Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 10 oktober 2009, nr. MLB/LB/158884, tot wijziging van de Subsidieregeling programma leesbevordering 2008–2011

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 4, eerste lid, van de Wet overige OCW-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling programma leesbevordering 2008–2011 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel g, komt te luiden als volgt:

  • g. subsidieaanvrager(s): Stichting Lezen, het sectorinstituut openbare bibliotheken (thans VOB).

B

In artikel 3, tweede lid, wordt ‘2009’ vervangen door ‘2010’ en wordt ‘€ 2.000.000,–’ vervangen door ‘€ 3.000.000,–’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H.A. Plasterk.

TOELICHTING

Artikel I, onderdeel A

Stichting Lezen en de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) hebben voor de subsidieronde 2008 een gezamenlijk plan ingediend met een meerjarig perspectief tot en met het jaar 2011. Dat plan voorziet in de door mij gewenste adequate invulling van de programmalijnen zoals geschetst in mijn brief aan de Tweede Kamer van 17 maart 20081. Ik heb dan ook besloten alleen genoemde partijen in de gelegenheid te stellen een vervolgsubsidie aan te laten vragen voor de jaren 2009, 2010 en 2011.

Stichting Lezen geldt als de landelijk coördinerende instelling voor het leesbevorderingsbeleid van de rijksoverheid. Voor de openbare bibliotheken geldt de VOB vooralsnog als sectorinstituut. Leesbevordering is een kernfunctie van dit sectorinstituut.

De leesbevorderende activiteiten van het sectorinstituut openbare bibliotheken (thans VOB) vormen een onmisbare aanvulling op het werk van Stichting Lezen, niet in de laatste plaats vanwege het onderliggende netwerk van lokale bibliotheken en de reguliere contacten van lokale bibliotheken met lokale onderwijsinstellingen. De huidige VOB is zowel brancheorganisatie als sectorinstituut en wordt met ingang 2010 gesplitst in een aparte brancheorganisatie en dito sectorinstituut. De programmaactiviteiten zoals voorzien in het kader van Kunst van Lezen sluiten het best aan bij de missie en taken van het sectorinstituut. Buiten Stichting Lezen en het sectorinsitituut openbare bibliotheken zijn er naar mijn mening geen andere partijen die – al dan niet in samenwerking – deze unieke bundeling van expertise, draagvlak en landelijk bereik kunnen bieden die voor het welslagen van het programma noodzakelijk wordt geacht.

Artikel I, onderdeel B

Aanpassing conform artikel 3 van de Regeling programma leesbevordering 2008–2011 van 13 juni 2008 (MLB/LB/23.308)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H.A. Plasterk.


XNoot
1

Kamerstukken II 2007/08, 31 200 VIII, nr. 161.

Naar boven