Regeling van de Minister van Economische Zaken van 2 december 2009, nr. WJZ/9171912, houdende aanpassing van de Subsidieregeling sterktes in de regio aan wijzigingen in het Kaderbesluit EZ-subsidies

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 3, vierde lid, 5 en 25 van het Kaderbesluit EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling Sterktes in de regio wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 2.1 wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd:

experimentele ontwikkeling:

experimentele ontwikkeling als bedoeld in paragraaf 2.2, onder g, van de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie nr. 2006/C 323/01 (PbEU C 323);

fundamenteel onderzoek:

fundamenteel onderzoek als bedoeld in paragraaf 2.2, onder e, van de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie nr. 2006/C 323/01 (PbEU C 323);

industrieel onderzoek:

industrieel onderzoek als bedoeld in paragraaf 2.2, onderdeel f, van de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie nr. 2006/C 323/01 (PbEU C 323);.

B

Onder vernummering van het vijfde lid tot zesde lid, wordt in artikel 2.3 een lid ingevoegd luidende:

  • 5. In afwijking van artikel 3, vierde lid, van het Kaderbesluit EZ-subsidies, kan de minister op aanvraag subsidie verstrekken aan een provincie, gemeente of openbaar lichaam.

C

Het cijfer 1 voor het eerste lid en het tweede lid van artikel 2.5 vervallen.

D

Artikel 2.6 wordt gewijzigd als volgt:

1. In de aanhef van het eerste lid wordt ‘artikel 5, eerste lid, van het Kaderbesluit EZ-subsidies’ vervangen door: de Regeling steunintensiteit.

2. In onderdeel c van het eerste lid wordt ‘de bijlage, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van het Kaderbesluit EZ-subsidies’ vervangen door: de Regeling steunintensiteit.

3. Het derde lid vervalt.

E

Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid wordt in artikel 2.10 een lid toegevoegd luidende:

  • 2. De minister beslist tevens afwijzend op een aanvraag om subsidie voor zover het gevraagde subsidiebedrag hoger is dan € 10 000 000.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 2 december 2009

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Doel en aanleiding

Met deze regeling wordt de Subsidieregeling sterktes in de regio aangepast aan de wijzigingen in het Kaderbesluit EZ-subsidies per 1 januari 2010. De wijzigingen in het Kaderbesluit houden verband met de verbreding van de werkingssfeer van dat besluit naar vrijwel alle beleidsterreinen van het ministerie van Economische Zaken en ze houden verband met het, per 1 januari 2010 in werking tredende rijksbrede subsidiekader. Zie hier voor de Nota van Toelichting bij de wijziging van het Kaderbesluit EZ-subsidies, Stb 2009, 419.

Voor deze wijziging van de Subsidieregeling sterktes in de regio zijn met name de wijziging van artikel 5 van het Kaderbesluit EZ-subsidies en het daarmee samenhangende verwijderen van de bijlage bij het Kaderbesluit van belang. In deze bijlage waren de toepasselijke subsidiepercentages opgenomen. Deze worden verplaatst naar een nieuwe regeling, de Regeling steunintensiteit. De redactie van artikel 5 van het Kaderbesluit is hieraan aangepast.

2. Administratieve lasten

De aanpassing van het Kaderbesluit EZ-subsidies per 1 januari 2010 geeft voor 2010 bij de onderhavige regeling een extra reductie van € 6 à 7 000 aan verkrijgingskosten door lagere administratieve eisen bij subsidies onder de € 125 000. In het Kaderbesluit wordt hiermee vooruit gelopen op de inwerkingtreding van het rijksbrede subsidiekader (brief van de Minister van Financiën van 29 april 2009 inzake het kader financieel beheer rijkssubsidies, Kamerstuk 31 865/31 031, nr. 5). Waar het bij de onderhavige regeling subsidies betreft van € 25 000 of minder zal de volledige benutting van het rijksbrede subsidiekader in de toekomst naar verwachting nog leiden tot een extra reductie.

De standaardisatie die het Kaderbesluit EZ-subsidies geeft, betekent dat per 2010 voor zo goed als alle subsidieregelingen van Economische Zaken dezelfde bepalingen gelden. Dit betekent naast de concrete lastenbesparende maatregelen die zijn ingevoerd met het Kaderbesluit ook steeds meer gewenning en voorspelbaarheid verwacht mag worden van de toepassing van standaardbepalingen.

Ten slotte noopt de invoering van het Kaderbesluit EZ-subsidies tot een systematische benadering van reductie van administratieve lasten. Een mogelijkheid tot nieuwe reductie zal moeten worden beoordeeld op de mogelijkheid van EZ-brede toepassing, hetgeen betekent dat dit dient te worden opgenomen in het Kaderbesluit. Bij reductiemogelijkheden die gelegen zijn in de systematiek van een of enkele subsidie-instrumenten, ligt een verwerking in de desbetreffende subsidieregeling(-en) voor de hand. Bij maatregelen die zich lenen voor brede toepassing is het wel mogelijk dat tijdelijk eerst een voorziening wordt opgenomen in alle subsidieregelingen, vooruitlopend op wijziging van het Kaderbesluit. Dit om zo snel mogelijk de subsidieontvangers het reductievoordeel te kunnen bieden.

II. Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Het verwijderen van de bijlage bij het Kaderbesluit EZ-subsidies brengt onder meer mee dat de in het Kaderbesluit opgenomen definities van begrippen die uitsluitend in die bijlage voorkwamen, mèt de bijlage uit het Kaderbesluit verdwijnen. Deze worden voortaan voor zover nodig opgenomen in de afzonderlijke regelingen. Voor de Subsidieregeling sterktes in de regio heeft dit tot gevolg dat de definities van experimentele ontwikkeling, fundamenteel onderzoek en industrieel onderzoek in artikel 2.1 moeten worden opgenomen.

Artikel I, onderdeel B

Om op grond van de Subsidieregeling sterktes in de regio subsidies te kunnen blijven verstrekken aan provincies, gemeenten en openbare lichamen is gebruik gemaakt van de afwijkingsmogelijkheid van artikel 3, vierde lid, van het Kaderbesluit EZ-subsidies.

Artikel I, onderdelen C en D

Nu, zoals als hiervoor toegelicht, de toepasselijke subsidiepercentages verplaatst worden van het Kaderbesluit EZ-subsidies naar de Regeling steunintensiteit, moeten de verwijzingen in de artikelen 2.5 en 2.6 hieraan worden aangepast.

Gezien de gewijzigde redactie van artikel 5 van het Kaderbesluit EZ-subsidies vervallen artikel 2.5, tweede lid, en artikel 2.6, derde lid. Het subsidie-maximum wordt nu geregeld in artikel 2.10, tweede lid. Zie hierna bij artikel I, onderdeel E.

Artikel I, onderdeel E

Het maximum van € 10 000 000 geldt per project, ook als hieraan meerdere partijen deelnemen, en is dus niet een maximum per per subsidie-ontvanger. Gezien het systeem van het Kaderbesluit EZ-subsidies van subsidie-maxima per subsidie-ontvanger, wordt een dergelijke bepaling dan opgenomen als een van de afwijzingsgronden (het nieuwe tweede lid) en niet als subsidie-maximum.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

Naar boven