Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 30 september 2009, nr. 52274, houdende wijziging van de Regeling medebewind Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken;

Gelet op de artikelen 13, 15, 17, 19, 20 en 23 van de Landbouwwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling medebewind Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma het volgende onderdeel toegevoegd:

  • c. gemeenschappelijke marktordening voor landbouwproducten: Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (PbEU nr. L 299).

B

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

De minister draagt, voor zover nodig in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken, de aan hem in de artikelen 13, 15, behoudens voor zover het betrekking heeft op het betalen van geldbedragen, 17, 19 en 20 van de Landbouwwet toegekende bevoegdheden over aan:

  • a. het bestuur van het Productschap voor Vee en Vlees, voor wat betreft de producten, genoemd in artikel 1, eerste lid, onderdelen o, q en r van de gemeenschappelijke marktordening voor landbouwproducten en voor wat betreft de rundvleesbetalingen, genoemd in artikel 1, eerste lid, onderdeel l van Verordening (EG) nr. 1973/2004 van de Commissie van 29 oktober 2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad met betrekking tot de bij de titels IV en IV bis van die verordening ingestelde steunregelingen en het gebruik van braakgelegde grond voor de productie van grondstoffen (PbEU nr. L 345).

  • b. het bestuur van het Productschap voor Pluimvee en Eieren, voor wat betreft de producten, genoemd in artikel 1, eerste lid, onderdelen s en t van de gemeenschappelijke marktordening voor landbouwproducten.

  • c. het bestuur van het Hoofdproductschap Akkerbouw, voor wat betreft de herstructureringsheffing, genoemd in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PbEU nr. L 58) en voor wat betreft de producten:

    • 1°. genoemd in artikel 1, eerste lid, onderdelen a tot en met h, l en n van de gemeenschappelijke marktordening voor landbouwproducten;

    • 2°. genoemd in artikel 1, eerste lid, onderdelen e, f en i van Verordening (EG) nr. 1973/2004 van de Commissie van 29 oktober 2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad met betrekking tot de bij de titels IV en IV bis van die verordening ingestelde steunregelingen en het gebruik van braakgelegde grond voor de productie van grondstoffen (PbEU nr. L 345);

    • 3°. genoemd in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad van 10 juni 1991 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de definitie, aanduiding en de aanbiedingsvorm van gearomatiseerde wijnen, gearomatiseerde dranken op basis van wijn en gearomatiseerde cocktails van wijnbouwproducten (PbEG L 149).

  • d. het bestuur van het Productschap Zuivel, voor wat betreft de producten, genoemd in artikel 1, eerste lid, onderdeel p van de gemeenschappelijke marktordening voor landbouwproducten.

  • e. het bestuur van het Productschap Tuinbouw, voor wat betreft maatregelen, genoemd in Verordening (EG) nr. 1964/2005 van de Raad van 29 november 2005 inzake de invoertarieven voor bananen (PbEU nr. L 316) en voor wat betreft de producten:

    • 1°. genoemd in artikel 1, eerste lid, onderdelen i, j, k, en m van de gemeenschappelijke marktordening voor landbouwproducten;

    • 2°. genoemd in artikel 1, eerste lid, onderdeel d van Verordening (EG) nr. 1973/2004 van de Commissie van 29 oktober 2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad met betrekking tot de bij de titels IV en IV bis van die verordening ingestelde steunregelingen en het gebruik van braakgelegde grond voor de productie van grondstoffen (PbEU nr. L 345).

  • f. het bestuur van het Productschap Vis voor producten waarvoor geen financiering uit het Europees Landbouwgarantiefonds wordt aangevraagd, voor wat betreft de producten, genoemd in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad van 17 december 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijproducten en producten van de aquacultuur (PbEG nr. L 071).

C

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

De besturen van de in artikel 2 genoemde productschappen zijn gehouden ter zake van het uitoefenen van de hun overgedragen bevoegdheden het bepaalde in de door de Raad van Ministers van de Europese Unie vastgestelde of vast te stellen verordeningen met betrekking tot de in artikel 2 bedoelde producten in acht te nemen, alsmede de ter uitvoering daarvan vastgestelde of vast te stellen regels en besluiten, waaronder begrepen regels en besluiten van de minister, in voorkomend geval vastgesteld in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken, in het belang van een goede uitvoering en een juiste toepassing van bedoelde verordeningen.

D

Artikel 4a komt te luiden:

Artikel 4a

Voorlichting- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten, de productiewijze daarvan, en voedingsmiddelen als bedoeld in Verordening (EG) nr. 3/2008 van de Raad van 17 december 2007 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt en in derde landen (PbEU nr. L 3), geschieden overeenkomstig het bepaalde in die verordening en alsmede overeenkomstig ter uitvoering daarvan door de Raad van Ministers van de Europese Unie vastgestelde of vast te stellen verordeningen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2010 en zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

TOELICHTING

Met de onderhavige regeling wordt de Regeling medebewind Gemeenschappelijk Landbouwbeleid gewijzigd. De wijziging is wetgevingstechnisch van aard en ingegeven door Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten. Deze verordening integreert de voorheen 21 gemeenschappelijke marktordeningen en 23 daaraan verbonden Raadsverordeningen in één marktordening. De nieuwe verordening combineert de marktordeningen voor onder meer de sectoren granen, suiker, rijst, rund-, varkens-, schapen- en geitenvlees, melk en zuivelproducten, groenten en fruit, eieren, pluimvee en tabak. Op 24 juni 2009 is met Verordening (EG) nr. 491/2009 van de Raad van 25 mei 2009 (PbEU nr. L 154) tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1234/2007 de marktordening wijn als laatste volledig opgenomen in de Integrale GMO verordening. Met deze laatste wijziging zijn, met uitzondering van de marktordening voor vis, alle marktordeningen opgenomen in 1 Europese verordening.

De operatie vormt een belangrijk onderdeel van het Commissiebrede project “Betere regelgeving”. Het is een wetgevingstechnische operatie ter vermindering van regelgeving die beoogt het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid transparanter, toegankelijker en administratief minder complex te maken, zowel voor de producenten van, de handelaren in, en de verwerkers van landbouwproducten, als voor de uitvoerende en controlerende (overheids-) diensten, die met de toepassing en uitvoering van het GLB van doen hebben.

De overige wijzigingen in de regeling, artikel I, onderdelen B tot en met D, zijn eveneens technisch van aard. Zo is sinds 1 januari 2007 het Europees Oriëntatie en Garantiefonds voor de Landbouw vervangen door het Europees Landbouwgarantiefonds en dient ‘Raad van Ministers van de Europese Gemeenschappen’ gewijzigd te worden in ‘Raad van Ministers van de Europese Unie’. Daarnaast voorziet de onderhavige regeling in een wijziging in de verwijzing naar de Europese verordeningen inzake voorlichting- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten en voedingsmiddelen. Deze verordeningen zijn herzien en dit is eveneens aanleiding de nationale wetgeving dienovereenkomstig aan te passen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.


XNoot
1

Stcrt. 2006, 192; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 14 december 2007 (Stcrt. 2008, 1)

Naar boven