Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 7 juli 2009, nummer WBV 2009/15, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Justitie,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

A/Afkortingenlijst Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

Afkortingenlijst

ABRvS

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

AC

Aanmeldcentrum

ACVZ

Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken

AIVD

Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

Amv

Alleenstaande minderjarige vreemdeling

AOW

Algemene Ouderdomswet

APV

Algemene Plaatselijke Verordening

Awb

Algemene wet bestuursrecht

BKA

Buitenlands Kind ter Adoptie

BMA

Bureau Medische Advisering

BuZa

(Ministerie/Minister van) Buitenlandse Zaken

BVV

Basisvoorziening vreemdelingensysteem

BZK

(Ministerie/Minister van) Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

B&W

Burgemeester en Wethouders

CAO

Collectieve arbeidsovereenkomst

COA

Centraal Orgaan opvang Asielzoekers

DJI

Dienst Justitiële Inrichtingen

DNRI

Dienst Nationale Recherche Informatie

DT&V

Dienst Terugkeer en Vertrek

EG

Europese Gemeenschap

EEG

Europese Economische Gemeenschap

EER

Europese Economische Ruimte

EU

Europese Unie

EZ

(Ministerie/Minister van) Economische Zaken

Flexwet

Wet Flexibiliteit en Zekerheid (Stb. 1998, 300)

GBA

Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens

GG&GD

Geneeskundige en gezondheidsdienst

GVI

Gemeenschappelijke Visuminstructies

HKS

Herkenningsdienstsysteem

IND

Immigratie- en Naturalisatiedienst

IOM

Internationale Organisatie voor Migratie

JDS

Justitieel documentatiesysteem

KMar

Koninklijke Marechaussee

KLPD

Korps Landelijke Politiediensten

KLM

Koninklijke Luchtvaart Maatschappij

MTV

Mobiel Toezicht Vreemdelingen

mvv

Machtiging tot voorlopig verblijf

NGO

Non-gouvernementele organisatie

(N)SIS

(Nationaal) Schengen Informatiesysteem

NVVB

Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken

OCW

(Ministerie/Minister van) Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

OM

Openbaar Ministerie

OPS

Opsporingsregister

Pb.

Publicatieblad

PIL

Protocol Identificatie en Labeling

PTSS

Posttraumatische stressstoornis

REAN

Return and Emigration of Aliens from the Netherlands

ROA

Regeling Opvang Asielzoekers

Rva

Regeling verstrekkingen asielzoekers e.a. categorieën vreemdelingen 2005

Rvb

Regeling verstrekkingen bepaalde categorieën vreemdelingen

RvS

Raad van State

Rwn

Rijkswet op het Nederlanderschap

SGC

Verordening (EG) Nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode)

SIRENE

Supplementary Information Request at the National Entries

SIS

Schengen Informatiesysteem

SRA

Stichting Rechtsbijstand Asiel

Stb.

Staatsblad

Stcrt.

Staatscourant

SUO

Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen

SVB

Sociale Verzekeringsbank

SZW

(Ministerie/Minister van) Sociale Zaken en Werkgelegenheid

TBC

Tuberculose

TBS

Terbeschikkingstelling

Trb.

Tractatenblad

TWV

Tewerkstellingsvergunning

UNDP

United Nations Development programme

UNHCR

United Nations High Commissioner for Refugees

UNRWA

United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East

UWV

Uitvoeringsinstelling werknemersverzekering

Vb

Vreemdelingenbesluit

Vc

Vreemdelingencirculaire

VIS

Verificatie- en informatiesysteem

VN

Verenigde Naties

VNG

Vereniging van Nederlandse Gemeenten

VRIS

Vreemdelingen in de strafrechtketen

VROM

(Ministerie/Minister van) Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

VV

Voorschrift Vreemdelingen

Vw

Vreemdelingenwet

VWS

(Ministerie/Minister van) Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Wajong

Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten

WAO

Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering

Wav

Wet arbeid vreemdelingen

WAZ

Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen

Wbp

Wet bescherming persoonsgegevens

WHW

Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

WIA

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen

WIW

Wet Inschakeling Werkzoekenden

Wob

Wet openbaarheid van bestuur

Wobka

Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie

WSF

Wet op de Studiefinanciering

Wsw

Wet Sociale werkvoorziening

WvSr

Wetboek van Strafrecht

WvSv

Wetboek van Strafvordering

WW

Werkeloosheidswet

Wwb

Wet werk en bijstand

ZHP

Dienst Zeehavenpolitie van de politieregio Rotterdam-Rijnmond

ZW

Ziektewet

B

Paragraaf B5/1.1 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

1.1 Samenhang tussen de Vw en de Wav

De verantwoordelijkheid voor de verlening van een verblijfsvergunning op grond van het bepaalde bij en krachtens de Vw berust bij de Minister.

De Minister van SZW heeft een eigen verantwoordelijkheid voor het beleid met betrekking tot de toelating tot de Nederlandse arbeidsmarkt op grond van de Wav. Hij heeft de uitvoering van de Wav gedelegeerd aan UWV WERKbedrijf.

In de behoefte aan arbeidskrachten dient zoveel mogelijk te worden voorzien door inschakeling van het in Nederland aanwezige of redelijkerwijs te verwachten aanbod, of van het arbeidsaanbod uit de EU-lidstaten of de lidstaten van de EER, voor zover daarop het vrije verkeer van werknemers van toepassing is (zie B10). Dit is het zogenaamde prioriteitgenietend aanbod op de Nederlandse arbeidsmarkt.

Op grond van de Wav is een werkgever:

  • degene die in de uitoefening van een ambt, beroep of bedrijf een ander arbeid laat verrichten; of

  • de natuurlijke persoon die een ander huishoudelijke of persoonlijke diensten laat verrichten (zie B7).

Het artikel 2 Wav bepaalt dat het een werkgever verboden is een vreemdeling in Nederland arbeid te laten verrichten zonder TWV.

Het werkgeversbegrip verwijst niet naar een juridische verhouding, gebaseerd op een arbeidsovereenkomst of aanstelling, maar naar de feitelijke situatie, waarbij een vreemdeling feitelijk arbeid verricht in opdracht van of voor een ander. Als gevolg van het brede werkgeversbegrip kunnen zich situaties voordoen dat een vreemdeling voor hetzelfde werk meerdere werkgevers heeft (uitzendarbeid, aanneming van werk). Indien één van de werkgevers al beschikt over een TWV voor het betreffende werk, behoeven andere werkgevers geen TWV aan te vragen.

De Wav voorziet in een aantal uitzonderingen op deze verbodsbepaling (zie B5/3.1).

Op grond van de Vw wordt getoetst of aan de voorwaarden voor verlening van een verblijfsvergunning is voldaan.

Op grond van de Wav wordt getoetst of er gronden zijn om aan de werkgever waarvoor de vreemdeling arbeid wil gaan verrichten een TWV verlenen.

De procedures die op grond van de Vw en de Wav moeten worden gevolgd hangen zeer nauw met elkaar samen en de beslissingen op de aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd en de aanvraag om verlening van een TWV beïnvloeden elkaar (zie B5/2). Daarom is een nauwe samenwerking tussen de diensten die deze regelingen uitvoeren van belang.

C

Paragraaf B5/2.1 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

2.1 Procedure bij het IND-loket voor kennis- en arbeidsmigratie

Teneinde de doelmatigheid en de snelheid van de afhandeling te bevorderen als ook een goede afstemming van de werkprocessen bij de IND en UWV WERKbedrijf te waarborgen (zie B5/1.1), verloopt de aanvraagprocedure van de verblijfsvergunning via het centrale loket voor kennis- en arbeidsmigratie bij de IND en wordt ook de aanvraagprocedure voor de TWV door UWV WERKbedrijf centraal afgehandeld.

De procedure ziet er als volgt uit:

De werkgever kan ten behoeve van een vreemdeling die in Nederland verblijf beoogt voor het verrichten van arbeid in loondienst, een verzoek om advies met het oog op afgifte van een mvv voor het verrichten van arbeid in loondienst indienen bij het IND-loket kennis- en arbeidsmigratie door middel van het daarvoor bestemde formulier. In dit formulier zijn de documenten en gegevens opgenomen die overgelegd moeten worden ten behoeve van het advies. Dit formulier wordt door hoofd IND vastgesteld en wordt alleen via de website van de IND ter beschikking gesteld. Dit aanvraagformulier dient volledig ingevuld en voorzien van alle gevraagde gegevens en bescheiden te worden geretourneerd naar de IND.

Ten aanzien van de procedure met betrekking tot de afhandeling van dit verzoek is het bepaalde in B1/1.1.1 en B1/1.1.2 van toepassing.

Indien de vreemdeling, conform het bepaalde in B1/1.1.1 zelf de aanvraag om een mvv indient bij de Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging in zijn land van herkomst of bestendig verblijf, wordt deze aanvraag ter afhandeling doorgezonden naar het IND-loket kennis- en arbeidsmigratie.

De werkgever dient een aanvraag om verlening van een TWV in bij UWV WERKbedrijf.

De volgorde waarin op die aanvragen vervolgens dient te worden beslist, is als volgt: Als eerste wordt op de aanvraag om een TWV beslist door UWV WERKbedrijf. Pas daarna wordt op het verzoek om advies met het oog op afgifte van een mvv dan wel de aanvraag om een mvv beslist.

Uitzondering

Indien duidelijk is dat de mvv moet worden geweigerd, ongeacht of er al dan niet een TWV zou moeten worden verleend, wordt de mvv meteen geweigerd en wordt niet gewacht op de beslissing op de aanvraag om verlening van een TWV. Hierbij dient met name te worden gedacht aan gevallen waarin de mvv dan wel de verblijfsvergunning moet worden geweigerd op grond van bijvoorbeeld gevaar voor de openbare orde (zie B5/7.6). UWV WERKbedrijf zal hierover direct worden geïnformeerd in verband met de Wav- procedure.

D

Paragraaf B5/2.2 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

2.2 Samenhang beslissing aanvraag TWV en verblijfsvergunning

Voor verblijf in Nederland verband houdend met het verrichten van arbeid in loondienst dient de werkgever van de vreemdeling te beschikken over een TWV en de vreemdeling over een verblijfsvergunning. De beslissing op de aanvraag om een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd enerzijds en de beslissing op de aanvraag om een TWV anderzijds beïnvloeden elkaar. De hoofdregel is dat met de beslissing op de aanvraag om een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd gewacht wordt totdat op de aanvraag om een TWV is beslist. Wordt de TWV verleend dan zal als regel ook de verblijfsvergunning voor bepaalde tijd worden verleend, mits ook aan de overige voorwaarden wordt voldaan. Hierbij kunnen zich de volgende situaties voordoen:

Een weigeringsgrond of het niet voldoen aan een voorwaarde leidt tot afwijzing van de aanvraag om een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd. De afwijzing van de aanvraag om een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd vormt ingevolge artikel 8, eerste lid onder c, Wav een dwingende weigeringsgrond voor een TWV. Door zo mogelijk direct op de aanvraag om een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd te beslissen kan de ongewenste situatie worden voorkomen dat aan een vreemdeling die inmiddels op grond van een aan de werkgever op diens aanvraag verleende TWV arbeid in loondienst is gaan verrichten, nadien het verblijf moet worden ontzegd. Het gaat daarbij om aanvragen die worden afgewezen op grond van weigeringsgronden van artikel 16 Vw, zoals gevaar voor de openbare orde (zie artikelen 3.77 en 3.78 Vb) en onvoldoende middelen van bestaan. Als voorwaarde voor verlening van de verblijfsvergunning geldt ingevolge artikel 3.31, tweede lid, onder d, Vb de verplichting mee te werken aan onderzoek naar of behandeling van TBC van de ademhalingsorganen, tenzij dat wegens de nationaliteit van de vreemdeling niet is toegestaan. Indien de vereiste medewerking niet wordt gegeven, wordt de vergunning niet verleend (zie B1). In afwachting van de beslissing op de aanvraag om een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd voor het verrichten van arbeid in loondienst plaatst de burgemeester (in de praktijk de ambtenaar burgerzaken of de ambtenaar publiekszaken) een verblijfssticker (zie bijlage 7g VV) in het paspoort of identiteitsbewijs van de vreemdeling.

De TWV wordt geweigerd. Indien de aanvraag om een TWV wordt geweigerd voordat op de aanvraag om een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd is beslist, zal als regel ook een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd voor het verrichten van arbeid in loondienst worden geweigerd.

Een vreemdeling, die naar Nederland komt om arbeid in loondienst te verrichten, vraagt een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd voor het verrichten van arbeid in loondienst aan bij de IND. In de periode, gelegen tussen verlening van een TWV en de beslissing op de aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning, is het de vreemdeling toegestaan de arbeid te verrichten waarvoor de TWV is afgegeven. Zolang geen beslissing op de aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning is genomen, mag hij derhalve niet uit Nederland worden verwijderd. Hij verblijft dan immers rechtmatig in Nederland in de zin van artikel 8, aanhef en onder f, Vw.

Een weigering de geldigheidsduur te verlengen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd of de intrekking ervan en ook intrekking van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd vormt op grond van artikel 12, eerste lid, onder b, Wav een dwingende grond tot intrekking van de TWV. Hiervan kan op grond van artikel 12, tweede lid, Wav door de Minister van SZW na overleg met de IND worden afgeweken ten aanzien van een vreemdeling als bedoeld in artikel 8, onder h, Vw. Het betreft vreemdelingen die in afwachting van de beslissing op een bezwaarschrift of een beroepschrift rechtmatig verblijf hebben indien ingevolge de Vw of een rechterlijke beslissing uitzetting achterwege dient te blijven totdat op het bezwaarschrift of het beroepschrift is beslist.

Indien voor verblijf in Nederland verband houdend met het verrichten van arbeid in loondienst, arbeid in loondienst als practicant of arbeid in loondienst als stagiair door UWV WERKbedrijf een TWV is afgegeven geldt voor de toetsing van het middelenvereiste het volgende. Om in aanmerking te komen voor een TWV voor het verrichten van arbeid in loondienst of arbeid in loondienst als practicant toetst UWV WERKbedrijf of de vreemdeling zelfstandig beschikt over een bedrag minstens gelijk aan het minimumloon, bedoeld in artikel 8, lid 1, onder a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Om in aanmerking te komen voor een TWV voor het verrichten van arbeid in loondienst als stagiair toetst UWV WERKbedrijf of de vreemdeling zelfstandig beschikt over een bedrag minstens gelijk aan 50% van het minimumloon, bedoeld in artikel 8, lid 1, onder a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.

Indien in de hiervoor genoemde gevallen ten behoeve van de vreemdeling een TWV is afgegeven, is daarmee tevens aangetoond dat is voldaan aan het vereiste om zelfstandig te beschikken over voldoende middelen van bestaan (zie artikel 3.74 Vb). De in hoofdstuk B1/4.3.1 genoemde bewijsstukken inkomsten uit arbeid in loondienst hoeven in deze gevallen derhalve niet overgelegd te worden.

E

Paragraaf B5/2.3 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

2.3 Geldigheidsduur: relatie met de TWV

Een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd voor het verrichten van arbeid in loondienst wordt verleend voor een duur die maximaal gelijk is aan de duur van de TWV (zie artikelen 3.57 en 3.59 Vb).

De maximale duur van een TWV is ingevolge artikel 11, eerste lid, Wav drie jaar.

In verband met de regel dat een vreemdeling na drie jaar bezit van een voor arbeid geldige verblijfsvergunning voor bepaalde tijd vrij is op de arbeidsmarkt (zie artikel 4, tweede lid, aanhef en onder b, Wav), is het van belang dat de ingangsdatum van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd zo veel mogelijk gelijk is aan de ingangsdatum van de TWV. Komt de duur van de verblijfsvergunning voor bepaalde tijd na drie jaar niet overeen met de geldigheidsduur van de TWV dan dient tijdig d.w.z. voor afloop van de TWV waarvan verlening wordt beoogd, contact opgenomen te worden met UWV WERKbedrijf om indien gewenst verlenging van de TWV aan te vragen.

F

Paragraaf B5/4.4.1 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

4.4.1 Verlening van een verblijfsvergunning

Notificatieplicht

Het verbod om vreemdelingen zonder TWV te werk te stellen is op grond van artikel 1e van het Besluit uitvoering Wav niet van toepassing op werkzaamheden in het kader van grensoverschrijdende dienstverlening als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • de dienstverlener buiten Nederland is gevestigd in een land waarvoor het vrij verkeer van diensten geldt, en geen postbusonderneming is;

  • de werkzaamheden die de dienstverlener verricht niet bestaan uit het ter beschikking stellen van werknemers (uitzendarbeid);

  • de werkzaamheden voor de aanvang daarvan bij UWV WERKbedrijf – via een standaardformulier – zijn genotificeerd.

Als niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, blijft een TWV vereist.

De notificatie geldt voor alle buitenlandse dienstverleners voor wie het vrij verkeer van diensten geldt, die een dienst in Nederland willen verlenen met eigen werknemers voor wie op enig moment geen vrij verkeer van werknemers met ons land geldt.

Met UWV WERKbedrijf is afgestemd dat de IND regelmatig een lijst zal ontvangen met de gegevens van dienstverleners (inclusief bedrijfsgegevens) die hun werknemers (inclusief personalia) bij UWV WERKbedrijf hebben aangemeld. Als de aanvrager zelf heeft aangegeven dat notificatie bij UWV WERKbedrijf heeft plaatsgevonden, maar uit gegevens van UWV WERKbedrijf komt naar voren dat dit niet het geval is, wordt de aanvrager op grond van artikel 4:7 Awb schriftelijk in de gelegenheid gesteld een zienswijze naar voren te brengen.

Indien vooraf geen notificatie bij UWV WERKbedrijf heeft plaatsgevonden, kan de aanvraag worden afgewezen. De aanvraag wordt niet afgewezen:

  • indien de vreemdeling niet zelfstandig, niet duurzaam of niet over voldoende middelen van bestaan beschikt in de zin van artikel 16, eerste lid, onder c, Vw;

  • op grond van artikel 16, eerste lid, aanhef en onder e, Vw, indien de vreemdeling niet bereid is mee te werken aan onderzoek naar of behandeling van TBC, omdat de betrokken vreemdeling legaal in een andere lidstaat dan wel Zwitserse Bondsstaat is gevestigd, zijnde staten waar TBC relatief weinig voorkomt. Daarom dient aan hem het zogenoemde TBC-vereiste niet te worden gesteld.

Gevraagde bescheiden

Bij de aanvraag dient de vreemdeling de volgende bescheiden over te leggen:

  • een geldig document voor grensoverschrijding;

  • een kopie van verblijfs- en werkvergunning waaruit blijkt dat de vreemdeling gerechtigd is in het land van vestiging van de dienstverlener te verblijven en aldaar in dienst van de dienstverrichter arbeid te verrichten; en

  • een kopie van een arbeidsovereenkomst (met de dienstverlener).

G

Paragraaf B5/4.4.2 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

4.4.2 Beperking

De dienstverrichter die door zijn werkgever bij UWV WERKbedrijf is aangemeld, kan in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking: grensoverschrijdende dienstverlening bij (naam inlenend bedrijf). Deze beperking is opgenomen in artikel 3.4, eerste lid, onder z, Vb. Het verblijfsrecht is tijdelijk van aard (zie artikel 3.5, tweede lid, onder s, Vb).

H

Paragraaf B5/4.6.3 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

4.6.3 Wetenschappelijk onderzoekers

De volgende wetenschappelijk onderzoekers worden in de Wav onderscheiden:

  • assistenten in opleiding en onderzoekers in opleiding bij een universitaire instelling;

  • vreemdelingen die in de postdoctorale fase voor een duur van maximaal twee jaar specifieke onderzoekstaken in lopende onderzoeksprojecten komen verrichten; en

  • hooggekwalificeerde onderzoekers die op voordracht van de Koninklijke academie voor Wetenschappen op basis van een tijdelijke aanstelling onderzoekswerkzaamheden komen verrichten.

Voor deze wetenschappelijk onderzoekers kan UWV WERKbedrijf een TWV afgeven.

De verblijfsvergunning voor bepaalde tijd wordt, mits ook aan de algemene toelatingsvoorwaarden wordt voldaan, verleend onder de beperking ‘arbeid in loondienst’, met arbeidsmarktaantekening: ‘arbeid uitsluitend toegestaan indien werkgever beschikt over TWV’.

I

Paragraaf B5/5.3.3 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

5.3.3 Werkloze buitenlandse werknemers en beëindiging verblijf

Er is sprake van verwijtbare werkloosheid in de zin van artikel 3.91, aanhef en onder c, Vb onder andere in de volgende gevallen:

  • indien de werknemer door hem verwijtbare gedragingen is ontslagen; hiervan zal in het algemeen sprake zijn bij ontslag op staande voet dat niet wordt aangevochten of indien de vreemdeling kan worden verweten dat hij zelf ontslag heeft genomen;

  • indien de werknemer zich niet bij UWV WERKbedrijf als werkzoekende heeft ingeschreven; of

  • indien de werknemer meermalen heeft geweigerd passende arbeid te aanvaarden.

J

Paragraaf B5/5.5 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

5.5 Samenwerking met UWV WERKbedrijf en de Gemeentelijke Sociale Dienst

De IND dient zich er ook bij verlenging van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning voor bepaalde tijd van te vergewissen, of de houder van de vergunning nog werkzaam is. Dit kan niet alleen worden vastgesteld door het overleggen van een TWV, maar dient te worden aangevuld met een werkgeversverklaring.

Voor het verkrijgen van inlichtingen omtrent het ontslag van een buitenlands werknemer, diens aanspraken op een uitkering krachtens bovengenoemde wetten en de eventuele arbeidsbemiddeling, kan de IND zich ingevolge artikel 107 Vw wenden tot UWV WERKbedrijf, de bedrijfsvereniging en de Gemeentelijke Sociale Dienst.

K

Paragraaf B19/2.1 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

2.1 Bekende religieuze of levensbeschouwelijke organisaties

Verblijf bij een religieuze of levensbeschouwelijke organisatie op religieuze of levensbeschouwelijke gronden kan worden toegestaan bij de navolgende religieuze of levensbeschouwelijke organisaties:

  • de Stichting Jeugd met een Opdracht te Heerde;

  • de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen te Dordrecht;

  • centraal Missie Commissariaat te Den Haag;

  • de Syrisch Orthodoxe Kerk te Losser;

  • stichting Congregatie FIC te Maastricht;

  • Maharishi European Research University/Maharishi Vedic University te Vlodrop;

  • stichting International Buddhist Progress Society Holland te Amsterdam; en

  • individuele kloosters, mits aan een ander klooster, behorend tot dezelfde orde, congregatie of organisatie, in de afgelopen vijf jaar verblijf is verleend.

Sommige van de hierboven genoemde organisaties waarbij verblijf kan worden toegestaan, hebben meerdere vestigingen in Nederland. Indien een dergelijke vestiging aantoont onderdeel te vormen van één van de in bovenstaand overzicht genoemde organisaties, kan ook bij die vestiging verblijf worden toegestaan. Indien een religieuze of levensbeschouwelijke organisatie die niet in bovenstaand overzicht wordt genoemd, kan aantonen dat in de laatste vijf jaren, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van deze regeling, aan een vreemdeling verblijf op religieuze of levensbeschouwelijke gronden is verleend bij de desbetreffende organisatie, zal worden beoordeeld of deze organisatie onder de werking van de onderhavige regeling valt. Zulks is niet van toepassing als verblijf is verleend voor het verrichten van arbeid als godsdienstleraar of geestelijk voorganger, of voor studie.

Géén verblijf zal worden toegestaan bij organisaties waarbij op enig moment is of wordt vastgesteld dat het verblijf op oneigenlijke gronden is verleend dan wel dat verblijfsvergunningen van vreemdelingen die verblijf bij de desbetreffende organisatie hadden, zijn ingetrokken. In het geval sprake is van beoogd verblijf bij een religieuze of levensbeschouwelijke organisatie ten behoeve van het verrichten van arbeid in de zin van de Wav, dan wel ten behoeve van studie, zijn de voorwaarden ten aanzien van arbeid in loondienst (zie B5), respectievelijk studie (zie B6) onverkort van toepassing. Indien sprake is van een aanvraag voor verblijf bij een religieuze of levensbeschouwelijke organisatie, zal aan de hand van de door betrokken vreemdeling, respectievelijk de betrokken religieuze of levensbeschouwelijke organisatie te verschaffen informatie, allereerst worden getoetst of er sprake is van verblijf op grond van arbeid of studie. Bij twijfel of betrokkene verblijf beoogt voor het verrichten van arbeid zal advies worden gevraagd aan UWV WERKbedrijf. Van arbeid in loondienst is in elk geval sprake als er een arbeidsovereenkomst is tussen de vreemdeling en de organisatie. In het geval uit de door betrokken vreemdeling dan wel door de desbetreffende organisatie bij het doen van de aanvraag te verschaffen informatie valt op te maken dat primair verblijf wordt beoogd in het kader van studie, zal worden getoetst aan de voorwaarden voor verblijf voor studie (zie B6).

Overgangsregeling

Bij de inwerkingtreding van deze regeling op 8 januari 2004 zijn bijzondere regelingen met een religieuze of levensbeschouwelijke organisatie vervallen. De afspraken over het maximaal per jaar toe te laten vreemdelingen bij een organisatie blijven echter onverkort gehandhaafd.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 7 juli 2009

De Staatssecretaris van Justitie,

namens deze:

de directeur-generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken,

R.K. Visser.

TOELICHTING

Algemeen

Met ingang van 1 januari 2009 zijn de Centrale Organisatie voor Werk en Inkomen (CWI) en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) gefuseerd. Vanaf deze datum worden aanvragen om een tewerkstellingsvergunning behandeld door Bureau Tewerkstellingsvergunningen van UWV WERKbedrijf te Zoetermeer.

Op grond van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) wordt getoetst of er gronden zijn om aan de werkgever waarvoor de vreemdeling arbeid wil gaan verrichten een tewerkstellingsvergunning te verlenen. De procedures die op grond van de Wav en de Vreemdelingenwet moeten worden gevolgd hangen zeer nauw met elkaar samen en de beslissingen op de aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd en de aanvraag om verlening van een tewerkstellingsvergunning beïnvloeden elkaar. Gelet op de hierboven genoemde naamswijziging zijn thans in de Vreemdelingencirculaire 2000 de verwijzingen naar “het CWI” vervangen door “UWV WERKbedrijf”. Deze wijzigingen zijn doorgevoerd als vermeld in de artikelen A tot en met K.

De Staatssecretaris van Justitie,

namens deze:

de directeur-generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken,

R.K. Visser.

Naar boven