Instellingsbesluit Adviesraad nationaal expertisecentrum warmte

26 mei 2009

Nr. ET/ED/9060087

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. adviesraad:

de Adviesraad nationaal expertisecentrum warmte;

b. de minister:

de Minister van Economische Zaken.

Artikel 2

  • 1. Er is een Adviesraad nationaal expertisecentrum warmte.

  • 2. De adviesraad heeft tot taak de minister te adviseren of de activiteiten van het Nationaal Expertisecentrum Warmte op doelmatige wijze bijdragen aan de doelstellingen van het werkprogramma Schoon en Zuinig, zoals dat is opgenomen in de bijlage behorende bij Kamerstukken II 2007/08, 31209, nr. 1.

Artikel 3

  • 1. De adviesraad bestaat uit een voorzitter en ten hoogste twaalf andere leden.

  • 2. De voorzitter en de andere leden worden door de minister benoemd. De voorzitter en de andere leden kunnen door de minister worden geschorst en ontslagen.

Artikel 4

  • 1. De adviesraad bepaalt haar eigen werkwijze.

  • 2. De minister voorziet in het secretariaat van de adviesraad.

  • 3. De minister kan een waarnemer aanwijzen, die het recht heeft de vergaderingen van de adviesraad bij te wonen.

  • 4. Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de adviesraad geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Economische Zaken. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de adviesraad bewaard in het archief van dat ministerie.

  • 5. De adviesraad verstrekt desgevraagd aan de minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

  • 6. Op verzoek van de minister, maar in ieder geval op 31 december 2011, overlegt de adviesraad een evaluatieverslag aan de minister, waarin zij aandacht besteedt aan de doelmatigheid van haar taakvervulling. Het evaluatieverslag wordt openbaar gemaakt.

Artikel 5

Ter gelegenheid van de instelling van de adviesraad worden te rekenen vanaf 1 maart 2009 tot en met 31 december 2011 als leden van de adviesraad benoemd:

  • a. de heer ir. H.A. Droog, te Eindhoven, tevens voorzitter;

  • b. de heer ing. T.P. Bokhoven, te Gouda;

  • c. mevrouw ir. S. Bollwerk, te Bunnink;

  • d. de heer ir. J.J. Buitenhuis, te Bodegraven;

  • e. mevrouw ir. M.C.J.M. van Gastel, te Utrecht;

  • f. de heer ing. P. Hameetman, te Breda;

  • g. de heer ing. J.A.M. Harbers, te Son en Breugel;

  • h. de heer drs. R.M. Kemmeren, te Duivendrecht;

  • i. de heer ir. G. de Man, te Gouda;

  • j. mevrouw drs. L.J. Merkx, te Delft;

  • k. mevrouw drs. D.A.M. Putman-Devilee, te Noordwijk;

  • l. de heer ir. J. Quist, te Noordwijk;

  • m. de heer ir. J.W. van Vliet te Den Haag.

Artikel 6

Aan de voorzitter van de adviesraad wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 16 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren 1984 en de arbeidsduurfactor op 0,05.

Artikel 7

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 maart 2009.

  • 2. Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2012.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Adviesraad nationaal expertisecentrum warmte.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

TOELICHTING

Nationaal Expertisecentrum Warmte

5 januari 2009 is het Nationaal Expertisecentrum Warmte (hierna: NEW) gestart. Het NEW is door de Minister van Economische Zaken (hierna: de minister) opgezet om de verduurzaming van de warmte- en koudevoorziening in Nederland te faciliteren. Dit is onderdeel van de doelstellingen die het kabinet heeft vastgelegd in het werkprogramma Schoon en Zuinig, zoals dat is opgenomen in de bijlage behorende bij Kamerstukken II 2007/08, 31209, nr. 1, en het werkprogramma Warmte op Stoom; zoals dat is opgenomen in de bijlage behorende bij Kamerstukken II 2008/09, 31209, nr. 67.

Consultaties en workshops met marktpartijen hebben uitgewezen dat partijen die investeringen doen in de verduurzaming van de warmte- en koudevoorziening of beslissingen hierover beïnvloeden weinig kennis hebben over de prestaties van warmte- en koudemaatregelen. Ook is er veel onduidelijkheid over de prestaties van verschillende technieken (zoals zonneboilers, warmtepompen, warmte–koude opslag, collectieve systemen, etc.) waardoor ze niet goed vergelijkbaar zijn. Dat maakt een goede afweging lastig en geeft verwarring in de markt over wat nu duurzamer is.

Het NEW gaat kennis en expertise verzamelen en verspreiden over het verduurzamen van de warmte- en koudevoorziening. Het expertisecentrum is er voor partijen die investeringen doen in warmte- en koudemaatregelen of die beslissingen daarover beïnvloeden (o.a. gemeenten, energiebedrijven en -exploitanten, projectontwikkelaars, woningcorporaties, architecten, bouwkundigen en adviesbureaus).

Het expertisecentrum biedt instrumenten aan die de investeringsbeslissing vergemakkelijken. Allereerst betreft het hier de uniforme maatlat. Met de maatlat zijn de verschillende warmte- en koude technieken beter met elkaar te vergelijken met betrekking tot de energieprestaties. Ten tweede gaat het om afwegingskaders. Via afwegingskaders wordt een methode aangereikt om het beslissingsproces in een warmteproject zo te optimaliseren dat er een goede afweging gemaakt kan worden tussen de verschillende warmte- en koude technieken.

Verder zal het expertisecentrum warmtekaarten beheren, veldtesten ontwikkelen en uitvoeren en adviseurs zullen bij concrete plannen advies op maat geven over de mogelijkheden van warmte- en koudemaatregelen.

Adviesraad nationaal expertisecentrum warmte

Van belang is dat het expertisecentrum voldoende draagvlak heeft in de sector. Daarom werkt het centrum intensief samen met de sector en wordt een adviesraad ingesteld. De bij dit besluit ingestelde adviesraad heeft tot taak de minister te adviseren of de activiteiten van het Nationaal Expertisecentrum Warmte op doelmatige wijze bijdragen aan de doelstellingen van het werkprogramma Schoon en Zuinig, zoals dat is opgenomen in de bijlage behorende bij Kamerstukken II 2007/08, 31209, nr. 1. De adviesraad wordt net als het expertisecentrum actief tot 1 januari 2012. Dit instellingsbesluit komt dan ook met ingang van die datum te vervallen.

De minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

Naar boven