Gedragscode Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen

11 december 2009

Het College gerechtelijk deskundigen,

Met inachtneming van artikel 51k, eerste lid van de Wet deskundige in strafzaken (Stb. 2009, 33; hierna de Wet);

Gelet op artikel 4, aanhef en onder c, van het Besluit register deskundige in strafzaken (Stb. 2009, 330; hierna het Besluit);

Overwegende,

  • dat het Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen een deskundigenregister van hoge kwaliteit dient te realiseren;

  • dat de geregistreerde deskundige moet blijken geschikt te zijn om in een strafzaak te rapporteren; een geschiktheid die wordt gevonden in de vereiste vakbekwaamheid zowel als in de persoon van de deskundige;

  • dat de deskundige derhalve aan de hieronder uitgewerkte vijf kernwaarden zal moeten voldoen: onafhankelijkheid, onpartijdigheid, zorgvuldigheid, vakbekwaamheid en integriteit;

Besluit vast te stellen de volgende gedragscode:

§ 1. Toepassingsbereik

Artikel 1

  • 1. De gedragscode is van toepassing op de geregistreerde deskundige als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder c, van het Besluit.

  • 2. De verklaring bedoeld in artikel 13, tweede lid, onderdeel f van het Besluit, wordt ingediend met een door het College vastgesteld formulier.

    Toelichting:

    De in artikel 1, aanhef en onderdeel c, van het Besluit vermelde geregistreerde deskundige is degene die als deskundige in het register is ingeschreven.

    Als gevolg van artikel 13, tweede lid, onderdeel f, van het Besluit dient de deskundige die een aanvraag tot registratie doet daarbij een verklaring over te leggen dat hij1 kennis heeft genomen van de gedragscode en dat hij zich gedurende de registratie aan de daarin opgenomen gedragsregels zal houden. Het College stelt daarvoor een afzonderlijk formulier vast, waarvan deze Gedragscode een bijlage vormt. De deskundige aanvaardt met het niet nakomen van een of meer bepalingen van de gedragscode het risico dat zijn inschrijving als deskundige wordt doorgehaald. De doorhaling van de inschrijving in het register is geregeld in artikel 18 van het Besluit. De in de gedragscode gebruikte terminologie is ontleend aan de vermelde Wet en het Besluit.

§ 2. Kernwaarden

Artikel 2

De deskundige stelt zich bij de uitvoering van de opgedragen werkzaamheden steeds op als een onafhankelijk, onpartijdig, zorgvuldig, vakbekwaam en integer deskundige.

Toelichting:

De in dit artikel opgenomen kernwaarden hebben als bron artikel 12, tweede lid, onderdeel i, van het Besluit.

§ 3. De deskundige

Artikel 3.1

De deskundige komt zelfstandig tot een op zijn deskundigheid gebaseerd oordeel, geeft daarover informatie en brengt daarvan verslag uit. Dit geldt ook als de deskundige de opdracht in samenwerking met andere deskundigen uitvoert.

Toelichting:

De deskundige kan ingevolge artikel 51i van de Wet de opdracht krijgen om informatie te geven over een bepaald terrein of hij kan de opdracht krijgen een onderzoek te verrichten. Aan het verstrekken van informatie ligt normaliter geen onderzoek ten grondslag, althans dat is niet altijd noodzakelijk. De deskundige dient onafhankelijk van andere deskundigen zijn eigen oordeel herkenbaar uit te brengen, ook als hij rapporteert in samenwerking met andere deskundigen. Indien hij zijn opdracht volbrengt in samenwerking met andere deskundigen is niet vereist dat deze laatsten ook in het register van het NRGD zijn opgenomen; voorkeur verdient het echter wel. Zie tevens artikel 4.2.

Artikel 3.2

De deskundige verplicht zich om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen op zijn deskundigheidsgebied.

Artikel 3.3

  • 1. De deskundige is niet bevooroordeeld of vooringenomen.

  • 2. De deskundige heeft geen inhoudelijk belang bij het verrichten van het onderzoek, het geven van informatie en het uitbrengen van verslag.

  • 3. De deskundige laat zich aangaande zijn onderzoek, de resultaten ervan en de daarop gebaseerde conclusies niet leiden door een inhoudelijk belang van de opdrachtgever of dat van enige derde.

    Toelichting:

    Onder ‘inhoudelijk belang’ wordt hier verstaan het belang dat de opdrachtgever, de deskundige of enige derde kan hebben bij een voor dezen gunstige uitslag van het onderzoek en bij een zodanige (ver)melding daarvan in het verslag en bij het verstrekken van informatie. Het artikel vereist van de deskundige onpartijdigheid, een vereiste dat zo ver kan gaan dat ook de schijn van partijdigheid wordt voorkomen. Onder ‘opdrachtgever’ wordt verstaan degene die in eerste instantie opdracht heeft verstrekt tot het geven van informatie of het uitbrengen van een verslag.

Artikel 3.4

De deskundige meldt iedere beïnvloeding of poging daartoebij de uitvoering van de opdracht onverwijld schriftelijk aan de opdrachtgever, ook als de beïnvloeding of poging daartoe uitgaat van de opdrachtgever. De deskundige neemt bedoelde melding op in het verslag.

Toelichting:

De schriftelijke melding, ook in het geval de (poging tot) beïnvloeding van de opdrachtgever zelf komt, moet de deskundige en de gebruikers garanderen dat hij louter op basis van zijn deskundigheid rapporteert. Onder alle omstandigheden is voor de deskundige alleen de opdrachtgever hier de bevoegde instantie waarbij de (poging tot) beïnvloeding moet worden gemeld; de melding komt bovendien ook terug in het verslag.

Artikel 3.5

De deskundige maakt van een (potentieel) conflict van belangen onverwijld schriftelijk melding aan zijn opdrachtgever. De deskundige neemt bedoelde melding op in het verslag.

Artikel 3.6

De deskundige meldt onverwijld schriftelijk aan zijn opdrachtgever dat hij op enigerlei wijze betrokken is (geweest) bij de desbetreffende zaak.

Toelichting:

Voor de (toekomstige) opdrachtgever en gebruiker is de informatie over iedere vorm van (eerdere) betrokkenheid van de deskundige bij de desbetreffende zaak van belang. In dat geval zal de deskundige dit onverwijld schriftelijk dienen te melden.

§ 4. De werkzaamheden

Artikel 4.1

De deskundige verricht zijn werkzaamheden binnen de grenzen van zijn deskundigheid.

Artikel 4.2

  • 1. De deskundige vervult de opdracht persoonlijk.

  • 2. Als de deskundige zich bij de uitvoering van de opdracht door derden-deskundigen laat bijstaan, meldt hij dat aan de opdrachtgever. De deskundige meldt de door hem ingeschakelde derden-deskundigen, bij het geven van informatie en het uitbrengen van verslag.

  • 3. De door derden-deskundigen verrichte werkzaamheden worden, met de daaraan verbonden opdracht, in het verslag gedocumenteerd.

    Toelichting:

    De deskundige blijft persoonlijk verantwoordelijk voor de door hem gegeven informatie en voor het door hem uitgebracht verslag, ook als hij zich door derden-deskundigen bij laat staan.

    De deskundige dient zijn taak zo goed mogelijk te volbrengen. Hiervoor kan het noodzakelijk zijn om derden-deskundigen in te schakelen. De derden-deskundigen behoeven niet zelf in het register te zijn ingeschreven, alhoewel dat wel de voorkeur verdient. De deskundige documenteert de door de derde-deskundige verrichte werkzaamheden door het (deel)verslag op te nemen in zijn eigen verslag. Het doel hiervan is de gebruiker duidelijk te maken hoe het verslag tot stand is gekomen.

Artikel 4.3

Indien de deskundige bij de verrichting van zijn werkzaamheden afwijkt van de in de uitoefening van zijn beroep geldende regels en normen meldt hij dat uitdrukkelijk schriftelijk aan zijn opdrachtgever.

Toelichting:

Het kan hier gaan om regels en normen van instituties en/of verenigingen waarvan de deskundige deel uitmaakt of lid is.

Artikel 4.4

  • 1. De deskundige draagt zorg voor de vereiste kwaliteit van het onderzoek. De deskundige vermeldtde beperkingen van de gebruikte methoden.

  • 2. De deskundige maakt uitsluitend gebruik van voor de uitvoering van de opdracht geschikte methoden, apparatuur en materialen.

Artikel 4.5

De deskundige verzamelt, binnen de reikwijdte van zijn opdracht, persoonlijk al het noodzakelijke onderzoeksmateriaal of laat dit (mede) onder zijn verantwoordelijkheid doen.

Artikel 4.6

De deskundige gaat zorgvuldig om met het door hem verzameld onderzoeksmateriaal;

voor zover mogelijk houdt hij dat beschikbaar voor tegenonderzoek.

Artikel 4.7

  • 1. De deskundige behandelt ontvangen onderzoeksmateriaal en gegevens vertrouwelijk, tenzij:

    • a. de opdrachtgever uitdrukkelijk schriftelijk toestemming geeft om bepaalde gegevens vrij te geven, of

    • b. de deskundige bij de wet bevoegd of verplicht is om bepaalde gegevens beschikbaar te stellen aan een bepaalde persoon of (gerechtelijke) instantie.

  • 2. Met uitzondering van de identiteit van de personen waarop het onderzoek betrekking heeft, is het de deskundige toegestaan de gegevens te gebruiken voor wetenschappelijke doeleinden. Hij dient daarbij de vertrouwelijkheid van die gegevens zoveel mogelijk te bewaren.

    Toelichting:

    Sommige deskundigen zijn ook tot geheimhouding van vertrouwelijke gegevens verplicht op grond van de voor hen als beroepsbeoefenaar geldende wetgeving en beroepscodes. Deze gedragsregel moet in die gevallen gezien worden als een aanvulling op bedoelde wetgeving en beroepscodes.

Artikel 4.8

De deskundige verzoekt bij onduidelijkheden aan de opdrachtgever een schriftelijke verheldering van de te geven, respectievelijk gegeven opdracht.

Artikel 4.9

Indien de (te geven) opdracht niet uitvoerbaar is, omdat:

  • a. deze niet binnen de grenzen van zijn deskundigheid valt,

  • b. de te verrichten werkzaamheden niet tijdig gereed kunnen zijn,

  • c. de deskundige niet over de vereiste faciliteiten, apparatuur of uitrusting beschikt, of

  • d. zich naar het oordeel van de deskundige klemmende omstandigheden voordoen die aan het vervullen van de opdracht in de weg staan,

meldt de deskundige de opdrachtgever dit onverwijld schriftelijk, onder opgaaf van redenen.

Toelichting:

De deskundige is volgens het Wetboek van Strafvordering weliswaar verplicht de gegeven opdracht van de rechter(-commissaris) uit te voeren, maar als de opdracht buiten zijn competentie valt, kan van de deskundige niet worden verlangd de verplichtingen volgend uit de opdracht na te komen.

Artikel 4.10

Als de deskundige tijdens de uitvoering van de werkzaamheden constateert dat de gegeven opdracht niet tijdig uitvoerbaar is, meldt hij dit de opdrachtgever onverwijld schriftelijk, onder opgaaf van redenen.

Artikel 4.11

Als de bevindingen binnen het desbetreffende deskundigheidsgebied redelijkerwijs kunnen leiden tot uiteenlopende interpretaties of conclusies, meldt de deskundige dit bij het geven van informatie of bij het uitbrengen van het verslag.

Toelichting

De deskundige meldt, indien van toepassing, dát zijn bevindingen multi-interpretabel zijn en geeft daarbij aan welke in zijn ogen de meest aannemelijke interpretatie(s) en, indien mogelijk, de daaraan verbonden conclusie(s) zijn. Van een deskundige wordt niet verwacht dat hij alle mogelijke interpretaties en de daaraan te verbinden conclusie(s) noemt. De strekking van deze toevoeging is dat in de rapportage wordt vooruitgelopen op een mogelijk debat tussen deskundigen. Enerzijds wordt hierdoor bevorderd dat het eventuele debat zich toespitst op de vermelde interpretaties, anderzijds wordt hiermee wellicht onnodig debat tussen deskundigen voorkomen.

Artikel 4.12

  • 1. De deskundige beperkt het onderzoek, de informatie en het verslag tot hetgeen voor het volbrengen van de opdracht noodzakelijk is.

  • 2. De deskundige meldt, met inachtneming van de in de uitoefening van zijn beroep geldende regels en normen, schriftelijk aan zijn opdrachtgever voor de zaak van belang zijnde feiten en omstandigheden. Hij doet dat ingeval de feiten en omstandigheden pleiten voor het door de opdrachtgever ingenomen standpunt, als ook in het geval dat die feiten of omstandigheden met het standpunt van de opdrachtgever conflicteren.

    Toelichting:

    De deskundige wordt in beginsel geacht te rapporteren binnen de (vraagstelling van de) opdracht. Echter, indien de deskundige, op grond van zijn deskundigheid, van mening is dat hij opmerkingen dient te maken die niet strikt terug te voeren zijn op bedoelde vraagstelling, maar wel van belang zijn voor de zaak maakt hij daar melding van aan zijn opdrachtgever.

§ 5. De informatie en het verslag

Artikel 5.1

De deskundige geeft in begrijpelijke bewoordingen deugdelijk gemotiveerde informatie en brengt met een deugdelijke motivering verslag uit.

Artikel 5.2

De deskundige maakt een zodanig verslag op van het onderzoek dat het controleerbaar is.

Toelichting:

De controle kan verricht worden door een andere deskundige op zijn vakgebied. Deze verplichting houdt ook in dat de deskundige bereid is gegevens die hij heeft verzameld in het onderzoek, ook als deze niet door hem zijn gebruikt, ter beschikking te stellen. Zie tevens artikel 5.3. in dit verband.

Artikel 5.3

De deskundige is bereid om het verslag ter toetsing aan vakgenoten voor te leggen.

§ 6. Bijzondere omstandigheden

Artikel 6.1

De deskundige meldt, in voorkomend geval, onverwijld schriftelijk aan zijn opdrachtgever, dat hij, na het verstrekken van informatie en na het uitbrengen van verslag, kennis heeft genomen van nieuwe gegevens of gewijzigde inzichten op grond waarvan hij in de desbetreffende zaak tot een belangrijk andere conclusie zou zijn gekomen.

Toelichting:

De deskundige die zijn opdrachtgever heeft geïnformeerd en/of verslag heeft uitgebracht kan in de situatie komen dat naar de stand van de deskundigheid (van de wetenschap) van dat moment andere conclusies dan eerder door hem weergegeven gerechtvaardigd zijn. In dat geval zal de deskundige zich zijn (toenmalige) opdrachtgever hiervan op de hoogte te stellen. Deze verplichting kan moeilijk aan een bepaalde tijdsduur verbonden worden; van de deskundige wordt verwacht hier zorgvuldig mee om te gaan.

Artikel 6.2

Indien de deskundige merkt dat de door hem verstrekte informatie of het door hem uitgebracht verslag aantoonbaar verkeerd wordt uitgelegd, meldt hij dit schriftelijk aan zijn opdrachtgever.

Toelichting:

Artikel 6.2 betreft de situatie dat de deskundige op enigerlei wijze verneemt dat de bij de rechtspraak betrokkenen de verstrekte informatie of het uitgebracht verslag kennelijk op verkeerde wijze (zullen) uitleggen. In dat geval zal de deskundige zijn (toenmalige) opdrachtgever hiervan schriftelijk op de hoogte stellen. Deze verplichting, evenals die onder artikel 6.1, kan moeilijk aan een bepaalde tijdsduur verbonden worden; van de deskundige wordt verwacht dat hij hiermee zorgvuldig om zal gaan.

§ 7. Slotbepalingen

Artikel 7.1

Deze gedragscode wordt aangehaald als ‘Gedragscode gerechtelijk deskundigen’.

Versie: 1.0; 11 december 2009.

Utrecht, 11 december 2009

De voorzitter van het College gerechtelijk deskundigen,

J.A. Coster van Voorhout.


XNoot
1

Voor de leesbaarheid is telkens voor de mannelijke vorm gekozen, maar het gestelde geldt evenzeer voor de vrouwelijke deskundige.

Naar boven