde lid van artikel 4 wordt daarom ook gewijzigd.

Artikel III

De wijziging van artikel 5 houdt in het wijzigen van de term Geallieerd hoofdkwartier in Internationaal Militair Hoofdkwartier of een Internationale Militaire Organisatie, leden van een krijgsmacht werkzaam bij een Internationaal Militair Hoofdkwartier of een Internationale Militaire organisatie. Dit om te voldoen aan de huidige gebruikte terminologie. In dit artikel vervalt het sub c omdat deze gevallen voortaan vallen onder het nieuwe sub b. Zodoende wordt sub d verletterd naar sub c.

Artikel IV

De regeling treed zo snel mogelijk in werking na publicatie in de Staatscourant. De gebruikelijke termijn van de tweede dag na dagtekening Staatscourant wordt daarvoor gehanteerd.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A.Th.B. Bijleveld-Schouten.

De Staatssecretaris van Financiën,

J.C. de Jager.

Naar boven