Regeling van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat houdende aanpassing van regelingen met het oog op de invoering van de Waterwet (Invoeringsregeling Waterwet)

11 december 2009

Nr. CEND/HDJZ-2009/1492 sector WAT

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 67, tweede lid, onderdeel b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, 2, aanhef, en onderdeel d, en 3, eerste en tweede lid, van de Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat, 8, eerste lid, van de Ontgrondingenwet, 3.42, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001, 5.1, eerste lid, 5.2, eerste lid, 8.40, eerste lid, 8.45, 15.13, tweede lid, onderdeel f, en 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer, 2.3, eerste lid, en 2.12, vierde lid, 6.6, 6.20, tweede lid, en 7.23, eerste lid, van de Waterwet, 1.6 en 1.7 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, 30, 34, eerste lid, 37, tweede lid, 38, vierde en vijfde lid, 41, 46, tweede lid, 47, 55, tweede en derde lid, 57, eerste lid, 58, eerste lid, 59, eerste lid, 63, eerste lid, en 64, eerste lid,van het Besluit bodemkwaliteit, 5, eerste lid, van het Besluit milieusubsidies, 3, vijfde lid, van het Besluit milieuverslaglegging, 4:2, tweede lid, van het Besluit politiegegevensen 6.3 van het Waterbesluit;

Besluit:

ARTIKEL I

De Beschikking van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 25 april 1986, houdende regelen met betrekking tot grenswaarden voor kwik (Stb. 1986, 242) wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. verwerken van kwik:

elk industrieel proces waarbij kwik of kwikbevattende stoffen worden vervaardigd of gebruikt, of waarbij kwik of kwikbevattende stoffen vrijkomen;

b. lozen:

brengen van:

  • 1°. stoffen in een oppervlaktewaterlichaam;

  • 2°. afvalwater of andere afvalstoffen in een openbaar hemelwaterstelsel, een openbaar ontwateringstelsel, een openbaar vuilwaterriool of een andere voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater, of

  • 3°. stoffen op een zuiveringtechnisch werk met behulp van een werk niet zijnde een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater.

B

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Deze regeling berust op artikel 6.3 van het Waterbesluit en artikel 8.40, eerste lid, in samenhang met artikel 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer.

C

In de artikelen 2 en 3 wordt ‘brengen van kwik in oppervlaktewateren’ telkens vervangen door: lozen van kwik.

ARTIKEL II

Het Besluit van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 25 augustus 1986, houdende regelen met betrekking tot grenswaarden voor hexachloorcyclohexaan (Stb. 1986, 435) wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. verwerken van hexachloorcyclohexaan (HCH):

elk industrieel proces waarbij HCH of HCH-bevattende stoffen worden vervaardigd of gebruikt, of waarbij HCH of HCH-bevattende stoffen vrijkomen;

b. lozen:

brengen van:

  • 1°. stoffen in een oppervlaktewaterlichaam;

  • 2°. afvalwater of andere afvalstoffen in een openbaar hemelwaterstelsel, een openbaar ontwateringstelsel, een openbaar vuilwaterriool of een andere voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater, of

  • 3°. stoffen op een zuiveringtechnisch werk met behulp van een werk niet zijnde een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater.

B

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Deze regeling berust op artikel 6.3 van het Waterbesluit en artikel 8.40, eerste lid, in samenhang met artikel 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer.

C

In de artikelen 2 en 3 wordt ‘brengen van HCH in oppervlaktewateren’ telkens vervangen door: lozen van HCH.

ARTIKEL III

De Instructie-regeling lozingsvoorschriften milieubeheer wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 1 door een puntkomma, wordt aan dat artikel een begripsomschrijving toegevoegd, luidende:

zuiveringtechnisch werk:

zuiveringtechnisch werk als bedoeld in artikel 1.1 van de Waterwet.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, wordt ‘een door een bestuursorgaan beheerd zuiveringstechnisch werk’ telkens vervangen door: een zuiveringtechnisch werk.

2. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘zuiveringstechnisch werk’ vervangen door: zuiveringtechnisch werk.

3. In het eerste lid, onderdeel c, en het tweede lid, onderdeel c, wordt ‘het oppervlaktewater’ telkens vervangen door: een oppervlaktewaterlichaam.

4. Het derde lid vervalt.

ARTIKEL IV

Artikel 1 van de Nadeelcompensatieregeling verleggen kabels en leidingen in en buiten rijkswaterstaatswerken en spoorwegwerken 1999 (NKL 1999) wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel e wordt ‘werken als bedoeld in de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, Staatsblad 1996, 645’ vervangen door: werken als bedoeld in de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of waterstaatswerken als bedoeld in artikel 1.1 van de Waterwet in beheer bij het Rijk.

2. In onderdeel g wordt ‘de Rivierenwet’ vervangen door: hoofdstuk 6, paragraaf 6, van het Waterbesluit.

ARTIKEL V

In artikel 1, eerste lid, van de Regeling aanwijzing BBT-documenten wordt ‘artikel 1 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren’ vervangen door: artikel 6.2 van de Waterwet.

ARTIKEL VI

De Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘oppervlaktewateren’ telkens vervangen door: oppervlaktewaterlichamen.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De in het eerste lid bedoelde aanwijzing beperkt zich tot het gedeelte van een oppervlaktewaterlichaam dat valt onder het beheer van de beheerder die bij het betreffende oppervlaktewaterlichaam in de bijlage vermeld staat.

B

In de artikelen 4.28, tweede lid, onderdeel e, en 4.87, derde en vierde lid, wordt ‘het oppervlaktewater’ telkens vervangen door: een oppervlaktewaterlichaam.

C

Bijlage 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de titel en noot wordt ‘oppervlaktewateren’ telkens vervangen door: oppervlaktewaterlichamen.

2. In de titel wordt ‘waterkwaliteitsbeheerder’ vervangen door: beheerder.

ARTIKEL VII

In artikel 3, onderdeel b, van de Regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen wordt ‘voor het zuiveren van afvalwater op de voet van artikel 15a van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren’ vervangen door: afvalwater op de voet van artikel 3.4, eerste lid, van de Waterwet.

ARTIKEL VIII

De Regeling bijzondere subsidies waterkeren en waterbeheren wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt ‘artikel 7 van de Wet op de waterkering’ vervangen door: artikel 5.4 van de Waterwet.

2. In onderdeel c wordt ‘artikel 12, eerste lid, van de Wet op de waterkering’ vervangen door: artikel 7.23 van de Waterwet.

B

Na artikel 1 wordt in paragraaf 1 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Deze regeling berust op artikel 3, eerste en tweede lid, van de Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat.

ARTIKEL IX

De Regeling bodemkwaliteit wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1 wordt gewijzigd als volgt:

1. In de begripsomschrijvingen van ‘Gestandaardiseerde gehalten’ wordt ‘bodem onder oppervlaktewater’ vervangen door: de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam.

2. In de begripsomschrijving van ‘Sanering van de bodem’ vervalt ‘waaronder mede begrepen de bodem onder oppervlaktewater,’.

B

In de artikelen 3.9.3, derde lid, en 4.8.1, vierde lid en vijfde lid, de onderdelen a en b, wordt ‘het oppervlaktewater’ telkens vervangen door: een oppervlaktewaterlichaam.

C

Artikel 4.2.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt ‘oppervlaktewater’ vervangen door ‘een oppervlaktewaterlichaam’

2. In het derde lid, onderdeel c, wordt ‘bodem onder oppervlaktewater’ vervangen door ‘de bodem of oever van oppervlaktewaterlichamen’.

3. In het vierde lid, onderdeel b, wordt ‘in zoet oppervlaktewater’ vervangen door: in een oppervlaktewaterlichaam dat zoet water bevat.

D

In artikel 4.2.2, tweede lid, en in bijlage B, tabel 2, kolom 6, wordt ‘in zout oppervlaktewater’ telkens vervangen door: in een oppervlaktewaterlichaam dat zout water bevat.

E

In de artikelen 4.3.4, derde lid, 4.4.1, derde en vierde lid, 4.8.1, eerste lid, onderdeel a, onder 4° en 5°, 4.10.1, tweede lid, 4.10.3, in de titel en in het eerste, tweede en derde lid, 4.12.1, eerste lid, onderdeel b, bijlage B, opmerking 2 en noot 2 bij tabel 1, de titel en kolom 4 en 7 van tabel 2, opmerking 2 en de noten 3, 8 en ~ bij tabel 2, bijlage D, onderdeel II, bijlage G, onderdeel III, en bijlage M, in de titel en in de onderdelen 2, onder 1, 3, onder 2, en 5, onder 1, aanhef en onderdeel b, wordt ‘bodem onder oppervlaktewater’ telkens vervangen door: bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam.

F

In artikel 4.5.1, tweede lid, wordt ‘oppervlaktewateren’ vervangen door: oppervlaktewaterlichamen.

G

In artikel 4.8.1, vierde lid, wordt ‘in oppervlaktewater’ vervangen door ‘in een oppervlaktewaterlichaam’ en wordt ‘het oppervlaktewater’ vervangen door: het oppervlaktewaterlichaam.

H

In 4.8.3 wordt ‘van baggerspecie zout oppervlaktewater’ vervangen door: van baggerspecie in een oppervlaktewaterlichaam dat zout water bevat.

I

In artikel 4.11.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt ‘in zoet oppervlaktewater’ vervangen door: in een oppervlaktewaterlichaam dat zoet water bevat.

2. In onderdeel c wordt ‘in zout oppervlaktewater’ vervangen door: in een oppervlaktewaterlichaam dat zout water bevat.

J

Artikel 5.1.9, veertiende lid, vervalt.

K

Bijlage A, tabel 1, wordt als volgt gewijzigd:

1. In noot 1 wordt ‘oppervlaktewater’ vervangen door: oppervlaktewaterlichamen.

2. In noot 2 wordt ‘oppervlaktewater’ vervangen door: water.

L

Bijlage B wordt als volgt gewijzigd:

1. In tabel 1, noot 3, en tabel 2, noot 5, wordt ‘oppervlaktewater’ telkens vervangen door: water.

2. In tabel 2, kolom 3 en de noten 2 en $, wordt ‘in zoet oppervlaktewater’ telkens vervangen door: in een oppervlaktewaterlichaam dat zoet water bevat.

3. In tabel 2, noot 3, wordt ‘in oppervlaktewater’ vervangen door ‘in een oppervlaktewaterlichaam’ en wordt ‘de bodem onder het oppervlaktewater’ vervangen door: de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam.

M

In bijlage M, onderdeel 3, onder 2, onder a en d, wordt ‘oppervlaktewater’ telkens vervangen door: oppervlaktewaterlichaam.

ARTIKEL X

De Regeling gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2.2, vierde lid, onderdeel b, wordt ‘artikel 1, eerste lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren of die zijn gehanteerd bij de toepassing van de in plaats van een vergunning ingevolge artikel 1, tweede lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur gestelde regels’ vervangen door: artikel 6.2 van de Waterwet of die zijn gehanteerd bij de toepassing van de in plaats van een vergunning ingevolge artikel 6.6 van de Waterwet bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur gestelde regels.

B

In artikel 2.3, derde lid, onderdeel b, wordt ‘artikel 1, eerste lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren of die zijn gehanteerd bij de toepassing van de in plaats van een vergunning ingevolge artikel 1, tweede lid, de Wet verontreiniging oppervlaktewateren bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur gestelde regels’ vervangen door: artikel 6.2 van de Waterwet of die zijn gehanteerd bij de toepassing van de in plaats van een vergunning ingevolge artikel 6.6 van de Waterwet bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur gestelde regels.

ARTIKEL XI

De Regeling grenswaarden afvalwater s-PVC-productie wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen g, h en i vervallen, onder verlettering van onderdeel j tot onderdeel g.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g (nieuw) door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

h. lozen:

brengen van:

  • 1°. stoffen in een oppervlaktewaterlichaam;

  • 2°. afvalwater of andere afvalstoffen in een openbaar hemelwaterstelsel, een openbaar ontwateringstelsel, een openbaar vuilwaterriool of een andere voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater, of

  • 3°. stoffen op een zuiveringtechnisch werk met behulp van een werk niet zijnde een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater.

B

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Deze regeling berust op artikel 6.3 van het Waterbesluit en artikel 8.40, eerste lid, in samenhang met artikel 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer.

C

In artikel 2, eerste lid, wordt ‘die in oppervlaktewater worden gebracht’ vervangen door: dat wordt geloosd.

ARTIKEL XII

De Regeling grenswaarden afvalwater VCM-bedrijven wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen i, j en k vervallen, onder verlettering van onderdeel l tot onderdeel i.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i (nieuw) door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

j. lozen:

brengen van:

  • 1°. stoffen in een oppervlaktewaterlichaam;

  • 2°. afvalwater of andere afvalstoffen in een openbaar hemelwaterstelsel, een openbaar ontwateringstelsel, een openbaar vuilwaterriool of een andere voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater, of

  • 3°. stoffen op een zuiveringtechnisch werk met behulp van een werk niet zijnde een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater.

B

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Deze regeling berust op artikel 6.3 van het Waterbesluit en artikel 8.40, eerste lid, in samenhang met artikel 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer.

C

In artikel 2, eerste lid, wordt ‘in oppervlaktewater worden gebracht’ vervangen door: worden geloosd.

ARTIKEL XIII

De Regeling grenswaarden voor cadmium in afvalwater wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

g. lozen:

brengen van:

  • 1°. stoffen in een oppervlaktewaterlichaam;

  • 2°. afvalwater of andere afvalstoffen in een openbaar hemelwaterstelsel, een openbaar ontwateringstelsel, een openbaar vuilwaterriool of een andere voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater, of

  • 3°. stoffen op een zuiveringtechnisch werk met behulp van een werk niet zijnde een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater.

B

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Deze regeling berust op artikel 6.3 van het Waterbesluit en artikel 8.40, eerste lid, in samenhang met artikel 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer.

C

In de artikelen 2 en 3 wordt ‘in oppervlaktewateren wordt gebracht’ telkens vervangen door: wordt geloosd.

ARTIKEL XIV

De Regeling grenswaarden voor chloroform in afvalwater wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt, onder vernummering van de onderdelen g tot en met j tot d tot en met g, na onderdeel b een onderdeel ingevoegd, luidende:

c. lozen:

brengen van:

  • 1°. stoffen in een oppervlaktewaterlichaam;

  • 2°. afvalwater of andere afvalstoffen in een openbaar hemelwaterstelsel, een openbaar ontwateringstelsel, een openbaar vuilwaterriool of een andere voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater, of

  • 3°. stoffen op een zuiveringtechnisch werk met behulp van een werk niet zijnde een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater;.

B

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Deze regeling berust op artikel 6.3 van het Waterbesluit en artikel 8.40, eerste lid, in samenhang met artikel 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer.

C

In de artikelen 2 en 3 wordt ‘in oppervlaktewateren wordt gebracht’ telkens vervangen door: wordt geloosd.

ARTIKEL XV

De Regeling grenswaarden voor DDT in afvalwater wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

g. lozen:

brengen van:

  • 1°. stoffen in een oppervlaktewaterlichaam;

  • 2°. afvalwater of andere afvalstoffen in een openbaar hemelwaterstelsel, een openbaar ontwateringstelsel, een openbaar vuilwaterriool of een andere voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater, of

  • 3°. stoffen op een zuiveringtechnisch werk met behulp van een werk niet zijnde een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater.

B

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Deze regeling berust op artikel 6.3 van het Waterbesluit en artikel 8.40, eerste lid, in samenhang met artikel 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer.

C

In de artikelen 2 en 3 wordt ‘in oppervlaktewateren wordt gebracht’ telkens vervangen door: wordt geloosd.

ARTIKEL XVI

De Regeling grenswaarden voor DRINS in afvalwater wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel j door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

k. lozen:

brengen van:

  • 1°. stoffen in een oppervlaktewaterlichaam;

  • 2°. afvalwater of andere afvalstoffen in een openbaar hemelwaterstelsel, een openbaar ontwateringstelsel, een openbaar vuilwaterriool of een andere voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater, of

  • 3°. stoffen op een zuiveringtechnisch werk met behulp van een werk niet zijnde een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater.

B

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Deze regeling berust op artikel 6.3 van het Waterbesluit en artikel 8.40, eerste lid, in samenhang met artikel 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer.

C

In de artikelen 2 en 3 wordt ‘in oppervlaktewateren wordt gebracht’ telkens vervangen door: wordt geloosd.

ARTIKEL XVII

De Regeling grenswaarden voor EDC in afvalwater wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

g. lozen:

brengen van:

  • 1°. stoffen in een oppervlaktewaterlichaam;

  • 2°. afvalwater of andere afvalstoffen in een openbaar hemelwaterstelsel, een openbaar ontwateringstelsel, een openbaar vuilwaterriool of een andere voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater, of

  • 3°. stoffen op een zuiveringtechnisch werk met behulp van een werk niet zijnde een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater.

B

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Deze regeling berust op artikel 6.3 van het Waterbesluit en artikel 8.40, eerste lid, in samenhang met artikel 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer.

C

In de artikelen 2, eerste lid, en 3 wordt ‘in oppervlaktewateren wordt gebracht’ telkens vervangen door: wordt geloosd.

ARTIKEL XVIII

De Regeling grenswaarden voor HCB in afvalwater wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

g. lozen:

brengen van:

  • 1°. stoffen in een oppervlaktewaterlichaam;

  • 2°. afvalwater of andere afvalstoffen in een openbaar hemelwaterstelsel, een openbaar ontwateringstelsel, een openbaar vuilwaterriool of een andere voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater, of

  • 3°. stoffen op een zuiveringtechnisch werk met behulp van een werk niet zijnde een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater.

B

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Deze regeling berust op artikel 6.3 van het Waterbesluit en artikel 8.40, eerste lid, in samenhang met artikel 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer.

C

In de artikelen 2 en 3 wordt ‘in oppervlaktewateren wordt gebracht’ telkens vervangen door: wordt geloosd.

ARTIKEL XIX

De Regeling grenswaarden voor HCBD in afvalwater wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

g. lozen:

brengen van:

  • 1°. stoffen in een oppervlaktewaterlichaam;

  • 2°. afvalwater of andere afvalstoffen in een openbaar hemelwaterstelsel, een openbaar ontwateringstelsel, een openbaar vuilwaterriool of een andere voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater, of

  • 3°. stoffen op een zuiveringtechnisch werk met behulp van een werk niet zijnde een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater.

B

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Deze regeling berust op artikel 6.3 van het Waterbesluit en artikel 8.40, eerste lid, in samenhang met artikel 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer.

C

In de artikelen 2 en 3 wordt ‘in oppervlaktewateren wordt gebracht’ telkens vervangen door: wordt geloosd.

ARTIKEL XX

De Regeling grenswaarden voor PCP in afvalwater wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

g. lozen:

brengen van:

  • 1°. stoffen in een oppervlaktewaterlichaam;

  • 2°. afvalwater of andere afvalstoffen in een openbaar hemelwaterstelsel, een openbaar ontwateringstelsel, een openbaar vuilwaterriool of een andere voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater, of

  • 3°. stoffen op een zuiveringtechnisch werk met behulp van een werk niet zijnde een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater.

B

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Deze regeling berust op artikel 6.3 van het Waterbesluit en artikel 8.40, eerste lid, in samenhang met artikel 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer.

C

In de artikelen 2 en 3 wordt ‘in oppervlaktewateren wordt gebracht’ telkens vervangen door: wordt geloosd.

ARTIKEL XXI

De Regeling grenswaarden voor PER in afvalwater wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

i. lozen:

brengen van:

  • 1°. stoffen in een oppervlaktewaterlichaam;

  • 2°. afvalwater of andere afvalstoffen in een openbaar hemelwaterstelsel, een openbaar ontwateringstelsel, een openbaar vuilwaterriool of een andere voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater, of

  • 3°. stoffen op een zuiveringtechnisch werk met behulp van een werk niet zijnde een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater.

B

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Deze regeling berust op artikel 6.3 van het Waterbesluit en artikel 8.40, eerste lid, in samenhang met artikel 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer.

C

In de artikelen 2, eerste lid, en 3 wordt ‘in oppervlaktewateren wordt gebracht’ telkens vervangen door: wordt geloosd.

ARTIKEL XXII

De Regeling grenswaarden voor TCB in afvalwater wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

g. lozen:

brengen van:

  • 1°. stoffen in een oppervlaktewaterlichaam;

  • 2°. afvalwater of andere afvalstoffen in een openbaar hemelwaterstelsel, een openbaar ontwateringstelsel, een openbaar vuilwaterriool of een andere voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater, of

  • 3°. stoffen op een zuiveringtechnisch werk met behulp van een werk niet zijnde een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater.

B

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Deze regeling berust op artikel 6.3 van het Waterbesluit en artikel 8.40, eerste lid, in samenhang met artikel 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer.

C

In de artikelen 2, eerste lid, en 3 wordt ‘in oppervlaktewateren wordt gebracht’ telkens vervangen door: wordt geloosd.

ARTIKEL XXIII

De Regeling grenswaarden voor TETRA in afvalwater wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

g. lozen:

brengen van:

  • 1°. stoffen in een oppervlaktewaterlichaam;

  • 2°. afvalwater of andere afvalstoffen in een openbaar hemelwaterstelsel, een openbaar ontwateringstelsel, een openbaar vuilwaterriool of een andere voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater, of

  • 3°. stoffen op een zuiveringtechnisch werk met behulp van een werk niet zijnde een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater.

B

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Deze regeling berust op artikel 6.3 van het Waterbesluit en artikel 8.40, eerste lid, in samenhang met artikel 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer.

C

In de artikelen 2 en 3 wordt ‘in oppervlaktewateren wordt gebracht’ telkens vervangen door: wordt geloosd.

ARTIKEL XXIV

De Regeling grenswaarden voor TRI in afvalwater wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

h. lozen:

brengen van:

  • 1°. stoffen in een oppervlaktewaterlichaam;

  • 2°. afvalwater of andere afvalstoffen in een openbaar hemelwaterstelsel, een openbaar ontwateringstelsel, een openbaar vuilwaterriool of een andere voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater, of

  • 3°. stoffen op een zuiveringtechnisch werk met behulp van een werk niet zijnde een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater.

B

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Deze regeling berust op artikel 6.3 van het Waterbesluit en artikel 8.40, eerste lid, in samenhang met artikel 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer.

C

In de artikelen 2, eerste lid, en 3 wordt ‘in oppervlaktewateren wordt gebracht’ telkens vervangen door: wordt geloosd.

ARTIKEL XXV

De Regeling lozingen afvalwater van rookgasreiniging wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel f komt te luiden:

f. Wtw-bevoegd gezag:

bevoegd gezag als bedoeld in artikel 6.1 van de Waterwet;.

2. Onderdeel h komt te luiden:

h. verlener van een vergunning:

Wtw-bevoegd gezag of bevoegd gezag;

3. Onderdeel i komt te luiden:

i. lozen:

brengen van:

  • 1°. stoffen in een oppervlaktewaterlichaam;

  • 2°. afvalwater of andere afvalstoffen in een openbaar hemelwaterstelsel, een openbaar ontwateringstelsel, een openbaar vuilwaterriool of een andere voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater, of

  • 3°. stoffen op een zuiveringtechnisch werk met behulp van een werk niet zijnde een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater.

B

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Deze regeling berust op de artikelen 6.3a van het Waterbesluit en 8.40 en 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer.

C

Artikel 3 vervalt.

D

In de artikelen 4, eerste, tweede en vierde lid, 5 en 6, eerste lid, wordt ‘de waterkwaliteitsbeheerder’ telkens vervangen door: het Wtw-bevoegd gezag.

E

In artikel 4, vierde lid, wordt ‘het ontvangende oppervlaktewater’ vervangen door ‘het ontvangende oppervlaktewaterlichaam’ en vervalt ‘de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en de Wet op de waterhuishouding,’.

ARTIKEL XXVI

Het meldingenformulier in de bijlage bij de Regeling meldingen Lozingenbesluit open teelt en veehouderij wordt vervangen door het in bijlage I bij deze regeling opgenomen formulier.

ARTIKEL XXVII

Artikel 2 van de Regeling milieukwaliteitseisen gevaarlijke stoffen oppervlaktewateren wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘oppervlaktewateren’ vervangen door: oppervlaktewaterlichamen.

2. In het tweede lid wordt ‘het oppervlaktewater’ vervangen door: een oppervlaktewaterlichaam.

ARTIKEL XXVIII

In artikel 1, onderdeel a, van de Regeling ontgrondingen in rijkswateren wordt ‘de bijlage bij de Uitvoeringsregeling waterhuishouding’ vervangen door: bijlage II, onderdeel 1, bij het Waterbesluit.

ARTIKEL XXIX

In artikel 1 van de Regeling van de Minister van Justitie, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Defensie van 1 februari 2008, nr. 5528485/08, houdende regels tot het aanwijzen van wetgeving, genoemd in artikel 4:2, tweede lid, van het Besluit politiegegevens (Stcrt. 2008, 38) wordt ‘Wet verontreiniging oppervlaktewateren’ vervangen door: Waterwet.

ARTIKEL XXX

In de Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 22 december 1995, nr. R210484, houdende toepassing van de artikelen 6, eerste lid en 8, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen voor de verontreinigingsheffing rijkswateren (Stcrt. 1996, 5) wordt na artikel 1 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Deze regeling berust mede op artikel 7.5, eerste lid, van de Waterwet.

ARTIKEL XXXI

De Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 12 december 1988, houdende regelen met betrekking tot grenswaarden voor asbest (Stb. 1988, 592) wordt gewijzigd als volgt:

A

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

h. lozen:

brengen van:

  • 1°. stoffen in een oppervlaktewaterlichaam;

  • 2°. afvalwater of andere afvalstoffen in een openbaar hemelwaterstelsel, een openbaar ontwateringstelsel, een openbaar vuilwaterriool of een andere voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater, of

  • 3°. stoffen op een zuiveringtechnisch werk met behulp van een werk niet zijnde een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater.

B

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Deze regeling berust op artikel 6.3 van het Waterbesluit en artikel 8.40, eerste lid, in samenhang met artikel 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer.

C

In de artikelen 2 en 3 wordt ‘brengen van asbest in oppervlaktewateren’ telkens vervangen door: lozen van asbest.

ARTIKEL XXXII

De Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 22 december 1989, houdende regelen met betrekking tot grenswaarden voor sulfaat en chloride bij lozingen door de titaandioxide-industrie (Stb. 1989, 618) wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

e. lozen:

brengen van:

  • 1°. stoffen in een oppervlaktewaterlichaam;

  • 2°. afvalwater of andere afvalstoffen in een openbaar hemelwaterstelsel, een openbaar ontwateringstelsel, een openbaar vuilwaterriool of een andere voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater, of

  • 3°. stoffen op een zuiveringtechnisch werk met behulp van een werk niet zijnde een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater.

B

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Deze regeling berust op artikel 6.3 van het Waterbesluit en artikel 8.40, eerste lid, in samenhang met artikel 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer.

C

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘het brengen in oppervlaktewateren met behulp van een werk’ vervangen door: het lozen.

2. Het tweede lid alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid vervallen.

D

In artikel 3 wordt ‘het in oppervlaktewateren brengen’ vervangen door: het lozen.

ARTIKEL XXXIII

De Regeling veiligheid primaire waterkeringen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt ‘artikel 4, eerste lid, van de Wet op de waterkering’ vervangen door: artikel 2.3, eerste lid, van de Waterwet.

B

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Deze regeling berust op de artikelen 2.3, eerste lid, en 2.12, vierde lid, van de Waterwet.

C

In artikel 2 wordt ‘artikel 5a van de Wet op de waterkering’ vervangen door: artikel 2.12, vierde lid, van de Waterwet.

ARTIKEL XXXIV

In artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van de Subsidieregeling riolering woonboten wordt ‘artikel 2 van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken’ vervangen door: artikel 6.12 van het Waterbesluit.

ARTIKEL XXXV

De Subsidieregeling servicepunten milieuwethandhaving wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel b komt te luiden:

b. beheerder:

op grond van artikel 3.2, eerste lid, van de Waterwet aangewezen overheidslichaam;

2. In onderdeel c wordt ‘waterkwaliteitsbeheerders’ vervangen door: beheerders.

B

In artikel 4, tweede lid, wordt ‘waterkwaliteitsbeheerders’ vervangen door: beheerders.

ARTIKEL XXXVI

Artikel 43c, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel g, onder 1°, wordt ‘Wet verontreiniging oppervlaktewateren’ vervangen door: Waterwet.

2. In onderdeel w, onder 1°, wordt ‘Grondwaterwet’ vervangen door: Waterwet.

ARTIKEL XXXVII

De Uitvoeringsregeling energie-investeringsaftrek 2001 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, eerste lid, onderdeel c, wordt ‘de Wet beheer Rijkswaterstaatswerken’ vervangen door: de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of de artikelen 6.12, 6.13 of 6.14 van het Waterbesluit.

B

In artikel 5, vijfde lid, wordt ‘de Wet beheer Rijkswaterstaatswerken’ vervangen door: de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of de artikelen 6.12, 6.13 of 6.14 van het Waterbesluit.

ARTIKEL XXXVIII

Artikel 27, onderdeel f, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 komt te luiden:

  • f. de verontreinigingsheffing ingevolge artikel 7.2, eerste lid, van de Waterwet;.

ARTIKEL XXXIX

In de bijlage behorende bij artikel 2 van de Uitvoeringsregeling milieuverslaglegging, in het model voor het opstellen van overheidsverslagen, de onderdelen ‘algemene regels’, ‘overschrijding grenswaarden’ en ‘routing overheidsverslag’, wordt ‘Wet verontreiniging oppervlaktewateren’ telkens vervangen door ‘Waterwet’ en wordt ‘Wvo’ telkens vervangen door: Wtw.

ARTIKEL XL

Artikel 6.12, tweede lid, van de Waterregeling komt te luiden:

  • 2. Zandverplaatsingen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen c en e, worden binnen één kalenderjaar niet gecombineerd uitgevoerd.

ARTIKEL XLI

De Regeling advisering door technische commissie grondwaterbeheer omtrent schade bij onttrekking of infiltratie vervalt.

ARTIKEL XLII

Deze regeling treedt in werking met ingang van 22 december 2009.

ARTIKEL XLIII

Deze regeling wordt aangehaald als: Invoeringsregeling Waterwet.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa

BIJLAGE BIJ ARTIKEL XXVI VAN DE INVOERINGSREGELING WATERWET

Bijlage bij de regeling meldingen lozingenbesluit open teelt en veehouderij

Meldingsformulier Lozingenbesluit open teelt en veehouderij

Let op: lees voor het invullen eerst de toelichting. In de toelichting staat vermeld aan wie u dit formulier moet zenden.

   
   

Het vak hiernaast hoeft u niet in te vullen

Dossiernummer

 
   
 

Datum ontvangst

 
   
   
 

Dienst/afdeling

 
   
   
   
   

Gegevens over de procedure

Bestaande en nieuwe agrarische activiteiten moeten gemeld worden. Als u die activiteiten later verandert moet u dat ook melden.

Lees ook de toelichting op pagina 8 (onder het kopje ‘Wanneer moet u melden?’)

1

Is dit uw eerste melding of is dit een wijziging van een eerdere melding?

Eerste melding

Wijziging van een eerdere melding

Het gaat hier om een vergunning op grond van de Waterwet.

Lees ook de toelichting op pagina 8 (onder het kopje vraag 2)

2

Hebt u voor het lozen als gevolg van al uw agrarische activiteiten een geldende vergunning?

Ja, ga naar de ondertekening pagina 7 en vermeld hierbij eveneens uw adresgegevens

Nee

Gegevens over de meldingsplichtige

Lees de toelichting op pagina 8 (onder het kopje ‘Wie moet melden?’)

3

Wie is de melder?

Naam .....

Adres .....

Postcode, plaats .....

Telefoonnummer .....

Faxnummer .....

Alleen invullen als dit een andere persoon is dan onder 3 genoemd

4

Wie heeft de feitelijke leiding over de agrarische activiteiten en is contactpersoon bij bezoek van het bevoegd gezag?

Naam .....

Adres .....

Postcode, plaats .....

Telefoonnummer .....

Faxnummer .....

Gegevens over agrarische activiteiten

Lees de toelichting op pagina 8 (onder het kopje vraag 5)

U kunt meerdere mogelijkheden aankruisen!

Indien u

5

Welke agrarische activiteiten verricht u?

Activiteiten in:

 

akkerbouw

  

Vollegrondsgroententeelt

   

fruitteelt

   

bloembollenteelt en vollegrondsbloemisterij

   

boomteelt of vaste plantenteelt

   

grasland

   

veehouderijbedrijven

   

overige sectoren te weten

    

.....

    

.....

Gegevens over huishoudelijk afvalwater op het bedrijf

U kunt deze vraag met nee beantwoorden als u geen huishoudelijk afvalwater hebt of het water anders (bv mestkelder of bodem) dan via de riolering of een oppervlaktewaterlichaam afvoert.

Lees ook de toelichting op pagina 8 (onder het kopje vraag 6)

6

Loost u huishoudelijk afvalwater?

Nee, geen huishoudelijk afvalwater ga naar vraag 11

 

nee, anders (mestkelder/bodem) ga naar vraag 11

  

ja, ik loos op de riolering ga naar vraag 11

  

ja, ik loos op een oppervlaktewaterlichaam ga naar vraag 7

Het gaat hierbij alleen om water waaruit het huishoudelijk afvalwater ontstaat. Lees de watermeter af.

N.B. Deze vraag hoeft u alleen in te vullen, wanneer met de watermeter hoofdzakelijk verbruik voor huishoudelijke doeleinden wordt gemeten.

Lees ook de toelichting op pagina 8 (onder het kopje vragen 7&8)

7

Geef indien mogelijk aan hoeveel water u per jaar gebruikt

 

..... m3

Uhoeft vraag 8 alleen te beantwoorden als u bij vraag 7 geen getal hebt kunnen invullen.

Tel de werkdagen in een jaar van alle werknemers op uw bedrijf op.

Lees ook de toelichting op pagina 8 (onder het kopje vragen 7 & 8)

8

Hoeveel werkdagen wordt er gebruik gemaakt van huishoudelijke voorzieningen zoals kantines en toiletten en door hoeveel mensen?

 

..... werkdagen per jaar

..... mensen

Lees de toelichting op pagina 8 (onder het kopje vragen 9,12,15,18,21)

9

Hoe groot is de afstand tussen de plaats waar het afvalwater ontstaat en de riolering?

 

..... meter

Als u op een oppervlaktewaterlichaam loost moet het huishoudelijk afvalwater zuiveringsvoorzieningen doorlopen

10

Welke zuiveringsvoorzieningen hebt u voor het huishoudelijk afvalwater?

Septic tank ..... m3

 

Andere zuivering namelijk:

   

.....

Gegevens over was- en spoelwater van voertuigen, werktuigen en apparaten

U kunt deze vraag met nee beantwoorden als u geen was- of spoelwater hebt of het water anders dan via de riolering of een oppervlaktewaterlichaam afvoert.

Lees ook de toelichting op pagina 8 (onder het kopje vraag 11)

11

Loost u was- en spoelwater van uitwendig gereinigde voertuigen, werktuigen en apparaten?

nee, ga naar vraag 14

 

ja, ik loos op de riolering ga naar vraag 14

 

ja, ik loos op een oppervlaktewaterlichaamga naar vraag 12

Lees de toelichting op pagina 8 (onder het kopje vragen 9,12,15,18,21)

12

Hoe groot is de afstand tussen de plaats(en) waar het was- en spoelwater ontstaat en de riolering?

 

..... meter

Als u op een oppervlaktewaterlichaam loost moet het was- en spoelwater zuiveringsvoorzieningen doorlopen.

13

Welke zuiveringsvoorzieningen hebt u voor dit was- en spoelwater?

Bezinkput van ..... m3

 

Andere zuivering namelijk:

   

.....

Gegevens over spoelwater van landbouwgewassen

U kunt deze vraag met nee beantwoorden als u geen spoelwater hebt of het water anders dan via de riolering of een oppervlaktewaterlichaam afvoert.

14

Loost u spoelwater van landbouwgewassen?

nee, ga naar vraag 17

 

ja, ik loos op de riolering ga naar vraag 17

  

ja, ik loos op een oppervlaktewaterlichaam ga naar vraag 15

Lees de toelichting op pagina 8 (onder het kopje vragen 9,12,15,18,21)

15

Hoe groot is de afstand tussen de plaats(en) waar dit spoelwater ontstaat en de riolering?

 

..... meter

Als u op een oppervlaktewaterlichaam loost moet het spoelwater zuiveringsvoorzieningen doorlopen.

16

Welke zuiveringsvoorzieningen hebt u voor dit spoelwater?

Bezinkput van ..... m3

 

Andere zuivering namelijk:

    

.....

Gegevens over afvalwater afkomstig van het ontijzeren van grondwater

Denk aan afvalwater van ontijzeringsinstallaties voor grondwater.

U kunt deze vraag met nee beantwoorden als u geen afvalwater hebt of het water anders dan via de riolering of een oppervlaktewaterlichaam afvoert.

17

Loost u het afvalwater van een ontijzeringsinstallatie ?

nee, ga naar vraag 20

 

ja, ik loos op de riolering ga naar vraag 20

  

ja, ik loos op een oppervlaktewaterlichaam ga naar vraag 18

Lees de toelichting op pagina 8 (onder het kopje vragen 9,12,15,18,21)

18

Hoe groot is de afstand tussen de plaats(en) waar dit alvalwater ontstaat en de riolering?

 

..... meter

Als u op een oppervlaktewaterlichaam loost moet het afvalwater zuiveringsvoorzieningen doorlopen.

19

Welke zuiveringsvoorzieningen hebt u voor dit afvalwater?

Bezinkput van ..... m3

 

Andere zuivering namelijk:

    

.....

Gegevens over was- en spoelwater van het reinigen van ruimten waarin agrarische activiteiten plaatsvinden

U kunt deze vraag met nee beantwoorden als u geen was- of spoelwater hebt of het water anders dan via de riolering of een oppervlaktewaterlichaam afvoert

Lees de toelichting op pagina 9 (onder het kopje vraag 20)

20

Loost u was- en spoelwater uit ruimten waarin agrarische activiteiten plaatsvinden?

nee, ga naar vraag 23

 

ja, ik loos op de riolering ga naar vraag 23

 

ja, ik loos op een oppervlaktewaterlichaam ga naar vraag 21

Lees de toelichting op pagina 8 (onder het kopje vragen 9,12,15,18,21)

21

Hoe groot is de afstand tussen de plaats(en) waar het was- en spoelwater vrijkomt en de riolering?

 

..... meter

Als u op een oppervlaktewaterlichaam loost moet het was- en spoelwater zuiveringsvoorzieningen doorlopen

22

Welke zuiveringsvoorzieningen hebt u voor dit was- en spoelwater?

Bezinkput van ..... m3

 

Andere zuivering namelijk:

   

.....

Gegevens over koel- en condenswater van verwarmings- en/of koelingsapparaten

 

23

Loost u koel- en condenswater van verwarmings- en of- koelingsapparaten?

Ja

  

Nee

Gegevens over hemelwater en/of reinigingswater dat van terreinoppervlakken afkomstig is

Denk aan werktuigen (ook anders dan spuit- of mestapparatuur)

24

Plaatst of stalt u buiten op verhard terrein materialen, apparaten,voedingsstoffen afvalstoffen of grondstoffen?

Ja, ga naar vraag 25

 

Nee, ga naar vraag 27

Voorkom lozing van vervuild regenwater door gemorste meststoffen, veevoer e.d. op te ruimen, door verhard oppervlak schoon te houden en/of door af te dekken

25

Hoe voorkomt u dat hemel- water (regen, sneeuw e.d) of reinigingswater in contact komt met verontreinigde materialen, apparaten, voedingsstoffen afvalstoffen en grondstoffen die op verhard terrein zijn gestald of opgeslagen?

Met een zeil

 

Met een afdak

 

Anders te weten:

   

.....

 

26

Hoe voorkomt u dat hemelwater in contact komt met verontreinigde materialen, apparaten, voedingsstoffen afvalstoffen en grondstoffen die op onverhard terrein langs de sloot zijn gestald of opgeslagen?

Met een zeil

  

Met een afdak

  

Door de materialen, enz. op een afstand van ten minste 5 meter van de sloot op te slaan of stallen

  

Anders te weten:

   

.....

Gegevens over ander afvalwater

Denk bijvoorbeeld aan melkspoelwater dat via een voorziening voor individuele behandeling van afvalwater (een IBA) geloosd wordt.

27

Komt op uw erf of perceel ander afvalwater (dan hiervoor genoemd) voor dat op een oppervlaktewaterlichaam geloosd wordt?

Nee

  

Ja

   

namelijk .....

   

zuivering door .....

Gegevens over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op het perceel

Lees de toelichting op pagina 9 (onder het kopje vraag 28)

28

Gebruikt u naast een oppervlaktewaterlichaam gewasbeschermingsmiddelen?

Ja

  

Nee

Lees de toelichting op pagina 9 (onder het kopje vraag 29)

29

Wilt u met de waterkwaliteitsbeheerder overleggen over de vraag of u greppels of droge sloten hebt op uw perceel?

Ja

  

Nee

 

30

Gebruikt u gewasbeschermingsmiddelen op het talud?

Ja

  

Nee

Gegevens over het gebruik van meststoffen op het perceel

Lees de toelichting op pagina 9 (onder het kopje vraag 30)

31

Gebruikt u naast een oppervlaktewaterlichaam Meststoffen?

Ja

  

Nee

Kopieer deze pagina als u niet genoeg ruimte hebt om van alle gebouwen gegevens in te vullen

Gegevens over de locatie van gebouwen van waaruit geloosd wordt

32

 

Gebouw 1:

  
 

a) Wat is het adres van de gebouwen waar afvalwaterstromen vrijkomen?

a)

Adres .....

Postcode, plaats .....

 
 

b) Hoe is de plaats van de gebouwen kadastraal bekend?

b)

Gemeente .....

Sectie .....

Nummer .....

 

c) Bij welke gebouwen is op het erf een drainagesysteem aanwezig?

c)

Drainagesysteem?

□ Ja

□ Nee

 

Geef de locatie van de gebouwen ook aan op een kaart van 1:10.000 en stuur de kaart als bijlage mee Lees ook de toelichting op pagina 9 (onder het kopje vraag 31 (onder d) en 32 (onder d))

   
  

Gebouw 2:

  
  

a)

Adres .....

Postcode, plaats .....

 
  

b)

Gemeente .....

Sectie .....

Nummer .....

  

c)

Drainagesysteem?

□ Ja

□ Nee

  

Gebouw 3:

  
  

a)

Adres .....

Postcode, plaats .....

 
  

b)

Gemeente .....

Sectie .....

Nummer .....

  

c)

Drainagesysteem?

□ Ja

□ Nee

  

Gebouw 4:

  
  

a)

Adres .....

Postcode, plaats .....

 
  

b)

Gemeente .....

Sectie .....

Nummer .....

  

c)

Drainagesysteem?

□ Ja

□ Nee

Kopieer deze pagina als u niet genoeg ruimte hebt om van alle percelen gegevens in te vullen

Gegevens over de locatie van percelen langs een oppervlaktewaterlichaam

33

Alleen de gegevens van percelen langs een oppervlaktewaterlichaam opgeven!

Perceel 1:

  
 

a) Hoe is de plaats van de percelen langs een oppervlaktewaterlichaam kadastraal bekend?

a)

Gemeente .....

Sectie .....

Nummer .....

 

b) Op welke percelen is een drainagesysteem aanwezig.

b)

Drainagesysteem?

□ Ja

□ Nee

 

c) Heeft u langs of in dit perceel greppels, waarvan u wilt weten of het een droge of natte sloot is? Lees ook de toelichting op pagina 9 (onder het kopje vraag 32 (onder c)).

c)

 

□ Ja

□ Nee

 

d) Geef de locatie van de gebouwen ook aan op een kaart van 1:10.000 en stuur de kaart als bijlage mee Lees ook de toelichting op pagina 9 (onder het kopje vraag 31 (onder d) en 32 (onder d))

   
  

Perceel 2:

  
  

a)

Gemeente .....

Sectie .....

Nummer .....

  

b)

Drainagesysteem?

□ Ja

□ Nee

  

c)

 

□ Ja

□ Nee

  

Perceel 3:

  
  

a)

Gemeente .....

Sectie .....

Nummer .....

  

b)

Drainagesysteem?

□ Ja

□ Nee

  

c)

 

□ Ja

□ Nee

  

Perceel 4:

  
  

a)

Gemeente .....

Sectie .....

Nummer .....

  

b)

Drainagesysteem?

□ Ja

□ Nee

  

c)

 

□ Ja

□ Nee

  

Perceel 5:

  
  

a)

Gemeente .....

Sectie .....

Nummer .....

  

b)

Drainagesysteem?

□ Ja

□ Nee

  

c)

 

□ Ja

□ Nee

  

Perceel 6:

  
  

a)

Gemeente .....

Sectie .....

Nummer .....

  

b)

Drainagesysteem?

□ Ja

□ Nee

  

c)

 

□ Ja

□ Nee

  

Perceel 7:

  
  

a)

Gemeente .....

Sectie .....

Nummer .....

  

b)

Drainagesysteem?

□ Ja

□ Nee

  

c)

 

□ Ja

□ Nee

  

Perceel 8:

  
  

a)

Gemeente .....

Sectie .....

Nummer .....

  

b)

Drainagesysteem?

□ Ja

□ Nee

  

c)

 

□ Ja

□ Nee

  

Perceel 9:

  
  

a)

Gemeente .....

Sectie .....

Nummer .....

  

b)

Drainagesysteem?

□ Ja

□ Nee

  

c)

 

□ Ja

□ Nee

  

Perceel 10:

  
  

a)

Gemeente .....

Sectie .....

Nummer .....

  

b)

Drainagesysteem?

□ Ja

□ Nee

  

c)

 

□ Ja

□ Nee

Gegevens over biologische teelt

De teeltvrije zone wordt in het Lozingenbesluit niet verplicht voor de biologische telers.

Alleen agrarische activiteiten waarvoor de Stichting SKAL (uit Zwolle) een keurmerk heeft afgegeven gelden als biologische teelt. Voor agrarische activiteiten waarvoor de Stichting agro milieukeur een keurmerk heeft afgegeven gelden mogelijk kleinere teeltvrije zones.

34

Teelt u met het keurmerk van de Stichting SKAL of Stichting agro milieukeur?

Ja, stuur een afschrift van het keurmerk mee.

 

Nee

Gegevens over driftarme doppen en kantdoppen

Deze vragen hoeft u alleen te beantwoorden als u langs een oppervlaktewaterlichaam veldspuitapparatuur gebruikt .

Lees ook de toelichting op pagina 9 (onder het kopje vraag 34)

35

Welke (driftarme) doppen en kantdoppen gebruikt u?

.....

Ruimte voor opmerkingen

 
 
 
 
 
 

Ondertekening

Ondergetekende verklaart hierbij dat dit formulier naar waarheid en volledig is ingevuld. Deze verklaring geldt tevens voor de bijgevoegde bijlagen.

 

Als er sprake is van een gemachtigde,

Moeten zowel de meldingsplichtige als de

gemachtigde het formulier onderteken.

  
 

Plaats .....

 

Datum .....

  
 

Handtekening meldingsplichtige

.....

  
 

Handtekening eventuele gemachtigde

.....

  
 

De volgende bijlagen zijn bijgesloten (aankruisen wat van toepassing is):

 

□Topografische kaart gebouwen

 

□Topografische kaart percelen

 

□ keurmerk SKAL

 

□ keurmerk Stichting agro milieukeur

Toelichting op het meldingsformulier Lozingenbesluit open teelt en veehouderij

Algemeen
Waarom dit formulier?

Met dit meldingsformulier kunt u melding doen van uw voornemen om in de nabijheid van een oppervlaktewaterlichaam agrarische activiteiten te verrichten. Een oppervlaktewaterlichaam is alle water in de open lucht waarin plantjes en insecten (kunnen) groeien (sloten, vaarten,beekjes). Ook greppels, die droog staan, kunnen een oppervlaktewaterlichaam zijn. De meldingsplicht vloeit voort uit het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij (hierna Lozingenbesluit). Het Lozingenbesluit is op 1 februari 2000 bekendgemaakt en op 1 maart 2000 in werking getreden.

Met het meldingsformulier controleren en registreren waterkwaliteitsbeheerders vóór de start van agrarische activiteiten (of activiteiten die daarmee verband houden), onder meer:

  • in welke landbouwsectoren agrarische activiteiten plaatsvinden,

  • welke afvalwaterstromen ontstaan,

  • welke zuiveringsvoorzieningen worden gebruikt

  • en of op de percelen meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt.

Wie moet melden?

De melding moet gedaan worden door degene die verantwoordelijk is voor de agrarische activiteiten. Dat zal meestal de eigenaar van het bedrijf zijn. Het kan bijvoorbeeld ook een huurder of een pachter zijn.

Wanneer moet u melden?

U moet alle agrarische activiteiten melden waarbij afvalwaterstromen of stoffen in het water terecht komen (dus waarbij u loost). Het kan daarbij gaan om:

  • 1. nieuwe agrarische activiteiten. U moet hierbij bijvoorbeeld denken aan het beginnen (overnemen) van een bedrijf. Deze activiteiten moeten zes weken voor het begin van de activiteiten gemeld worden;

  • 2. het veranderen van activiteiten die u op grond van het Lozingenbesluit al gemeld hebt. Ook het veranderen van deze activiteiten moet u vooraf melden. Hiervoor geldt geen termijn. Let op! U hoeft het veranderen van agrarische activiteiten alleen te melden als u ook anders gaat lozen of ophoudt met lozen. Dit is bijvoorbeeld het geval als u:

    • op een nieuw perceel gaat werken;

    • als u uw eigen agrarische activiteiten op een perceel beëindigt doordat u het perceel bijvoorbeeld verhuurt, ruilt of verkoopt. (Let op! als de nieuwe huurder of eigenaar op het perceel gaat telen moet niet alleen u een melding doen maar ook de nieuwe teler. U meldt in dat geval het beëindigen van de agrarische activiteiten en de nieuwe teler meldt het beginnen van nieuwe agrarische activiteiten);

    • als u ophoudt met meststoffen en bestrijdingsmiddelen te gebruiken;

    • als uw zuiveringsvoorzieningen veranderen;

    • als u biologisch gaat telen met het SKAL-keurmerk of

    • als u helemaal ophoudt met agrarische activiteiten.

Het wisselen van teelt op een perceel betekent niet altijd dat het lozen ook verandert. Teeltwisselingen zult u daarom meestal niet hoeven te melden.

Wanneer hoeft u niet te melden?

Niet iedereen die agrarische activiteiten uitvoert valt onder Lozingenbesluit. Daarom hoeft u bijvoorbeeld niet te melden als:

  • u een geldende vergunning op grond van de Waterwet heeft;

  • u paddestoelen teelt, als u uitsluitend of hoofdzakelijk voor derden landbouwgewassen spoelt, als u in de witloftrek, pot- container- of substraatteelt of de glastuinbouw agrarische activiteiten verricht, als u vaste planten in een waterbassin teelt, of als u een landbouwloonbedrijf hebt.

Invullen en opsturen

Maak zo nodig kopieën van de pagina’s van het meldingsformulier, als er onvoldoende ruimte is om alle in te vullen gegevens op te schrijven.

U moet dit formulier zenden aan het Hoogheemraadschap van Rijnland, t.a.v. afdeling Handhaving, Postbus 156, 2300 AD Leiden. Indien percelen buiten het beheersgebied van het waterschap vallen dient voor die percelen melding te worden gedaan bij de desbetreffende waterkwaliteitsbeheerders.

Toelichting op de vragen

Vraag 2 Vergunning

Het gaat hier om een vergunning op grond van de Waterwet. Alleen wanneer u voor al uw agrarische activiteiten een vergunning hebt, moet u deze vraag met ja beantwoorden. Als u voor al uw activiteiten vergunning hebt valt u niet onder het Lozingenbesluit. U hoeft dan de rest van de vragen niet te beantwoorden en kunt het formulier ondertekenen en terugsturen.

Vraag 5 Agrarische activiteiten

Met agrarische activiteiten wordt hier bedoeld het telen of kweken van landbouwgewassen of het fokken, mesten of houden van landbouwhuisdieren Geef aan in welke sector(en) u agrarische activiteiten uitvoert. Ook als u op kleine schaal deze activiteiten uitvoert (vb een schapenweitje) moet u deze vraag beantwoorden.

Vraag 6 Huishoudelijk afvalwater

Het gaat hier alleen om huishoudelijk afvalwater dat bij de agrarische activiteiten ontstaat. Denk aan water uit de kantine’s of de toiletten. Afvalwater uit het woonhuis dient u niet op te geven.

Vraag 7 & 8 Gegevens over waterverbruik

Het huishoudelijk afvalwater dat tijdens agrarische activiteiten ontstaat kan beperkt en omvangrijk zijn. Voor beperkt en omvangrijk lozen van huishoudelijk afvalwater gelden verschillende voorschriften. Aan de hand van zogenaamde inwonerequivalenten kan bepaald worden of u beperkt of omvangrijk loost. De inwonerequivalenten worden berekend met de gegevens die u bij de vragen 7 en 8 invult. U moet daarbij invullen hoeveel (drink)water op uw bedrijf voor huishoudelijke voorzieningen wordt gebruikt. Denk hierbij o.a. aan kantines en toiletten. U kunt ook aangeven hoeveel mensen per dag in een jaar gebruik maken van de huishoudelijke voorzieningen.

Vraag 9, 12, 15, 18, 21 Afstand tot de riolering

Deze vragen hoeft u alleen te beantwoorden wanneer u afvalwater op een oppervlaktewaterlichaam loost. Verschillende afvalwaterstromen mogen niet op een oppervlaktewaterlichaam geloosd worden als er dicht in de buurt een riolering is waarop u kunt aansluiten. Met de vragen 9, 12, 15, 18 en 21toetst de waterkwaliteitsbeheerder de afstanden.

Vraag 11 Was- en spoelwater voertuigen, werktuigen en apparaten

Bij deze vraag kunt u aangeven of u het was- en spoelwater (afvalwater) van uitwendig gereinigde voertuigen, werktuigen en apparaten op een oppervlaktewaterlichaam loost. Afvalwater waarin bestrijdingsmiddelen en meststoffen zitten mag niet in een oppervlaktewaterlichaam terechtkomen. Daarom mag het was- en spoelwater van voertuigen, werktuigen en apparaten, die worden gebruikt voor het verspreiden van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen, niet worden geloosd op een oppervlaktewaterlichaam als die voertuigen, werktuigen en apparaten op een verhard oppervlak worden gereinigd. Alleen het was- en spoelwater van voertuigen, werktuigen en apparaten die niet worden gebruikt om meststoffen of gewasbeschermingsmiddelen toe te passen mag op een oppervlaktewaterlichaam geloosd worden. Bedoeld is bijvoorbeeld het waswater van grondbewerkingsapparatuur, de trekker of oogstapparatuur.

Vraag 20 Was- en spoelwater uit ruimten waarin agrarische activiteiten plaatsvinden

Bij deze vraag kunt u aangeven of u het was- en spoelwater (afvalwater), dat afkomstig is uit ruimten waarin agrarische activiteiten plaatsvinden, op een oppervlaktewaterlichaam loost. Afvalwater waarin bestrijdingsmiddelen en meststoffen zitten mag niet in een oppervlaktewaterlichaam terechtkomen. Daarom is het verboden om afvalwater uit ruimten waarin bestrijdingsmiddelen of meststoffen bijvoorbeeld worden opgeslagen op een oppervlaktewaterlichaam te lozen.

Vraag 28 Gebruiken van bestrijdingsmiddelen langs een oppervlaktewaterlichaam

Bij het bespuiten van gewassen kunnen gewasbeschermingsmiddelen in een oppervlaktewaterlichaam terecht komen (drift). Daarom gelden binnen een afstand van 14 meter tot een oppervlaktewaterlichaam verschillende voorschriften voor het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen op het perceel. Het maakt overigens niet uit hoeveel en hoe vaak u gewasbeschermingsmiddelen toepast.

Vraag 30 Gebruiken van meststoffen langs een oppervlaktewaterlichaam

Ook bij het bemesten van het perceel kunnen stoffen bijvoorbeeld door afspoelen in een oppervlaktewaterlichaam terechtkomen. Naast het water gelden daarom ook voorschriften voor het toepassen van mest.

Vraag 31 (onder d) en 32 (onder d) Kaarten

De kaarten zijn nodig om te zien waar gebouwen en percelen liggen. Voor waterschappen die veel met kadastercodes gaan werken is het kaartje bijvoorbeeld handig om details te zien. Voor een goede oriëntatie is het nodig, dat u ook grote wateren wegen en dergelijke op de kaart aangeeft. De voorkeur gaat uit naar het gebruik van een topografische kaart van 1:10000, echter een duidelijke weergave op een ander kaartformaat kan ook volstaan.

Vraag 32 (onder c) Greppels en droge sloten

Sommige regels uit het Lozingenbesluit gelden niet voor alle oppervlaktewaterlichamen. De teeltvrije zone geldt bijvoorbeeld niet voor greppels en droge sloten. Bij greppels en droge sloten moet u denken aan (gegraven) waterlopen waarin een groot deel van het jaar (van 1 april tot 1 oktober) onder normale omstandigheden geen water staat. Als u niet zeker weet of u op uw perceel greppels of droge sloten hebt kunt u hierover overleggen met de waterkwaliteitsbeheerder. Dit kan door bij vraag 33c per perceel met ja te beantwoorden.

Vraag 34 Driftarme doppen en kantdoppen

Vanaf 1 januari 2001 moet langs een oppervlaktewaterlichaam met driftarme doppen en kantdoppen worden gespoten. Er bestaat een lijst van doppen die officieel als driftarme en kantdoppen zijn erkend. Aan de hand van wat u bij deze vraag invult zullen de waterschappen te zijner tijd bepalen of uw doppen op de lijst staan. Als uw doppen niet op de lijst staan zult u een testcertificaat moeten opsturen. U zult hierover bericht ontvangen.

TOELICHTING

Deze regeling bevat wijzigingen in een aantal ministeriële regelingen die nodig zijn met het oog op de inwerkingtreding van de Waterwet. Het betreffen technische wijzigingen, zoals de aanpassing van verwijzingen naar wetten die met de inwerkingtreding van de Waterwet zijn ingetrokken en de aanpassing van termen aan de nieuwe terminologie van de Waterwet (beheerder in plaats van waterkwaliteitsbeheerder, oppervlaktewaterlichaam in plaats van oppervlaktewater, etc.). Er is getracht zo dicht mogelijk bij bestaande regelgeving aan te sluiten.

Tevens is in deze regeling voor een aantal ministeriële regelingen, die waren gebaseerd op ingetrokken wetten of vervallen bepalingen, voorzien in het benoemen van de nieuwe grondslag in de Waterwet, het Waterbesluit of de Wet milieubeheer.

De inwerkingtreding van de Waterwet heeft ook tot gevolg dat de Regeling tijdelijke vergunning voor lozing van zwartelijststoffen van rechtswege komt te vervallen. De inhoud van deze regeling is verwerkt in het Waterbesluit en de Waterregeling.

Artikelsgewijs

Artikel IX

De wijzigingen van de Regeling bodemkwaliteit omvatten hoofdzakelijk de aanpassing van termen aan de terminologie van de Waterwet. De inwerkingtreding van de Waterwet heeft echter ook tot gevolg dat de Wet bodembescherming niet meer van toepassing is op de bodem en oever van oppervlaktewaterlichamen. Het ‘saneren’, dat in deze regeling in de zin van de Wet bodembescherming wordt gebruikt, omvat dus met ingang van 22 december 2009 niet meer het verbeteren van de waterbodemkwaliteit. Vandaar dat in de begripsomschrijving van ‘saneren van de bodem’ de zinsnede met betrekking tot de bodem onder oppervlaktewater is geschrapt.

Dit betekent overigens niet dat de Regeling bodemkwaliteit direct met de inwerkingtreding van de Waterwet niet meer van toepassing is op de waterbodem. Het overgangsrecht van artikel 2.17 van de Invoeringswet Waterwet voorziet er in dat het oude recht (inclusief de Regeling bodemkwaliteit, zoals deze tot 22 december 2009 luidde) van toepassing blijft op gevallen van verontreiniging die voor inwerkingtreding van die wet zijn beschikt als ernstig en spoedeisend op grond van de artikelen 29 en 37 van de Wet bodembescherming.

Het is de bedoeling dat hoofdstuk 2 van de Regeling bodemkwaliteit ook voor bepaalde werkzaamheden in de bodem en oever van oppervlaktewaterlichamen blijft gelden. De benodigde aanpassing van de regeling wordt in de loop van 2010 vastgesteld.

Artikel XLI

De Regeling advisering door technische commissie grondwaterbeheer omtrent schade bij onttrekking of infiltratie is materieel uitgewerkt door het vervallen van de grondslag voor deze commissie in de Grondwaterwet door de Wet van 15 september 1994, houdende wijziging van enige bepalingen van de Grondwaterwet in verband met de opheffing van de Technische commissie grondwaterbeheer (Stb. 1994, 759).

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa.

Naar boven