Regeling van de Minister van Economische Zaken van 16 oktober 2009, nr. WJZ/9178831, tot wijziging van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen en van de Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2009 (Regeling tijdelijke garantie ondernemingsfinanciering curatieve zorg)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikelen 4, 9, 16, 17, 18, 19, 25, 30, vijfde lid, en 32, derde lid, van het Kaderbesluit EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen wordt gewijzigd als volgt:

A

In hoofdstuk 3 wordt na paragraaf 3 een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 3A. Tijdelijke garantie ondernemingsfinanciering curatieve zorg

Artikel 3.12k

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

curatieve zorg:

zorg door een instelling die een toelating heeft op grond van de Wet toelating zorginstellingen voor het verlenen van medisch-specialistische zorg;

lening:

een niet achtergestelde lening van geld door een financier aan een ondernemer, welke lening:

  • a. al dan niet door enige vorm van zekerheid is gedekt,

  • b. niet converteerbaar is en

  • c. is afgesloten met de afspraak dat een gedeelte van de rente vast is, een gedeelte van de rente flexibel is en gekoppeld is aan Euribor, met het oog op de financiering door deze onderneming van eigen activiteiten;

liquiditeitsopslag:

een door een financier aan een ondernemer in rekening gebracht percentage van de lening, waarvan de hoogte gelijk is voor alle door de desbetreffende financier op dezelfde dag afgesloten of af te sluiten leningen met dezelfde looptijd. Indien een dergelijk percentage niet beschikbaar is, zal in overleg met de financier een ander redelijk, transparant en verifieerbaar percentage worden vastgesteld.

Artikel 3.12l
  • 1. Voor de toepassing van deze paragraaf wordt als financier aangewezen een bank.

  • 2. Voor de toepassing van deze paragraaf wordt een academisch ziekenhuis aangemerkt als een ondernemer.

Artikel 3.12m

De minister verstrekt op aanvraag subsidie in de vorm van een garantstelling aan een financier voor de terugbetaling van een lening die de financier op grond van een overeenkomst aan een ondernemer heeft verstrekt voor de duur van de overeenkomst met een maximum van acht jaar.

Artikel 3.12n
  • 1. Er wordt garant gestaan voor 50 procent van het nog niet afgeloste deel van de lening.

  • 2. Indien de financier bij het verschaffen van een lening een gedeelte daarvan niet onder de garantstelling ingevolge deze paragraaf brengt, zijn de bepalingen van deze paragraaf slechts van toepassing op het gedeelte van de verkregen lening dat onder de garantstelling is gebracht.

Artikel 3.12o
  • 1. De garantstelling heeft uitsluitend betrekking op een lening waarbij de aan de ondernemer verstrekte lening niet minder bedraagt dan € 1.500.000.

  • 2. De garantstelling heeft uitsluitend betrekking op een lening waarbij de aan de ondernemer of, indien de ondernemer deel uitmaakt van een groep, aan de groep verstrekte lening tezamen met het nog niet afgeloste deel van de lening of leningen die door de financier met toepassing van deze paragraaf aan de ondernemer onderscheidenlijk de groep is verstrekt of gelijktijdig wordt verstrekt niet meer bedraagt dan € 50.000.000.

Artikel 3.12p
  • 1. De in artikel 3.6 bedoelde adviescommissie heeft tevens tot taak de minister op zijn verzoek te adviseren omtrent de afwijzingsgronden voor aanvragen om het sluiten van een garantstellingsovereenkomst, bedoeld in de artikelen 22 en 24 van het Kaderbesluit EZ-subsidies.

  • 2. De in artikel 3.12f, tweede lid, bedoelde adviescommissie heeft tevens tot taak de minister op zijn verzoek te adviseren omtrent de afwijzingsgronden voor aanvragen om garantstelling, bedoeld in artikel 3.12s.

Artikel 3.12q

In bijlage 3.9 is een model opgenomen voor een garantstellingsovereenkomst ten aanzien van leningen.

Artikel 3.12r

De minister verdeelt het subsidieplafond voor garantstellingen op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

Artikel 3.12s

De minister beslist afwijzend op een aanvraag om een garantstelling:

  • a. indien de financier geen garantstellingsovereenkomst met de Staat heeft gesloten;

  • b. indien er niet wordt voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van het model garantstellingsovereenkomst zoals opgenomen in bijlage 3.9;

  • c. indien de financier eerder tekort is geschoten bij de naleving van verplichtingen op grond van de garantstellingsovereenkomst;

  • d. voor zover voor een lening of deel daarvan reeds door de stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector, gevestigd te Utrecht, een garantstelling is verstrekt;

  • e. indien de activiteiten van de ondernemer niet in overwegende mate betrekking hebben op de curatieve zorg;

  • f. indien de lening die de financier op grond van een overeenkomst aan een ondernemer heeft verstrekt geen betrekking heeft op de bouw of verbouw van een onroerende zaak.

Artikel 3.12t
  • 1. Het tarief van de provisie, bedoeld in artikel 32, derde lid, van het Kaderbesluit EZ-subsidies, wordt voor de garantie op de verstrekte lening, berekend door alle door de financier over het gegarandeerde deel van de lening ontvangen inkomsten te verminderen met:

    • a. een kwart procent per jaar voor beheerskosten;

    • b. Euribor zoals opgenomen in de kredietofferte aan het te financieren bedrijf vermeerderd met een liquiditeitsopslag en

    • c. de afsluitprovisie.

  • 2. Indien de financier een hogere rating heeft dan A, wordt de liquiditeitsopslag vermeerderd met het verschil tussen het percentage uit de regeling voor staatsgaranties voor de uitgifte van schuldpapier van banken voor banken met een rating A en de werkelijke rating van de financier.

  • 3. Indien de afsluitprovisie meer bedraagt dan 0,5 procent van de lening, wordt het meerdere toegevoegd aan de in het eerste lid, aanhef, genoemde inkomsten

  • 4. De minister kan een hoger tarief voor de provisie vaststellen, indien de provisie te laag is in relatie tot het risico dat de Staat loopt.

B

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 3.13, onderdeel d, door een puntkomma, worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • e. het indienen van een aanvraag om een garantstellingsovereenkomst op grond van paragraaf 3A is opgenomen in bijlage 3.8;

  • f. het indienen van een aanvraag om een garantstelling op grond van paragraaf 3A is opgenomen in bijlage 3.10.

C

Toegevoegd wordt:

1. een bijlage 3.8 overeenkomstig bijlage I;

2. een bijlage 3.9 overeenkomstig bijlage II;

3. een bijlage 3.10 overeenkomstig bijlage III;

4. een bijlage 3.11 overeenkomstig bijlage IV.

ARTIKEL II

De Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2009 wordt gewijzigd als volgt:

In de tabel in artikel 1 wordt na punt 1.3a, ingevoegd:

1.3b

Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen (Tijdelijke garantie ondernemingsfinanciering curatieve zorg)

3.12m

 

Tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling t/m 31-12

100.000.000

 

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 16 oktober 2009

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

BIJLAGE I

Bijlage 3.8

Aanvraagformulier garantstellingsovereenkomst als bedoeld in artikel 3.13, tweede lid, sub e, van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen, paragraaf 3A. Tijdelijke garantie ondernemingsfinanciering curatieve zorg.

  • 1. Gegevens financier:

     

    Naam financier:

    Postadres:

    Postcode:

    Plaats:

     

    Bezoekersadres:

    Postcode:

     

    Postbanknummer

    Bankrekeningnummer:

    Naam Bank:

    Te:

     

    Contactpersoon:

     
     

    □ Dhr.

    □ Mw.

    Titel(s):

    Initialen:

     

    Functie:

    Telefoon:

    E-mail:

     
  • 2. Ondergetekende doet hiermee een aanvraag om garantstelling op grond van paragraaf 3A van hoofdstuk 3, Groeifaciliteit, van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen.

  • 3. De financier heeft

    • A. geen garantstellingsovereenkomst Groeifaciliteit met de Staat afgesloten

      • zo ja, vragenset 1 invullen.

    • B. reeds een garantstellingsovereenkomst Groeifaciliteit met de staat afgesloten.

      • zo ja, vragenset 2 invullen.

    Ondertekening

    Ondergetekende verklaart dat hij/zij bekend is met de voorwaarden en procedures van het Kaderbesluit EZ-subsidies en de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen.

Aldus naar waarheid ingevuld,

Naam:

Functie:

Plaats:

Datum:

Handtekening :.....

Indienen: ondertekenen door tekenbevoegde en per post (niet per fax) verzenden naar:

SenterNovem

Groeifaciliteit

Postbus 93144

2509 AC Den Haag

Vragenset 1 van het aanvraagformulier

Ten behoeve van de behandeling van uw aanvraag wordt u verzocht een aantal vragen te beantwoorden. U kunt bij de beantwoording gebruik maken van reeds bestaande stukken.

De verstrekte informatie is van belang om vast te kunnen stellen of een aanvraag al dan niet voldoet aan de regeling en een beeld te vormen over het functioneren, de deskundigheid, de betrouwbaarheid en de financiële positie van de financier. De middels het aanvraagformulier verstrekte informatie kan worden voorgelegd aan de adviescommissie. Zo nodig zullen bij u aanvullende gegevens worden opgevraagd.

Gegevens benodigd voor aanvraag garantstellingsovereenkomst

Beoogd financieringsbeleid en beschikbare expertise op het terrein van de curatieve zorg.

Geef aan hoeveel per jaar men wil financieren met de leningen. Hoe verhoudt dit zich tot de beschikbare deskundigheid en ervaring binnen de organisatie van de financier?

Wat zijn de criteria voor het selecteren van ondernemingen waaraan leningen zullen worden verstrekt?

Beschrijf de marketingstrategie en hoe ondernemers worden benaderd.

Is er sprake van een combinatie/samenwerking met andere partijen en of financiers, zo ja welke? Beschrijf de aard van de samenwerking.

Wordt er een onafhankelijke investeringstoets door de financier uitgevoerd? Hoe verloopt het toetsingsproces (risico-inschatting, doorlichting van vennootschappen)?

Hoe ziet het besluitvormingsproces over de verstrekking van de lening er uit? Beschrijf de fiatteringprocedure.

Hoe ziet het beheer gedurende de looptijd van de lening er uit?

Hoe ziet het bijzonder beheer eruit?

Wat is het track record van uw instelling met betrekking tot de verstrekking van leningen zoals eerder beschreven, mede in termen van volumes, marges, verliezen & voorzieningen? Hoe lang is uw instelling in de curatieve zorg actief?

Geef aan welke gedragslijn wordt gehanteerd om belangenverstrengeling te voorkomen.

Vragenset 2 van het aanvraagformulier

Ten behoeve van de behandeling van uw aanvraag wordt u verzocht een aantal vragen te beantwoorden. U kunt bij de beantwoording gebruik maken van reeds bestaande stukken.

Gegevens benodigd voor aanvraag garantstellingsovereenkomst

Beoogd financieringsbeleid en beschikbare expertise op het terrein van de curatieve zorg.

Geef aan hoeveel per jaar men wil financieren met de leningen. Hoe verhoudt dit zich tot de beschikbare deskundigheid en ervaring binnen de organisatie van de financier?

Wat zijn de criteria voor het selecteren van ondernemingen waaraan leningen zullen worden verstrekt?

Is er sprake van een combinatie/samenwerking met andere partijen en of financiers, zo ja welke? Beschrijf de aard van de samenwerking.

Hoe verloopt het toetsingsproces (risico-inschatting, doorlichting van vennootschappen)?

Hoe ziet het beheer gedurende de looptijd van de lening er uit?

Wat is het track record van uw instelling met betrekking tot de verstrekking van leningen zoals eerder beschreven, mede in termen van volumes, marges, verliezen & voorzieningen? Hoe lang is uw instelling in de curatieve zorg actief?

BIJLAGE II

Bijlage 3.9

Model garantstellingsovereenkomst Tijdelijke garantie ondernemingsfinanciering curatieve zorg, bedoeld in artikel 3.12q van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen.

Overeenkomst tussen:

  • 1. De Staat der Nederlanden, hierna te noemen: de Staat,

    vertegenwoordigd door de Minister van Economische Zaken en

  • 2. ..., hierna te noemen de financier;

Partijen zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1 Definitiebepalingen

  • 1. In deze overeenkomst wordt verstaan onder:

    a. minister:

    de Minister van Economische Zaken;

    b. bank:

    een instelling als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht en die een vergunning heeft om in een lidstaat van de Europese Unie het bedrijf van bank uit te oefenen;

    c. lening:

    een niet achtergestelde lening van geld door een financier aan een ondernemer, welke lening:

    • al dan niet door enige vorm van zekerheid is gedekt,

    • niet converteerbaar is,

    • is afgesloten met de afspraak dat een gedeelte van de rente vast is en een gedeelte van de rente flexibel is en gekoppeld is aan Euribor, met het oog op de financiering door deze onderneming van eigen activiteiten en

    • betrekking heeft op investeringen in de bouw of verbouw van een onroerende zaak;

    d. liquiditeitsopslag:

    een door een financier aan een ondernemer in rekening gebracht percentage van de lening, waarvan de hoogte gelijk is voor alle door de desbetreffende financier op dezelfde dag afgesloten of af te sluiten leningen met dezelfde looptijd. Indien een dergelijk percentage niet beschikbaar is, zal in overleg met de financier een ander redelijk, transparant en verifieerbaar percentage worden vastgesteld;

    e. waarde van een lening:

    het nog niet afgeloste deel van een lening;

    f. ondernemer:

    een natuurlijke persoon, een rechtspersoon, niet zijnde een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of een vennootschap die een onderneming in stand houdt wier activiteiten in overwegende mate betrekking hebben op de curatieve zorg;

    g. groep:

    een economische eenheid, waarin organisatorisch zijn verbonden:

    • a. een natuurlijke persoon of privaatrechtelijke rechtspersoon, die direct of indirect:

      • 1°. meer dan de helft van het geplaatste kapitaal verschaft aan,

      • 2°. volledig aansprakelijk vennoot is van, of

      • 3°. overwegende zeggenschap heeft over een of meer rechtspersonen of vennootschappen, en

    • b. laatstbedoelde rechtspersonen of vennootschappen;

    h. financier:

    een bank;

    i. onderneming:

    iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent, in Nederland is gevestigd en daar een substantieel deel van haar activiteiten uitvoert.

    j. curatieve zorg:

    zorg door een instelling die een toelating heeft op grond van de Wet toelating zorginstellingen voor het verlenen van medisch-specialistische zorg.

  • 2. In deze overeenkomst wordt een academisch ziekenhuis aangemerkt als een ondernemer.

Artikel 2 Garantstelling

  • 1. De Staat stelt zich tegenover de financier garant voor 50% van de waarde van door de financier verstrekte leningen, voor welke garantstelling de financier een provisie is verschuldigd.

  • 2. De garantie wordt verleend voor de duur van deze leningen met een maximum van acht jaar.

  • 3. De garantstelling heeft alleen betrekking op leningen:

    • a. die worden verstrekt overeenkomstig de in artikel 3 genoemde voorwaarden;

    • b. die onder de garantstelling zijn gebracht overeenkomstig de procedure van artikel 4;

    • c. waarvoor geen garantstelling door de stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector, gevestigd te Utrecht, is gegeven of die niet bij die stichting ter garantstelling zijn aangeboden.

  • 4. Indien de financier bij de verstrekking van een lening een gedeelte daarvan niet onder de garantstelling van paragraaf 3A van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen brengt, is deze overeenkomst slechts van toepassing op het gedeelte van de lening dat onder de garantstelling is gebracht, tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald.

Artikel 3 Randvoorwaarden lening

Een lening aan een ondernemer kan onder de garantstelling van de Staat worden gebracht indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de rentabiliteits- en continuïteitsperspectieven van de onderneming van de ondernemer zijn bevredigend;

  • b. in de voorafgaande periode van twaalf maanden zijn niet meer middelen ten behoeve van derden aan de onderneming onttrokken dan noodzakelijk voor een redelijk te achten bedrijfsvoering en evenmin is een verplichting tot een zodanige onttrekking aangegaan;

  • c. de verstrekking van de lening dient niet ter vervanging van eerder aan de ondernemer verschaft krediet of risicokapitaal;

  • d. de waarde van de lening die aan de ondernemer wordt verstrekt bedraagt niet minder dan € 1.500.000;

  • e. bij of in verband met het verstrekken van de lening verstrekt de financier geen andere goederen dan geld;

  • f. de lening draagt zelfstandig bij aan het realiseren van een actief en winstgericht beleid van de financier;

  • g. de ondernemer verplicht zich aan een door de minister als toezichthouder in de zin van de Algemene wet bestuursrecht aangewezen persoon of aan een door de minister aangewezen deskundige derde, voor zover deze dit redelijkerwijs noodzakelijk acht voor de vervulling van zijn taak en binnen de door hem gestelde termijn:

    • 1°. inlichtingen te verstrekken en inzage in zakelijke gegevens en bescheiden te verstrekken en de gelegenheid te bieden daarvan kopieën te maken;

    • 2°. toegang te verlenen tot plaatsen niet zijnde woningen;

    • 3°. anderszins alle door hem gewenste medewerking te verlenen.

  • h. de waarde van de lening die aan de ondernemer of, indien de ondernemer deel uitmaakt van een groep, aan de groep wordt verstrekt tezamen met het nog niet afgeloste deel van de lening of leningen die door een financier met toepassing van paragraaf 3A van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen aan de ondernemer onderscheidenlijk de groep is verstrekt of gelijktijdig wordt verstrekt bedraagt niet meer dan € 50.000.000.

Artikel 4 Aanmelding en toetsing

  • 1. De financier stelt de Staat in kennis van een voorgenomen verstrekking van een lening met gebruikmaking van een formulier, overeenkomstig een model dat als bijlage bij deze overeenkomst is gevoegd, onder bijvoeging van een kopie van de ontwerp-leningsovereenkomst en van andere bescheiden als genoemd in het model.

  • 2. Indien de verstrekking van de lening naar het oordeel van de Staat voldoet aan de in artikel 3 bedoelde voorwaarden, geldt de garantstelling op grond van deze overeenkomst voor deze lening. De Staat bericht hierover de financier binnen drie weken na ontvangst van de aanmelding onder vermelding van de omvang, duur en provisie van de garantie. De minister kan, in afwijking van het voorstel van de financier, een hoger tarief van de provisie vaststellen indien de door de financier voorgestelde provisie, zoals bedoeld in artikel 6.1, naar het oordeel van de Minister te laag is in relatie tot het risico.

  • 3. De garantie wordt afgegeven onder de opschortende voorwaarde dat een dienovereenkomstige, door partijen gesloten overeenkomst aan de Staat wordt overgelegd en dat ook dan wordt voldaan aan de in artikel 3 bedoelde voorwaarden. De Staat bericht hierover de financier binnen 35 dagen na ontvangst van de gesloten overeenkomst onder vermelding van de omvang en duur van de garantie.

Artikel 5 Verplichtingen beheer

  • 1. De financier draagt er voor zorg dat een actief en winstgericht beleid wordt gevoerd voor het verstrekken, beheren en vervreemden van leningen, waarbij rekening wordt gehouden met het belang van de Staat als garantsteller.

  • 2. De financier draagt er voor zorg dat degenen die met het verstrekken, beheren of vervreemden van leningen zijn belast beschikken over de nodige deskundigheid.

  • 3. De financier staat er voor in dat degenen die zijn belast met het verstrekken, beheren of vervreemden van leningen en met de bepaling van en het toezicht op het beleid ter zake betrouwbaar zijn.

  • 4. De financier draagt zorg voor een integere bedrijfsvoering en neemt in dat verband de noodzakelijke maatregelen om onder meer strafbare handelingen, verstrengeling van tegenstrijdige belangen en afhankelijkheid van de financier van bepaalde vennoten, aandeelhouders of andere betrokkenen te voorkomen.

  • 5. De financier staat er voor in dat aandeelhouders, hoofdelijk aansprakelijke vennoten, bestuurders en beheerders van de financier en andere zijdens de financier betrokkenen alleen medewerking verlenen aan verstrekkingen van risicokapitaal en krediet door een ander dan de financier aan een onderneming waaraan de financier een gegarandeerde lening heeft verstrekt, indien een redelijk handelend en redelijk bekwaam beheerder deze verstrekkingen zou hebben gedaan in het kader van een actief en winstgericht beleid.

  • 6. De financier komt, met een ondernemer aan wie een gegarandeerde lening is verstrekt, slechts een wijziging van het aflossingsschema overeen na voorafgaande toestemming van de Staat, tenzij deze betrekking heeft op een versnelde aflossing of op een gehele of gedeeltelijke opschorting van de aflossingen gedurende ten hoogste vier aaneengesloten kwartalen die niet is voorafgegaan door een eerdere opschorting van de aflossingen.

  • 7. De Staat verleent de in het zesde lid bedoelde toestemming indien aannemelijk is dat:

    • a. de ondernemer niet in staat is te voldoen aan het bestaande aflossingsschema;

    • b. adequate maatregelen worden genomen ter verbetering van de liquiditeit van de onderneming en rekening houdend met het belang van rentabiliteit en continuïteit van de onderneming;

    • c. rekening is en wordt gehouden met het belang van de Staat als garantsteller, onder meer door een evenwichtige aanwending van de beschikbare middelen van de ondernemer voor de aflossing van bestaande leningen, met inachtneming van de eventuele achterstelling en zekerheden die voor de gegarandeerde lening gelden.

  • 8. De Staat kan op verzoek van de financier besluiten om de afdracht van de provisie, bedoeld in artikel 6.1, op te schorten in geval dat:

    • a. er voor de financier geen mogelijkheden meer zijn om de renteverplichtingen te incasseren bij de ondernemer; en

    • b. aannemelijk is dat rekening is gehouden en wordt gehouden met het belang van de Staat als garantsteller, onder meer door een evenwichtige aanwending van de beschikbare middelen van de ondernemer voor de verplichtingen van bestaande leningen, met inachtneming van de eventuele achterstelling en zekerheden die voor de gegarandeerde lening gelden.

  • 9. De financier vervreemdt de lening slechts na voorafgaande toestemming van de Staat.

  • 10. De financier verleent slechts gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van verplichtingen voortvloeiende uit de leningovereenkomst, uit hoofde waarvan de gegarandeerde lening is verstrekt, na voorafgaande toestemming van de Staat.

  • 11. De financier brengt slechts wijzigingen aan in de leningovereenkomst van de lening na voorafgaande toestemming van de Staat. De Staat kan toestemming geven indien de wijziging noodzakelijk is voor de continuïteit van de onderneming waarvoor de lening is verstrekt en indien rekening is en wordt gehouden met het belang van de Staat als garantsteller, onder meer door een evenwichtige aanwending van de beschikbare middelen van de ondernemer voor de aflossing van bestaande leningen, met inachtneming van de eventuele achterstelling en zekerheden die voor de gegarandeerde lening gelden.

Artikel 6 Financiële verplichtingen

  • 1. De financier is een door de Minister vastgestelde provisie verschuldigd voor de garantie op leningen die overeenkomstig de procedure van artikel 4 onder de garantstelling zijn gebracht. Het tarief van de provisie voor de garantie op de verstrekte lening wordt berekend door alle door de financier over het gegarandeerde deel van de lening ontvangen inkomsten te verminderen met:

    • a. een kwart procent per jaar voor beheerskosten,

    • b. Euribor zoals opgenomen in de kredietofferte aan het te financieren bedrijf vermeerderd met een liquiditeitsopslag en

    • c. de afsluitprovisie.

  • 2. Indien de financier een hogere rating heeft dan A, wordt de liquiditeitsopslag vermeerderd met het verschil tussen het percentage uit de regeling voor staatsgaranties voor de uitgifte van schuldpapier van banken voor banken met een rating A en de werkelijke rating van de financier.

  • 3. Indien de afsluitprovisie meer bedraagt dan 0,5 procent van de lening, wordt het meerdere toegevoegd aan de in het eerste lid, aanhef, genoemde inkomsten.

  • 4. Per kwartaal wordt een vierde deel van de periodieke provisie, bedoeld in het eerste lid, bij de financier in rekening gebracht, uitgaand van de waarde van de leningen op de eerste dag van het kwartaal.

  • 5. De verschuldigde provisie, bedoeld in het eerste lid, uit hoofde van eenmalige inkomsten, wordt met de financier vereffend op het moment dat deze inkomsten door de financier bij de ondernemer in rekening worden gebracht.

  • 6. Indien een lening waarvoor een garantie is verstrekt, gedeeltelijk vervroegd wordt afgelost, wordt de provisie overeenkomstig het door de financier in de kredietofferte aan het bedrijf genoemde aflossingsschema betaald.

  • 7. Indien een lening waarvoor een garantie is verstrekt, geheel vervroegd wordt afgelost, wordt de te betalen provisie volledig betaald bij de beëindiging van de garantstelling.

  • 8. De in het tweede lid bedoelde provisie is verschuldigd voor de duur van de garantie of zoveel korter als zich één van de in artikel 8, eerste lid, genoemde omstandigheden voordoet.

  • 9. Indien de lening wordt afgestoten om verlies op die lening in de zin van artikel 8, eerste lid, te beperken, kan de minister op verzoek van de financier de over de resterende termijn verschuldigde provisie geheel of gedeeltelijk kwijtschelden indien sprake is van klemmende redenen, gelegen in het belang van de onderneming van de ondernemer.

Artikel 7 Administratieve en informatieverstrekkingsverplichtingen

  • 1. De financier draagt er voor zorg dat een administratie wordt gevoerd die zodanig is ingericht, dat daaruit te allen tijde op eenvoudige en duidelijke wijze gegevens kunnen worden afgelezen over de verstrekkingen, het beheer en de vervreemdingen van gegarandeerde leningen en van ander kapitaal dat zij aan dezelfde ondernemer heeft verstrekt.

  • 2. De financier informeert de Staat binnen acht weken nadat de desbetreffende gebeurtenis heeft plaatsgevonden schriftelijk over wezenlijke wijzigingen in het financieringsbeleid of de organisatie van de financier en over wijzigingen ten aanzien van gegarandeerde leningen, waaronder

    • a. een aflossing van een lening, tenzij deze aflossing overeenkomt met een aflossingsschema waarover de Staat eerder is geïnformeerd;

    • b. een wijziging van de looptijd van een lening.

  • 3. De financier verstrekt de Staat jaarlijks zijn jaarverslag.

  • 4. Desgevraagd verstrekt de financier de Staat gegevens en bescheiden over de verstrekkingen, het beheer en de vervreemdingen van gegarandeerde leningen en van ander kapitaal dat zij aan dezelfde ondernemer heeft verstrekt, en de jaarrekeningen van de ondernemingen waaraan kapitaal is verstrekt, vergezeld van desbetreffende accountantsverklaringen als bedoeld in artikel 393, vijfde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek of een mededeling waarom deze ontbreekt, en van de bijbehorende toelichtingen voor het bestuur van de onderneming.

  • 5. De financier doet onverwijld mededeling aan de Staat van de indiening bij de rechtbank van een verzoek tot verlening van surséance van betaling aan hem of een verzoek tot faillietverklaring van hem.

Artikel 8 Reikwijdte garantie

  • 1. De financier kan een beroep doen op de garantie indien zij op een gegarandeerde lening verlies lijdt:

    • a. bij gehele of gedeeltelijke vervreemding van de lening;

    • b. door gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de lening door de financier;

    • c. door het onvermogen van de ondernemer om de lening af te lossen;

    • d. als gevolg van een faillietverklaring of een surséance van betaling met betrekking tot de ondernemer waaraan de lening is verstrekt;

    • e. bij een in kracht van gewijsde gegane homologatie van een akkoord na de faillietverklaring of na de verlening van surséance van betaling met betrekking tot de ondernemer waaraan de lening is verstrekt;

    • f. indien de ondernemer een rechtspersoon is, bij ontbinding van de rechtspersoon.

  • 2. De minister kan het beroep afwijzen of een korting toepassen op het gevraagde bedrag indien in de voorafgaande periode van twaalf maanden meer middelen aan de onderneming zijn onttrokken ten behoeve van derden dan noodzakelijk voor een redelijk te achten bedrijfsvoering, dan wel een verplichting tot een zodanige onttrekking is aangegaan, mits de financier hieraan op enigerlei wijze medewerking heeft verleend.

  • 3. Bij verlies ingevolge vervreemding van een lening geldt de garantie alleen indien:

    • a. de Staat met vervreemding heeft ingestemd;

    • b. de vervreemding gebeurt tegen een prijs die past in het voeren van een actief en winstgericht beleid;

    • c. voor zover de financier daarbij de lening geheel of voor een deel overdraagt aan één van zijn aandeelhouders, hoofdelijk aansprakelijke vennoten, bestuurders, beheerders of andere betrokkenen,

    • d. de vervreemding gebeurt tegen een prijs die is gebaseerd op een taxatie van twee onafhankelijke deskundigen, dan wel gepaard gaat met vervreemding van ten minste een derde deel van de lening aan onafhankelijke derden.

  • 4. Bij verlies ingevolge gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van een lening geldt de garantie alleen indien de kwijtschelding noodzakelijk is voor de continuïteit van de onderneming waarvoor de lening is verstrekt en indien rekening is gehouden en wordt gehouden met het belang van de Staat als garantsteller, onder meer door een evenwichtige aanwending van de beschikbare middelen van de ondernemer voor de aflossing van bestaande leningen, met inachtneming van de eventuele achterstelling en zekerheden die voor de gegarandeerde lening gelden.

  • 5. Als onvermogen van de ondernemer om de lening af te lossen, bedoeld in het eerste lid, onder c, wordt aangemerkt de situatie waarin:

    • a. de ondernemer niet in staat is te voldoen aan zijn betalingsverplichtingen;

    • b. aannemelijk is dat de ondernemer in de eerstvolgende jaren niet in staat zal zijn te voldoen aan zijn betalingsverplichtingen; en

    • c. aannemelijk is dat rekening is gehouden en wordt gehouden met het belang van de Staat als garantsteller, onder meer door een evenwichtige aanwending van de beschikbare middelen van de ondernemer voor de aflossing van bestaande leningen, met inachtneming van de eventuele achterstelling en zekerheden die voor de gegarandeerde lening gelden.

  • 6. Verlies als gevolg van faillietverklaring of een verlening van surséance van betaling, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder d, wordt aanwezig geacht:

    • a. voor zover aannemelijk is dat de financier bij het einde van het faillissement, van de surséance onderscheidenlijk van de toepassing van de schuldsaneringsregeling een verlies als bedoeld in het achtste lid zal leiden;

    • b. mits aannemelijk is dat rekening is gehouden met het belang van de Staat als garantsteller.

  • 7. De minister kan het beroep afwijzen of een korting toepassen op het gevraagde bedrag indien de financier tekort is geschoten bij de naleving van verplichtingen op grond van deze overeenkomst of indien de financier niet kan aantonen die maatregelen te hebben genomen die een redelijk handelend en redelijk bekwaam beheerder zou hebben genomen in het kader van een actief en winstgericht beleid.

  • 8. Het verlies wordt berekend op basis van de waarde van de lening of, indien het verlies slechts op een deel van de lening is geleden, het hiermee overeenkomende deel van die waarde, in een voorkomend geval verminderd met:

    • a. in geval van vervreemding: de prijs waarvoor die vervreemding heeft plaatsgevonden;

    • b. in geval van ontbinding: de liquidatie-uitkering; of

    • c. in geval van homologatie van een akkoord als bedoeld in het eerste lid, onder e, de in het kader van het akkoord voor de lening verrichte uitkering.

  • 9. Indien de financier meermalen gegarandeerde leningen aan een ondernemer heeft verstrekt en slechts op een deel daarvan verlies lijdt, wordt het verlies geacht te zijn geleden op de lening die de financier het eerst heeft verstrekt.

  • 10. Indien de financier aan een ondernemer leningen heeft verstrekt die slechts ten dele onder de garantstelling zijn gebracht en slechts op een deel daarvan verlies lijdt, wordt het verlies, onverminderd het zesde lid, naar rato toegerekend aan de leningen die onder de garantstelling zijn gebracht.

Artikel 9 Inroepen van garantie en toetsing

  • 1. De financier verzoekt de Staat binnen zes maanden nadat zich de in artikel 8, eerste lid, bedoelde situatie heeft voorgedaan om betaling op grond van de garantie met gebruikmaking van een formulier, overeenkomstig een model dat als bijlage bij deze overeenkomst is gevoegd, onder bijvoeging van een kopie van de vervreemdingsovereenkomst, de inschrijving in het register van de ontbinding van de rechtspersoon of van de in artikel 8, eerste lid, onder c, bedoelde akkoorden en van andere bescheiden als genoemd in het model.

  • 2. Indien naar het oordeel van de Staat sprake is van een verlies als bedoeld in artikel 8, maakt de financier aanspraak op betaling van 50% van het geleden verlies, tenzij de financier in gebreke is gebleven bij de naleving van deze overeenkomst. De Staat bericht hierover de financier binnen dertien weken na ontvangst van het betalingsverzoek onder vermelding van het te betalen bedrag.

Artikel 10 Betalingen

Alle betalingen in verband met deze overeenkomst door de financier geschieden door overmaking van de betreffende bedragen naar rekeningnummer PM PMxxxxx bij de ---bank, ten name van SenterNovem, onder vermelding van het PM PM---nummer.

Artikel 11 Overdracht van garantie

  • 1. Overdracht van de rechten en verplichtingen uit hoofde van de garantie op de lening is uitsluitend mogelijk na goedkeuring door de minister.

  • 2. Toestemming door de minister voor de overdracht vindt uitsluitend plaats indien de overdracht plaatsvindt met het oogmerk de lening beleenbaar te maken.

  • 3. De minister kan voorwaarden verbinden aan de goedkeuring.

  • 4. Verlies ontstaan als gevolg van overdracht, bedoeld in het eerste lid, kan niet gerekend worden tot verlies als bedoeld in artikel 8.

Artikel 12 Terugvordering en navordering

  • 1. Reeds uitgekeerde bedragen zijn terstond en zonder enige ingebrekestelling opeisbaar zodra blijkt dat de financier zodanig onjuiste of onvolledige informatie heeft verschaft dat de Staat op een verzoek om betaling een andere beslissing zou hebben genomen, indien hem de juiste gegevens volledig waren verschaft.

  • 2. Indien vanwege een verlies als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel c of d, een uitkering op grond van de garantie heeft plaatsgevonden, is de financier verplicht 50% van de aflossingen die na de uitkering worden verricht, uit te betalen aan de Staat.

Artikel 13 Opzegging

  • 1. De Staat is gerechtigd deze overeenkomst schriftelijk op te zeggen indien:

    • a. de financier tekort schiet bij de nakoming van één van zijn verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst;

    • b. ten aanzien van de financier een verzoek bij de rechtbank is ingediend tot verlening van surseance van betaling, een verzoek tot faillietverklaring of een buitengerechtelijk akkoord aan crediteuren wordt aangeboden;

    • c. de financier, in geval deze rechtspersoonlijkheid heeft, is ontbonden;

    • d. de bepalingen in paragraaf 3 van hoofdstuk 3 in de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen niet langer verenigbaar zijn met de regels van de Europese Gemeenschappen ten aanzien van staatssteun.

  • 2. Een opzegging op grond van het eerste lid, onder a, geschiedt uitsluitend nadat de Staat de financier op de hoogte heeft gesteld van het voornemen tot opzegging en nadat deze in de gelegenheid is gesteld om een tekortschieten dat hersteld kan worden te herstellen binnen een redelijke termijn.

  • 3. Een opzegging in verband met de in het eerste lid, onder d, bedoelde omstandigheid heeft geen gevolgen voor de verplichtingen ten aanzien van verstrekkingen van leningen die voor het tijdstip van de opzegging onder de garantstelling zijn gebracht.

  • 4. Een opzegging heeft geen gevolgen voor de verplichtingen ten aanzien van verstrekkingen van leningen die voor het tijdstip van de opzegging onder de garantstelling zijn gebracht, indien de overdracht van de verplichtingen, bedoeld in artikel 11, van toepassing is.

Artikel 14 Geschillen

  • 1. Ieder geschil ten aanzien van deze overeenkomst zal bij uitsluiting worden voorgelegd aan de daartoe bevoegde rechter in het arrondissement Den Haag.

  • 2. Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.

Artikel 15 Adressering schriftelijke stukken

Schriftelijke stukken ter uitvoering van deze overeenkomst bestemd voor de onder 1 gemelde partij worden gericht aan

Ministerie van Economische Zaken,

SenterNovem, Juliana van Stolberglaan 3, Den Haag.

Schriftelijke stukken ter uitvoering van deze overeenkomst bestemd voor de onder

2 gemelde partij worden gericht aan

.....

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze overeenkomst treedt in werking door de ondertekening daarvan door de partijen.

...... , ten deze vertegenwoordigd door

  • 1. ...

  • 2. ...

Deze overeenkomst is getekend op ..... te Den Haag.

BIJLAGE III

Bijlage 3.10 behorende bij artikel 9, eerste lid, van de Model garantstellingsovereenkomsten, behorende bij de Tijdelijke garantie ondernemingsfinanciering curatieve zorg

Dit formulier bevat een aantal vragen die u kunt beantwoorden op dit formulier in combinatie met door u toe te voegen bijlagen. Hierbij kunt u gebruik maken van en verwijzen naar al bestaande stukken.

I. Gegevens aanvrager bank

Naam bank:

Postadres:

Postcode:

Plaats:

 

Bezoekadres:

Postcode:

Plaats:

 

Postbanknummer:

Bankrekeningnummer:

Naam bank:

Te:

 

Contactpersoon:

 

□ Dhr

□ Mw

Titel(s):

Initialen:

Functie:

 

Telefoon:

Telefax:

E-mail:

II. Gegevens met betrekking tot de verstrekte lening

a. Gegevens met betrekking tot de lening

Datum en kenmerk van de brief waarin de lening is verstrekt aan: ..... (naam onderneming)

Datum:

 

Kenmerk bank:

 

Projectnummer SenterNovem:

 
b. Gevraagd bedrag

Voorbeeldtabel berekening verlies en geclaimd bedrag:

(Tabel svp separaat invullen per geldlening).

Oorspronkelijke waarde van lening

 

Aflossing lening

 

Overige ontvangsten en opbrengsten zekerheden*

 

Saldo garantielening

 

Geclaimd bedrag bij de staat (50%)

 

* Gerealiseerde opbrengst uit zekerheden gesteld voor garantielening1

Omschrijving

Totale opbrengst

Opbrengst bank

Opbrengst garantielening

    
    
    
    
    
    
    
    
    
    

* Schatting van nog te realiseren opbrengst uit zekerheden gesteld voor garantielening

Omschrijving

Totale opbrengst

Opbrengst bank

Opbrengst garantielening

    
    
    
    
    
    
    
    
    
    
c. Beëindiging lening

Er is sprake van verlies ten aanzien van de lening(en) in verband met: (svp aankruisen wat van toepassing is):

  • gehele of gedeeltelijke vervreemding van de lening;

  • indien de onderneming rechtspersoonlijkheid heeft, bij ontbinding van de rechtspersoon;

  • een in kracht van gewijsde gegane homologatie van een akkoord na de faillietverklaring, na de verlening van surséance van betaling of na het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen met betrekking tot de onderneming;

  • door gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de lening door de bank;

  • door het onvermogen van de ondernemer om de lening af te lossen;

  • als gevolg van een faillietverklaring , een verlening van surseance van betaling of een van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen met betrekking tot de ondernemer.

d. De bank verklaart hierbij dat aan het gestelde in artikel 8 van de garantstellingsovereenkomst voldaan is op de volgende punten:
  • Bij verlies ingevolge vervreemding van de lening:

    • a. heeft de vervreemding niet zonder toestemming van de Staat plaats gevonden;

    • b. is de vervreemding gebeurd tegen een prijs die past in het voeren van een actief en winstgericht beleid;

    • c. is, voor zover de bank daarbij de lening geheel of voor een deel overdraagt aan één van zijn aandeelhouders, hoofdelijk aansprakelijke vennoten, bestuurders, beheerders of andere betrokkenen, dit gebeurd tegen een prijs die is gebaseerd op een taxatie van twee onafhankelijke deskundigen (deze verklaringen zijn in bijlagen van dit formulier toegevoegd), dan wel gepaard gegaan met vervreemding van ten minste een derde deel van de lening aan onafhankelijke derden.

  • Bij verlies ingevolge gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van een lening: de kwijtschelding is noodzakelijk voor de continuïteit van de onderneming waarvoor de lening is verstrekt en rekening is gehouden en wordt gehouden met het belang van de Staat als garantsteller, onder meer door een evenwichtige aanwending van de beschikbare middelen van de ondernemer voor de aflossing van bestaande leningen met inachtneming van de eventuele achterstelling en zekerheden die voor de gegarandeerde lening gelden. Een toelichting c.q. argumentatie & onderbouwing is toegevoegd aan de bijlagen van dit formulier onder punt 4 (beheer).

  • Bij verlies ingevolge het onvermogen van de ondernemer om de lening af te lossen: aannemelijk is dat:

    • a. de ondernemer niet in staat is te voldoen aan zijn betalingsverplichtingen;

    • b. de ondernemer in de eerstvolgende jaren niet in staat zal zijn te voldoen aan zijn betalingsverplichtingen;

    • c. rekening is gehouden en wordt gehouden met het belang van de Staat als garantsteller, onder meer door een evenwichtige aanwending van de beschikbare middelen van de ondernemer voor de aflossing van bestaande leningen met inachtneming van de eventuele achterstelling en zekerheden die voor de gegarandeerde lening gelden. Een toelichting op voornoemde punten is opgenomen in de bijlagen van dit formulier onder punt 4 (beheer).

  • Bij verlies als gevolg van faillietverklaring, een verlening van surséance van betaling of een van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen: aannemelijk is dat

    • a. de bank bij het einde van het faillissement, van de surséance onderscheidenlijk van de toepassing van de schuldsaneringsregeling een verlies zal leiden;

    • b. en rekening is gehouden met het belang van de Staat als garantsteller.

e. Ondertekening

Aldus naar waarheid ingevuld,

Naam:

 

Functie

 

Plaats:

 

Datum:

Handtekening:

  

Indienen: ondertekenen door tekenbevoegde en met vereiste bijlagen per post verzenden (niet per fax) naar:

SenterNovem

Groeifaciliteit

Postbus 93144

2509 AC DEN HAAG

Bij dit formulier te voegen bijlagen en toelichting.

  • 1. Overeenkomst tot verschaffing van een lening en andere relevante bescheiden

    Bijvoorbeeld; eventuele wijzigingen in overeenkomsten, interne revisieformulieren, interne notulen en vergaderverslagen met betrekking tot de onderneming. Voor zover deze stukken nog niet gedeponeerd bij aanvraag en melding bij SenterNovem.

  • 2. Informatie met betrekking tot de onderneming waaraan een lening is verstrekt.

    Jaarverslag, jaarrekening en een accountantsrapport over de laatste twee afgesloten boekjaren van de onderneming. Stukken aan de aandeelhouders/vennoten en Management letter van accountant en rapportages aan aandeelhouders van onderneming. Notulen en vergaderstukken van RvC van onderneming.

  • 3. Een kopie van de vervreemdingsovereenkomst of de kwijtscheldingsovereenkomst. Een beschrijving van de kopers en relatie tot de bank. De inschrijving in het register van de ontbinding van de rechtspersoon of van het in artikel 8, eerste lid, onder e, van de overeenkomst bedoelde akkoord. Een kopie van de verklaring van faillissement, surseance van betaling of toepassing schuldsanering natuurlijke personen.

  • 4. Een verslag van het gevoerde beheer en van ondernomen acties, met verwijzing naar van toepassing zijnde interne revisieformulieren, notulen en vergaderverslagen m.b.t. de onderneming. Er kan gebruik worden gemaakt en worden verwezen naar reeds bestaande stukken.

  • 5. Gerealiseerde opbrengsten worden zo veel mogelijk door bewijsstukken onderbouwd, zoals bijvoorbeeld taxatierapporten, verklaring(en) van externe expert(s), e.d.

    Eventuele belangenverstrengeling bij verkoop wordt toegelicht onder dit punt of bij punt 3.

  • 6. Opgave van nog te verwachten inkomsten na indiening van deze declaratie.

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Algemeen

De Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen wordt met deze regeling opengesteld voor de zorg met een paragraaf 3A waarin bepaald is dat aan ondernemingen in de curatieve zorg (algemene en academische ziekenhuizen, GGZ-instellingen, categorale instellingen en zelfstandige behandelcentra’s (ZBC’s)) een garantie op de ondernemingsfinanciering kan worden gegeven. Dat betekent dat banken voor financieringen van bouwleningen van zorginstellingen in de curatieve sector tot 50 miljoen euro per instelling een gedeeltelijke (50%) staatsgarantie kunnen verkrijgen. Daardoor wordt het voor banken minder risicovol om bepaalde kredieten, die mogelijkerwijs door de kredietcrisis anders niet verstrekt zouden worden, toch te verstrekken. Daardoor zullen naar verwachting, bepaalde bouwinvesteringen die momenteel op het punt van starten staan daadwerkelijk doorgang kunnen vinden. Daarmee wordt de werkgelegenheid in de bouw gestimuleerd. De regeling kent een garantieplafond van 0,25 miljard euro.

De regeling is in tweeërlei zin tijdelijk. Allereerst loopt de openstelling van de regeling gedurende een jaar na inwerkingtreding. Daarnaast hebben de af te geven garanties een maximale looptijd van 8 jaar.

2. Staatssteun

De hoofdlijnen van de tijdelijke garantie ondernemingsfinanciering van paragraaf 3 van hoofdstuk 3 SGO zijn aan de Europese Commissie voorgelegd. Deze heeft geconstateerd dat op basis van de door de Nederlandse overheid voorgelegde informatie de regeling geen staatssteun bevat. Aangezien de tijdelijke garantie ondernemingsfinanciering curatieve zorg van de nieuwe paragraaf 3A. op dezelfde leest is geschroeid als paragraaf 3, met als verschil dat de eerste exclusief is gericht op de curatieve zorg, is er geen sprake van staatssteun.

3. Administratieve lasten

Omdat voor de nieuwe paragraaf 3A de structuur en systematiek van paragraaf 3. Tijdelijke garantie ondernemingsfinanciering nagenoeg overgenomen is, zijn de administratieve lasten vergelijkbaar. Aangenomen wordt dat de kosten als percentage van de verleende garanties zullen dalen aangeziende banken die aan de GO deelnemen tevens aan de GO voor de zorg zullen deelnemen. Die banken hoeven niet opnieuw kennis te nemen van het grootste deel van de regelgeving. Daar staat tegenover dat er mogelijk een enkele nieuwe toetreder zal zijn, die alleen actief is in het zorgsegment. Deze effecten heffen elkaar ongeveer op.

II. Artikelsgewijs

Artikel I

Algemeen

Er is voor de tijdelijke garantie ondernemingsfinanciering curatieve zorg zoveel mogelijk aangesloten bij de al bestaande GO-regeling. Hieronder wordt op enkele verschillen met de bestaande GO-regeling ingegaan. Voor de artikelen die niet gewijzigd zijn ten opzichte van de GO wordt verwezen naar de toelichting van de GO, Staatscourant nr. 45 van 6 maart 2009. De nieuwe paragraaf is uitsluitend voor ondernemingen in de curatieve zorg bedoeld. Die ondernemingen kunnen geen gebruik maken van de Groeifaciliteit (§ 2) of van de GO (§ 3) indien zij een aanbieder zijn als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Wet marktordening gezondheidszorg.

Artikelen
Artikel 3.12k
Curatieve zorg:

dit begrippenpaar is gedefiniëerd aangezien het in de nieuwe paragraaf 3A van het hoofdstuk 3. Groeifaciliteit van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen een aantal keren terugkomt. De nieuwe paragraaf die met deze regeling wordt toegevoegd, richt zich uitsluitend op de curatieve zorg, en specifiek op bouwinvesteringen in die sector, in tegenstelling tot de GO paragraaf (paragraaf 3) die veel breder toepasbaar is.

Lening:

bij bouwinvesteringen passen geen achtergestelde leningen. Vandaar dat in de definitie van lening, in tegenstelling tot paragraaf 3 van hoofdstuk 3, alleen sprake is van niet achtergestelde leningen.

Artikel 3.12l

Aangezien academische ziekenhuizen rechtspersonen zijn die krachtens publiekrecht zijn ingesteld en dat de regeling ook is bedoeld voor academische ziekenhuizen worden dezen door middel van het tweede lid van dit artikel als ondernemers aangemerkt.

Artikel 3.12s

De afwijzingsgronden voor de GO curatieve zorg verschillen op een aantal punten van de GO. De gronden a tot en met c zijn identiek. Grond d is specifiek opgenomen omdat de stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector garantstellingen verstrekt en cumulatie daarmee niet gewenst is. Gronden e en f voeren een beperking in tot leningen die betrekking hebben op de curatieve zorg en op bouwinvesteringen. Met bouwinvesteringen worden bijvoorbeeld bedoeld plannen voor nieuwbouw, verbouw, groot onderhoud of renovatie. Zodoende levert dat nieuwe orders op voor aannemers.

Artikel II

Met dit artikel worden de openstellingsdata en het plafond voor de GO curatieve zorg geregeld.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.


XNoot
1

Opbrengsten minus externe kosten. Interne kosten van de bank mogen dus niet verrekend worden. T.a.v. opbrengsten en externe kosten van materieel belang dienen bewijsstukken meegezonden te worden.

Naar boven