Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 18 december 2009, nr. 92262, houdende wijziging van de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen in verband met de aanpassing van enkele tarieven

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 6 van de Zaaizaad- en Plantgoedwet 2005;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 29 en 30, onderdeel e, wordt ‘€ 21’ vervangen door: € 21,50.

B

In artikel 31 wordt ‘€ 7,50’ vervangen door: € 7,60.

C

In artikel 32 wordt ‘€ 3,50’ vervangen door: € 3,60.

D

Bijlage 1, behorende bij artikel 21, eerste lid, van de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen wordt vervangen door de bijlage behorende bij deze regeling, onder vervanging van het opschrift door: Bijlage 1 behorende bij artikel 21, eerste lid, van de Regeling werkzaamheden van de Raad voor plantenrassen.

ARTIKEL II

De regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 30 maart 2007, nr. TRCJZ/2007/926, houdende wijziging Landbouwkwaliteitsregeling kaas 2006 in verband met Europese erkenning boerenkaas (Stcrt. 2007, 66) wordt ingetrokken.

ARTIKEL III

De regeling van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 14 april 1993, nr. J.934833, houdende aanwijzing KCB-controleurs voor kwaliteitscontroles groenten en fruit (Stcrt. 1993, 74) wordt ingetrokken.

ARTIKEL IV

De Regeling watergehalte pluimveevlees wordt ingetrokken.

ARTIKEL V

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur, en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

BIJLAGE BEHORENDE BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL D

Nr.

Gewasgroep

Bedrag

Landbouwgewassen

1

Zaadgewassen

€ 1360

2

Vegetatief vermeerderde gewassen

€ 1600

3

Oliehoudende gewassen

€ 1735

4A

Grassen (Engels raaigras, veldbeemgras)

€ 1600

4B

Grasgewassen (overige)

€ 1600

5

Bieten

€ 1500

6

Vezelgewassen

€ 2000

7

Gewassen met bijzonder onderzoeksprogramma

€ 1580

8

Andere landbouwgewassen

€ 1735

Siergewassen

9

Gewassen met levende referentiecollectie, onderzoek onder glas, lange teelt

€ 2200

9A

Gewassen met levende referentiecollectie, onderzoek onder glas, lange teelt, bijzondere fytosanytaire maatregelen

€ 2770

10

Gewassen met levende referentiecollectie, onderzoek onder glas, korte teelt

€ 2070

11

Gewassen met levende referentiecollectie, veldonderzoek, lange teelt

€ 1840

12

Gewassen met levende referentiecollectie, veldonderzoek, korte teelt

€ 1370

13

Gewassen zonder levende referentiecollectie, onderzoek onder glas, lange teelt

€ 1730

13A

Gewassen zonder levende referentiecollectie, onderzoek onder glas, lange teelt met verdere vermeerdering

€ 2770

14

Gewassen zonder levende referentiecollectie, onderzoek onder glas, korte teelt

€ 1500

15

Gewassen zonder levende referentiecollectie, veldonderzoek, lange teelt

€ 1470

16

Gewassen zonder levende referentiecollectie, veldonderzoek, korte teelt

€ 1470

17

Nieuwe gewassen, onderzoek onder glas

17A

Zaadgewassen, veldonderzoek

€ 1700

18

Nieuwe gewassen, veldonderzoek

18A

Zaadgewassen, onderzoek onder glas

€ 2350

19

Zaadgewassen, anders dan bedoeld onder 9 t/m 18A

Groentegewassen

20

Zaadgewassen, veldonderzoek

€ 1650

21

Zaadgewassen, onderzoek onder glas

€ 2100

22

Vegetatieve gewassen, veldonderzoek

€ 2100

23

Vegetatieve gewassen, onderzoek onder glas

€ 1890

Fruitgewassen

24

Fruitgewassen

€ 2310

24A

Fruitgewassen met grote permanente referentiecollectie

€ 3235

25

Struiken

€ 2310

TOELICHTING

Met deze regeling wordt de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen gewijzigd in verband met een aantal tariefswijzigingen.

De wijzigingen van de administratieve tarieven in artikel I, onderdelen A tot en met C, betreffen compensatie in verband met de inflatie.

Onderdeel D heeft betrekking op de wijziging van de bijlage bij artikel 21, eerste lid, van de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen. In deze bijlage zijn de onderzoekstarieven opgenomen. Voor de tariefswijzigingen met betrekking tot de siergewassen is aangesloten bij de vergoeding die het Communautair Bureau voor plantenrassen voor deze onderzoeken biedt. De stijging van de onderzoekstarieven voor groentegewassen is ingegeven door een aanpassing in de onderzoeksprocedure. In het verleden werdt zowel door Naktuinbouw als door de aanvrager een onderzoek uitgevoerd. Bij discrepantie tussen beide onderzoeken volgde een tweede officiële onderzoek door Naktuinbouw, welke uitkomst moest bieden. Voor dit onderzoek gold een apart tarief, dat wegens de kleinere omvang van het onderzoek lager was. Sinds de inwerkingtreding van de Zaaizaad- en plantgoedwet 2005 gaat het bedrijfsleven er steeds vaker toe over om twee officiële onderzoeken aangevraagd en zelf geen bedrijfsproeven meer aan te leggen. Als gevolg hiervan wordt in vrijwel alle gevallen door Naktuinbouw twee officiële onderzoeken uitgevoerd, waarbij het tweede onderzoek even volledig is als het eerste. Daarom is besloten de tarieven voor het onderzoek in het tweede jaar in twee stappen gelijk te trekken aan die voor het onderzoek in het eerste jaar. In de tarieven voor 2009 was de korting al teruggebracht tot 25% en in de tariefsvoorstellen voor 2010 is de korting geheel opgeheven. Nu het tarief voor het tweede jaar gelijk is aan dat voor het eerste, vervallen de tariefklassen 20a, 21a, 22a en 23a.

Met de artikelen II, III en IV worden de wijzigingsregeling Landbouwkwaliteitsregeling kaas 2006, de Aanwijzing KCB-controleurs voor kwaliteitscontroles groenten en fruit en de Regeling watergehalte pluimveevlees ingetrokken, omdat deze regelingen inmiddels achterhaald zijn.

Deze regeling treedt op 1 januari 2010 in werking. Daarmee wordt afgeweken van de vaste verandermomenten voor regelgeving. Reden voor deze afwijking is dat de regeling voorziet in een aantal tariefswijzigingen in de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen. Deze tariefswijzigingen hangen samen met de begroting van de Raad voor plantenrassen. Derhalve is het niet mogelijk de wijziging voor 1 oktober te publiceren.

Omdat de regelingen die in de artikelen II, III en IV materieel geen werking meer hebben, is het niet opportuun om hiervoor wel rekening te houden met de vaste verandermomenten. Deze artikelen treden daarom tegelijk met artikel I in werking per 1 januari 2010.

De Minister van Landbouw, Natuur, en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

Naar boven